Het begin van een nieuwe maand betekent doorgaans ook enkele wijzigingen voor ons dagelijks leven. In juli 2011 is dat zeker niet anders. Een overzicht.
Dure couponnetjes
Belgen die nog intrestcouponnetjes van internationale obligaties in Luxemburg, Oostenrijk of Zwitserland willen innen om ze zo buiten het gezichtsveld van de fiscus te houden, moeten daar zwaarder voor betalen. Voortaan moeten ze 35% roerende voorheffing laten vallen. Tot nog toe was dat 20%.
In andere landen wordt geen roerende voorheffing afgehouden, maar moeten de lokale banken de betalingsgegevens aan hun fiscus overmaken, die op hun beurt de Belgische belastingdiensten inlichten.
Rookverbod
In de horeca mag voortaan nergens meer worden gerookt, tenzij in een aparte rookkamer.
Vrachtwagens
Vrachtwagens en aanhangwagens die breder zijn dan 2,10 meter en behoren tot de N2-voertuigen met een maximummassa van meer dan 7,5 ton of tot de N3-voertuigen moeten vanaf 10 juli achteraan zijn uitgerust met een opvallende contourmarkering in rood, geel of wit.
Bingoautomaten
Alle nieuwe bingoautomaten in Belgische cafés moeten uitgerust zijn met een lezer voor elektronische identiteitskaarten. Op die manier kunnen te jonge spelers worden geweerd.
Tegen 1 januari 2015 moeten alle bingoautomaten in de Belgische cafés uitgerust zijn met zo'n kaartlezer.
De cafébaas zal wel nog over een uitbaterskaart beschikken, waarmee hij ook iemand zonder elektronische identiteitskaart kan laten spelen, bijvoorbeeld een cafébezoeker die zijn identiteitskaart thuis heeft laten liggen.
Keuring privériolering
Bij elke nieuwbouw en grote verbouwing moet voortaan deriolering op privé-domein gekeurd worden door een erkende keurder. De eigenaar moet een conformiteitsattest kunnen voorleggen aan de openbare rioolbeheerder. Anders mag die de privé-riolering niet aansluiten op het net.
Bankgeheim versoepelt
De fiscus krijgt iets makkelijker toegang tot de bankgegevens. In een eerste stap zal hij die niettemin nog altijd zelf bij de belastingplichtige moeten opvragen via een klassieke schriftelijke vraag om inlichtingen, waarvoor de consument dan één maand tijd krijgt om te antwoorden. Werkt de belastingplichtige niet mee, dan kan de fiscus onder bepaalde voorwaarden rechtstreeks naar de bank gaan. Dit is het geval als de fiscus over aanwijzingen van belastingontduiking beschikt, als hij van plan is om een afrekening op te stellen op basis van tekenen en indiciën (uiterlijke tekenen dat de belastingplichtige meer inkomsten heeft gehad dan hij aangeeft) als een buitenlandse fiscus daarom verzoekt.
De beslissing om rechtstreeks naar de bank te gaan, moet wel worden genomen door iemand van de fiscus die minstens de graad van directeur heeft. De belastingplichtige moet er ook van in kennis worden gesteld. Bij betwisting over het feit dat de voorwaarden al dan niet vervuld zijn, kan de zaak nog worden voorgelegd aan een fiscale rechter.
Voorts komt er een centraal register bij de Nationale Bank waarin de banken het bestaan van rekeningen op naam van consumenten moeten melden. Op die manier kan de fiscus weten tot welke banken hij zich moet richten voor informatie.
Sociaal strafwetboek
De minst zware inbreuken tegen het sociaal recht worden gedepenaliseerd. Dat betekent dat er voortaan administratieve geldboetes opgelegd kunnen worden. De bedoeling is op die manier de rechtbanken te ontlasten en hen meer te laten oordelen over de zwaardere vormen van sociale fraude.
Voortaan zullen alle mogelijke inbreuken trouwens met administratieve geldboeten kunnen worden bestraft. Momenteel was dit enkel mogelijk voor een limitatieve lijst van inbreuken
Gevangenisstraffen blijven alleen nog bestaan voor de zwaarste inbreuken. In de meeste gevallen wordt wel het minimum opgetrokken. Zo zal 'het tarief' voor kinderarbeid stijgen van 8 dagen à 6 maanden tot 6 maanden à 3 jaar.
Meer info over het sociale strafwetboek vindt u hier.
Minder overheidswaarborg
De Vlaamse regering schrapt de mogelijke overheidsborgstelling voor ondernemingen die een overbruggingslening aanvragen. De overheidsborgstelling voor investeringskredieten wordt wel behouden. De borgstelling van de overheid bij een overbruggingslening was een crisismaatregel. Het was een mogelijkheid om bedrijven te helpen de moeilijke periode te overbruggen. Gezien de banken zekerheid van terugbetaling werd geboden, konden die kredieten toekennen tegen meer gunstige voorwaarden. (gva Johan Van Geyte)
|