Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.
GROENE GUIDO
EKEREN BOUWT AAN DE TOEKOMST : GROEN! WAAKT
17-02-2010
Lange Wapper overleeft Raadvan State
BRUSSEL - De Raad van State heeft het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) voor de Oosterweel- verbinding in Antwerpen niet vernietigd. De uitbater van restaurant Het Pomphuis haalde bakzeil.
Van onze redacteur
De Raad van State heeft het annulatieberoep tegen het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) voor de Oosterweelverbinding in Antwerpen verworpen. Dat werd ingediend door bvba Pomphuis, het restaurant op het Eilandje dat pal onder de Lange Wapper zou komen te liggen. Cru gesteld laat de Raad van State geen spaander heel van de argumentatie die de bvba Pomphuis aanvoert. Daarin werd beweerd dat de alternatieven voor de Oosterweelverbinding met de Lange-Wapperbrug onvoldoende onderzocht zijn. Volgens bvba Pomphuis was de coördinator van het milieueffectenrapport bovendien niet onpartijdig. De vrouw was namelijk tegelijk werknemer van TV SAM —het studiebureau van de BAM (Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel), die de Oosterweelverbinding moet realiseren. Belangenvermenging dus.
In een uiterst gedetailleerd document van 69 pagina's legt de Raad van State uit waarom hij helemaal niet akkoord gaat. Het arrest bevat onder meer een ruim chronologisch overzicht van de totstandkoming van de plannen voor een Oosterweelverbinding in Antwerpen. Een aanrader voor wie overweg kan met de ondoordringbare juridische variant van het Nederlands, waarin het arrest is opgesteld.
De Raad van State zegt in hoofdzaak twee belangrijke dingen: ten eerste zijn de alternatieven voor de Oosterweelverbinding volgens de raad wel degelijk voldoende onderzocht, bovendien was Het Pomphuis rijkelijk laat om de rol van de MER-coördinatrice aan te klagen, een rol die overigens helemaal niet omstreden was.
Omdat de Lange Wapper pal boven restaurant Het Pomphuis komt, is het begrijpelijk dat de uitbater veeleer voorstander was van de tunnelvariant. Voor alle duidelijkheid, het gaat hier om de tunnelversie die onderzocht werd in de Horvat-studie. Dat was een ondergrondse versie van het huidige BAM-traject. Het gaat dus niet om de tunnel van Linkeroever richting Ekeren, die het studiebureau Arup/Sum vorig jaar voorstelde. Volgens Het Pomphuis is de Horvat-tunnel nooit ernstig genomen.
‘Terwijl de MER-regelgeving en, meer in het algemeen, een zorgvuldig bestuur vereisen dat een alternatief waarvan is aangetoond dat het beter scoort op het vlak van stedenbouwkundige inpassing, luchtkwaliteit, geluidshinder en externe veiligheid, op zijn minst ernstig onderzocht moet worden.'
Maar, zegt de Raad van State, die tunnel is wel degelijk ernstig onderzocht én afgewezen. In de Horvat-studie bleek inderdaad dat een tunnel stedenbouwkundig interessanter was, geeft de Raad toe. ‘Doch, anderzijds, werden evenzeer de nadelen ervan aangetoond: de constructie zou ‘duurder uitvallen', weze het minder duur dan de ramingen van de BAM, en de tunnelvariant zou ‘altijd wat betreft verkeersveiligheid en interne veiligheid minder scoren dan een viaductvariant.'
Even later stelt de Raad van State vast dat ‘de verzoekende partij (bvba Pomphuis, red.) niet aannemelijk maakt dat de bevoegde overheid tot een beleidskeuze is gekomen die de grenzen van de redelijkheid te buiten gaat of die onzorgvuldig tot stand is gekomen.'
Ook de problemen die bvba Pomphuis zag in de zogenaamde dubbele pet van de coördinatrice van het milieueffectenrapport, worden van tafel geveegd. Volgens de Raad van State gooiden de advocaten van Het Pomphuis alles op een hoop door geen enkel onderscheid te maken tussen het project-MER en het plan-MER. ‘De coördinator van het plan-MER is evenwel geenszins de coördinator van het project-MER. De argumenten van de verzoekende partij betreffen uitsluitend het project-MER', klinkt het in het arrest. ‘Het bestreden besluit is definitief vastgesteld vóór de goedkeuring van het project-MER en maakt nergens melding van het project-MER.'
Met andere woorden, het project-MER, waartegen Het Pomphuis zich verzet, was al in kannen en kruiken voor de coördinatrice op het toneel verscheen. De Raad van State merkt tussen neus en lippen ook op dat bvba Pomphuis gerust iets sneller melding had mogen maken van dat punt. Dat was ‘proceseconomisch aangewezen'.
Volgens Dirk Lindemans, de advocaat van Pomphuis-uitbater Gunther Dieltjens, hoeft deze nederlaag niet de laatste juridische hindernis te zijn die de Oosterweelverbinding op haar weg vindt. ‘Het is niet omdat de raad het GRUP niet nietig heeft verklaard, dat een gewone rechtbank niet kan oordelen dat het onwettig is', zegt Lindemans. ‘Die lagere rechtbank kan het GRUP niet vernietigen, maar het project zou wel kunnen worden tegengehouden.'
Dertiende voortgangsrapportage van de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel inzake het Masterplan Antwerpen
Verslag van het Rekenhof aan de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams Parlement Goedgekeurd in de Nederlandse kamer van het Rekenhof van 19 januari 2010.
2 Toelichting bij de recente ontwikkelingen
2.1 Algemeen
Het Rekenhof geeft hierna enige toelichting bij de ontwikkelingen sinds de vorige voortgangsrapportage van maart 2009 op het vlak van de reikwijdte, de planning, de kostprijs en financiering, de risicobeheersingen de projectorganisatie. Het formuleert ook zijn commentaar bij de dertiendevoortgangsrapportage van de BAM.
Medio 2008 heeft de Vlaamse Regering het initiatief genomen een onafhankelijke evaluatiestudie te laten uitvoeren met het oog op een multidisciplinaire vergelijking van drie tracés voor de Oosterweelverbinding: het verbeterde middentracé waarmee de BAM tot nog toe heeft gewerkt, het tracé met de langere ondertunneling uit de Horvatstudie en het noordelijk tracé voorgesteld door de stRaten-generaal. Het studierapport, dat een rangschikking bevat van de drie onderzochte tracés met enkele tolscenario's en dat een bijkomend alternatief voorstelt, is op 4 en 5 maart 2009 respectievelijk aan de Vlaamse Regering en de parlementaire commissie gepresenteerd. De stad Antwerpen heeft het bijkomende alternatief nog verder laten onderzoeken.
De Vlaamse Regering heeft op 28 maart 2009 toelating gegeven een bouwaanvraag in te dienen voor het voorbereide tracé voor de Oosterweelverbinding, enkele opties tot bijsturing goedgekeurd en een beslissing over een bouwvergunning uitgesteld tot het najaar 2009 met een verlengde adviestermijn voor de stad Antwerpen. Na de gemeentelijke volksraadpleging van 18 oktober 2009 heeft het stadsbestuur van Antwerpen een negatief advies gegeven over de bouwaanvraag. Op 21 oktober 2009 heeft de Vlaamse Regering vervolgens een ministerieel comité en een aantal werkgroepen onder de benaming Duurzame Antwerpse Mobiliteit (DAM) opgericht, waarbij de Vlaamse Regering het dossier van de Oosterweelverbinding zelf zal aansturen, weliswaar met de stad Antwerpen als gesprekspartner. De DAM-werkgroepen zijn inmiddels opgestart.
De Vlaamse Regering heeft verder beslissingen genomen in verband met de aanbesteding en afbakening van de tramlijnprojecten van Brabo I en Brabo II.
De beslissingen van de Vlaamse Regering van 16 februari 2007 en de goedgekeurde kaderovereenkomst van 27 juli 2007 tussen het Vlaams Gewest en de BAM vormden tot nog toe samen met de beslissingen van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 en 22 juli 2005 het referentiekader voor de realisatie van het Masterplan Antwerpen. Voor de verdere aanpak van het dossier gaat de Vlaamse Regering uit van de regeringsbeslissing van 28 maart 2009, zoals bevestigd in haar regeerakkoord. Dat wil onder meer zeggen dat de Vlaamse Regering blijft uitgaan van de volledige uitvoering van het één en ondeelbare masterplan, dat slechts in zijn geheel een oplossing kan bieden voor de multimodale mobiliteitsproblemen in en rond Antwerpen.
De Vlaamse Regering heeft zich ook voorgenomen over te gaan tot een herstructurering van de BAM om de ESR-neutraliteit en de financierbaarheid van het project te garanderen. Het Rekenhof wijst erop dat, rekening houdend met de gekozen oplossingen, de bestaande kaderovereenkomst tussen de BAM en de Vlaamse Regering wellicht moet worden aangepast. De raad van bestuur van de BAM heeft in 2009 onder meer een aantal protocols, nieuwe verbintenissen met externe dienstverleners en de contracten voor de tramlijnprojecten van Brabo I goedgekeurd. Ook de jaarrekening van de BAM over het jaar 2008 werd goedgekeurd. De raad van bestuur heeft verder de evoluties in het Oosterweeldossier en de financieel-juridische structurering besproken.
In de voorliggende voortgangsrapportage rapporteert de BAM over de reikwijdte, planning en kostprijs van het Masterplan Antwerpen en de Oosterweelverbinding, in het bijzonder zoals die tot nog toe is geconcipieerd door de BAM.
2.2 Reikwijdte
In de nota van 22 juli 2005 heeft de BAM aan de Vlaamse Regering meegedeeld hoe de verschillende projecten van het Masterplan Antwerpen op hoofdlijnen worden ingevuld. Nadien heeft de BAM de nadere afbakening van de eerste reeks openbaarvervoerprojecten en een aantal bruggen over het Albertkanaal in nota's en protocols vastgelegd.
De Vlaamse Regering heeft op 28 maart 2009 na het vergelijkend tracéonderzoek voor de Oosterweelverbinding onder meer beslist een automatisch verkeersmanagementsysteem uit te bouwen en initiatieven te nemen voor een betere bereikbaarheid van de Liefkenshoektunnel. Ze stelde de capaciteit van de nieuwe Scheldekruising vast op 2x3 volwaardige rijstroken(6). Als gevolg van de tactische studie van de E313 wil de bevoegde Vlaamse minister de aansluiting van de R1 met de E313 verder laten bestuderen door het departement Mobiliteit en Openbare Werken(7). Na de volksraadpleging heeft de Vlaamse Regering beslist het proces om te komen tot een duurzame mobiliteit in en rond Antwerpen zelf aan te sturen. Zij sluit daarbij geen enkele oplossing uit(8). Dat betekent dat de reikwijdte en invulling van de Oosterweelverbinding afhankelijk van de verdere besluitvorming mogelijk nog fundamenteel kunnen wijzigen.
De Vlaamse Regering heeft zich in mei 2009 akkoord verklaard met de reikwijdte van de tramlijnprojecten van Brabo II zoals beschreven in een samenwerkingsovereenkomst tussen de BAM, De Lijn, het Agentschap Wegen en Verkeer en de stad Antwerpen.
In dat verband heeft de Vlaamse Regering de afbraak van het Hardenvoortviaduct beslist. De stad Antwerpen vroeg echter in oktober 2009 een heroverweging van die afbraak. De tramlijnprojecten van Brabo II omvatten de tramlijnen op het Eilandje (inclusief vernieuwing Londenbrug, maar exclusief wegrenovatie), de tramverbinding in de Brusselstraat, de tramlijn naar Ekeren (exclusief Noorderlaanbrug, maar inclusief volledige heraanleg Noorderlaan tot aan De Mieren) en het project Leien fase II (inclusief Operaplein)(9).
Het ontwerp van en de gebiedsontwikkeling rond de nieuwe fietsersbrug ter vervanging van de IJzerlaanbrug zijn nog voorwerp van overleg tussen de BAM en de stad. De fietsersbrug ligt in het projectgebied van de Oosterweelverbinding, zodat bij de realisatie ervan rekening moet worden gehouden met de technische randvoorwaarden van de Oosterweelverbinding.
Voor de overige projecten van het Masterplan Antwerpen zijn het Rekenhof geen recente belangrijke projectwijzigingen bekend.
400 bezwaarschriften tegen Oosterweelwerf in Deurne
ANTWERPEN - De bewoners van de Ten Eeckhovelei in Deurne hebben meer dan vierhonderd bezwaarschriften verzameld tegen de milieuvergunning die Noriant aanvroeg. Het consortium wil achter de huizen een werf voor de Lange Wapper inrichten met onder meer de opslag van duizenden liter brandstof.
Na enkele maanden van stilte en vooral rust laat Ademloos-voorzitter Wim van Hees weer van zich horen. 'We moeten wel', zegt hij. 'Nu de provincie Noriant min of meer gesteund heeft door de milieuvergunningen voor dertien werven goed te keuren, kunnen we niet anders dan reageren. We konden niets anders dan in actie schieten. Want zo'n procedure volgt heel strikte regels.'
Dus trokken medewerkers en sympathisanten van Ademloos opnieuw de straat op, meer bepaald in Deurne. Want daar moet de vergunningsprocedure voor een werf achter de Ten Eeckhovelei overgedaan worden. Iets meer dan 400bezwaarschriften verzamelden ze tegen die nieuwe vergunningsaanvraag. Die gingen ze gisteren afgeven op het provinciehuis. Het protest wordt getrokken door Erik De Bruyn (SP.A-Rood) en Dirk Van Duppen van Geneeskunde voor het Volk.
Beroep
'Die werf moet hier helemaal niet liggen', zegt De Bruyn fel. 'Er zijn in de omgeving plekken genoeg waar die werfzone kan komen. 'Er is geen technische noodzaak om de werf, net als de andere werven trouwens, te leggen waar ze nu gepland zijn.'
Dus tekenen De Bruyn en zijn medestanders tegelijk ook beroep aan bij de minister tegen de beslissing van de provincie om wel milieuvergunningen af te leveren voor twaalf andere werven. 'Voor de dertiende werf, in Zwijndrecht, waren we te laat', zegt De Bruyn.
Als er geen Oosterweelverbinding met de Lange Wapper komt, krijgt het bouwconsortium Noriant een schadevergoeding van 1,3 miljoen euro. Noriant heeft een voorakkoord met de BAM (Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel) om de brug te bouwen, maar sinds de negatieve volksraadpleging in Antwerpen staat alles on hold.
De schadevergoeding bestaat uit 500.000 euro voor het indienen van een ‘Bafo' (Best and final offer) en 800.000 euro omdat Noriant de bouwaanvraag voorbereidde. Dat zegt het Rekenhof. Bron: de Standaard
Prins Paul I en Prinses Veerle krijgen sleutels van district
08/02 Prins Paul I en prinses Veerle van de Ekerse carnavalsvereniging De Bierpruvers zijn zaterdag in het districtshuis ontvangen.
Districtsschepen Koen Palinckx overhandigde het prinsenpaar de sleutel van het districtshuis zodat zij een maand lang - symbolisch - over Ekeren kunnen regeren.
Daarmee wordt een jarenlange traditie van carnaval vieren en prinsenparen ontvangen voortgezet. Het was in 1971 dat de allereerste prins, Jan den Eerste (Jan Geeraerts) ontvangen werd op het gemeentehuis door toenmalig burgemeester Palinckx. Want als er iets typisch Ekers is, dan is het wel carnaval vieren.
De Bierpruvers, met nieuw verkozen voorzitter Erik Bontinck, hebben er een spannend jaar opzitten omdat enkele bestuursleden ertussenuit vielen. Maar nu zijn ze aan een opbloei bezig. Voor het eerst in zes jaar krijgt de prins opnieuw gezelschap van een prinses: prinses Veerle. Hun jaarleuze luidt dan ook ‘tis nog nie gedoan’.
Prins Paul I (Paul Huybrechts) betoonde in zijn korte toespraak diep respect voor iedereen die de carnavalsstoet helpt te organiseren. Hij bedankte ook het districtsbestuur voor de subsidie en toelating om de stoet in te richten.
Nadien werd er geklonken op een schitterende 37ste Ekerse carnavalsstoet op 6 maart. Driemaal alaaf!
EKEREN - In de Veltwijcklaan en de Driehoekstraat, twee drukke fietsassen, controleerde de politie vorige week donderdag tijdens de ochtendspits 531 fietsers. Tien procent bleek niet volledig in orde te zijn. Ruim de helft was onder de 16 jaar. 128 fietsers droegen een fluohesje.
Bron : Nieuwsblad
EKEREN - In restaurant De Wissel aan de Leugenberg in Ekeren hebben dieven een geldkoffertje opengebroken en de inhoud ervan gestolen. De daders zijn spoorloos.
EKEREN - AWW zal van 18 februari tot en met 31 mei werken uitvoeren in diverse straten in het centrum, nl. in het Groot Hagelkruis, het Pastorijveld, de Markt, de Steenstraat, de Beenhouwerstraat, de Vuurkruisenstraat en het Klein Hagelkruis. Het gaat om loodsaneringen.
EKEREN - In zijn geboortestad Hasselt (in het Stadsmus) wordt op 12maart een boek (van Tino Bijnens) over Alfons Jeurissen voorgesteld. De schrijver overleed 85 jaar geleden in Ekeren. Naar hem werd ook een Ekerse straat genoemd. De gepaard gaande tentoonstelling in Hasselt loopt tot 4 april.
Met zijn boek "Bang voor de brug" schaart journalist Jean-Charles Verwaest zich in het Oosterweeldebat naar eigen zeggen achter het ja-kamp. Volgens hem moet de Antwerpse ring dicht bij de stad gesloten worden, omdat de nieuwe infrastructuur anders geen oplossing biedt voor het mobiliteitsprobleem. Verwaest zegt dat er geen realistisch alternatief is voor het tracé van de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) met het Lange Wapper-viaduct.
Hij wijst erop dat het in dit dossier gaat over "Antwerpen tegen Vlaanderen, dat rond Antwerpen in de file staat". Volgens Verwaest heeft Vlaams minister-president Kris Peeters het nooddecreet achter de hand als belangrijk wapen om voort te gaan met de plannen voor de Oosterweelverbinding. Zo'n nooddecreet heeft ook de aanleg van het destijds gecontesteerde Deurganckdok mogelijk gemaakt. "Maar daarvoor moet Peeters natuurlijk politieke steun hebben", aldus Verwaest. Volgens de auteur is de Antwerpse volksraadpleging over de Oosterweelverbinding "nutteloos" geweest. "Politici moeten hun verantwoordelijkheid nemen", argumenteert hij. "Je moet mensen niet de illusie geven dat ze mee beslissen." En nog: "De massa heeft altijd wat overtuiging nodig". Verwaest rekende uit dat er al 38 tracés in een of andere vorm op tafel hebben gelegen. "Dat van BAM is de meest ideale oplossing", vindt hij. "Al zijn aan het Sportpaleis aanpassingen mogelijk." Verwaest verwijst nog naar een enquête bij bestuurders op de E313/E34 van wie 85 procent opteert voor de Oosterweelverbinding. Hij zegt trouwens zelf geregeld in de file te staan.
Bron: Belga 28-01-10 13:11
'Bang voor de brug': pleidooi voor BAM-tracé te boek gesteld
ANTWERPEN
Met zijn boek 'Bang voor de brug' kiest Jean-Charles Verwaest in het Oosterweeldebat voor het ja-kamp. “Uit eigenbelang”, zegt de ex-journalist van Het Nieuwsblad. “Ik sta zelf bijna elke dag in de file maar ben tegelijk rotsvast overtuigd dat BAM met het tracé van de Lange Wapper-brug de beste oplossing biedt voor het mobiliteitsprobleem in Vlaanderen”.
In zijn opiniërend boek noemt Verwaest de volksraadpleging nutteloos: “Toen is er 800.000 euro in het water gegooid. Bovendien moet je niet de illusie wekken dat mensen mee mogen beslissen. Politici moeten hun verantwoordelijkheden nemen.”
De nutteloze transporten
Of Verwaest zich voor de kar heeft laten spannen van Noriant, de bouwheer van het Oosterweeltraject met het Lange Wapper-viaduct? “Niemand heeft mijn pen vastgehouden", antwoordt hij donderdag bij de presentatie van zijn boek in het Felix Pakhuis. "Ik blijf nog altijd een freelance journalist, met een eigen mening.”
Over de eigenlijke oorzaak van het chronische verkeersinfarct, de nutteloze transporten doorheen Europa, wordt in het boek met geen woord gerept. Finnen willen – om een absurd voorbeeld te gebruiken - Portugese schroevendraaiers en Portugezen willen er Finse. En de twee trucks staan broederlijk naast elkaar in de file op de Antwerpse Ring.
Jan Heuvelmans
Bron(nen): PagiA's criminele dag-bladen Media Services
EKEREN - Frituur De Markt dreigt haar plekje op het Kristus Koningplein te vrliezen nu het plein wordt heraangelegd. Uitbater Rodney Vischer hekelt het gebrek aan communicatie.
Iets minder dan een jaar geleden stelde ontwerpbureau Land zijn ontwerp voor de heraanleg van het Kristus Koningplein voor. Volgens de plannen krijgt het plein een glanzend granieten vlak, enkele bomen, wat zitbanken, een fietsenstalling en nog wat parkeerplaatsen. Op de plannen was geen frituur ingetekend. Uitbater van Frituur De Markt, Rodney Vischer weet niet of hij en zijn frietkraam er mogen blijven. 'Mijn concessie loopt af in april 2011, maar ik weet nog steeds niets over het lot van de frituur', klinkt het.'Het contract tussen AG Vespa en Frituur De Markt loopt begin 2011 af. Het is aan Vespa om het te verlengen of niet', zegt districtsschepen van Openbare Werken Christophe Thomas (Open VLD). Woordvoerster van AG Vespa Hella Rogiers: 'Wij beslissen niet over de inrichting van het openbaar domein. Wanneer een contract afloopt, wordt de concessie in overleg met het districtsbestuur verlengd of opnieuw opengesteld.' Districtvoorzitter Ronny Kruyniers (SP.A): 'Er zijn aanpassingen van de plannen geweest. We hebben aan het ontwerpbureau gevraagd om te onderzoeken of er nog een frietkraam kan staan. Daar stopt het voor ons. Het is voor de rest koffiedik kijken en elke partij wacht af wat de andere doet. Wij stellen vast dat de stad van andere losstaande frietkramen de concessie ook niet verlengt. Wij hebben al met de uitbater gesproken om mee te zoeken naar andere locaties, maar daar wil hij niet van horen.'
Nootje van Guido: - Veel andere locaties in 't centrum zijn er niet: veel andere locaties kunnen dan niet worden voorgesteld....
Is de kern van 't probleem niet: een luxeappertement dat uitziet op een frituur en 't nog riekt ook is niet zo gegeerd als één dat uitziet over een leeg plein met boomekes en een granieten vloereke... Of hoe centjes toch weer machtiger zijn dan...
Samenstelling: de heer Patrick Janssens, burgemeester; de heren Robert Voorhamme, Philip Heylen, Ludo Van Campenhout, mevrouw Leen Verbist, de heren Marc Van Peel; Luc Bungeneers, Guy Lauwers, mevrouw Monica De Coninck, schepenen; de heer Roel Verhaert, stadssecretaris.
Zitting van vrijdag 22 januari 2010
Iedereen aanwezig, behalve mevrouw Monica De Coninck, schepen, de heer Roel Verhaert, stadssecretaris.
Het secretariaat wordt waargenomen door de heer Manfred Vandewalle, waarnemend stadssecretaris.
collegebesluit: 649 van vrijdag 22 januari 2010
Autonome Gemeentebedrijven A-Punt
6 Kristus-Koningplein. Kennisname juryverslag en toewijzing.Goedkeuring. Introductie beleidsrichtlijn (Jaarnummer 649)
Het college neemt kennis van het juryverslag en beslist toe te wijzen aan de NV SOGIAF te Kontich.
Bij gemeenteraadsbesluit van 20 oktober 2008, jaarnummer 1798 werd beslist tot verkoop onder voorwaarden van een perceel grond te Ekeren aan het Kristus-Koningplein.
In uitwerking van dit gemeenteraadsbesluit werd door de Raad van Bestuur van AG Vespa op 5 juni 2009, het bestek voor de bouw van een politiekantoor goedgekeurd en de prijs voor de aankoop van het politiekantoor vastgelegd.
Bij collegebesluit van 17 juli 2009, jaarnummer 9628 werden de 2 ingediende biedingen onregelmatig verklaard en werd AG VESPA de opdracht gegeven een nieuwe procedure te organiseren in september 2009.
Bij raad van bestuur van 17 september 2009 werd beslist een nieuwe biedingsronde te organiseren.
Deze biedingsronde werd afgesloten op 20 november 2009.
De verkoop onder voorwaarden betreft een perceel grond te Antwerpen-Ekeren aan het Kristus- Koningplein, op de hoek van de straten Alfons Jeurissenstraat en Jozef De Weerdtstraat, met een oppervlakte volgens meting van 806 m² zoals het goed voorkomt op het plan, ervan opgemaakt door de landmeter-expert van AG Vespa op 5 juni 2008 tegen de minimale prijs van 750 000,00 euro.
Het te bouwen en aan te kopen politiebureel dient gebouwd te worden op voormelde grond waarbij
het 25% zal innemen op het gelijkvloers, waarbij deze 25% een na te streven percentage en dus
geen minimum of maximum is, en de overige faciliteiten op de niveau’s +1 en -1 worden ingevuld.
De koopprijs bedraagt 650 000,00 euro, exclusief kosten.
Er werden op 20 november 3 biedingen ontvangen:
1/ NV Driehoek te Schoten en Dela Building te Ekeren, met als architect, Dirk Toebinte
2/ NV Van Roey Project te Rijkevorsel, met als architect, architectenburo Jef Van Oevelen
3/ NV SOGIAF te Kontich met als architect, 360Architecten
Allereerst werden de biedingen op hun formele regelmatigheid beoordeeld.
Het directiecomité van AG VESPA besliste in zitting van 30 november 2009 dat enkel de biedingen sub 1 en 3 kunnen worden aanvaard en toegelaten tot jurering.
De bieding sub 2 vertoont, naast vormfouten ook een aantal inhoudelijke, essentiële gebreken:
- het niet invullen van een biedingsprijs
- het zelf stellen van bijkomende voorwaarden
Op 17 december 2009 kwam de jury samen, bestaande uit:
- de directeur bouw van AG Vespa
- een afdelingschef dienst stedenbouwkundige vergunningen
- een architecte, lid van de welstandscommissie
- de stadsbouwmeester
- de projectleider openbaar domein Kristus-Koningplein
- de districtssecretaris van Ekeren
Voor wat betreft het gedeelte politie was raadgevend een commissaris van de Lokale Politie aanwezig.
Beoordelingscriteria:
- De ruimtelijke en functionele kwaliteit van het conceptvoorstel 50 %
- De prijs 40 %
- Het voorstel over de parkeergelegenheid 10 %
Argumentatie
De jury beoordeelt de projectvoorstellen in haar verslag als volgt:
Allereerst werd door de jury vastgesteld dat beide voorstellen hun verdiensten hebben, maar dat om tot concrete uitvoering te komen voor beiden hoe dan ook bijsturingen nodig zijn. Geen van deze projecten kan op basis van deze bundels ook zo vergund en dus gerealiseerd worden. De jury is echter van oordeel dat beide projecten, mits bijsturingen, gerealiseerd kunnen worden en onderwerpt dus beiden aan jurering.
Vervolgens wordt overgegaan tot de bespreking van de gunningscriteria.
A. DE RUIMTELIJKE EN FUNCTIONELE KWALITEIT VAN HET PROJECTVOORSTEL
1/ Omgevingswaarde:
- Driehoek en Delabuilding: er wordt geen rekening gehouden met het ontwerp voor het plein, of met de aanwezigheid van de school, het gedeelte aan de Alfons Jeurissenstraat is een achterkant aan de straat. Het ontwerp bewijst niet dat het specifiek voor deze plaats geschikt of ontworpen is. Op die manier wordt niet tegemoet gekomen op de vraag om het nieuwe gebouw als nieuwe wand van het plein te laten fungeren. Het project past zich onvoldoende aan en integreert zich onvoldoende in zijn omgeving.
Beoordeling : 5/12,5
- Sogiaf: er wordt een duidelijke vierde wand neergezet, biedt een duidelijke meerwaarde voor de omgeving, er wordt een nieuwe standaard gezet, die weliswaar door de jury als te hoog wordt bevonden. De intentie om de bezonning en zichten voor de achterliggende school te maximaliseren wordt geapprecieerd door de jury.
De ambitie om van het nieuwe plein een kwalitatieve ‘leefplek’ te maken wordt versterkt door de wijze waarop het ontwerp met het publieke domein in interactie treedt.
Beoordeling: 10/12,5
2/ Stedenbouwkundige inplanting
- Driehoek en Delabuilding : er wordt binnen de lijnen van het stedenbouwkundig attest gebleven, de inrit naar de ondergrondse verdieping zal herbekeken moeten worden.
Beoordeling: 10/12,5
- Sogiaf : het ontwerp houdt weinig rekening met het stedenbouwkundig attest, het gebouw is onder meer te hoog, er staat in de kern van Ekeren geen enkel gebouw van een dergelijke hoogte, er kan dus sterk getwijfeld worden aan de vergunbaarheid van dit ontwerp. Hoewel dit stedenbouwkundig attest ondertussen vervallen is, blijft de geest ervan richtinggevend. De vensters in de zijgevel zullen eveneens moeilijk vergunbaar zijn.
Beoordeling: 5/12,5
3/ Architecturale kwaliteit
- Driehoek en Delabuilding : het gaat hier om een doorsnee woongebouw, eerder banaal van uitzicht en opzet, er is geen doorkijk en licht van voor naar achter, de indeling van de appartementen is nogal ongelukkig met slaapkamers die rechtreeks uitkomen in de eetkamer. De gevraagde restyling politie werd niet gerealiseerd zoals vooropgesteld in het dossier en er zijn functionele gebreken wat betreft het politiekantoor :
- de indeling van de kleedruimtes op het gelijkvloers laat geen flexibele opstelling toe
- de kleedruimte zowel voor vrouwen als voor mannen bevat niet het gewenste aantal lockers
- wapenkluis is slecht gepositioneerd
- de gesprekslokalen, verhoor- en verslagruimte dienen apart te functioneren en mogen niet
worden gecombineerd
- de ruimte van de wijkagenten en het wijkteam is niet goed gedimensioneerd, geen functionele bureauindeling
- verhouding bruto/netto is niet realistisch (slechts +/- 5,5 % circulatieruimte voorzien)
Beoordeling: 5/12,5
- Sogiaf : goede woon – en beeldkwaliteit, een sterk concept, goede verhouding tussen private en publieke ruimtes politie, waardevolle materiaalkeuze. Het politiekantoor is proportioneel in orde, de eventuele overmaat is aantoonbaar aanpasbaar. De ondergrondse dienstruimtes zijn correct ingepland en hebben, zelfs op deze positie daglicht waar wenselijk. Functioneel klopt de ontworpen indeling van het kantoor, eventueel noodzakelijke flexibiliteit zin in het ontwerp vervat.
De woningen hebben een correcte ruimtes die op een logische manier t.o.v. elkaar geschakeld zijn.
Elke unit heeft een bruikbare buitenruimte in verhouding met het appartement. De wisselende inplanting van de appartementen rond de verticale circulatiekern zorgt voor een boeiende gevelindeling.
Beoordeling: 10/12,5
4/ Toekomstwaarde:
- Driehoek en Delabuilding : degelijk maar voegt weinig toe, bestendigt de huidige architectuur op het plein, niet vernieuwend of ambitieus. Het politiekantoor heeft weinig flexibiliteit naar de toekomst toe. De duurzaamheid van het concept wordt in vraag gesteld. Op vlak van ecologie is de keuze voor platte daken met synthetische graslook onlogisch.
Beoordeling: 5/12,5
- Sogiaf : gebouw met présence, identiteit, flexibiliteit, zet een nieuwe standaard voor het plein, is
een breuk met het verleden, kan bijdragen aan de toekomstige uitstraling van het Kristus- Koningplein en een aanzet zijn voor toekomstige projecten. Het ontwerp speelt in op de geplande heraanleg van het plein en versterkt dit. De kwaliteit van het voorliggend ontwerp vergroot de intentie om van deze plek in Ekeren iets te maken. Waar verduidelijkt toont dit project aan rekening te houden met ecologie (vb. materialisatie gevel)
Beoordeling: 10/12,5
Subtotaal beoordeling ruimtelijke en functionele kwaliteit:
- Driehoek en Delabuilding : 25/50
- Sogiaf : 35/50
B. PRIJS:
Het minimumbod bedraagt 750.000 euro
- Driehoek en Delabuilding : er wordt 771.000 euro geboden.
Beoordeling: 22/40
- Sogiaf : er wordt 750.000 euro geboden.
Beoordeling : 20/40
C. PARKEERVOORSTEL:
- Driehoek en Delabuilding : dit ontwerp voorziet weliswaar 4 parkeerplaatsen meer dan het ontwerp van de andere kandidaat, maar dit gaat ten koste van de noodzakelijke ruimte voor de politie, en ook de noodzakelijke aanpassing van de hellingsgraad van de inrit zal ruimte kosten.
Beoordeling: 6/10
- Sogiaf : dit ontwerp voorziet minder parkeerplaatsen, maar kan wel uitgevoerd worden zoals het nu voorligt.
Beoordeling: 6/10
D. TOTAAL:
- Driehoek en Delabuilding : 25 + 22 + 6 = 53/100
- Sogiaf : 35 +20 +6 = 61/100
Bij wijze van besluit stelde de jury vast dat beide voorstellen weliswaar een voldoende aantal punten halen maar wel beiden bijsturing behoeven om vergunbaar en dus uitvoerbaar te zijn.
De jury adviseert het college van burgemeester en schepenen het project toe te wijzen aan de NV SOGIAF. Deze toewijzing veronderstelt dat bij de NV SOGIAF de bereidheid bestaat om rekening te houden met de aanbevelingen van de jury. Mocht deze bereidheid er niet zijn, zal hoogstwaarschijnlijk geen vergunning kunnen bekomen worden, en wordt het project onuitvoerbaar.
In dat laatste geval adviseert de jury het project toe te wijzen aan de 2de gunstig gerangschikte kandidaat, de NV Driehoek en NV Delabuilding, uiteraard eveneens op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met de aanbevelingen van de jury. Dit laatste, het in tweede instantie toewijzen aan de 2de gerangschikte kandidaat blijkt juridisch echter niet mogelijk in de huidige procedure zodat dit advies van de jury niet gevolgd kan worden.
Financiële gevolgen
De stadsontvanger verleent zijn visum voor het huidige dienstjaar, conform artikels 94 en 160 §2 van het gemeentedecreet. De opbrengst van deze verkoop, zijnde 750 000,00 euro, wordt bij AG Vespa geboekt als
‘Verkoopopbrengsten panden Financieel Patrimonium’ Het college besliste op 5 mei 2006 om het district Ekeren toe te laten de heraanleg van het Kristus- Koningplein te Ekeren te (mede) financieren door de verkoop van het perceel grond aan het Kristus-Koningplein, op de hoek van de straten Alfons Jeurissenstraat en Jozef De Weerdtstraat, momenteel behorend tot het openbaar domein, waarbij wordt afgeweken van het toenmalige principe dat de opbrengsten van de verkoop van stadspatrimonium ten gunste komen van het Pensioenfonds van de stad.
Besluit
Artikel 1
Het college neemt kennis van het verslag van de jury Kristus-Koningplein.
Artikel 2
Het college beslist het verslag van de jury te volgen en sluit zich volledig aan bij de motivering en de conclusie van de jury, dewelke zij volledig tot de hare maakt, behalve wat betreft de optionele toewijzing aan de 2de gerangschikte kandidaat aangezien de procedure dit niet toelaat.
Artikel 3
Het college beslist het project Kristus-Koningplein toe te wijzen aan de gunstigst gerangschikte kandidaat, de NV Sogiaf, Duffelsesteenweg 164 te Kontich.
Artikel 4
Het college beslist AG VESPA te mandateren het dossier verder af te handelen.
Samenstelling: de heer Patrick Janssens, burgemeester; de heren Robert Voorhamme, Philip Heylen, Ludo Van Campenhout, mevrouw Leen Verbist, de heren Marc Van Peel; Luc Bungeneers, Guy Lauwers, mevrouw Monica De Coninck, schepenen; de heer Roel Verhaert, stadssecretaris.
Zitting van vrijdag 4 december 2009 Georganiseerd onder de vorm van een digitaal college Iedereen aanwezig.
collegebesluit: 17269 van vrijdag 4 december 2009 Stadsontwikkeling A-Punt
Het college beslist een collegiale brief aan Infrabel goed te keuren waarin het akkoord gaat met de afschaffing van overweg 21 aan de Weerstandersstraat in Ekeren en de vervanging hiervan dooreen fiets- en voetgangerstunnel aan het station Ekeren. Externe factor, vraag van (andere) overheid, 8/06/2007 Auteur: Mark Monté
Motivering Voorgeschiedenis Met haar brief van 8 juni 2007, gericht aan het college van burgemeester en schepenen, stelt de NV Infrabel voor om overweg 21 aan de Weerstandersstraat te Ekeren af te schaffen om de veiligheid te verhogen. Begin 2007 gebeurde hier een dodelijk ongeval. Infrabel stelt eveneens voor om op dezelfde locatie een onderdoorgang voor voetgangers en fietsers te bouwen. Ze vragen hiertoe een principeakkoord van de stad waarna de procedure kan gestart worden. Het districtscollege van Ekeren gaf op 24 september 2009 (jaarnummer 3468) een gunstig advies voor de afschaffing van de overweg en de alternatieve locatie voor de fiets- en voetgangerstunnel, maar vroeg wel om de mogelijkheden voor een verbinding langs de oostzijde van spoorlijn 12 te onderzoeken tussen de nieuwe fiets- en voetgangerstunnel en de Weerstanderslaan. Feiten en context Na een plaatsbezoek op 23 oktober 2007, liet de NV Infrabel met haar brief van 30 oktober 2007 aan het college van burgemeester en schepenen weten dat ze akkoord gaan met een alternatieve inplanting van de onderdoorgang aan de stationszijde van de kruisingbrug van de reizigerslijn L 12 met de goederenlijn L 27A. Op deze manier kan de onderdoorgang ook gebruikt worden als verbinding tussen beide perrons van het station Ekeren. Infrabel stelt te zullen instaan voor de kosten van de ruwbouw van de nieuwe onderdoorgang, met toegangstrappen tot de perrons. Infrabel vraagt aan de stad Antwerpen om in te staan voor de aanleg van het fietspad (in de tunnel op de toegangshellingen en het aansluitend traject) en voor de openbare verlichting/pompinstallatie. Mits akkoord moet een voorstel van overeenkomst opgemaakt worden. Op 27 april 2009 (jaarnummer 505) aanvaardde de districtsraad van Ekeren het wijkcirculatieplan Mariaburg waarin het district onder andere dit voorstel heeft laten onderzoeken. Uit dit onderzoek is gebleken dat de overweg maar zeer beperkt wordt gebruikt door autoverkeer. De overweg mag afgeschaft worden op voorwaarde dat er een goed alternatief voor de fietsers en de voetgangers beschikbaar is.
Juridische grond Binnengemeentelijke decentralisatie Met het besluit van de gemeenteraad van 20 maart 2000 (jaarnummer 619), aangepast bij gemeenteraadsbesluit van 21 oktober 2002 (jaarnummer 2307), kregen de districten de bevoegdheid over het decentraal publiek domein, groenvoorziening en openbare werken. Het stadsbestuur blijft echter bevoegd voor alle werken binnen afgesloten convenanten met andere overheden. Advies In haar advies van 24 september 2009 (jaarnummer 3468) stelt het districtscollege van Ekeren voor om de overweg 21 op reizigerslijn L 12 (Weerstandersstraat) te Ekeren af te schaffen op voorwaarde dat er een goed alternatief wordt uitgewerkt voor voetgangers en fietsers. De alternatieve locatie voor de vervangende fiets- en voetgangerstunnel parallel aan goederenspoorlijn 27A wordt aanvaard. De tunnel moet echter aansluiten op de functionele fietsroute langs het goederenspoor en de non-stop hoofdroute langs reizigerslijn 12. Voor de toegangen voor fietsers moet rekening gehouden worden met de normen uit het fietsvademecum. Het districtscollege verzoekt Infrabel om deze fiets- en voetgangerstunnel aan te sluiten op de perrons, om zo een tweede verbinding te realiseren tussen de Statiestraat, de parking en de perrons. Tevens vraagt men aan Infrabel om de mogelijkheid voor een bijkomende verbinding te onderzoeken tussen de nieuwe ondertunneling en de Weerstanderslaan langs de oostzijde van reizigerslijn L12. Het districtscollege verzoekt het college van burgemeester en schepenen om, in samenspraak met het districtscollege van Ekeren, gesprekken op te starten met de NV Infrabel over de realisatie van dit project. Argumentatie Stadsontwikkeling/beleid/mobiliteit en verkeer stelt voor om het advies van het districtscollege te volgen. Uit het onderzoek in het kader van het wijkcirculatieplan is gebleken dat de overweg maar zeer beperkt wordt gebruikt door autoverkeer. Deze overweg is vooral belangrijk voor fietsers, als enige gelijkgrondse fietsverbinding tussen Mariaburg en Ekeren-Centrum. Bovendien is de veiligheid voor de fietsers op de spoorbrug van de Schriek beperkt. Anderzijds is het fietscomfort in de Weerstandersstraat beperkt en ontstaan er regelmatig opstoppingen in de Statiestraat en in De Noteschelp als de spoorweg gesloten is. Bijgevolg kan de overweg enkel gesloten worden op voorwaarde dat er een goed alternatief voor de fietsers en de voetgangers beschikbaar is. Vanwege het te krappe profiel in de Weerstandersstraat en in De Noteschelp is een fiets- en voetgangerstunnel hier niet mogelijk. De alternatieve locatie voor de vervangende fiets- en voetgangerstunnel parallel aan de goederenspoorlijn 27A sluit aan op de functionele fietsroute langs het goederenspoor waarvan reeds een eerste deel is gerealiseerd. Deze fietsroute is opgenomen in de lijst van te realiseren fietspaden in functie van de doelstelling om 100 km fietspaden aan te leggen. Het district Ekeren en de stad zullen instaan voor de verdere realisatie. De omrijfactor voor fietsers vanaf De Noteschelp en de Weerstanderslaan is relatief beperkt en het district Ekeren heeft de intentie om in samenspraak met Infrabel de fietsveiligheid te verhogen op de brug over de Schriek (zoals reeds met succes gebeurd is aan de Veltwijcklaan). Indien ook nog de verbinding tussen de nieuwe ondertunneling en de huidige overweg langs de oostzijde van reizigerslijn L12 kan gerealiseerd worden zal er amper hinder zijn voor de plaatselijke bewoners. De vraag om de fiets- en voetgangerstunnel aan te sluiten op de perrons is zeer terecht. De parkeermogelijkheden in de omgeving van het station van Ekeren zijn geconcentreerd aan de westzijde van het station. Momenteel kan het perron richting Antwerpen enkel bereikt worden via de brug van de Veltwijcklaan. Dit is een aanzienlijke omweg voor gehaaste reizigers waardoor er regelmatig reizigers de sporen kruisen. Voor de aanloophellingen van de fiets- en voetgangerstunnel vraagt het district/stad rekening te houden worden met de normen uit het fietsvademecum. Openbaar domein is van oordeel dat een gedeeltelijke participatie door stad en of district in de aansluiting van de fietspaden logisch is, maar dat de installatie en het beheer van de pompinstallatie als ondeelbaar met de tunnel moet beschouwd worden, en dat dus ten laste is van Infrabel. Besluit Artikel 1 Het college beslist om onderstaande collegiale brief goed te keuren en over te maken aan Infrabel, Ingenieur De Groof, Koningin Astridplein 27, 2018 Antwerpen. "Geachte heer, Na het plaatsbezoek en het voorstel om de bestaande overweg 21 op de reizigerslijn L12 af te schaffen, heeft het district Ekeren dit voorstel laten onderzoeken in het kader van de opmaak van het wijkcirculatieplan Mariaburg. Uit dit onderzoek is gebleken dat de overweg maar zeer beperkt wordt gebruikt door autoverkeer. Bovendien is er geen opstelruimte voor de overweg zodat er regelmatig opstoppingen ontstaan in de Statiestraat en de Notenschelp als de overweg gesloten is. Deze overweg is vooral belangrijk voor fietsers, als enige gelijkgrondse fietsverbinding tussen Mariaburg en Ekeren-Centrum. Bovendien is de veiligheid voor de fietsers op de spoorbrug van de Schriek beperkt. Bijgevolg wordt in het wijkcirculatieplan gesteld dat de overweg gesloten kan worden op voorwaarde dat er een goed alternatief voor de fietsers en de voetgangers beschikbaar is. Het college van burgemeesters en schepenen sluit zich aan bij deze conclusies. Vanwege het te krappe profiel in de Weerstandersstraat en De Noteschelp kan de stad zich, in samenspraak met het district Ekeren, principieel vinden in een alternatieve locatie voor de vervangende fiets- en voetgangerstunnel parallel aan de goederenspoorlijn 27A. Op deze manier kan ook de functionele fietsroute langs het goederenspoor gerealiseerd worden. Het district en de stad kunnen hiervoor instaan. De omrijfactor voor fietsers is relatief beperkt en het district uit de intentie om in samenspraak met Infrabel de fietsveiligheid te verhogen op de brug over de Schriek (zoals reeds met succes gebeurd is aan de Veltwijcklaan). Het stadsbestuur vraagt dat de fiets- en voetgangerstunnel wordt aangesloten op de perrons om een tweede verbinding te realiseren naar de parking aan de Statiestraat. Voor de aanloophellingen van de fiets- en voetgangerstunnel vraagt de stad om rekening te houden met de normen uit het fietsvademecum. Het stadsbestuur kan zich echter niet vinden in de voorgestelde kostenverdeling voor de aanleg van de tunnel. De stad zal instaan voor de aanleg van het fietspad en de openbare verlichting, maar gaat ervan uit dat de installatie en het beheer van de pompinstallatie onlosmakelijk het gevolg is van de keuze voor een tunnel. Bijgevolg stelt de stad voor dat Infrabel deze kosten op zich neemt. Tot slot vraagt de stad, in samenspraak met het district Ekeren, om te onderzoeken of een bijkomende verbinding tussen de nieuwe ondertunneling en de huidige overweg mogelijk is langs de oostzijde van reizigerslijn L12. Op deze manier wordt de nieuwe fietstunnel beter ontsloten en zal ze sneller aanvaard worden door de plaatselijke bewoners. De stad wacht op een voorstel van overeenkomst tussen de stad en Infrabel en hoopt alvast op een snelle realisatie. Met de meeste hoogachting namens het college van burgemeester en schepenen de stadssecretaris Voor de burgemeester de afgevaardigde schepen Bij machtiging van 19 januari 2007 Roel Verhaert Ludo Van Campenhout"
Artikel 2 D it besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen.
Samenstelling: de heer Ronny Kruyniers, voorzitter;
de heren Koen Palinckx, Christophe Thomas, mevrouw Sabine Coene, districtsschepenen; de heren Dirk Platteau, districtssecretaris; Eddy Van Thillo, plv. districtssecretaris Verontschuldigd : de heer Dirk Platteau
Zitting van dinsdag 29 december 2009.
bureaubesluit: 5068 van dinsdag 29 december 2009
5 Inventarisatie erfgoed. Bestek 2009/0203. Het opstellen van een volledige en actuele inventaris van het waardevol onroerend erfgoed op het grondgebied van Ekeren. Zonder gevolg laten bestek. Goedkeuring. (Jaarnummer 5068)
Goedkeuring bestek en procedure districtscollege 10 november 2009 jaarnummer 4097
Goedkeuring bestek en procedure districtsraad 23 november 2009 jaarnummer 1508
Feiten en context
Er werd 1 offerte ingediend door de nv Guma uit Schilde
Juridische grond
In toepassing van het artikel 17, § 2, 1°, a, van de wet van 24 december 1993 zal deze opdracht gegund worden volgens de onderhandelingsprocedure, omdat het goed te keuren bedrag (zonder de belasting op de toegevoegde waarde), het bij koninklijk besluit van 20 juli 2000 vastgesteld bedrag van 67 000,00 EUR, niet overschrijdt.
Artikel 57 § 3,4° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor het voeren van de gunningsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.
Het gemeenteraadsbesluit van 17 september 2007, jaarnummer 1932, waarmee de gemeenteraad de bevoegdheidsverdeling tussen college en gemeenteraad inzake overheidsopdrachten van toepassing te maken op de districten. Het districtsraadsbesluit van 22 oktober 2007, jaarnummer 1580, waarmee kennis wordt genomen van voorgaand gemeenteraadsbesluit.
Argumentatie
Het districtssecretariaat meldt met mail van 4 december 2009 dat het bestek niet kan gegund worden omdat het offertebedrag het beschikbare krediet overschrijdt. Op de begroting 2010 zal bij begrotingswijziging voldoende krediet worden voorzien zodat een nieuwe procedure kan worden opgestart in 2010.
Besluit
Artikel 1
Het districtscollege besluit bestek 2009/0203 voor het opmaken van een volledige en actuele inventaris, in papieren zowel als digitale vorm, van het waardevolle beschermde en nietbeschermde onroerend erfgoed op het grondgebied van het district Ekeren zonder gevolg te laten.
Samenstelling: de heer Ronny Kruyniers, voorzitter;
de heren Koen Palinckx, Christophe Thomas, mevrouw Sabine Coene, districtsschepenen; de heren Dirk Platteau, districtssecretaris; Eddy Van Thillo, plv. districtssecretaris Verontschuldigd : de heer Dirk Platteau
Zitting van dinsdag 29 december 2009.
bureaubesluit: 5061 van dinsdag 29 december 2009
1 Staten-Generaal. Zone 30 afbakening. Concretisering beleidsrichtlijn (Jaarnummer 5061)
Het stadsbestuur heeft zich in de Staten-Generaal verkeersveiligheid geëngageerd om een zone 30 in te voeren in elke districtskern en in het volledige gebied binnen de Leien. Het bedrijf stadontwikkeling legt nu aan het districtscollege een plan van aanpak en het voorstel van afbakening/uitbreiding van een zone 30 in het district voor.
De gemeenteraad keurde in de zitting van 13 september 1994 het aanvullend reglement goed met betrekking tot de politie van het wegverkeer waarbij “Kattenberg” tussen de Molenstraat en Patronaatstraat werd afgebakend als een ‘zone 30’. De gemeenteraad keurde in de zitting van 16 december 1996 het aanvullend reglement goed met betrekking tot de politie van het wegverkeer waarbij de wijk “Bund en omgeving” werd afgebakend als een ‘zone 30’.
De districtsraad van het district Ekeren en de gemeenteraad keurde in de zitting van respectievelijk 24 mei 2004 en 21 februari 2005 het Mobiliteitsplan Antwerpen goed. Het plan vertrekt van een aantal algemeen strategische doelstellingen die geconcretiseerd worden in beleidslijnen zoals het afbakenen van verblijfsgebieden en het toewijzen van een wegencategorisering, aangepast aan de stedelijke context.
De gemeenteraad keurde in de zitting van 27 juni 2005 het aanvullend reglement goed met betrekking tot de politie van het wegverkeer waarbij in meerdere straten van onder andere het district Ekeren een zone 30 schoolomgeving werd afgebakend.
Het bestuursakkoord van 2007-2012, waarin het stadsbestuur wenst om het gebied tussen Leien en Schelde, buurtcentra en woonzones selectief autoluw te maken. Het stadscollege keurde in de zitting van 15 mei 2009 (jaarnr. 6484) het plan van aanpak goed voor de invoering/uitbreiding van zones 30 in uitvoering van de engagementen die zijn aangegaan op de eerste Antwerpse Staten-Generaal van de verkeersveiligheid, die plaats vond op 10 april 2008.
Op 15 mei 2009 werd het plan van aanpak voor de invoering/uitbreiding van zones 30 aan de districten toegelicht op de Raad van Overleg.
Feiten en context
Zone 30 statuut
Zone 30 statuut
Eenentwintig jaar geleden, op 1 november 1988, kreeg de zone 30 een juridisch statuut. Het doel was de verblijfsgebieden in de steden en gemeenten verkeersveiliger en verkeersleefbaarder te maken. Daartoe moest in de eerste plaats de snelheid van het gemotoriseerd verkeer teruggebracht worden tot een niveau, verenigbaar met de veiligheid van fietsers en voetgangers. Aangezien snelheidsbeperkingen op zich meestal niet volstaan, moesten waar nodig, infrastructurele ingrepen uitgevoerd worden. Deze werden opgelegd door het KB van 17 september 1988 tot bepaling van de vereisten voor het inrichten van de zones met een snelheidsbeperking van 30 km/uur, in uitvoering van het artikel 22quater van de wegcode (KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer). De verblijfsgebieden konden afgebakend worden door de verkeersborden F4a en F4b die de snelheid beperken tot 30 km per uur.
Na een eerste periode waarin voornamelijk eerder verspreide straten en vrij rustige woonwijken of - buurten het zone 30 statuut kregen, is de tendens ontstaan om ook stedelijke centra in hun geheel als zone 30 aan te leggen. In deze centra, maar ook in andere woonbuurten zijn de conflicten tussen het gemotoriseerd verkeer en het verkeer van voetgangers en fietsers vaak het scherpst.
Staten-Generaal verkeersveiligheid
In april 2008 vroeg de stad, tijdens haar eerste Staten-Generaal, expliciet naar de aanbevelingen van de deelnemers. De deelnemers gaven aan welke projecten de stad, of een hogere overheid, prioritair moet aanpakken. Een belangrijk project dat naar voor kwam was het invoeren van de zone 30 in elke districtskern en in de binnenstad en met ingrepen in de infrastructuur, met zachte maatregelen en met handhaving dat snelheidsregime af te dwingen en waar nodig een clustering van bestaande zones 30 te doen. Het stadsbestuur wil dit realiseren in samenwerking met de districten. Het college keurde in haar zitting van 15 mei 2009 een plan van aanpak goed voor de invoering van een eerste reeks van (nieuwe) zone 30 gebieden. Met betrekking tot het district Ekeren werd expliciet gevraagd de districtskern prioritair als een zone 30 af te bakenen. Het college wil er de nadruk op leggen dat dit moet gezien worden als een eerste fase in het verder afbakenen en uitbreiden van zone 30 gebieden in de stad. Het college wil aan de districten dan ook een duidelijk engagement vragen voor het stelselmatig en consequent verder afbakenen en inrichten van zone 30 gebieden binnen hun districtsgrenzen.
Districtsontwikkelingsfonds
Het stadsbestuur richtte een districtsontwikkelingsfonds op. Districten die projecten ontwikkelen die in het stedelijk beleid passen (onder andere verkeersbegeleidende ingrepen in functie van een zone 30 en schoolomgevingen), kunnen beroep doen op prefinanciering en medefinanciering (50%) van het stadsbestuur.
Argumentatie
Effect op de verkeersveiligheid
Bij een botsing met een wagen die rijdt aan 50km/uur heeft een voetganger amper 20% overlevingskans, bij een snelheid van 30km/uur is die overlevingskans gelijk aan 90%. De impact bij een botsing aan 50km/uur staat gelijk aan een vrije val van 10 m of van 3 verdiepingen hoog. Bij 30km/uur is die impact gelijk aan een val van 3,5m of "slechts" van 1 verdieping hoog. Tenslotte; de stopafstand of de som van de reactietijd en de remafstand is in ideale omstandigheden (1 sec. reactietijd en goede weg- en weersomstandigheden) en bij een snelheid van 30km/uur gelijk aan 13 meter; bij 50km/uur is die meer dan 2 keer zoveel of 27 meter. In al die omstandigheden is het evident dat fietsers en voetgangers, waaronder niet in het minst kinderen en ouderen, in zones 30 niet alleen veel minder kans op een ongeval lopen, maar dat bij een eventueel ongeval de letsels veel minder erg zijn. Niet alleen in Vlaanderen, maar ook in onze buurlanden wordt de snelheidsbeperking van 30km/uur gaandeweg de snelheidsnorm voor woonwijken. In Nederland bv. wordt zone 30 gepromoot en veralgemeend in het kader van het programma "Duurzaam Veilig". Een 5-jaar durend onderzoek in Groot-Brittannië heeft uitgemaakt dat zone 30 heel doeltreffend is : het aantal ongevallen is gedaald met 60 %, ongevallen met kinderen te voet met 70 %, ongevallen met kinderen per fiets met bijna 50 % en alle fietsongevallen samen met bijna 30 %. De gemiddelde rijsnelheid verminderde met bijna 15 km/uur. In Zweden heeft de overheid het gebruik van de 30 km/uur voorgeschreven in alle verstedelijkte gebieden, niet alleen in de straten met een woonfunctie, maar nu evenzeer in deze met een verkeersfunctie. Deze operatie past in het kader van de beleidsoptie "Visie Nul" die als doel heeft te leiden tot een verkeer met nul doden en zwaar gewonden. Dit betekent dat in Zweden, op wegen waar voetgangers, fietsers en automobilisten samen vertoeven, de snelheid niet hoger mag liggen dan 30 km/uur.
Een snelheidsbeperking tot 30 km per uur is dan ook ten zeerste aangewezen. Een verkeersveiliger en -leefbaarder omgeving zal bovendien het gebruik van andere vervoersmiddelen dan de auto bevorderen, wat op zijn beurt het wonen in de stad en in de wijken aantrekkelijker zal maken.
Inrichting van een zone 30 – nieuwe reglementering
Uit een evaluatie van de bestaande zones 30 en van de problemen die de wegbeheerders ondervonden bij de inrichting ervan, bleek dat zich een versoepeling van de reglementering opdrong, indien men - in het belang van de veiligheid en de leefbaarheid - systematischer en op grotere schaal verblijfsgebieden als zone 30 wil afbakenen.
De reglementering in verband met de vereisten voor het inrichten van zones met een snelheidsbeperking van 30 km per uur werd daarom herzien en op veel punten versoepeld, dit wil ook zeggen minder duur gemaakt. Het vertrekpunt blijft evenwel dat de snelheidsbeperking die voortvloeit uit de signalisatie ondersteund moet worden door andere maatregelen.Van dit principe afwijken zou de geloofwaardigheid van de reglementering aantasten. De nieuwe voorschriften hebben betrekking op de bepaling van de vereisten voor het instellen en inrichten van zones met een snelheidsbeperking tot 30 km per uur:
1 De toegangen tot de zone moeten duidelijk herkenbaar zijn door de plaatsgesteldheid, door een inrichting of door beide.
2 Binnen de zone moet de snelheid teruggebracht worden tot 30 km per uur door maatregelen inzake organisatie van het verkeer of het parkeren, infrastructuur of door andere aanpassingen in het straatbeeld of door combinatie van deze maatregelen. Dit artikel betekent de meest essentiële vernieuwing ten opzichte van het vorig besluit. Voorheen was enkel sprake van snelheidsremmende ingrepen, hetgeen duidt op infrastructurele ingrepen. Nu is een bredere waaier van mogelijkheden aangeboden onder meer met als doel de aanlegkosten te beperken, namelijk :
1. maatregelen inzake de organisatie van het verkeer.
2. maatregelen inzake het parkeren.
3. maatregelen inzake infrastructuur.
4. aanpassingen van het straatbeeld.
Voorstel van afbakening/uitbreiding zone 30
In het ‘witboek’ van de Staten-Generaal verkeersveiligheid wordt voorgesteld om alle districtskernen en het volledige gebied binnen de Leien prioritair als zone 30 af te bakenen. De dienst mobiliteit en verkeer van het bedrijf stadsontwikkeling heeft nu voor het district Ekeren een voorstel van afbakening/uitbreiding van een zone 30 uitgewerkt, rekening houdend met onder andere:
1 de vooropgestelde wegencategorisering en selectie van verblijfsgebieden uit het Mobiliteitsplan Antwerpen;
2 de selectie van stedelijke wijk- en buurtcentra uit het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen;
3 objectieve ongevallendata van de lokale verkeerspolitie;
4 reeds door de gemeenteraad goedgekeurde zones 30 (schoolomgevingen) op het grondgebied van het district Ekeren.
Voorgesteld wordt om het centrum van het district Ekeren samen met een aantal bestaande zones 30 schoolomgeving en de bestaande zone 30 “Bund en omgeving” te clusteren tot één logische aaneengesloten zone 30. Op deze wijze ontstaat één geclusterde zone 30 dat gelegen is tussen Schoonbroek - Bilderdijkstraat, Kloosterstraat, Blarenstraat (incl.), Driehoekstraat (wegsegment tussen Dorpstraat en Korte Sterrestraat incl.), Bund (incl.), Statiestraat, Veltwijcklaan (tot Frans Harrewijnlaan), Zuster Nathaliestraat (incl.) – Pastoor De Vosstraat (incl.) – Villapark (incl.), Frans Harrewijnlaan (incl.), Steenstraat (wegsegment tussen Frans Lenaertsstraat en Klein Hagelkruis incl.) en de districtsgrens.
(Opm.: De opgegeven straten vormen de grens en behoren dus niet tot de zone 30, tenzij anders aangegeven).
Argumentatie voor de voorgestelde afbakening:
1 Het voorgestelde gebied ligt volgens het Mobiliteitsplan Antwerpen volledig binnen de afbakening van de bebouwde kom ‘Ekeren’.
2 Het voorgestelde gebied is in het Mobiliteitsplan Antwerpen als woon- en verblijfsgebied geselecteerd waarbinnen de woon- en centrumfuncties primeren boven de verkeersfunctie.
3 Alle straten gelegen in de voorgestelde afbakening behoren in het mobiliteitsplan tot de lokale wegen type III. Dit zijn wegen waar de verblijfs- en woonfunctie primeert boven de verkeersfunctie. Uitzonderingen hierop zijn Groot Hagelkruis en de Veltwijcklaan. Deze zijn geselecteerd als lokale weg type II, ‘wijkverzamelweg’.
4 In het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen werd onder andere de Dorpstraat, omgeving Kristus Koningsplein en Markt geselecteerd als stedelijk wijk- en buurtcentrum.
5 Uit de ongevallencijfers van de lokale verkeerspolitie Antwerpen (2006-2008) blijkt dat er in de voorgestelde zone in totaal 211 ongevallen gebeurden, waarvan 52 ongevallen met letsel(s). Ongeveer 70% van de letselongevallen gebeurden op lokale wegen met een (huidig) snelheidsregime van 50 km/u. In totaal waren 56 (brom)fietsers en/of voetgangers betrokken in de ongevallen.
6 Door de voorgestelde uitbreiding en clustering van de bestaande zones 30 (schoolomgevingen) ontstaat één logische en aaneengesloten zone 30. Dit maakt het voor de verschillende weggebruikers véél duidelijker en leesbaarder en vergroot bijgevolg de kans op naleving van het gewenste snelheidsregime. De communicatie naar de burger is ook duidelijker.
Plan van aanpak 1ste fase
Omwille van de bijhorende werkbelasting stelt het bedrijf stadsontwikkeling een gefaseerde en gebiedsgerichte aanpak voor deze eerste fase ‘uitbreiding en clustering van zone 30 gebieden’ voor:
1 Gefaseerde aanpak in twee reeksen:
Per district wordt in eerste instantie één (nieuwe of geclusterde) zone 30 afgebakend. Voor het onderzoek naar de inrichting van deze zone 30 gebieden en de uitwerking van de verkeersbegeleidende ingrepen wordt gewerkt met twee reeksen van elk vier zone 30 gebieden. De indeling van kernen in reeks 1 of reeks 2 gebeurt op basis van kandidaatstelling door de districten en op basis van volgende criteria:
- bestaan van een wijkcirculatieplan (in voorontwerp of opgestart) voor de betreffende zone 30
- graad van verkeersonveiligheid in het betreffende gebied
2 Gebiedsgerichte aanpak:
Er wordt voor geopteerd om zone per zone aan te pakken. Per zone 30 wordt een richtplan (of strategisch plan) opgemaakt. Dit richtplan, dat zal worden opgemaakt in nauw overleg met het district (en indien gewenst ook met de bewoners), omvat een totaalpakket van gewenste (infrastructurele) maatregelen voor de inrichting van de zone 30, een timing voor uitvoering en een kostenraming.
Het strategisch plan zal vervolgens ter goedkeuring worden voorgelegd aan het district. Na goedkeuring worden de voorziene infrastructurele ingrepen uitgewerkt in ontwerp- en uitvoeringsplannen die de procedure van de plenaire vergadering openbaar domein zullen doorlopen. Deze uitvoeringsplannen zullen na goedkeuring door het districtscollege geleidelijk tot uitvoering worden gebracht, afhankelijk van de budgettaire mogelijkheden.
Er wordt gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak omwille van de volgende redenen:
1 zodat de verkeerspolitie advies kan geven over omleidingen
2 de communicatie naar de burger
3 de spreiding van de werkbelasting
Timing (aanpassing van oorspronkelijk vooropgestelde timing):
Mijlpaal 1
Principiële goedkeuring door het stadscollege van plan van aanpak voor de realisatie van bijkomende en/of clustering van bestaande zone 30 gebieden en kennisname van het voorstel van afbakening van één zone per district.
Timing: mei 2009
Mijlpaal 2
Kandidaatstelling en advies ontvangen van de respectievelijke districtscolleges betreffende het voorstel van afbakening zone 30-gebieden in de districtskernen.
Timing: eind februari 2010
Mijlpaal 3
Advies ontvangen van de respectievelijke districtscolleges betreffende aanvullend (verkeers)reglement voor de afgebakende zone 30 in de districtskernen.
Timing: mei 2010
Mijlpaal 4
Goedkeuring door de gemeenteraad van aanvullend (verkeers)reglement voor alle afgebakende zone 30 gebieden in districtskernen en plaatsen van verkeersborden F4a en F4b (tegen 1 september 2010).
Timing: GR eind juni 2010
Mijlpaal 5
Strategisch plan voor de inrichting van een eerste reeks (nieuw) afgebakende zone 30 gebieden klaar. Dit plan behelst onder andere een lijst van vereiste en wenselijke (infrastructurele) ingrepen per zone 30 met een voorstel tot prioritering.
Timing: juni 2010
Mijlpaal 6
Strategisch plan voor de inrichting van een tweede reeks (nieuw) afgebakende zone 30 gebieden klaar. Dit plan behelst onder andere een lijst van vereiste en wenselijke (infrastructurele) ingrepen per zone 30 met een voorstel tot prioritering.
Timing: december 2010
Mijlpaal 7
Principiële goedkeuring door de districtcolleges van het strategisch plan voor de inrichting van de nieuwe zone 30 (reeks 1) + voorzien in begroting van de betreffende districten.
Timing: september 2010
Mijlpaal 8
Principiële goedkeuring door de districtcolleges van het strategisch plan voor de inrichting van de nieuwe zone 30 (reeks 2) + voorzien in begroting van de betreffende districten.
Timing: januari 2011
Mijlpaal 9
Conceptschetsen van alle (infrastructurele) maatregelen voor de 1ste reeks afgebakende zone 30 gebieden klaar en procedure ‘plenair overleg openbaar domein’ opgestart.
Timing: november 2010
Mijlpaal 10
Conceptschetsen van alle (infrastructurele) maatregelen voor de 2de reeks afgebakende zone 30 gebieden klaar en procedure ‘plenair overleg openbaar domein’ opgestart.
Timing: maart 2011
Mijlpaal 11
Uitvoeringsplannen van alle (infrastructurele) maatregelen voor de 1ste reeks afgebakende zone 30 gebieden klaar voor goedkeuring district.
Timing: mei 2011
Mijlpaal 12
Uitvoeringsplannen van alle (infrastructurele) maatregelen voor de 2de reeks afgebakende zone 30 gebieden klaar voor goedkeuring district.
Timing: oktober 2011
Zoals in het mijlpalenplan voorzien, dient het invoeren van elke zone 30 voorwerp uit te maken van een aanvullend (verkeers)reglement. Dit aanvullend reglement wordt vastgesteld door de gemeenteraad na een formele adviesronde van de respectievelijke districten. Districten zullen dus twee maal om advies worden gevraagd. Een eerste maal op een voorstel van afbakening en een tweede maal op de formalisering van de zone 30 in een aanvullend (verkeers)reglement. Omwille van de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid is het wenselijk om de zone 30 stelselmatig en consequent verder in te voeren in alle woon- en verblijfsgebieden. Het voorstel van afbakening uit de Staten-Generaal moet dan ook worden begrepen als een eerste fase in deze verdere uitbreiding, clustering en invoering van zone 30 gebieden over de hele stad.
Het college vraagt aan de districten dan ook een duidelijk engagement voor het stelselmatig en consequent verder afbakenen en inrichten van zone 30 gebieden binnen hun districtsgrenzen.
Financiële gevolgen
Dit besluit heeft voor het district in principe geen financiële gevolgen.
Besluit
Artikel 1
Het districtscollege beslist het plan van aanpak goed te keuren voor het invoeren/uitbreiden van zone 30 gebieden in uitvoering van de Staten-Generaal van de verkeersveiligheid die plaatsvond op 10 april 2008.
Artikel 2
Het districtscollege beslist volgend voorstel van afbakening en uitbreiding van de zone 30 goed te keuren:
Het woon- en verblijfsgebied gelegen tussen Schoonbroek - Bilderdijkstraat, Kloosterstraat, Moretuslei (incl.), Driehoekstraat (wegsegment tussen Dorpstraat en Korte Sterrestraat incl.), Bund (incl.), Statiestraat, Veltwijcklaan (tot Frans Harrewijnlaan), Zuster Nathaliestraat (incl.) – Pastoor De Vosstraat (incl.) – Villapark (incl.), Frans Harrewijnlaan (incl.), Steenstraat (wegsegment tussen Frans Lenaertsstraat en Klein Hagelkruis incl.) en de districtsgrens.
(Opm.: Tenzij anders vermeld, vormen de opgegeven straten de grens en behoren dus niet tot de zone 30).
Artikel 3
Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen.
Samenstelling: de heer Ronny Kruyniers, voorzitter districtsraad; De heren Koen Palinckx, Christophe Thomas, mevrouw Sabine Coene, de districtsschepenen, de heer Freddy Geens, mevrouwen Yolande Boudewijns, Ilse De Schutter, de heren Freddy Wens, Erik Bernard, Kurt Van Noten, Marc Elseviers, mevrouwen Christel Luyckx, Elke Van Espen, Nancy Verrijke, de heer Steven De Schepper, mevrouw Emelie Smits, de heren Louis Van Gasse, Luc Van Berlo, Benoit Mores, de leden; de heer Dirk Platteau, secretaris. Verontschuldigd : mevrouw Nancy Verrijke
Openbare zitting van 14 december 2009 districtsraadsbesluit: 1542 van maandag 14 december 2009
1 Interpellatie van raadslid Freddy Geens. Het gebouw van de gewezen Sint-Lucaskliniek. (Jaarnummer 1542) Auteur: Elsy De Backer
Vraag In oktober 2008 interpelleerde ik het districtsbestuur in verband met de mogelijke afbraak van het gebouw van de gewezen Sint-Lucaskliniek. Het districtscollege deelde op de Raad van 20 oktober 2008 het volgende mee. Voorzitter Ronny Kruyniers wijst er op dat het vredegerecht nog steeds in de voormalige Sint-Lucaskliniek zetelt, maar dat het tijdelijk zal verhuizen naar de Noorderlaan. Volgens districtsschepen Koen Palinckx zijn deze geruchten al meer dan een jaar oud. Het contract voor de huisvesting van het vredegerecht loopt af op het einde van dit jaar. Er is een akkoord met RVT Christine voor het oprichten van serviceflats. Vzw Klina zoekt een herbestemming in de richting van de ouderenzorg, in het kader van het nieuwe ouderendecreet. Een tweede piste is om de gebouwen te slopen, de gronden te laten beplanten en de site open te stellen als buurtpark, totdat er een nieuwe bestemming aan kan gegeven worden. De renovatie van het kasteeltje wordt geschat op 3,6 miljoen euro. Het is gebouwd in 1903. De verschillende instanties die met erfgoed bezig zijn, hebben al laten weten dat het gebouw niet in aanmerking komt voor bescherming. Het grote park dat aan het kasteel verbonden was, is al vanaf 1945 verkaveld, RVT Christine is op deze locatie gebouwd, en ook aan het kasteel zelf werden veel bijgebouwen geplaatst. Het beeldbepalende landschap is dus totaal verdwenen. Dit wil niet zeggen dat het gebouw niet behouden kan blijven, maar er is nog een hele weg af te leggen tussen de wens tot afbraak en de daadwerkelijke afbraak. Het districtscollege zal het dossier verder opvolgen, samen met de verschillende bevoegde instanties. Ondertussen werd vernomen dat Fedasil het gebouw zou verlaten tegen of rond de jaarwisseling. Ik vermoed dat het gebouw dan volledig leeg zal staan. Wat is het resultaat van het verder opvolgen door het districtsbestuur van dit dossier? Wat gaat er verder gebeuren met dit gebouw?
Antwoord Districtsschepen Koen Palinckx meldt dat er in dit dossier weinig nieuws te melden valt. Het standpunt van het districtscollege, zoals dat geformuleerd is in de districtsraad van 26 november 2007 blijft hetzelfde: het districtscollege heeft geen belangstelling voor het gebouw, er moet rekening worden gehouden met de bestemming (zone voor openbaar nut) zoals dat in het gewestplan is voorzien. De bijgebouwen zullen op termijn worden afgebroken. Klina heeft nog geen enkele officiële vraag ingediend (sloopvergunning, bouwvergunning) en er kan dus nog geen formeel advies worden geformuleerd. De dienst monumentenzorg van de stad Antwerpen is in juni ter plaatse geweest, en zijn van oordeel dat het oude Laarhof niet mag afgebroken worden. Ook de dienst Onroerend erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap vindt dat het oude kasteeltje niet mag afgebroken worden. Dit zijn echter louter raadgevende adviezen.
Freddy Geens stelt vast dat de bijgebouwen zullen afgebroken worden, maar dat het kasteeltje zal behouden blijven, en vraagt of de stad (AG Vespa) geïnteresseerd is in het gebouw. Koen Palinckx antwoordt dat een schatting van Klina heeft uitgewezen dat de kosten voor renovatie van de gebouwen 3,6 miljoen euro bedragen, en dat er via de stad geen intentie werd genoteerd om deze site een herbestemming te geven in een stedelijke context. Freddy Geens wijst erop dat dit terrein belangrijk is voor de buurt, niet alleen wat de afbraak betreft, maar vooral wat betreft een nieuwe bestemming. Koen Palinckx meldt dat het districtscollege dit dossier mee zal opvolgen. Districtsvoorzitter Ronny Kruyniers wijst erop dat het asielcentrum eind januari 2010 sluit, dat gevraagd is aan de politie om extra controle te houden als de gebouwen leegstaan, en dat aan Klina gevraagd werd om de ramen en deuren dicht te timmeren om ongewenst bezoek te vermijden.
Beleidsrichtlijn, bestuursakkoord ek 2007-2012, 197
Auteur: Mark Monte
Motivering
Voorgeschiedenis
Met haar collegiale brief van 30 juli 2008 vroeg het districtscollege aan GAPA om een onderzoek op te starten naar een oplossing voor de parkeerproblematiek voor 20 prioritaire straten. In het schrijven van 13 maart 2009 werd deze vraag herhaald.
Feiten en context
Omwille van een strenger handhavingsbeleid inzake parkeren ontving het district klachten van bewoners uit een heel aantal straten in Ekeren. Op basis van het aantal klachten werd een lijst opgesteld met straten waar de parkeerproblematiek moest bekeken worden. Het gaat over de volgende straten:
Frans Standaertlei Gerarduslei Schepersveldlei Maria-Theresialei Oudstrijderslei Lodewijk Andersonstraat
Juridische grond
Er dient rekening gehouden te worden met de gemeenteraadsbeslissingen van 20 maart 2000 (jaarnummer 619) en 21 oktober 2002 (jaarnummer 2307) waarbij de districtsbesturen bevoegd zijn tot het verlenen van advies inzake lokaal verkeersbeleid.
Argumentatie
Door het parkeerbedrijf en de dienst mobiliteit werd op basis van plaatsbezoeken, de afmetingen van de rijbaan en de locatie van de inritten onderzocht of er bijkomende maatregelen mogelijk waren en welke het best ingevoerd kunnen worden. Mogelijke maatregelen zijn:
- Het toelaten van parkeren op de berm indien deze berm hiervoor is aangepast;
- Het invoeren van een enkele rijrichting met dubbelzijdig parkeren indien dit past in de wijkcirculatie;
- Het dusdanig organiseren van het parkeren dat er maximaal gebruik wordt gemaakt van de zijde met de meeste parkeerplaatsen;
- Het aanpassen van de weginfrastructuur zodanig dat tweezijdig parkeren wel is toegelaten
Voor de geselecteerde straten in de wijk Mariaburg wordt voorgesteld om de bepalingen van het wijkcirculatieplan Mariaburg uit te voeren. Dit betekent het invoeren van enkelrichtingen en het vastleggen van de parkeerzones met behulp van de nodige signalisatie voor volgende straten (of delen van straten): Frans Standaerdlei, Schepersveldlei, Maria Theresialei en Oudstrijderslei. Voor de Gerarduslei beperkt het voorstel zich tot het invoeren van parkeerzones met behulp van de nodige signalisatie. Per segment zal bepaald worden aan welke zijde van de straat het meeste parkeerplaatsen beschikbaar zijn. Aan deze zijde zal het parkeren wettelijk toegelaten worden. De parkeerproblemen in de Lodewijk Andersonstraat worden opgelost binnen het project voor de heraanleg van de voetpaden in deze straat. In al deze straten zal het parkeren maar mogelijk zijn aan één zijde van de straat. Een mogelijk nadeel van deze werkwijze is een snelheidsverhogend effect. In de huidige toestand parkeert men willekeurig in deze straten waardoor er frequente asverschuivingen ontstaan met een snelheidsremmende effect. Binnen dit voorstel zal men hoogstens een asverschuiving hebben op de overgang tussen twee segmenten (met andere woorden op de kruispunten).
Op basis van deze plaatsbezoeken wordt voorgesteld om voor de Kretenborglaan, Kluislaan en Klaverveldenlaan geen verdere initiatieven te nemen. In deze straten bestaat de bebouwing uit halfopen bebouwing of open bebouwing met voldoende ruime parkeervoorzieningen op eigen terrein. Bewoners moeten hier enkel in uitzonderlijke omstandigheden parkeren op de rijbaan.
Voor bezoekers zijn er voldoende parkeermogelijkheden in de straat om op een wettelijke manier te parkeren zonder daarbij de doorgang te hinderen. Indien nodig kunnen de bewoners geïnformeerd worden over de wettelijke bepalingen inzake parkeren.
Voor de overige straten moet een oplossing gezocht worden met behulp van de hierboven voorgestelde maatregelen. Het toestaan van parkeren half op de berm en half op de rijbaan kan enkel indien de bermen hiervoor voldoende zijn aangepast en er voldoende waarborgen zijn voor de veiligheid van zwakke weggebruikers (het zogenaamde STOP-principe). Tot op heden is er geen duidelijkheid over het feit dat de bestaande voetpaden fysiek in staat zijn om deze extra belasting te dragen. De veiligheid voor de zwakke weggebruikers kan bovendien niet gegarandeerd worden. De parkeerzones zijn niet afgebakend waardoor voertuigen geen duidelijke begrenzing hebben waarbinnen ze kunnen parkeren en voetgangers verwachten zich niet aan parkerende voertuigen. Bijgevolg wordt voorgesteld om deze maatregel enkel te bekijken indien er meer duidelijkheid is over de staat van de voetpaden en mits een duidelijke afbakening van de parkeerzones.
Het dubbelzijdig parkeren op de rijbaan is enkel mogelijk indien de beschikbare rijbaanbreedte het toelaat om een enkele richting in te voeren met aan weerszijde parkeerstroken. Op basis van de beschikbare rijbaanbreedtes zal dit enkel mogelijk zijn voor de Wilgehoevestraat en de Willebeeklaan. We stellen voor om in de Wilgehoevestraat een enkelrichtingscirculatie in te voeren vanaf het kruispunt Kouter-Wilgehoevestraat in de richting van de Andernachstraat en dit tot aan het andere kruispunt Kouter-Wilgehoevestraat. De keuze voor deze rijrichting zal de eenvoudigste oplossing zijn voor de verkeersafwikkeling op het kruispunt Kouter- Wilgehoevestraat. De verkeersintensiteiten in de Kouter zullen toenemen als gevolg van de enkele richting.
Voor de Willebeeklaan stellen we voor om tussen de Oude Landen en de Keurelaan een enkele richting in te voegen in de richting van de Keurelaan. Op deze wijze wordt de verkeerssituatie op het kruispunt Oude Landen-Willebeeklaan vereenvoudigd. Doordat de Pagelaan de belangrijkste toegang wordt voor de wijk tussen de Vazallaan en de Willebeeklaan, zullen de verkeersintensiteiten hier toenemen.
De overige straten hebben een maximale breedte van 6,6 meter of minder waardoor bij dubbelzijdig parkeren een rijbaan van maximaal 2,6 meter overblijft. Dit is te krap voor een vlotte circulatie. Bijgevolg zullen we het parkeren hier moeten beperken tot één zijde van de rijbaan. De dienst mobiliteit en het parkeerbedrijf zijn van mening dat men hierbij best niet kan kiezen voor beurtelings parkeren. Dit levert steeds problemen op bij de overgang van het parkeren van de ene naar de andere zijde van de straat. Bovendien verschilt de parkeercapaciteit aanzienlijk tussen de beide kanten van de betrokken straten. In straten met voor het merendeel bel-etage woningen met garages en verharde voortuinstroken waarop geparkeerd wordt is dit de enige objectieve methode waarop parkeerzones kunnen vastgelegd worden. Een mogelijk nadeel van deze werkwijze is wel een snelheidsverhogend effect. Met dit voorstel zal men enkel asverschuiving hebben op de overgang tussen twee segmenten (met andere woorden op de kruispunten).
Omwille van deze reden stelt de dienst mobiliteit voor om het parkeren te organiseren aan de even zijde in volgende straten:
- Laathoflaan
- Keurelaan
- Willebeeklaan (doodlopende deel)
- Hertogenlaan (tussen de Oude Landen en de splitsing ter hoogte van het middeneiland)
- Kouter (tussen Neerhofstraat en Wilgehoevenstraat, kant Kloosterstraat) en aan de oneven zijde in volgende straten:
- Stadhouderslaan
- Gravenlaan
- Neerhofstraat
- Kouter (tussen Neerhofstraat en Wilgehoevenstraat, kant Andernachstraat)
Voor de Vorsterlaan is de parkeercapaciteit aan beide kanten van de straat identiek. Bijgevolg is er geen voorkeur om het parkeren te organiseren aan de even of oneven zijde. Een mogelijkheid bestaat erin om te werken met een asverschuiving in functie van de snelheidsremming. Het vastleggen van de parkeerzones in een omgeving met veel bel-etage woningen zorgt er wel voor dat een deel van de bewoners voor hun eigen garage op straat kunnen parkeren terwijl andere bewoners steeds hun oprit of garage moeten gebruiken. In afwachting van een infrastructurele oplossing is dit echter de beste optie. Men kan er ook nog steeds voor kiezen om de huidige regeling te behouden. Men parkeert dan willekeurig in deze straten waardoor er frequente asverschuivingen ontstaan met een snelheidsremmende effect. De bewoners kunnen daarbij gewezen worden op de wettelijke bepalingen inzake parkeren.
Voordat er een definitieve keuze komt stellen we voor om de bewoners te bevragen aan de hand van de mogelijke opties die hiervoor werden beschreven.
Financiële gevolgen
Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen voor de stad.
Besluit
Artikel 1
Het districtscollege besluit om de voorgestelde werkwijze goed te keuren en geeft de opdracht aan de dienst mobiliteit en het parkeerbedrijf om deze oplossing tegen eind januari 2010 verder uit te werken. Bij de verdere uitwerking moet de parkeerbalans in beeld gebracht worden.
Artikel 2
Het districtscollege geeft de opdracht om de bewoners van de betrokken straten te bevragen aan de hand van de verschillende mogelijke scenario’s.
Artikel 3
Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen.
De huidige situatie is niet ideaal. Het asfalt is versleten en wordt opgedrukt door de bestaande bomen. Rond de kerk ligt geen volwaardig voetpad en de plantvakken zijn asymmetrisch en versleten. Om dit te verbeteren wenst het districtscollege het plein te verfraaien.
Juridische grond
Met het besluit van de gemeenteraad van 20 maart 2000 (jaarnummer 619), aangepast bij het gemeenteraadsbesluit 21 oktober 2002 (jaarnummer 2307), kregen de districten de bevoegdheid over het decentraal publiek domein, groenvoorziening en openbare werken.
De gemeenteraad keurde op 22 juni 2004 de samenwerkingsovereenkomst met AWW/Aquafin goed. Vanaf 1 juli 2004 is de riolering een bevoegdheid van AWW.
Het plein is deels ingericht als speel- en sportterrein. De bodemkwaliteit is onvoldoende om kwalitatief groen aan te leggen. De aanwezige beplanting op en rond het plein dient te worden herbekeken. De integratie van het speelterrein in het ontwerp is een belangrijk gegeven. De straten rond het plein geven een onverzorgde indruk. De toestand rond de huidige schoolomgeving is niet veilig en ziet er verouderd uit. Al deze facetten kunnen apart of in zijn geheel worden verbeterd.
Voor het Van de Weyngaertplein zijn er drie scenario’s mogelijk. Het districtscollege kan opteren voor één van volgende opties zodat er een duidelijk begrensde opdracht kan gegeven worden.
Enkel het speelterrein en de ondergronden aanpakken is een minimale ingreep. Als in de toekomst het hele plein heraangelegd kan worden is het jammer dat hier reeds geïnvesteerd is, zonder te kijken naar het geheel. Bij een latere heraanleg en dus een nieuw ontwerp voor het hele plein, zullen de toestellen en looplijnen waarschijnlijk fout geplaatst zijn. Ook kunnen er dan andere ideeën gemaakt worden voor het speelgedeelte. Om het plein mooier te maken met deftige ondergronden (gras groeit niet goed onder de grote bomen) is voor een beperkte ingreep een budget van circa 150 000 EUR verreist.
Het speelterrein , de schoolomgeving, de groenzone rond de kerk en de laanbeplanting vande straten rond het plein kunnen aangepakt worden. Dit is een minimale ingreep om het plein te verfraaien (tekst zie bijlage). De wortels van de sierkerselaars drukken nu de verharding op, wanneer we de laanbeplanting vernieuwen moeten de voetpaden ook opnieuw aangelegd worden. Voor dit voorstel is een budget verreist van circa 300 000 EUR. Het plein zal er wel fraaier uit zien en wordt een hele verbetering. Doch kunnen je merken dat er in de loop der jaren allerlei verschillende ingrepen plaats vonden.
De ideale scenario is om het heel het plein, inclusief de rijweg, te bekijken van gevel tot gevel. Hiervoor is een budget verreist van circa 600 000 EUR. De uitwerking geeft een mooi samenhangend plein met materialen die op elkaar afgestemd zijn.
Tekst vindt u als bijlage.
Afhankelijk van de keuze zal het nodige krediet voorzien worden. Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen.
Het districtscollege beslist om de heraanleg van het Van De Weyngaertplein te bekijken in een globale visie, te kaderen in de opmaak van het RUP-Mariaburg.
Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen.
Bewoners en buren in ziekenhuis met CO-vergiftiging
Bron : De Standaard
EKEREN - Vier personen zijn zaterdagochtend in het Stuivenbergziekenhuis beland met een CO-vergiftiging. Het incident vond plaats in de Laathoflaan in Ekeren. Een 14-jarige jongen was bij de buren om hulp komen aankloppen omdat hij zich draaierig voelde. Ook zijn 41-jarige mama en de kat waren ziek op de grond gevallen. De buurman ging kijken en vermoedde meteen een CO-intoxicatie. De brandweer mat bij aankomst een heel hoge co-concentratie. De oorzaak lag bij een slecht werkende gasboiler in de garage.