Samenstelling: de heer Ronny Kruyniers, voorzitter;
de heren Koen Palinckx, Christophe Thomas, mevrouw Sabine Coene, districtsschepenen; de heren Dirk Platteau, districtssecretaris; Eddy Van Thillo, plv. districtssecretaris Verontschuldigd : de heer Dirk Platteau
Zitting van dinsdag 29 december 2009.
bureaubesluit: 5061 van dinsdag 29 december 2009
1 Staten-Generaal. Zone 30 afbakening. Concretisering beleidsrichtlijn (Jaarnummer 5061)
Het stadsbestuur heeft zich in de Staten-Generaal verkeersveiligheid geëngageerd om een zone 30 in te voeren in elke districtskern en in het volledige gebied binnen de Leien. Het bedrijf stadontwikkeling legt nu aan het districtscollege een plan van aanpak en het voorstel van afbakening/uitbreiding van een zone 30 in het district voor.
Agendapunt, college, gewone zitting, 15/05/2009, jaarnummer 6484
Auteur: Geert Troucheau
Motivering
Voorgeschiedenis
De gemeenteraad keurde in de zitting van 13 september 1994 het aanvullend reglement goed met betrekking tot de politie van het wegverkeer waarbij “Kattenberg” tussen de Molenstraat en Patronaatstraat werd afgebakend als een ‘zone 30’. De gemeenteraad keurde in de zitting van 16 december 1996 het aanvullend reglement goed met betrekking tot de politie van het wegverkeer waarbij de wijk “Bund en omgeving” werd afgebakend als een ‘zone 30’.
De districtsraad van het district Ekeren en de gemeenteraad keurde in de zitting van respectievelijk 24 mei 2004 en 21 februari 2005 het Mobiliteitsplan Antwerpen goed. Het plan vertrekt van een aantal algemeen strategische doelstellingen die geconcretiseerd worden in beleidslijnen zoals het afbakenen van verblijfsgebieden en het toewijzen van een wegencategorisering, aangepast aan de stedelijke context.
De gemeenteraad keurde in de zitting van 27 juni 2005 het aanvullend reglement goed met betrekking tot de politie van het wegverkeer waarbij in meerdere straten van onder andere het district Ekeren een zone 30 schoolomgeving werd afgebakend.
Het bestuursakkoord van 2007-2012, waarin het stadsbestuur wenst om het gebied tussen Leien en Schelde, buurtcentra en woonzones selectief autoluw te maken. Het stadscollege keurde in de zitting van 15 mei 2009 (jaarnr. 6484) het plan van aanpak goed voor de invoering/uitbreiding van zones 30 in uitvoering van de engagementen die zijn aangegaan op de eerste Antwerpse Staten-Generaal van de verkeersveiligheid, die plaats vond op 10 april 2008.
Op 15 mei 2009 werd het plan van aanpak voor de invoering/uitbreiding van zones 30 aan de districten toegelicht op de Raad van Overleg.
Feiten en context
Zone 30 statuut
Zone 30 statuut
Eenentwintig jaar geleden, op 1 november 1988, kreeg de zone 30 een juridisch statuut. Het doel was de verblijfsgebieden in de steden en gemeenten verkeersveiliger en verkeersleefbaarder te maken. Daartoe moest in de eerste plaats de snelheid van het gemotoriseerd verkeer teruggebracht worden tot een niveau, verenigbaar met de veiligheid van fietsers en voetgangers. Aangezien snelheidsbeperkingen op zich meestal niet volstaan, moesten waar nodig, infrastructurele ingrepen uitgevoerd worden. Deze werden opgelegd door het KB van 17 september 1988 tot bepaling van de vereisten voor het inrichten van de zones met een snelheidsbeperking van 30 km/uur, in uitvoering van het artikel 22quater van de wegcode (KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer). De verblijfsgebieden konden afgebakend worden door de verkeersborden F4a en F4b die de snelheid beperken tot 30 km per uur.
Na een eerste periode waarin voornamelijk eerder verspreide straten en vrij rustige woonwijken of - buurten het zone 30 statuut kregen, is de tendens ontstaan om ook stedelijke centra in hun geheel als zone 30 aan te leggen. In deze centra, maar ook in andere woonbuurten zijn de conflicten tussen het gemotoriseerd verkeer en het verkeer van voetgangers en fietsers vaak het scherpst.
Staten-Generaal verkeersveiligheid
In april 2008 vroeg de stad, tijdens haar eerste Staten-Generaal, expliciet naar de aanbevelingen van de deelnemers. De deelnemers gaven aan welke projecten de stad, of een hogere overheid, prioritair moet aanpakken. Een belangrijk project dat naar voor kwam was het invoeren van de zone 30 in elke districtskern en in de binnenstad en met ingrepen in de infrastructuur, met zachte maatregelen en met handhaving dat snelheidsregime af te dwingen en waar nodig een clustering van bestaande zones 30 te doen. Het stadsbestuur wil dit realiseren in samenwerking met de districten. Het college keurde in haar zitting van 15 mei 2009 een plan van aanpak goed voor de invoering van een eerste reeks van (nieuwe) zone 30 gebieden. Met betrekking tot het district Ekeren werd expliciet gevraagd de districtskern prioritair als een zone 30 af te bakenen. Het college wil er de nadruk op leggen dat dit moet gezien worden als een eerste fase in het verder afbakenen en uitbreiden van zone 30 gebieden in de stad. Het college wil aan de districten dan ook een duidelijk engagement vragen voor het stelselmatig en consequent verder afbakenen en inrichten van zone 30 gebieden binnen hun districtsgrenzen.
Districtsontwikkelingsfonds
Het stadsbestuur richtte een districtsontwikkelingsfonds op. Districten die projecten ontwikkelen die in het stedelijk beleid passen (onder andere verkeersbegeleidende ingrepen in functie van een zone 30 en schoolomgevingen), kunnen beroep doen op prefinanciering en medefinanciering (50%) van het stadsbestuur.
Argumentatie
Effect op de verkeersveiligheid
Bij een botsing met een wagen die rijdt aan 50km/uur heeft een voetganger amper 20% overlevingskans, bij een snelheid van 30km/uur is die overlevingskans gelijk aan 90%. De impact bij een botsing aan 50km/uur staat gelijk aan een vrije val van 10 m of van 3 verdiepingen hoog. Bij 30km/uur is die impact gelijk aan een val van 3,5m of "slechts" van 1 verdieping hoog. Tenslotte; de stopafstand of de som van de reactietijd en de remafstand is in ideale omstandigheden (1 sec. reactietijd en goede weg- en weersomstandigheden) en bij een snelheid van 30km/uur gelijk aan 13 meter; bij 50km/uur is die meer dan 2 keer zoveel of 27 meter. In al die omstandigheden is het evident dat fietsers en voetgangers, waaronder niet in het minst kinderen en ouderen, in zones 30 niet alleen veel minder kans op een ongeval lopen, maar dat bij een eventueel ongeval de letsels veel minder erg zijn. Niet alleen in Vlaanderen, maar ook in onze buurlanden wordt de snelheidsbeperking van 30km/uur gaandeweg de snelheidsnorm voor woonwijken. In Nederland bv. wordt zone 30 gepromoot en veralgemeend in het kader van het programma "Duurzaam Veilig". Een 5-jaar durend onderzoek in Groot-Brittannië heeft uitgemaakt dat zone 30 heel doeltreffend is : het aantal ongevallen is gedaald met 60 %, ongevallen met kinderen te voet met 70 %, ongevallen met kinderen per fiets met bijna 50 % en alle fietsongevallen samen met bijna 30 %. De gemiddelde rijsnelheid verminderde met bijna 15 km/uur. In Zweden heeft de overheid het gebruik van de 30 km/uur voorgeschreven in alle verstedelijkte gebieden, niet alleen in de straten met een woonfunctie, maar nu evenzeer in deze met een verkeersfunctie. Deze operatie past in het kader van de beleidsoptie "Visie Nul" die als doel heeft te leiden tot een verkeer met nul doden en zwaar gewonden. Dit betekent dat in Zweden, op wegen waar voetgangers, fietsers en automobilisten samen vertoeven, de snelheid niet hoger mag liggen dan 30 km/uur.
Een snelheidsbeperking tot 30 km per uur is dan ook ten zeerste aangewezen. Een verkeersveiliger en -leefbaarder omgeving zal bovendien het gebruik van andere vervoersmiddelen dan de auto bevorderen, wat op zijn beurt het wonen in de stad en in de wijken aantrekkelijker zal maken.
Inrichting van een zone 30 – nieuwe reglementering
Uit een evaluatie van de bestaande zones 30 en van de problemen die de wegbeheerders ondervonden bij de inrichting ervan, bleek dat zich een versoepeling van de reglementering opdrong, indien men - in het belang van de veiligheid en de leefbaarheid - systematischer en op grotere schaal verblijfsgebieden als zone 30 wil afbakenen.
De reglementering in verband met de vereisten voor het inrichten van zones met een snelheidsbeperking van 30 km per uur werd daarom herzien en op veel punten versoepeld, dit wil ook zeggen minder duur gemaakt. Het vertrekpunt blijft evenwel dat de snelheidsbeperking die voortvloeit uit de signalisatie ondersteund moet worden door andere maatregelen.Van dit principe afwijken zou de geloofwaardigheid van de reglementering aantasten. De nieuwe voorschriften hebben betrekking op de bepaling van de vereisten voor het instellen en inrichten van zones met een snelheidsbeperking tot 30 km per uur:
1 De toegangen tot de zone moeten duidelijk herkenbaar zijn door de plaatsgesteldheid, door een inrichting of door beide.
2 Binnen de zone moet de snelheid teruggebracht worden tot 30 km per uur door maatregelen inzake organisatie van het verkeer of het parkeren, infrastructuur of door andere aanpassingen in het straatbeeld of door combinatie van deze maatregelen. Dit artikel betekent de meest essentiële vernieuwing ten opzichte van het vorig besluit. Voorheen was enkel sprake van snelheidsremmende ingrepen, hetgeen duidt op infrastructurele ingrepen. Nu is een bredere waaier van mogelijkheden aangeboden onder meer met als doel de aanlegkosten te beperken, namelijk :
1. maatregelen inzake de organisatie van het verkeer.
2. maatregelen inzake het parkeren.
3. maatregelen inzake infrastructuur.
4. aanpassingen van het straatbeeld.
Voorstel van afbakening/uitbreiding zone 30
In het ‘witboek’ van de Staten-Generaal verkeersveiligheid wordt voorgesteld om alle districtskernen en het volledige gebied binnen de Leien prioritair als zone 30 af te bakenen. De dienst mobiliteit en verkeer van het bedrijf stadsontwikkeling heeft nu voor het district Ekeren een voorstel van afbakening/uitbreiding van een zone 30 uitgewerkt, rekening houdend met onder andere:
1 de vooropgestelde wegencategorisering en selectie van verblijfsgebieden uit het Mobiliteitsplan Antwerpen;
2 de selectie van stedelijke wijk- en buurtcentra uit het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen;
3 objectieve ongevallendata van de lokale verkeerspolitie;
4 reeds door de gemeenteraad goedgekeurde zones 30 (schoolomgevingen) op het grondgebied van het district Ekeren.
Voorgesteld wordt om het centrum van het district Ekeren samen met een aantal bestaande zones 30 schoolomgeving en de bestaande zone 30 “Bund en omgeving” te clusteren tot één logische aaneengesloten zone 30. Op deze wijze ontstaat één geclusterde zone 30 dat gelegen is tussen Schoonbroek - Bilderdijkstraat, Kloosterstraat, Blarenstraat (incl.), Driehoekstraat (wegsegment tussen Dorpstraat en Korte Sterrestraat incl.), Bund (incl.), Statiestraat, Veltwijcklaan (tot Frans Harrewijnlaan), Zuster Nathaliestraat (incl.) – Pastoor De Vosstraat (incl.) – Villapark (incl.), Frans Harrewijnlaan (incl.), Steenstraat (wegsegment tussen Frans Lenaertsstraat en Klein Hagelkruis incl.) en de districtsgrens.
(Opm.: De opgegeven straten vormen de grens en behoren dus niet tot de zone 30, tenzij anders aangegeven).
Argumentatie voor de voorgestelde afbakening:
1 Het voorgestelde gebied ligt volgens het Mobiliteitsplan Antwerpen volledig binnen de afbakening van de bebouwde kom ‘Ekeren’.
2 Het voorgestelde gebied is in het Mobiliteitsplan Antwerpen als woon- en verblijfsgebied geselecteerd waarbinnen de woon- en centrumfuncties primeren boven de verkeersfunctie.
3 Alle straten gelegen in de voorgestelde afbakening behoren in het mobiliteitsplan tot de lokale wegen type III. Dit zijn wegen waar de verblijfs- en woonfunctie primeert boven de verkeersfunctie. Uitzonderingen hierop zijn Groot Hagelkruis en de Veltwijcklaan. Deze zijn geselecteerd als lokale weg type II, ‘wijkverzamelweg’.
4 In het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen werd onder andere de Dorpstraat, omgeving Kristus Koningsplein en Markt geselecteerd als stedelijk wijk- en buurtcentrum.
5 Uit de ongevallencijfers van de lokale verkeerspolitie Antwerpen (2006-2008) blijkt dat er in de voorgestelde zone in totaal 211 ongevallen gebeurden, waarvan 52 ongevallen met letsel(s). Ongeveer 70% van de letselongevallen gebeurden op lokale wegen met een (huidig) snelheidsregime van 50 km/u. In totaal waren 56 (brom)fietsers en/of voetgangers betrokken in de ongevallen.
6 Door de voorgestelde uitbreiding en clustering van de bestaande zones 30 (schoolomgevingen) ontstaat één logische en aaneengesloten zone 30. Dit maakt het voor de verschillende weggebruikers véél duidelijker en leesbaarder en vergroot bijgevolg de kans op naleving van het gewenste snelheidsregime. De communicatie naar de burger is ook duidelijker.
Plan van aanpak 1ste fase
Omwille van de bijhorende werkbelasting stelt het bedrijf stadsontwikkeling een gefaseerde en gebiedsgerichte aanpak voor deze eerste fase ‘uitbreiding en clustering van zone 30 gebieden’ voor:
1 Gefaseerde aanpak in twee reeksen:
Per district wordt in eerste instantie één (nieuwe of geclusterde) zone 30 afgebakend. Voor het onderzoek naar de inrichting van deze zone 30 gebieden en de uitwerking van de verkeersbegeleidende ingrepen wordt gewerkt met twee reeksen van elk vier zone 30 gebieden. De indeling van kernen in reeks 1 of reeks 2 gebeurt op basis van kandidaatstelling door de districten en op basis van volgende criteria:
- bestaan van een wijkcirculatieplan (in voorontwerp of opgestart) voor de betreffende zone 30
- graad van verkeersonveiligheid in het betreffende gebied
2 Gebiedsgerichte aanpak:
Er wordt voor geopteerd om zone per zone aan te pakken. Per zone 30 wordt een richtplan (of strategisch plan) opgemaakt. Dit richtplan, dat zal worden opgemaakt in nauw overleg met het district (en indien gewenst ook met de bewoners), omvat een totaalpakket van gewenste (infrastructurele) maatregelen voor de inrichting van de zone 30, een timing voor uitvoering en een kostenraming.
Het strategisch plan zal vervolgens ter goedkeuring worden voorgelegd aan het district. Na goedkeuring worden de voorziene infrastructurele ingrepen uitgewerkt in ontwerp- en uitvoeringsplannen die de procedure van de plenaire vergadering openbaar domein zullen doorlopen. Deze uitvoeringsplannen zullen na goedkeuring door het districtscollege geleidelijk tot uitvoering worden gebracht, afhankelijk van de budgettaire mogelijkheden.
Er wordt gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak omwille van de volgende redenen:
1 zodat de verkeerspolitie advies kan geven over omleidingen
2 de communicatie naar de burger
3 de spreiding van de werkbelasting
Timing (aanpassing van oorspronkelijk vooropgestelde timing):
Mijlpaal 1
Principiële goedkeuring door het stadscollege van plan van aanpak voor de realisatie van bijkomende en/of clustering van bestaande zone 30 gebieden en kennisname van het voorstel van afbakening van één zone per district.
Timing: mei 2009
Mijlpaal 2
Kandidaatstelling en advies ontvangen van de respectievelijke districtscolleges betreffende het voorstel van afbakening zone 30-gebieden in de districtskernen.
Timing: eind februari 2010
Mijlpaal 3
Advies ontvangen van de respectievelijke districtscolleges betreffende aanvullend (verkeers)reglement voor de afgebakende zone 30 in de districtskernen.
Timing: mei 2010
Mijlpaal 4
Goedkeuring door de gemeenteraad van aanvullend (verkeers)reglement voor alle afgebakende zone 30 gebieden in districtskernen en plaatsen van verkeersborden F4a en F4b (tegen 1 september 2010).
Timing: GR eind juni 2010
Mijlpaal 5
Strategisch plan voor de inrichting van een eerste reeks (nieuw) afgebakende zone 30 gebieden klaar. Dit plan behelst onder andere een lijst van vereiste en wenselijke (infrastructurele) ingrepen per zone 30 met een voorstel tot prioritering.
Timing: juni 2010
Mijlpaal 6
Strategisch plan voor de inrichting van een tweede reeks (nieuw) afgebakende zone 30 gebieden klaar. Dit plan behelst onder andere een lijst van vereiste en wenselijke (infrastructurele) ingrepen per zone 30 met een voorstel tot prioritering.
Timing: december 2010
Mijlpaal 7
Principiële goedkeuring door de districtcolleges van het strategisch plan voor de inrichting van de nieuwe zone 30 (reeks 1) + voorzien in begroting van de betreffende districten.
Timing: september 2010
Mijlpaal 8
Principiële goedkeuring door de districtcolleges van het strategisch plan voor de inrichting van de nieuwe zone 30 (reeks 2) + voorzien in begroting van de betreffende districten.
Timing: januari 2011
Mijlpaal 9
Conceptschetsen van alle (infrastructurele) maatregelen voor de 1ste reeks afgebakende zone 30 gebieden klaar en procedure ‘plenair overleg openbaar domein’ opgestart.
Timing: november 2010
Mijlpaal 10
Conceptschetsen van alle (infrastructurele) maatregelen voor de 2de reeks afgebakende zone 30 gebieden klaar en procedure ‘plenair overleg openbaar domein’ opgestart.
Timing: maart 2011
Mijlpaal 11
Uitvoeringsplannen van alle (infrastructurele) maatregelen voor de 1ste reeks afgebakende zone 30 gebieden klaar voor goedkeuring district.
Timing: mei 2011
Mijlpaal 12
Uitvoeringsplannen van alle (infrastructurele) maatregelen voor de 2de reeks afgebakende zone 30 gebieden klaar voor goedkeuring district.
Timing: oktober 2011
Zoals in het mijlpalenplan voorzien, dient het invoeren van elke zone 30 voorwerp uit te maken van een aanvullend (verkeers)reglement. Dit aanvullend reglement wordt vastgesteld door de gemeenteraad na een formele adviesronde van de respectievelijke districten. Districten zullen dus twee maal om advies worden gevraagd. Een eerste maal op een voorstel van afbakening en een tweede maal op de formalisering van de zone 30 in een aanvullend (verkeers)reglement. Omwille van de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid is het wenselijk om de zone 30 stelselmatig en consequent verder in te voeren in alle woon- en verblijfsgebieden. Het voorstel van afbakening uit de Staten-Generaal moet dan ook worden begrepen als een eerste fase in deze verdere uitbreiding, clustering en invoering van zone 30 gebieden over de hele stad.
Het college vraagt aan de districten dan ook een duidelijk engagement voor het stelselmatig en consequent verder afbakenen en inrichten van zone 30 gebieden binnen hun districtsgrenzen.
Financiële gevolgen
Dit besluit heeft voor het district in principe geen financiële gevolgen.
Besluit
Artikel 1
Het districtscollege beslist het plan van aanpak goed te keuren voor het invoeren/uitbreiden van zone 30 gebieden in uitvoering van de Staten-Generaal van de verkeersveiligheid die plaatsvond op 10 april 2008.
Artikel 2
Het districtscollege beslist volgend voorstel van afbakening en uitbreiding van de zone 30 goed te keuren:
Het woon- en verblijfsgebied gelegen tussen Schoonbroek - Bilderdijkstraat, Kloosterstraat, Moretuslei (incl.), Driehoekstraat (wegsegment tussen Dorpstraat en Korte Sterrestraat incl.), Bund (incl.), Statiestraat, Veltwijcklaan (tot Frans Harrewijnlaan), Zuster Nathaliestraat (incl.) – Pastoor De Vosstraat (incl.) – Villapark (incl.), Frans Harrewijnlaan (incl.), Steenstraat (wegsegment tussen Frans Lenaertsstraat en Klein Hagelkruis incl.) en de districtsgrens.
(Opm.: Tenzij anders vermeld, vormen de opgegeven straten de grens en behoren dus niet tot de zone 30).
Artikel 3
Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen.
21-01-2010 om 00:00
geschreven door Chil 
|