|
Verslag van het Rekenhof aan de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams Parlement Goedgekeurd in de Nederlandse kamer van het Rekenhof van 19 januari 2010.
2 Toelichting bij de recente ontwikkelingen
2.1 Algemeen
Het Rekenhof geeft hierna enige toelichting bij de ontwikkelingen sinds de vorige voortgangsrapportage van maart 2009 op het vlak van de reikwijdte, de planning, de kostprijs en financiering, de risicobeheersingen de projectorganisatie. Het formuleert ook zijn commentaar bij de dertiendevoortgangsrapportage van de BAM.
Medio 2008 heeft de Vlaamse Regering het initiatief genomen een onafhankelijke evaluatiestudie te laten uitvoeren met het oog op een multidisciplinaire vergelijking van drie tracés voor de Oosterweelverbinding: het verbeterde middentracé waarmee de BAM tot nog toe heeft gewerkt, het tracé met de langere ondertunneling uit de Horvatstudie en het noordelijk tracé voorgesteld door de stRaten-generaal. Het studierapport, dat een rangschikking bevat van de drie onderzochte tracés met enkele tolscenario's en dat een bijkomend alternatief voorstelt, is op 4 en 5 maart 2009 respectievelijk aan de Vlaamse Regering en de parlementaire commissie gepresenteerd. De stad Antwerpen heeft het bijkomende alternatief nog verder laten onderzoeken.
De Vlaamse Regering heeft op 28 maart 2009 toelating gegeven een bouwaanvraag in te dienen voor het voorbereide tracé voor de Oosterweelverbinding, enkele opties tot bijsturing goedgekeurd en een beslissing over een bouwvergunning uitgesteld tot het najaar 2009 met een verlengde adviestermijn voor de stad Antwerpen. Na de gemeentelijke volksraadpleging van 18 oktober 2009 heeft het stadsbestuur van Antwerpen een negatief advies gegeven over de bouwaanvraag. Op 21 oktober 2009 heeft de Vlaamse Regering vervolgens een ministerieel comité en een aantal werkgroepen onder de benaming Duurzame Antwerpse Mobiliteit (DAM) opgericht, waarbij de Vlaamse Regering het dossier van de Oosterweelverbinding zelf zal aansturen, weliswaar met de stad Antwerpen als gesprekspartner. De DAM-werkgroepen zijn inmiddels opgestart.
De Vlaamse Regering heeft verder beslissingen genomen in verband met de aanbesteding en afbakening van de tramlijnprojecten van Brabo I en Brabo II.
De beslissingen van de Vlaamse Regering van 16 februari 2007 en de goedgekeurde kaderovereenkomst van 27 juli 2007 tussen het Vlaams Gewest en de BAM vormden tot nog toe samen met de beslissingen van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 en 22 juli 2005 het referentiekader voor de realisatie van het Masterplan Antwerpen. Voor de verdere aanpak van het dossier gaat de Vlaamse Regering uit van de regeringsbeslissing van 28 maart 2009, zoals bevestigd in haar regeerakkoord. Dat wil onder meer zeggen dat de Vlaamse Regering blijft uitgaan van de volledige uitvoering van het één en ondeelbare masterplan, dat slechts in zijn geheel een oplossing kan bieden voor de multimodale mobiliteitsproblemen in en rond Antwerpen.
De Vlaamse Regering heeft zich ook voorgenomen over te gaan tot een herstructurering van de BAM om de ESR-neutraliteit en de financierbaarheid van het project te garanderen. Het Rekenhof wijst erop dat, rekening houdend met de gekozen oplossingen, de bestaande kaderovereenkomst tussen de BAM en de Vlaamse Regering wellicht moet worden aangepast. De raad van bestuur van de BAM heeft in 2009 onder meer een aantal protocols, nieuwe verbintenissen met externe dienstverleners en de contracten voor de tramlijnprojecten van Brabo I goedgekeurd. Ook de jaarrekening van de BAM over het jaar 2008 werd goedgekeurd. De raad van bestuur heeft verder de evoluties in het Oosterweeldossier en de financieel-juridische structurering besproken.
In de voorliggende voortgangsrapportage rapporteert de BAM over de reikwijdte, planning en kostprijs van het Masterplan Antwerpen en de Oosterweelverbinding, in het bijzonder zoals die tot nog toe is geconcipieerd door de BAM.
2.2 Reikwijdte
In de nota van 22 juli 2005 heeft de BAM aan de Vlaamse Regering meegedeeld hoe de verschillende projecten van het Masterplan Antwerpen op hoofdlijnen worden ingevuld. Nadien heeft de BAM de nadere afbakening van de eerste reeks openbaarvervoerprojecten en een aantal bruggen over het Albertkanaal in nota's en protocols vastgelegd.
De Vlaamse Regering heeft op 28 maart 2009 na het vergelijkend tracéonderzoek voor de Oosterweelverbinding onder meer beslist een automatisch verkeersmanagementsysteem uit te bouwen en initiatieven te nemen voor een betere bereikbaarheid van de Liefkenshoektunnel. Ze stelde de capaciteit van de nieuwe Scheldekruising vast op 2x3 volwaardige rijstroken(6). Als gevolg van de tactische studie van de E313 wil de bevoegde Vlaamse minister de aansluiting van de R1 met de E313 verder laten bestuderen door het departement Mobiliteit en Openbare Werken(7). Na de volksraadpleging heeft de Vlaamse Regering beslist het proces om te komen tot een duurzame mobiliteit in en rond Antwerpen zelf aan te sturen. Zij sluit daarbij geen enkele oplossing uit(8). Dat betekent dat de reikwijdte en invulling van de Oosterweelverbinding afhankelijk van de verdere besluitvorming mogelijk nog fundamenteel kunnen wijzigen.
De Vlaamse Regering heeft zich in mei 2009 akkoord verklaard met de reikwijdte van de tramlijnprojecten van Brabo II zoals beschreven in een samenwerkingsovereenkomst tussen de BAM, De Lijn, het Agentschap Wegen en Verkeer en de stad Antwerpen.
In dat verband heeft de Vlaamse Regering de afbraak van het Hardenvoortviaduct beslist. De stad Antwerpen vroeg echter in oktober 2009 een heroverweging van die afbraak. De tramlijnprojecten van Brabo II omvatten de tramlijnen op het Eilandje (inclusief vernieuwing Londenbrug, maar exclusief wegrenovatie), de tramverbinding in de Brusselstraat, de tramlijn naar Ekeren (exclusief Noorderlaanbrug, maar inclusief volledige heraanleg Noorderlaan tot aan De Mieren) en het project Leien fase II (inclusief Operaplein)(9).
Het ontwerp van en de gebiedsontwikkeling rond de nieuwe fietsersbrug ter vervanging van de IJzerlaanbrug zijn nog voorwerp van overleg tussen de BAM en de stad. De fietsersbrug ligt in het projectgebied van de Oosterweelverbinding, zodat bij de realisatie ervan rekening moet worden gehouden met de technische randvoorwaarden van de Oosterweelverbinding.
Voor de overige projecten van het Masterplan Antwerpen zijn het Rekenhof geen recente belangrijke projectwijzigingen bekend.
|