Ötzi is mogelijk dan toch niet vermoord Auteur: Alexander Verstraete
ma 24/04/2017 - 23:19 Alexander Verstraete
Nieuw onderzoek plaatst de doodsoorzaak van Ötzi in een ander licht. Lang dachten wetenschappers dat de "ijsman" een gewelddadige dood stierf, maar een Zwitserse antropoloog meent dat hij is doodgevroren.
Waaraan is Ötzi precies bezweken toen hij ongeveer 5.300 jaar geleden zijn laatste adem uitblies hoog in de Alpen? Sinds de mummie van de wereldberoemde "ijsman" in september 1991 door wandelaars is ontdekt, zoeken wetenschappers naar het antwoord op die vraag.
Antropoloog Frank Rühl van de universiteit van Zürich komt met een nieuwe hypothese op de proppen: Ötzi zou destijds zijn doodgevroren. Daarmee spreekt hij de theorie tegen die stelt dat hij door geweld om het leven kwam. Concreet zou hij met een pijl zijn beschoten waarbij een stenen pijlpunt zich door zijn schouder boorde en hem dodelijk verwondde. Ander onderzoek wijst dan weer op hoofdwonden die mogelijk door slagen met een steen zijn veroorzaakt.
100 milliliter
Op basis van röntgenonderzoek en scans heeft Rühl achterhaald dat Ötzi hoogstens 100 milliliter bloed heeft verloren door de wonde aan zijn schouder. Dat was ongetwijfeld pijnlijk, maar lang niet genoeg om hem te doden. De hoofdwonden zijn dan weer het gevolg van een gewone valpartij, zo meent Rühl.
"De meest waarschijnlijke en voornaamste doodsoorzaak is dat Ötzi is doodgevroren", concludeert de antropoloog daarom. Mogelijk gebeurde dat al enkele minuten tot enkele uren nadat hij aan de koude was blootgesteld. Zijn verwondingen zouden het proces wel hebben bespoedigd.
Resten van nog onbekende piramide ontdekt in Egyptische dodenstad Dahshur
Resten van nog onbekende piramide ontdekt in Egyptische dodenstad Dahshur
Belga
di 04/04/2017 - 17:16 Sara Van Poucke In de antieke Egyptische dodenstad Dahshur is een nog onbekende piramide ontdekt, of althans het binnenwerk ervan. Het Egyptische ministerie van Antiquiteiten maakte de vondst gisteren bekend en gaf enkele foto's vrij.
Uit de foto's van die het Egyptische ministerie vrijgaf, is een toegangstrap en een grafkamer te zien. Het binnenwerk van een piramide dus, zonder het kenmerkende driehoekige bouwsel eromheen. (lees verder onder de foto)
Belga
De piramide, of wat ervan overblijft, moet zo'n 3.700 jaar oud zijn. Een blok van albast met inscripties, dat ook werd ontdekt, doet vermoeden dat het gaat om de tombe van Ameni-Kemaw, een koning die regeerde in een periode tussen het Midden- en het Nieuwe Rijk, waarover nog weinig bekend is. (lees verder onder de foto)
Belga
De piramide werd gevonden in de buurt van de Rode piramide van Snofroe en de Knikpiramide, twee toeristische trekpleisters die een stuk ouder zijn dan de ruïnes die nu zijn ontdekt. De dodenstad Dahshur behoort tot de necropolis van Memphis en staat op de lijst van Unesco Werelderfgoed. In het gebied worden met enige regelmaat resten van piramides gevonden.
Jacques Descloitres, MODIS Land Rapid Response Team, NASA/GSFC
vr 31/03/2017 - 12:32 Pieterjan Huyghebaert
De Groenlandse ijskappen hebben zo'n 20 jaar geleden een kantelpunt bereikt. Dat blijkt uit een onderzoek van een Belgisch-Nederlands team wetenschappers dat vandaag in Nature Communications is verschenen. "Het lijkt dat het proces onomkeerbaar is", zegt klimatoloog Stef Lhermitte.
De ijskappen langs de kust van Groenland zijn rond 1997 hun natuurlijke buffer kwijtgespeeld, waardoor ze sinds dat jaar steeds sneller smelten. Tot 20 jaar geleden waren de ijsmassa's nog in staat om voldoende smeltwater vast te houden om de jaarlijkse temperatuursverschillen te kunnen opvangen, maar sinds 1997 is dat niet meer het geval. Het onderzoek van de wetenschappers van de Technische Universiteit Utrecht is vandaag in Nature Communications verschenen.
De ijskappen aan de rand van Groenland zijn bijna 100.000 km² groot, dat is zowat drie keer de oppervlakte van België. Normaal gesproken zijn deze ijskappen voldoende in staat om met de temperatuurschommelingen tijdens de zomer om te gaan. De tientallen meters dikke laag dicht opeengepakte sneeuw houdt het smeltwater in de zomer vast, zodat het 's winters weer bevriest. De klimaatverandering heeft dit evenwicht echter uit balans gebracht.
Jaarlijkse massaverlies 3 keer zo groot als voor 1997
"De sneeuwlaag is sinds 1997 niet meer in staat om het smeltwater volledig te absorberen", zegt klimatoloog Stef Lhermitte, die deelnam aan het onderzoek, aan VRT Nieuws. Hierdoor is de sneeuwlaag op de ijskappen verzadigd met bevroren smeltwater. Nieuw smeltwater kan daarom niet meer terecht in de sneeuwlaag en loop rechtstreeks de zee in. "Het is zeer waarschijnlijk dat deze ijskappen onherroepelijk zullen bijdragen aan de stijging van de zeespiegel."
Om een goed beeld te krijgen van de staat van de ijskappen hebben de onderzoekers twaalf gebieden langs de kust van Groenland bestudeerd. Uit het onderzoek blijkt dat alle twaalf de gebieden sinds 1997 massa verliezen. De schade is niet overal even groot: in het zuiden loopt zo'n 17 procent bijkomend smeltwater de zee in, in het meest noordelijke gebied loopt dat op tot 74 procent. Het jaarlijkse massaverlies is nu ongeveer drie keer zo groot als voor 1997.
Het onderzoek heeft zich specifiek toegespitst op de ijskappen langs de kust van Groenland. De hoger gelegen ijsmassa's zijn nu nog relatief gezond, maar door de stijgende temperatuur beginnen ook zij langzaam maar zeker te smelten.
Groenlandse ijskappen bereiken kantelpunt: "Smelten lijkt onomkeerbaar" Jacques Descloitres, MODIS Land Rapid Response Team, NASA/GSFC
vr 31/03/2017 - 12:32 Pieterjan Huyghebaert De Groenlandse ijskappen hebben zo'n 20 jaar geleden een kantelpunt bereikt. Dat blijkt uit een onderzoek van een Belgisch-Nederlands team wetenschappers dat vandaag in Nature Communications is verschenen. "Het lijkt dat het proces onomkeerbaar is", zegt klimatoloog Stef Lhermitte.
De ijskappen langs de kust van Groenland zijn rond 1997 hun natuurlijke buffer kwijtgespeeld, waardoor ze sinds dat jaar steeds sneller smelten. Tot 20 jaar geleden waren de ijsmassa's nog in staat om voldoende smeltwater vast te houden om de jaarlijkse temperatuursverschillen te kunnen opvangen, maar sinds 1997 is dat niet meer het geval. Het onderzoek van de wetenschappers van de Technische Universiteit Utrecht is vandaag in Nature Communications verschenen.
De ijskappen aan de rand van Groenland zijn bijna 100.000 km² groot, dat is zowat drie keer de oppervlakte van België. Normaal gesproken zijn deze ijskappen voldoende in staat om met de temperatuurschommelingen tijdens de zomer om te gaan. De tientallen meters dikke laag dicht opeengepakte sneeuw houdt het smeltwater in de zomer vast, zodat het 's winters weer bevriest. De klimaatverandering heeft dit evenwicht echter uit balans gebracht.
Jaarlijkse massaverlies 3 keer zo groot als voor 1997
"De sneeuwlaag is sinds 1997 niet meer in staat om het smeltwater volledig te absorberen", zegt klimatoloog Stef Lhermitte, die deelnam aan het onderzoek, aan VRT Nieuws. Hierdoor is de sneeuwlaag op de ijskappen verzadigd met bevroren smeltwater. Nieuw smeltwater kan daarom niet meer terecht in de sneeuwlaag en loop rechtstreeks de zee in. "Het is zeer waarschijnlijk dat deze ijskappen onherroepelijk zullen bijdragen aan de stijging van de zeespiegel."
Om een goed beeld te krijgen van de staat van de ijskappen hebben de onderzoekers twaalf gebieden langs de kust van Groenland bestudeerd. Uit het onderzoek blijkt dat alle twaalf de gebieden sinds 1997 massa verliezen. De schade is niet overal even groot: in het zuiden loopt zo'n 17 procent bijkomend smeltwater de zee in, in het meest noordelijke gebied loopt dat op tot 74 procent. Het jaarlijkse massaverlies is nu ongeveer drie keer zo groot als voor 1997.
Brice Noel, Utrecht University
Het onderzoek heeft zich specifiek toegespitst op de ijskappen langs de kust van Groenland. De hoger gelegen ijsmassa's zijn nu nog relatief gezond, maar door de stijgende temperatuur beginnen ook zij langzaam maar zeker te smelten.
29-03-2017
Grootste pootafdruk ooit van dinosaurus ontdekt
Grootste pootafdruk ooit van dinosaurus ontdekt
di 28/03/2017 - 16:30 Sara Van Poucke Aan de kust van het Australische schiereiland Dampier, ook wel eens het Jurassic Park van Australië genoemd, zijn de grootste pootafdrukken ontdekt die ooit van dinosauriërs gevonden zijn. De ontdekking komt net op een moment dat het onderzoek naar de prehistorische dieren op zijn grondvesten davert.
Zijn bijnaam Jurassic Park heeft Dampier niet gestolen. Dat er dinosaurussporen te vinden zijn, weet de aboriginalbevolking al heel lang. Toen de Australische overheid een kleine tien jaar geleden de opdracht gaf om in het gebied naar gas te boren, schakelden ze de hulp van wetenschappers in. Hun bevindingen, gepubliceerd in het blad 2016 Memoir of the Society of Vertebrate Paleontology, zijn ronduit verbluffend.
Duizenden pootafdrukken vonden ze in het gebied. 150 ervan kunnen ze met zekerheid aan specifieke soorten toeschrijven. De onderzoekers zijn vooral verrast door de grote verscheidenheid die ze aantroffen. 21 soorten hebben ze geïdentificeerd, die de vier belangrijkste groepen dinosaurussen vertegenwoordigen. Er zijn 5 verschillende types sporen van roofdino's, zeker 6 types sporen van plantenetende dino's met lange nekken, 4 types sporen van tweebenige plantenetende ornithopoda en 6 types sporen van dino's met schilden. (lees verder onder de tweet)
Misschien nog spectaculairder dan de enorme diversiteit, is de grootte van sommige van de pootafdrukken. De grootste zijn zo groot als mens van gemiddelde lengte: 1,70 meter.
De dinosaurus die zo'n reuzenspoor heeft nagelaten, moet een heuphoogte van vermoedelijk meer dan 5 meter hebben gehad, 1 meter groter dan olifanten kunnen worden. Het gaat om een sauropoda of langnekdinosaurus. (lees verder onder de tweet)
Het werk van de onderzoekers liep niet van een leien dakje. Ze konden steeds maar korte tijd metingen doen, want in het gebied komen haaien en krokodillen voor. Bovendien werd het werk bemoeilijkt door grote getijdenverschillen. Om alles enigszins behapbaar te maken, werden drones ingezet die het terrein met laserscanners gedetailleerd in kaart brachten.
Dino-stamboom stevig door elkaar geschud
De Australische ontdekking komt op een moment dat de paleontologie stevig door elkaar wordt geschud. De stamboom die dinosaurusonderzoekers al meer dan een eeuw lang hanteren om de dieren in te delen, moet mogelijk op de schop. Sinds 1888 worden dinosauriërs ingedeeld in twee groepen: een groep met een "vogelheup" en een groep met een "hagedisheup".
"Een idee van 130 jaar oud moeten we niet zomaar klakkeloos overnemen", vindt Matthew Barron van de universiteit van Cambridge. Hij en zijn collega's stellen voor om zich niet blind te staren op het bekken van de dinosauriërs, maar ze in te delen op basis van 21 kenmerkende anatomische eigenschappen. Zo ontstaat een nieuwe boomstructuur.
Barron komt nog met een andere nieuwe hypothese op de proppen. De oorsprong van de dinosauriërs zou wel eens in het noordelijk halfrond kunnen liggen, meer bepaald in Schotland. En niet in Zuid-Amerika, zoals tot dusver werd aangenomen. In Schotland zijn immers fossielen gevonden van de oudste leden van de nieuwe stamboomtakken die Barron onderscheidt. De Saltopus, een omnivoor zo groot als een kat, zou dan de gemeenschappelijke voorouder van alle dinosauriërs kunnen zijn.
"Vanzelfsprekend is dit een hypothese die in Zuid-Amerika niet op gejuich zal worden onthaald", weet Matthew Barron.
Uniek standbeeld van oma Toetanchamon duikt op in Luxor
Uniek standbeeld van oma Toetanchamon duikt op in Luxor
vr 24/03/2017 - 23:48 Alexander Verstraete In Luxor hebben archeologen een standbeeld ontdekt van koningin Teje. Zij was de echtgenote van farao Amenhotep III en de grootmoeder van farao Toetanchamon. Het beeld is van albast wat het uniek maakt.
Het woestijnzand van Egypte heeft alweer een kunstschat prijsgegeven. Nadat eerder deze maand een kolossaal standbeeld van farao Ramses II in Caïro was ontdekt, hebben archeologen in Luxor gisteren een standbeeld van koningin Teje gevonden.
De ontdekking gebeurde veeleer per ongeluk toen arbeiders een groot standbeeld van farao Amenhotep III uit het zand trokken op de site van Kom el-Hettan. Onder zijn rechterbeen bleek een standbeeld van zijn echtgenote Teje schuil te gaan.
Amenhotep III regeerde van 1390 tot 1352 voor Christus als negende farao van de 18e dynastie over Egypte. Teje overleed in 1340 voor Christus. Ze waren de ouders van farao Amenhotep IV of Achnaton en zodoende ook de grootouders langs vaderskant van farao Toetanchamon.
De Egyptische minister van Antiquiteiten Khaled el-Enany noemt de ontdekking "mooi, voornaam en uniek". Eerder zijn al andere standbeelden van Teje gevonden, maar die zijn telkens van kwartsiet gemaakt. Dit beeld is uit albast gehouwen wat het zonder meer uniek maakt. Bovendien bevindt het zich in een uitstekende staat en bevat het sporen van de oorspronkelijke kleuren.