Babylon, in de Bijbel vermeld als Babel, is via de overlevering bekend van de Toren van Babel en de hangende tuinen van Babylon die gelden als een van de zeven wereldwonderen uit de Oudheid. Volgens Unesco staat de stad voor de expressie van de creativiteit van het neo-Babylonische Rijk op zijn hoogtepunt. "De associatie van de stad met een van de zeven wereldwonderen van de Oudheid inspireerde wereldwijd de artistieke, populaire en religieuze cultuur", zegt Unesco.
Babylon situeert zich op zo'n 85 kilometer van Bagdad, de huidige hoofdstad van Irak. De stad was het middelpunt van verschillende beschavingen die leefden in het oude Mesopotamië, het gebied rond de rivieren Tigris en Eufraat. Babylon werd al vermeld op een kleitablet uit de 23e eeuw voor Christus. Archeologen schatten dat de stad, met een oppervlakte van 890 hectare, tussen 1770 en 1670 voor Christus de grootste stad van de wereld was en later nog eens tussen 612 en 320 voor Christus. Enkel Rome en Carthago zijn ooit groter geweest in de Oudheid.