Wetenschappers gingen er tot nu toe van uit dat de menselijke taal 100.000 tot 50.000 jaar geleden is ontstaan. Volgens onderzoekers van het Max-Planck-Instituut voor psycholinguïstiek in Nijmegen duiden de meeste wetenschappelijke studies er echter op dat de laatste gemeenschappelijke voorvader van de neanderthaler en de moderne mens al kon praten.
Dat zou betekenen dat de menselijke taal 1,8 miljoen tot 1 miljoen jaar geleden is ontstaan, en dat de huidige talen nog elementen van het neanderthaals bevatten.
In het erfelijk materiaal van de moderne mens zitten genen die van de neanderthalers en een andere mensachtige, de homo denisova, afkomstig zijn. Ook duiden overeenkomsten in het maken van werktuigen op een culturele uitwisseling. Volgens Dan Dediu en Stephen C. Levinson van het instituut zouden daarbij ook woorden in elkaars taal kunnen zijn terechtgekomen.
Oudste boomklimmers en tunnelgravers onder de zoogdieren ontdekt
Oudste boomklimmers en tunnelgravers onder de zoogdieren ontdekt
zo 15/02/2015 - 10:33 Luc De Roy In China zijn twee nieuwe soorten van kleine zoogdiertjes ontdekt uit het jura-tijdperk, de glorietijd van de dinosauriërs. Het gaat om een diertje met grote klauwen dat in bomen leefde, en een diertje met poten als schoppen dat tunnels groef. Hoewel de dieren in kwestie geen directe voorouders van de huidige zoogdieren zijn, zeggen onderzoekers dat de vondst aantoont dat de vroege zoogdieren weliswaar klein waren, maar wel zeer divers.