De nieuwe soort was geen directe voorvader van de moderne mens, maar een verwante soort, die gelijktijdig met Homo sapiens op aarde leefde. En niet alleen met Homo sapiens: in die tijd leefden er ook nog neanderthalers, de mysterieuze Denisova-mensen en de kleine "hobbits", Homo floresiensis, op het Indonesische eiland Flores. Er zijn geen aanwijzingen dat de Homo luzonensis ooit andere leden van de Homo-stam ontmoet heeft, en moderne mensen hebben de eilanden van de Filipijnen slechts duizenden jaren na de ouderdom van de beenderen voor het eerst bereikt.
Blijkbaar gebruikte de Luzon-mens stenen werktuigen, en uit de kleine tanden valt af te leiden dat ze mogelijk nogal klein waren. De onderzoekers willen daar echter geen al te vergaande uitspraken over doen, aangezien ze slechts over weinig fossiele resten beschikken en bijvoorbeeld geen schedel hebben.
"We moeten daar voorzichtig over blijven, vooral omdat mensen onmiddellijk Homo floresiensis voor ogen zullen hebben als een model voor de fysieke verschijning van Homo luzonensis, wat zeker niet het geval was", zei Détroit aan het persagentschap Reuters. De Flores-mens was slechts 1 meter groot. "We kunnen enkel speculeren, maar het kan zowat in de buurt gelegen hebben van een pygmee Homo sapiens", zo vulde archeoloog Armand Mijares aan. Mijares is de leider van het Callao Archeological Project.
(Lees verder onder de foto.)