Nieuwe grafkamers met mummies geven hun geheim prijs in Egypte
Nieuwe grafkamers met mummies geven hun geheim prijs in Egypte
Egyptische archeologen hebben in de stad Luxor twee oude grafkamers uitgegraven. "De zowat 3.500 jaar oude grafkamers bevatten onder meer mummies, beelden, aardewerk, kleurrijke inscripties en grafzegels", zegt de Egyptische minister voor Oudheid Khaled al-Enani.
De Egyptische minister voor Oudheid Khaled al-Enani heeft de ontdekking van twee oude grafkamers in de stad Luxor voorgesteld. De archeologen hebben onder meer mummies, beelden, aardewerk, kleurrijke inscripties en grafzegels gevonden.Volgens Khaled al-Enani zullen er in de nabije toekomst nieuwe ontdekkingen gedaan worden in Luxor.Het voorbije jaar zijn er al verschillende archeologische vondsten gedaan in Egypte. In maart ontdekten archeologen een bijzonder groot beeld in een achterbuurt van Caïro. Dat beeld is waarschijnlijk een afbeelding van koning Psammetichus. In april vonden archeologen acht mummies in een andere grafkamer in Luxor.
Iedereen kent het dodenmasker van Toetanchamon, maar de ware blingbling was zijn dolk. Die was namelijk van ijzer. Een directe gift van de goden, recht uit de hemel.PIETER VAN DOOREN
Vorig jaar bevestigden chemici wat al langer was vermoed: de dolk van Toetanchamon was van hemelijzer, ijzer uit een meteoriet, ook wel hemelsteen genaamd. Toen Howard Carter in 1922 het graf van Toetanchamon opende, en een onbelangrijk faraootje de beroemdste farao ooit werd, ontdekte hij tussen de windsels van de farao een dolk. Van ijzer, zo te zien, maar dan wel ijzer dat na al die eeuwen nog steeds niet verroest was. Roestvrij ijzer, dat moest wel een farao waardig zijn geweest, temeer daar hij het voorwerp op zijn lichaam droeg. Dat klopt, bevestigt een Frans onderzoeker nu.
Hemelijzer
Maar desondanks kent bijna niemand die dolk. Al dat goud stak veel meer de ogen uit, en hoe kunstzinnig ook, de dolk viel voor moderne mensen niet op tussen al die andere, ook kunstzinnige, grafgiften. Evenmin trouwens als het ijzeren amulet aan zijn gouden armband. Alleen de specialisten vonden die dingen wel boeiend: Toetanchamon werd in 1327 voor onze jaartelling begraven, terwijl de Egyptenaren pas in 650 voor onze jaartelling leerden hoe ze ijzer moesten maken.
Hoe kwam Koning Toet dan aan zijn ijzer? Ingevoerd van plaatsen waar men wel al aan ijzerbewerking toe was? Niemand wist welke dat dan wel zouden moeten zijn. De oudste bekende plaatsen waar men ijzer uit zijn ertsen leerde halen, liggen in Anatolië en de Kaukasus, maar die dateren van ruim honderd jaar na Toetanchamon. Waren de Egyptenaren technisch geavanceerder dan we dachten? Of was die dolk misschien van meteorietijzer?
Dolk van Toetanchamon: echt ijzer! ijzer. petrie museum
Om ijzer uit zijn ertsen vrij te maken moet je die ertsen niet alleen heel hoog verhitten, maar bovendien ook nog eens in zuurstofarme omstandigheden, zodat de ijzeroxiden ontroest worden (gereduceerd, zeggen chemici) tot metallisch ijzer. Dat vergt complexe ovens, waar men in de bronstijd, ten tijde van Toetanchamon, nog niet aan toe was. Maar meteorieten bevatten kant-en-klaar metallisch ijzer, dat je alleen maar hoeft te smelten. Dat kan bij veel lagere, in de bronstijd wél bereikbare temperaturen. Bovendien is dat ijzer roestvrij, wegens het hoge percentage nikkel en kobalt in meteorieten.
Pas vorig jaar legden chemici dat debat stil: de dolk van Toetanchamon bevatte bij analyse zon elf procent nikkel, en ook aardig wat kobalt. Hemelijzer, geen twijfel mogelijk.
Nog meer ijzer
Daarmee was één debat beslecht, maar hoe zat het met de andere ijzeren voorwerpen uit de bronstijd? Die zijn hoogst zeldzaam, maar ze bestaan wel. Excalibur, het zwaard van Koning Arthur, mogen we tot het rijk van de legenden rekenen, maar er zijn ook echte vondsten. De parels van Gerzeh in Egypte, 5.200 jaar oud. De dolk van Alace Höyük in Turkije, 4.500 jaar oud. De hanger van Umm el-Marra in Syrië, 4.300 jaar oud. De bijl uit het eveneens Syrische Ugarit, 3.400 jaar oud. Verschillende bijlen uit de Shang-dynastie in China, zon 3.400 jaar oud. Allemaal meteorietijzer, of had hier en daar toch een snuggerling ijzererts gereduceerd gekregen?
De dolk van Toetanchamon bevatte bij analyse zon elf procent nikkel, en ook aardig wat kobalt. Hemelijzer, geen twijfel mogelijk
Uit: De Standaard - 9/12/2017
Albert Jambon, van het lab voor mineralogie en kosmochemie van het Franse onderzoeksinstituut CNRS, bedacht een handige oplossing voor dat debat: een draagbare röntgenfluorescentiescanner. Het ziet er pure sciencefiction uit: een soort pistool waarmee je naar het voorwerp in kwestie wijst, en het ding vertelt je waaruit het bestaat. In feite is het gewoon een geavanceerde versie van een toestel dat al een kleine eeuw bestaat. Als je een stof bestraalt met voldoende sterke röntgenstralen, gaat ze opgloeien en zelf ook röntgenstralen uitsturen, met een golflengte die afhangt van het atoom dat je bestraalt. Nu nog die straling opvangen en splitsen in haar golflengten, en je ziet meteen of er ijzer in je voorwerp zat, of calcium, of vanadium, of noem maar op. Intussen is men zover dat zowel de stralingsbron, de optiek en de analysator voldoende klein en krachtig gebouwd kunnen worden om in een pistool te passen.
Jambon kon al de al genoemde voorwerpen uit de bronstijd bekijken, plus nog een paar. Allemaal duidelijk dure luxeproducten. En allemaal waren ze van meteorietijzer. Maar zodra de IJzertijd doorbrak, was ijzer geen luxeproduct meer, en nam niemand nog de moeite om het uit zeldzame meteorieten te betrekken, zegt Jambon in hetJournal of Archaeological Science.