Het is half 2 s nachts en ik lig wakker. Dat gebeurt zelden....... alleen als het borrelt. Als er iets in me zegt: IK moet er UIT!.
Nee ik heb niets verkeerd gegeten en nee, ook niet te veel gedronken. Ik ken dit gevoel ondertussen bijzonder goed, want luister ik niet, dan wordt dit een hel van een nacht en heb ik de volgende ochtend spijt. Luister ik wél, dan stap ik in de stroom van mijn creatieve zelf, die tegenwoordig jengelt als en klein kind. Dat kind in mij krijgt groeischeuten sinds ik mezelf aansloot bij KAPPA ( http://kuplaka.wikidot.com/even-voorstellen ). Jengelen is niet het juiste woord: Het kind in mij bevindt zich in een speeltuin en wil alles, maar dan ook ALLES DOEN! Nee, die speeltuin is geen pretpark met gesofistikeerde tuigen, deze speeltuin is een doe-park, een ontdekkingspark een ervaringspark, een Land van Ooit waar kinderen de baas zijn. Dus........
............kom ik uit mijn bed en begin te schrijven over de dag van gisteren. Of nee, over wat KAPPA in me heeft wakker gemaakt, of start ik bij het begin, nu 2 jaar geleden? Ja, ik ga me eens helemaal laten gaan. Er wordt altijd om kopij gevraagd voor de Letter 10 en ik voel al even de drang om ervoor te schrijven.
2 jaar geleden kreeg ik van een KAPPA bestuurslid LETTER 10 in handen via manlief die blijkbaar nogal lovend over mn tekeningen sprak. Is dit niets voor jou? KAPPA kende ik wel, we bezochten ooit de tentoonstelling in het fort van Stabroek waar ik toen zwaar onder de indruk van was. Ik hapte naar adem: Dát zijn wel échte kunstenaars hoor, wat ik doe
pruttelde ik tegen. Wat ik deed: een beetje tekenen, wat schilderen, soms knutselen, véél in mijn hoofd zitten, af en toe schrijven, dromen
en vooral ter plaatse trappelen. Maar aansluiten bij KAPPA leek me toch een stapje te ver. Aansluiten en niets doen was geen optie. Iets doen dan, is dat dan wel goed genoeg? En deadlines
pfffff. Ik sluit me toch aan en we bezoeken hun tentoonstelling Koekeloere Poezewoefke int Rivierenhof. Wat was ik weer onder de indruk en wat voelde ik me klein. Ik hield me klein in ontzag voor
En toch, ok, ik was lid, wat nu. Voor ik ook maar iets durfde uitpakken bij KAPPA schreef ik me in voor de WAK in Schoten. Het was ondertussen december, ik had nog tijd tot eind april, begin mei. Ver weg, dus tijd genoeg om te leren omgaan met deadlines, maar hoe doe je dat. Via internet kwamen er 365-dagen-projecten van anderen op mijn weg en zo ben ik begonnen om elke dag iets te tekenen/schrijven/fotograferen/maken/doen en daar dan een foto van maken. Elke maand maakte ik een boekje van die fotos. Kheb er op gezweet en geploeterd die eerste maand, de volgende ook nog en daarna begon het echt leuk te worden. Tegen dat WAK een feit was, had ik mijn vrees bijna volledig weggewerkt. Een vertrouwen kwam in de plaats. Ik stelde in mijn eentje tentoon in de brandweerkazerne want andere (echte?) kunstenaars vonden deze plaats te min. Zo was die drempel van de eerste keer overwonnen. Bovendien tekende ik ter plaatse een stilte mandala (geïnspireerd door de droom van alweer een KAPPA bestuurslid) en legde ik een mandala van zand, schelpen en pluimen met een kaarsje in het midden. Het bracht me tot rust. Dit alles lekker niet onder het toeziend oog van de KAPPA kunstenaars.
Ondertussen maakte ik me bekend als mandala tekenares, dat kon ik goed, dat was meestal oud werk, dat was veilig. Dus besloot ik daarmee uit te pakken tijdens KAPPA NATUURLIJK. Maar in de zomer leerde ik enkele kunstenaars kennen die in Doel gingen tentoonstellen. Een last minute uitnodiging volgde. Mijn vredige mandalas tussen hevige moderne Hard Rock/Punk/Street Art, ik heb eens gelachen met mezelf, maar ik durfde dat wel. Alleen had ik een truckje nodig om dicht bij mezelf te blijven te midden van zoveel hevige karakters. Omdat de tentoonstelling slechts één dag plaats vond in een kapel met een koorruimte bovenaan vroeg ik of ik ter plaatse een plantenmandala mocht leggen die vanuit de hoogte kon worden bekeken. Die week en de dag zelf overal van alles verzameld en ik begon er aan. Moeiteloos alsof ik dit al tig keer gedaan had. Bezoekers reageerden enthousiast en ik dacht
int Arboretum? Nee, nee, rustig, gewoon enkele tekeningen binnen brengen en voorzichtig zijn. Dat ik mocht meedoen was al héél wat.
Maar de drang bleef aanwezig en uiteindelijk sprak ik er toch over met iemand van KAPPA. Fantastisch hoe hij, en waarschijnlijk ook anderen achter de schermen, omsprong met mijn idee. In het arboretum ontstond een mooie plantenmandala die zelfs moeiteloos voor langer dan een dag kon blijven liggen. Geen ervaring en dan toch zon resultaat, mijn zelf vertrouwen groeide. Dr was wél een ander probleem dat me onrustig maakte. Ik had me aangemeld als tekenaar van mandalas en ja, ik deed dat wel graag, maar dat kón ik, dat prikkelde niet meer. Ik zette me neer en kwam al tekenend tot rust, dat was alles
Was dat alles? Ik schilderde ook tijdens dat 365 dagen project met acryl of ik experimenteerde met inkt, eigenlijk met onnoemelijk veel materialen tot oude ooglenzen en hun vloeistof toe. Nora spoorde me aan om eens in het groot te schilderen, ja, dát was leuk.
De tentoonstelling rENDEZ VOUS was pure fun. Voorzichtig legde ik contacten, maar
En had ik wel of niet nood aan een eigen stijl. Oei, keurslijf
Tjonge, ik werd zenuwachtig van mijn eigen innerlijke getwijfel en getrappel ter plaatse. Ik kon goed zien dat het probleem bij mezelf lag en niet bij KAPPA. En het gebeurde overal bij alles wat ik deed, kortom een rode draad in mijn leven. Een geboren willen worden en toch niet durven. Met het te benoemen begon er wat te veranderen. KAPPA BOOM kwam in zicht en ik had er zin in. Maar wat zou ik doen? Het ene na het andere idee diende zich aan, maar ik kreeg niets helder. Ik ging op vakantie, mijn ouders vertrokken richting het bejaardenhuis, hun huis moest leeg gemaakt worden en toen we op zaterdag ochtend kans kregen om een boom uit te zoeken voor ons project haakte ik af. Dat ik werkte op zaterdagochtend was één reden, maar als ik écht had gewillen, dan had ik écht wel iets kunnen regelen. Het kwam gewoon goed uit, ik had teveel aan mijn hoofd, ook mijn vrijwilligers werk vroeg enorm veel aandacht met diverse deadlines in september. Dan maar niet.
Teleurgesteld in mezelf, dat was ik wel, ik had opgegeven. Terwijl ik ondertussen al zelfzeker genoeg was om zelfs lastminute iets moois te creëren, had ik 2 maanden vóór datum opgegeven. Niet leuk. Juist omdat het in open lucht was: nee, niet leuk.
En dan neemt kort voor de tentoonstelling alweer een bestuurslid van KAPPA contact met me op: of ik misschien iets kan maken als geschenk voor 2 harpistes? Ik? Een bloemstukje of zoiets? Ik? Ik heb dat nog nooit gedaan. Ik zeg Ja, ja hoor, dat zal me wel lukken. Mijn hart jubelt. Een uitdaging. Een last minute activiteit. Eentje met een deadline van jewelste. Een werk wat KAPPA vertegenwoordigt. Hoe is dat mogelijk dat ik blij ben en tegelijk zo rustig blijf. Ik verzamel wat hier en daar en ik heb geen idee wat het gaat worden. Wat er wél gebeurt: mijn zelfvertrouwen neemt toe. Ik weet het: wanneer ik er aan begin, valt alles op zijn plaats. Ik moet gewoon beginnen. En ja, zaterdagmiddag duik ik het wilde bosje naast ons huis in en s avonds om 8 uur start ik. Het werkt, ja, HET WERKT!
Onder mijn handen groeit iets wat ik zelf nooit verwacht had. En terwijl ik bezig ben groeit ook het inzicht: dit werk heeft een boodschap. Dit werk is als een boom. Het groeit en zal verder groeien ook als ik het heb overhandigd. Het wordt een werk voor buiten, aan of tegen de muur of tegen een boom. Met levende paddenstoelen en mossen en opgekrulde schors en
Ik zie het al voor me: planten en voorwerpen worden er uit gehaald en nieuw materiaal wordt er ingestoken. Een levend schilderij. Ik begin en de ontvangers gaan er mee verder. Een verweving van zielen en dromen. Als beide werken af zijn is manlief verrast. Wéér een nieuwe kunstvorm ziet het daglicht. Om twaalf uur slaap ik in, tevreden. Vroeger zou ik nachtmerries hebben gehad. Wat een verandering, ik herken mezelf niet. Of is dit mijn ware zelf?
De volgende dag vertrek ik richting het Beukenhof in Kapellen. De bloemstukjes heb ik ingepakt. OP het laatst stak ik er nog een rode paddenstoel met witte stippen in. Ik voel me helemaal op mijn plek. En kijk rond, wat kan ik doen? Degene die de receptie verzorgt is zenuwachtig, wat ik goed begrijp, ik kom uit dat gevoel, ik bewonder haar, ik zou vroeger bij zoveel innerlijk spanning afhaken, weg hollen, overspannen worden. Het blijkt geschiedenis, dit gedrag ligt achter me. Deze dag ga ik als het even kan naar buiten om materialen te verzamelen in het park, want de tafeltjes verdienen nog wat decoratie. Weer geen idee hoe ik het ga doen, weer in vertrouwen dat het goed komt. En alles kwám goed.
Welterusten

07-10-2013 om 00:00
geschreven door annemiek
Categorie:introspectie
|