Niet luisteren naar het lichaam is heiligschennis. Zoals in mijn vorige post reeds gezegd, als je lichaam vraagt om rust, dan zal je gehoorzamen. Luister je niet naar de tekenen van oververmoeidheid, dan zal je lichaam het je wel duidelijk maken aan de hand van een ander signaal. Het heeft keuze genoeg, bijvoorbeeld een peesontsteking, of een stressfractuur. Luister je tijdig naar je lichaam, dan is er waarschijnlijk nauwelijks een vuile aan de lucht. Geen vuiltje aan de lucht, geen smogalarm, dus, doortrainen . Sinds vorige donderdag voelde ik een pijntje die uit de dikke teen onder mijn voetzool verder trok, bij het afzetten. Overduidelijk de pees die wat tegenstribbelde. Zaterdag staakte ik mijn training na 12 van de geplande 20 kilometers, deels uit voorzorg, deels uit ongerustheid. zondag schrapte ik mijn geplande training, en maandag ging ik 'noodgedwongen' weer aan de slag. Ik moest lopen geven aan de leerlingen. Na een uurtje lopen met lichte interval en 8 flinke heuvels voelde ik nog iets van die pees, maar wel al minder. Dinsdag was het erop of eronder, ik moest namelijk postjes gaan uitzetten voor 2 oriëntatietrainingen later deze week. Geen uitstel mogelijk. Het hele gebeuren nam 3 uur en 20km in beslag. traag, maar veel offroad, en dus erg belastend voor die dikke teen, die constant druk moet leveren in de zachte ondergrond. Same as monday, nauwelijks iets gevoeld, zodat je zelf twijfelt, voel ik nu iets of niet. Woensdag wou ik nog rustige kilometers doen, zonder te overbelasten. Ik deed de kilometers in 3 keer. 's ochtends 8 à 9 km, om 15uur nog eens 7, wat snellere kilometers (4'15-4'30, aan 145-150) en 's avonds ging ik naar de start-to-runtraining van Fred Raket wat meejoggen met beginnende lopers. No problemo. Op donderdag stond er de oriëntatietraining op het menu: een lijnloop in groep, als duurtraining met een beetje kaartgewenning. Een uurtje offroad, peace of cake. Vandaag, vrijdag was er geen tijd voor training. De zorgen lijken volledig achter de rug. Net op tijd, want zondag doe ik een veldloop mee, in Essen, bij Broer Jan, het hol van de leeuw... of beter gezegd, de leeuw in het hol van zijn broer . Het wordt sowieso een trainingscrosske, waar ik me niet te pletter wil lopen. Just run for fun, for the love of it. En daarna... nog 1 weekje en dan... trainingsstage... laat maar komen die Pyrenese kilometers en bergen...
Trainen en trainen is twee. Vroeger trainde ik bij de atletiekclub. Wekelijkse routine, quasi doelloos op automatische piloot. Elke maandag is loslopen, dinsdag korte intervals, donderdag fartlek, zaterdag loslopen, enzovoort. Doel? Nooit bij stilgestaan. Uitvoering? Plichtsgetrouw, als de goesting dat toeliet. Liet de goesting dat niet toe, dan nog steeds uitvoering, weliswaar wat trager. Elke week was hetzelfde, en zo zal dat nu nog zijn, het is een stilstaand beeld. Later kwam er theorie. Waarom trainen, hoe trainen, wat gebeurt er in het lichaam als je traint? Training werd plots geen wekelijks terugkerend identiek gebeuren, maar een opbouw, variërend van begin tot eind, zoals een bouwwerk. Eerst fundamenten, daarna steunmuren, later verfijning. Overhaast tewerk gaan is nefast. Ik mag dan nog alle faciliteiten hebben die een niet-professional kan dromen om meermaals per dag te trainen en de nodige infrastructuur ter mijner beschikkking te hebben, evident is het niet. Een schema opmaken is zo gebeurd, in een wip. Een vluggertjeswip zelfs. En toch, en toch, zo eenvoudig is het niet. Neem nu, een marathon. Hoeveel kilometer wil ik per week halen? 120? 140? Bij hoeveel kilometer begint dan week 1? Wat kan ik aan? en hoe snel wil ik of kan ik vordering maken? Het lichaam is een alarmcentrale op zich die je trainingen stuurt. Ik begon met 107 en 120km per week, en nadien een rustweek. Verteerd? Jazeker! En dan voel ik in zo'n rustweek een eerste klein alarmpje aan de voet. Rustdag, geen enkel probleem, 't is rustweek. Het kwaaltje was zo klein dat het na 3 dagen met training voorbij was. Wat ijs, fricties, zalfje, en weg was het. Amper 2 dagen later steekt een ander kwaaltje de kop op. Vandaag heb ik de training wat ingekort om het wat rust te geven. Als je 3 trainingen per week doet, dan is het voor sommigen misschien al wat balanceren op de limieten van het lichaam, maar met 8 à 10 trainingen per week toch net iets meer. Wikken en wegen van de snelheid, van de ondergrond, de duur, ... Het is gemakkelijk te zeggen dat je 2 maal daags gaat trainen, en looptechniek, en intervalletjes, en kilometers, en trappen, en krachttraining, maar zolang het lichaam niet meewil, wil het niet mee, en dan heb je alleen maar te gehoorzamen. Dat gehoorzamen is vaak het moeilijkste voor een loper, want hij wil vooruit, letterlijk en figuurlijk. Van rusten wil hij niet weten.
Daarnaast is er nog een heel verraderlijk aspect dat uw schema om zeep kan helpen: het leven! Het leven is een feest, en we beleven dat feest maar één keer. Er valt zoveel te beleven en te ontdekken in dat leven. Er zijn geneugtes des levens, en vaak staan die geneugtes haaks op zo'n intensief trainingsschema. Nachtrust beschouw ik als een verplicht nummertje, maar het is een essentieel onderdeel van het trainingsschema. Geen rust, geen overcompensatie. En dan is er nog de spreekwoordelijke duivel. Vrijdagavonden en zaterdagavonden kunnen wel eens gespijsd worden met sapjes waar een mens nog vrolijker van wordt dan hij al is. Geen kwaad woord over die sapjes, maar ze leggen beslag op uw spieren, en zelfs op de motivatie. Niet chronisch, enkel acuut. Een traininkje doen na een avondje stappen, dat is kinderspel. 20-25kilometer gaan afhaspelen na zo'n avondje, dat is al een ander paar mouwen, en 2 dagen na elkaar van dat, dat is geen paar mouwen meer, dat is 'ne frak'... amai mijne frak! Karaktertraining zullen we het noemen. Eens gehydrateerd en terug volgestouwd met brandstof (vast voedsel) kunnen we dat wel aan...
Deze week reeds gedaan:
Maandag 12km loslopen
Dinsdag: AM 14km offroad - fartlek PM 55' los: 9km
Woensdag 85' rustige duurloop met veel steile hellingen (Kesselberg) en 10 à 15' trappenlopen
Donderdag Militaire oriëntatiecross: Omloop A op behoorlijk tempo HS 170) en nadien omloop C aan HS 140-150: samen 15km vogelvlucht OL
Zaterdagochtend traden een aantal atleten van de Vlaamse seniorploeg oriëntatielopen op in de bossen van Hees. Een originele Fartlek van de hand van bondscoach Patrick Wallaert kregen we voor de voeten geworpen. 3 lussen van tussen 3,5 en 4,5km mochten we afhaspelen. We kregen telkens een kaartje mee waarop in fluo de lussen waren gemarkeerd. In groen de rustige stroken, in oranje, de stroken waar we op het gaspedaal mochten gaan staan. Alles verliep over de paden, met enkele beklimmingen van de beruchte flank van Hees. Een pittige training, dat was het. Het bos liep vol joggers en wandelaars, en volgens hoe ik het gebeuren interpreteerde stoven wij andere wandelaars en joggers aan tempo's van tussen 15 en 20km/h voorbij. Zij moeten wel gedacht hebben: "Wat een sneltreinen!" Het ging ook ontzettend goed vooruit. Clubgenoot Joost Talloen en ik namen afwisselend de kop. De ontnuchtering voor mijzelf en de verbazing voor de toeschouwers kwam echter 2m achter Joost en mezelf aan gesneld. Onze Kim Geypen, Belgische top in het vrouwenveldlopen en -stratenlopen liet zelden meer dan 5m. In de rustpauzes hapte ze dan wel naar adem alsof haar leven er van af hing, alsof ze zou neervallen, maar de volgende versnelling volgde de dartele hinde weer in ons spoor zonder een meter prijs te geven, en opnieuw, en opnieuw, en opnieuw, en dat de volledige training van (opwarming en cooldown niet inbegrepen) 11km. Hoewel lopen technisch gezien door een zweeffase gekenmerkt wordt, stond ik hier bij dit lopen aan bijna 20km/h pardoes weer met mijn twee voeten aan de grond, genageld. Getekend, Geypen Kim. Geruchten doen de ronde dat ze bij dezelfde dealer als Cancellara om een motortje is gegaan. Dat zou uiteraard alles verklaren. Over een maand loopt/vliegt ze het BK veldlopen in Ooostende. We hopen het allerbeste voor haar, en als ze zonder problemen kan verder trainen tot dan, dan zijn we daar ook wel rotsvast van overtuigd dat dat niet stuk kan.
In mijn rustweekje staan minder kilometers gepland, maar er mag wel wat tempo in zitten. Zo gezegd, zo gedaan. Gisteren viel een wel erg veelbelovende training uit de lucht: samen met ex-Belgisch kampioen en tevens één van de meest legendarische namen uit het Belgische oriëntatiewereldje, Ivan Vis, met ook Fred Raket, aka Fred De Coninck, de man die met 3 weken voorbereiding een marathon loopt in 2.33 en die leeft op Quick, cola en chips en met Nicals Impens, beginnende triatleet en de minst spraakmakende en aldus de underdog van het quartet, en uiteraard met mezelf, spraakmakend, legendarisch, en heel bescheiden, gingen we een offroad fartlek doen. Ieder zou om de beurt 10' kop nemen. Je ziet het al aankomen, Ivan neemt de eerste 10 minuten voor zijn rekening, hij kiest er wat aardig klimmetjes uit, en de drie andere Kemphanen lossen geen millimeter, in tegendeel, ze komen naast hem lopen om de moderator wat op te jutten. Na 10 minuten neemt Fred Raket, de man die op stratenlopen categoriek geweigerd wordt bij stratenlopen met klinkers op het parkoer... Door zijn ongekend sterke afzet schiet hij immers de klinkers tegen de achtervolgers, als die überhaupt nog in zicht zijn. Fred trok zijn rem niet op, maar om ons ook een kans te geven verliet ook hij de paden al snel voor het donkerste struikgewas en de steilste flanken die er voor het rapen lagen. Zijn losse veter was een welgekomen geschenk voor 2 van de 3 achtervolgende pokerfaces. Underdog Nicolas ging ook op zijn beurt flink op zijn gaspedaal staan toen hij aan de beurt was, in die mate dat Ivan er de brui aan gaf, niet van willen, maar van moeten. Nicolas trapte weliswaar spreekwoordelijk op zijn adem, en daar was ene Raket niet kwaad om. Ik moet ridderlijk toegeven dat ik ook al aardig verschoot van het tempo dat de traitleet in spé oplegde, een ware tempobeul. Na 4'-5' liet Nico het tempo even zakken toen hij inzag dat hij nog een eindje te gaan had. Het melkzuur overviel hem. Toen ook zijn 10' roem erop zaten mocht ik mij voor de kar spannen, maar ik had al snel door dat mijn 10 minuten een maat voor niets zouden worden, het zou louter nog een formaliteit worden om de 10' rond te maken. De Bluffers waren inmiddels Puffers. De pokerfaces van enkele minuten geleden spraken nu boekdelen. Ik zei dan maar dat ik, parallel met de betonbaan door het bos ging lopen, en dat de dappersten onder hen mee konden, de anderen konden op de weg blijven lopen. Een deal quoi. Met de moed der wanhoop begaven ze zich toch nog in mijn spoor, maar verder dan wat trippelen in moerassig gebied en een lichte flank omhoog moest ik niet meer doen. Ik kon nog wel, maar de anderen waren op. Een supergeestige training, plezier, actie, snelheid, en gespreksstof voor nadien, dat alleszins Opmerkelijk was wel het feit dat de hele training zich afspeelde in erg dicht struikgewas. Zelden kon een fouléé bovengehaald worden. Gebukt lopen en over omgevallen bomen springen was troef.
Een echte funrun was het. En fun is wat toch zo belangrijk is voor een goeie motivatie. Nog van dat aub!!
De tweede kilometerweek zit er op. Week 1 was me bijzonder goed bevallen, vlot verteerd, en de voorbereidende fase (verder zetten van de training na het militair veldloopkampioenschap met veel trage kilometers in de Nieuwjaarsperiode) wierp zijn vruchten al af. Het tempo dat overeen komt met trage duurloop was niet zozeer meer een trage duurloop. Van maandag tot vrijdag deed ik alle trainingen onder hartslag 155, het merendeel zelfs onder 145. Wetende dat ik half januari nog een veldloop afhaspelde aan 187 gemiddeld wil dat zeggen, puur relaxen in het bos en in uw loopschoenen. Genieten van de natuur quoi. Waar enkele maanden geleden een dergelijke hartslag nog overeen kwam met 5/km loop ik nu aan 420-430/km als trage of herstelduurloop. Of het moet zijn dat die verdomse Polar snelheidsmeter een letterlijk loopje neemt met de snelheidsmeting.
Het weekend zou het einde worden van de eerste cyclus (de eerste twee trainingsweken) en ik wou ervan profiteren om nog flink wat kilometers te malen alvorens mijn voeten omhoog te leggen in de rustweek. Vrijdag deed ik s middags een duurloopje van 9km, en s avonds eentje van 12, met daarin 9x de Wijnpers op. Stijn Devolder vond hier in 2010 zijn beter benen, en mits wat projectie zag ik mezelf ook wel omhoog stuiven. Als krachttraining wilde ik mijn pas groot houden, en de hartslag mocht een beetje hoger gaan. Het liep vlotjes.
Daags nadien bracht ik een bezoekje aan hometown Diest, waar ik, zoals bij elk bezoekje aan Diest, gewoontegetrouw, mijn geliefkoosde martelarentraining had gepland. Sommigen kennen die training. Ik heb een omloopje waarin de Warande (30m hoog) in een ronde van 1.5km 3x op en af wordt gelopen. Mijn Ronde Van Vlaanderen. De heuvel die nooit liegt, de heuvel die schift zonder dat je zelf hoeft te schiften. Alleen weggelegd voor geschiften. Sooi, Kim Wallaert, Broer Jan, Paul D (Pollepap), en anderen hebben aan den lijve mogen ondervinden dat deze eeuwenoude, historische bult niet voor niets erfgoed is. Hier overleven enkel de dapperste ridders.
Al bij mijn eerste rondje voelde ik dat de benen al half uitgeperst waren van de Wijnpers, gisteren. Het schoot onmiddellijk in mijn hoofd, ik wil mijn geplande 5 rondjes rond maken, dus ik zal heel traag naar boven mogen kruipen, wil ik mijn plan afmaken. Ik heb de omloop al op vele manieren gedaan, als duurloop, als duurinterval, als explosieve interval (bergop snel) hoe jem ook neemt, ik vind m vaak lastiger dan bijvoorbeeld de mijnterril in Beringen, zelfs al is laatstgenoemde 100m hoog. De korte opeenvolging van steil klimmen en snel dalen maakt het erg lastig. Dé echte instinker in deze heuvel is echter dat elke helling bezaaid is met trappen gevormd uit ingegraven, horizontale boomstammen. Trappen van 25-30cm hoog dus, een stuk hoger dan een gewone trap. Op een helling kiesje als loper zelf je paslengte. Je maakt ze kleiner als je dat wenst. Hier heb je niets in te brengen, de trap legt u uw paslengte op. De trap dicteert de wet. De wet van de sterkste. De afdalingen zijn zo snel dat je op 20 terug beneden staat, en je kan weer opnieuw die grote, dwingende trap op. Moordend, zeker als de benen niet in hun nopjes zijn. Eén ding is zeker, je kan hier maar beter van houden of er van weg blijven, een middenweg is er niet. Ik hou ervan, en wel omdat mijn zelfingebeelde roem op de top ligt.
De pijn in de benen was sterker dan mijn wilskracht, en ik pitste er stiekem een rondje af, dat ik verving door 20 uitlopen op het vlakke. Plooien, zou je het kunnen noemen, maar met wat me op zondag nog te wachten stond noem ik het liever een wijze, beredeneerde, beslissing. De benen deden tijden de namiddag ronduit pijn, er was geen ander woord voor. Tijdens de Algemene Vergadering van Omega kon ik me amper concentreren en zat ik mijn quadriceps onder tafel te masseren, puur om de pijn te reduceren.
Gisteren, zondag, stond de grootste kilometerdag op mijn programma, en wonder boven wonder voelden de benen als herboren. Ik startte heel erg rustig met een start-to-run-training te begeleiden: 4km op 35, telt nauwelijks mee, maar het is iets. Direct aansluitend kwamen de volgende trainingspartners aan voor een duurloopje op hun tempo: 9km op 1 uur tijd. Voor het derde trainingsuur kwam alweer een nieuwe makker opdagen, en het tempo ging nu gestaag omhoog. We vertrokken aan 415-420/km, en wonder boven wonder, mijn hartslag bleef hangen rond 135 Herstelduurloop heet dat!! Stilaan vertraagden we wat, en na 75 lopen en 13km verder bereikten we terug onze startplaats. Slotdag van de cyclus: 25km, 2h50 bezig geweest, vermoeidheid, te verwaarlozen, mentale toestand, een feest.
De rustweek komt eraan. Na een week van 122km volgt er eentje van zon 60km. Er zal een MTB-toertocht bijzijn, er zal wat meer stretching en looptechniek bijzijn, en om het ritme erin te houden en het hart wakker te houden plan ik enkele intervalletjes waar ik toch eens tot 180 wil gaan.
Zo, nu ga ik mijn benen omhoog leggen, ze hebben het verdiend. En laat maar een lekker drankje aanrukken