De mooiste gedichten uit de Nederlandse letterkunde verzameld en gekozen uit www.bloggen.be/thuishaven
Welkom in mijn thuishaven en geniet van deze gouden gedichten. Geen rijker kroon dan gedichten schoon. Mijn moedertaal is wonderzoet voor wie haar geen geweld aandoet. Elke vrijdag een gouden gedicht.
04-09-2015
Lentelied. Hilda Ram
De lente naakt, de lente naakt,
haar liefelijke adem vult de lucht:
een geurige walm, een zoete zucht,
waarbij een sluimerende aarde ontwaakt,
die, al wat haar dood scheen, leven geeft
en krachten leent aan al wat leeft.
De lente naakt, de lente naakt,
het ruist en bruist in mijn gemoed;
daar welt en zwelt een ganse vloed
van stil genoegen, vaak gesmaakt;
maar immer nieuw toch, immer zoet
als de adem, die de aarde ontwaken doet.
De lente komt, de lente komt,
een luchtig warme wasem speelt
op het vale gras der weide en streelt
en kust het, tot weer nieuw geblomt,
in het nieuw tapijt, zo groen en zacht,
de blauwe hemel tegenlacht.
De lente komt, de lente komt,
en als de bloemen in het gras,
zo bergen nieuwe vreugden ras,
wat leed ter neder had gekromd,
als het weiland onder het jong azuur,
zo tiert mijn ziel in het lentevuur.
De lente is daar, de lente is daar,
een lauwe zefier koost en zoent
het dorre rijshout, tot het groent;
tot iedere bot van het vorige jaar
een bladerrijke twijg ontvouwt,
en het vogellied weer schalt in het hout.
De lente is daar, de lente is daar,
gelijk der bomen najaarsbot
vermurwt mijn hart in blij genot,
het ontwaakt als uit een sluimering zwaar,
het herleeft, herademt, juicht en mint:
heen is het leed, het heil begint.
04-09-2015, 00:00
Geschreven door André
03-09-2015
Het dichterenlot. Hilda Ram
Ik weet niet, wat er mij in het hart ontroert,
door weemoed wordt het, door vreugd vervoerd:
een zalige weemoed, een dromerige vreugd;
het zingt en jubelt, het zucht en treurt;
verrukking voelt het en smart om beurt;
het vloeit over van lijden, het is vol van geneugt.
Een droom beweegt het, een vreemde waan,
iets als een hoop nog onvoldaan,
een wens en een vrees, die onzekerheid twijnt;
een blijheid zalvend door het krank gemoed,
een treurnis sluierend vervoeringsgloed,
het is of het, genietend, van weelde verkwijnt.
Een wereldzee is des dichters ziel:
haar raakt geen strand, geen vlotte kiel,
of spiegelend geeft ze hun beeltenis weer;
het minste wolkje aan het wijd azuur,
de zachte glimmer van het sterrenvuur,
het blikt alles om medegevoel op haar neer.
En daarom lijdt ze, en juicht meteen,
niets, niets ter wereld is haar te klein,
niets glijdt ongemerkt op haar boezem hervoort;
het zijn duizend levens in één vervat,
het is diep gevoelen, nooit voelenszat,
dat dichterenlot, dat mijn hart heeft bekoord.
03-09-2015, 00:00
Geschreven door André
02-09-2015
De pop. Hilda Ram
Ja, kus uw popje, lieve meid,
en druk uw warme, malse lippen
met geestdrift op haar koude wang.
Ja, koester uw mollige armen
haar harde leden, onbuigzaam, log.
Nog kunt ge, wat ge geeft, niet schatten;
Nog bergt uw rijke liefdestroom,
met golf op golf zijn diepe bedding:
nog is het u enkel gegeven vreugd.
Wat maakt het, of ge op harde rotsen
of mulle zand uw schatten plengt?
Geen vergen kent ge, liefdes foltering.
Ja, kus uw popje, lieve meid,
en leert de les die het vrouwenhart
moet oefenen tot des levens eind.
Ja, immer warmt uw eigen boezem
het logge voorwerp uwer min:
niets kan als het vrouwenhart zo gloeien,
gelukkig, zo ge het niet ontdekt,
gelukkig zo die heldere ogen
van schuldeloos heil en wellust vol,
nimmer het pijnlijk hunkerend spreken
van het smachtig, liefdedorstig hart.
Ja, mocht ge nimmer het vergen leren.
02-09-2015, 00:00
Geschreven door André
01-09-2015
De heide. Hilda Ram
Eh, die vale, droeve heide,
ik zag en minde dij meteen,
in een hutje wilde ik wonen,
op dijn vlakte, gans alleen.
Mij verrukt die sombere schoonheid,
en de eentonige stille rust
dijner klanken, dijner kleuren,
die en drift en smarten sust.
Ik wou geen bloemen, dan dijn klokjes,
gouden sprankels in dijn nacht,
ik wou geen rozen, ik wou geen tulpen,
die een damp, een nevel smacht.
Ik wou geen kleuren, ik wou geen tinten,
dan de diepe purperglans,
die de zon dij leent bij het zinken,
aan de vurige rode trans:
dan de zachte blauwe wasem
in de morgengloor ontstaan,
bij het flikkeren van de paarlen,
die dijn vloertapeet belaan.
Ik wou geen klanken dan het ruisen
van dijn zwarte dennen, waar
het trage koeltje treurt en siddert
in het schemeruur, zo naar.
Naar dijn stille, zoete vrede
zucht mijn boezem. Vreugde, smart,
mocht het al zijn sluimer delen,
slechts naar ruste haakt mijn hart.
Eh, die stille, sombere heide,
ik zag en minde dij meteen,
in een hutje wilde ik wonen,
op dijn vlakte gans alleen.
01-09-2015, 00:00
Geschreven door André
31-08-2015
Zorgen-wolkjes. Hilda Ram
Zorgen-wolkjes zeilt maar voort
langs mijn blauwe hemel;
denk niet, dat ge het uitzicht stoort
met uw boos gewemel.
Het licht ontnemen kunt ge niet,
moogt ge ook donker wezen;
want, al dekt gij het hele verschiet
het zonnetje is gerezen.
Pakt u samen, zo ge wilt,
broeit tot zware vlagen;
ik heb een schuilplaats, ik heb een schild,
och, wat deert me uw plagen.
Dan, kortstondig is uw macht:
met uw boze luimen
vlucht ge dra voor 's windjes schacht
als een hoopje pluimen.
Zorgen-wolkjes zeilt maar door
ik wil op u niet letten:
het zachte, lieve zon-gegloor
kunt ge niet besmetten.
Nevens, langs en door uw schaduw
schiet het zijne stralen,
en mijn hemeltje is toch blauw,
hoe ge het moogt bemalen.
Hilda Ram pseudoniem Mathilda Ramboux.
Antwerpen 1858- 1901
Zij schrijft gedichten, en verhalen voor kinderen en volwassenen.
31-08-2015, 00:00
Geschreven door André
02-08-2015
Santiago de Compostela. Ellen Corr
In sombere Spaanse kerk,
van wierookwalmen blauw,
klingklangen zilveren bellen,
voor Onze Lieve Vrouw.
De Santa Santissima,
gekleed in paars en zwart,
heeft zeven maal doorstoken,
haar bloedend moederhart.
Het is alles donker-duister,
en schemert voor het oog,
als plots hel gouden sprankels,
opluisteren het verhoor.
Een straal van julizon,
heeft zich een weg gebaand,
langs wonderschone kleuren,
die amper zijn getaand.
En priemt vlak op het altaar,
door het raam, dat eeuwenoud,
een koninklijke gift was,
toen de tempel werd gebouwd.
juli 1912
02-08-2015, 00:00
Geschreven door André
01-08-2015
Het Gardameer. Ellen Corr
Het Gardameer ligt roerloos,
de hemel in zijn diep,
die leek of in het water,
hij nu voor immer sliep.
Het was klaarte al, en stilte,
de boot dreef traagjes voort,
alleen het riemen-ritme,
bracht stoornis in het oord.
Een smal, langvormig eiland,
met cypressen beplant,
en het slot van de Borghese,
op het dromerig stukje land,
rust somber en romantisch,
te midden van het meer,
dat enkele jaren vroeger,
bij stormig najaarsweer
voor eeuwig het kille graf werd
van Borghese's jonge vrouw,
nog lijken de cypressen,
voor haar gehuld in rouw.
01-08-2015, 00:00
Geschreven door André
31-07-2015
Het park. Ellen Corr
Gesmolten goud, eer rood dan geel,
de vijver en het West,
oktober stemming om me heen,
heel het park op zijn best.
De hoge beuken koninklijk
geschaard, in halve maan,
rondom het toversprookjes meer,
waar ze sinds eeuwen staan.
En spiegelen purper, donker, diep,
hun kruinen trots en hoog,
in het gladde water, waar het riet
zacht ritselend zich bewoog.
Twee zwanen dreven over het goud,
heel traagzaam naast elkaar,
en laten lange voren na,
V-vormig en in paar.
31-07-2015, 00:00
Geschreven door André
30-07-2015
Liefde. Ellen Corr
Minnen minnen minnen,
zotte zoete zinnen,
het hart te groot,
de wijsheid klein,
anders zou het geen liefde zijn.
Smachten smachten smachten,
smeken wenen trachten,
naar het grillig lievekijn,
anders zou het geen liefde zijn.
Haten haten haten,
en elkaar verlaten,
na het bedrog van lievekijn,
zou het wel echte liefde zijn?
30-07-2015, 00:00
Geschreven door André
29-07-2015
Aan alle kwezels. Ellen Corr
Het is maar een klein Liefvrouwtje,
en ze heeft een zwart gezicht,
ze draagt heel rijke kleren,
ze is schitterend verlicht.
Door immer nieuwe kaarsen,
die branden Haar ter eer,
en ook Haar Goddelijk Kindje,
die kleine Lieven Heer.
In een schoon zeer oud kerkje,
te midden van de stad,
troont het mirakelbeeldje,
bij geurend wierookvat.
Het kapelletje van de Schoenmarkt,
het heeft nog een ander naam,
doch beter hem verzwegen,
voor Antwerps goede faam.
(Het kapelletje van de Schoenmarkt werd "hoeren kapelletje" genoemd.
De prostituees van Antwerpen kwamen hier bidden voor een beter leven.)
29-07-2015, 00:00
Geschreven door André
28-07-2015
Een wijk. Ellen Corr
Er is een wijk in de oude stad,
waar bochtige smalle straten,
van heel nabij elkaar bezien,
en soms schijnen verlaten.
Maar is het zon en warm weer,
zo hangen vinken buiten,
bij vensters waarop volop in het groen,
geraniums ontluiken.
En is de grote hitte weg,
en schaduw te bespeuren,
dan zetten de bewoners zich
voor hun open deuren.
Priemen in de hand, de mond aan het woord,
bijeen op lange rijen,
zitten de vrouwen in akkoord,
met naarstigheid te breien.
De mannen spelen whist of wip,
de kinderen lawaaien,
ge hoort soms het toeten van een schip,
het is als in oude tijden.
28-07-2015, 00:00
Geschreven door André
27-07-2015
De academie. Ellen Corr
Een groot portaal,
een hekken
van ouderwets fatsoen,
enkele hoge bomen
en hier en daar plantsoen.
Achter in de academie,
eer ouwelijk dan antiek,
met wijde stijle treden,
en reusachtig portiek.
Daarin de professoren,
en jeugd met hoop in het hart,
ze moeten het maar leren,
dat ware kunst meent smart.
En als stilaan het donkert,
vangt aan het mussenkoor,
voorzeker zijn er duizend,
die scheuren u het oor.
Door hun brutaal gekwetter,
hun hard en schril gefluit,
dat alvoor ze gaan slapen,
zo krachtig wordt geuit.
Al dat rumoer en vechten,
beduidt: plaats op een tak,
die waar ze willen slapen,
in vree, op hun gemak.
1936
1876-1951 Pseudoniem van Helene Mendiaux-Coremans
Zij leefde in Antwerpen en schreef gedichten, jeugdboeken en romans
27-07-2015, 00:00
Geschreven door André
12-07-2015
Brugge. Willem de Merode
Wat zal het heden schoon in Brugge zijn,
deze verstilling van het onverwacht
vereeuwigde, en het nieuw zijn van de nacht
over de rijpe witte maneschijn.
De bladeren, doorschijnend en verguld,
suizen rond ondoorgrondelijke verkoren
verbeeldingen, die dood en wedergeboren
de tijd verduren met hun sterk geduld.
Er is een wijnrood dat zeer diep vanbinnen
de steen verdonkert als het samenrinnen
van mannentranen en van maagdenbloed.
En langs het huis met de kristallen ramen,
weerspiegeld duizendvoud, en zonder schamen,
liefkozen minnenden, en dat is goed.
Spijk Groningen 1887- Eerbeek Gelderland 1939
12-07-2015, 00:00
Geschreven door André
11-07-2015
De Reiezwanen. Delfien Vanhaute
Hoe stil en zacht, hoe schemerig zoet
is de avond op de Reievloed
die gevels en kantelen,
waar sluimerende oudheid zingt en saagt,
die hoge en grijze burchten draagt
vol blijde minnestrelen.
Daar drijven in de ronde boog
der stenen Brugge zwaar en hoog
op de effen waterbanen
vol statigheid en licht en slank
lijk geesten hel en hagelblank,
de langgehalsde zwanen.
Zij hangen dromerig en stom
te schouwen in de hemelkom
die onder het water kronkelt,
daar slaapt in 's waters zoete nacht
een wonderstee van gouden pracht
en schemering ommonkeld.
Is dit het oude Brugge niet
genaamd in menig heldenlied
en sedert lang verzwonden
met waterhal en torenkrans,
getande gevels, poort en schans,
het oude Brugge weergevonden?
Ja, het is het oude Brugge dat
geworden is een dode stad
en roerloos beneden
het nieuwe Brugge slaapt en droomt
in al de luister van zijn dood
en tover van het verleden.
De zwanen schouwen stil en lang
totdat een klingelend geklang
en aarde en lucht doet zingen,
dan sidderen ze op de waterbaan
en steigerend in verrukking slaan
hun klapperende zwingen.
Ardooie 1869- Edewalle 1944
pastoor te Edewalle
11-07-2015, 09:20
Geschreven door André
10-07-2015
Bruges la Morte. Willy Lustenhouwer
Ze zeggen: Bruges la Morte,
omdat de kleuren van
de toren en gebouwen,
zo vaal zien en zo grijs,
en dat de kleur doet peinzen,
op het aanschijn van de dood.
Maar Brugge is niet dood.
Brugge leeft, en Brugge is groot.
Ze zeggen: Bruges la Morte,
omdat de stilte in de avond en de nacht,
juist lijk een lijklaken ligt over de stad,
een lijklaken, die al de geruchten smoort,
dat je niets meer hoort,
en niets, dan het gerucht van de dood.
Maar Brugge is niet dood.
Brugge leeft, en Brugge is groot.
Van als het morgenrood
aan de oosterkim klimt,
en uitzwermt en verbleekt naar het daglicht toe,
ontwaakt te gare met de dageraad,
de hele stad, en al zijn mensen,
juist lijk Assepoester door de Prins gewekt.
Neen, Brugge is niet dood.
Brugge leeft, en Brugge is groot.
En iedereen kan zien,
hoe dat bij het ochtend worden,
het vale grijs gestreeld wordt door de zon,
en omgetoverd wordt in een boeket
van bont getinte kleuren,
die het doodskleur doen vervagen
van Brugge, en is niet dood,
Brugge leeft, en Brugge is groot.
En het daglicht en de kleuren,
breken de stilte die er was,
en Brugge wordt één mierennest,
wakker geschud door het klinken van de klokken,
die zinderend de schoonheid van de stad
aan heel de wereld kond doen.
Bruges la Morte,
Och, laat me lachen,
Brugge is niet dood,
Brugge leeft, en Brugge is groot.
(hertaald uit het Brugs)
10-07-2015, 00:00
Geschreven door André
09-07-2015
Brugge is altijd schone. Willy Lustenhouwer
Brugge is schoon, het 's morgens vroeg,
als de dauw over de reitjes hangt,
en de top van de toren
het eerste zonnestraaltje vangt,
een straaltje dat dan afzakt,
ebt het koude vuile grijs van torens
en van gevels,
het groen van bomen,
het bruin van daken,
het rood van gevels,
van aan de Markt tot aan de Laene,
Brugge is altijd schone.
Brugge is schoon overdag,
als moeder zon met een lach,
al de kleuren die er zijn,
schoon in de verf zet,
omkaderen getooid met klankjes
van de beiaard,
als een palet,
och, ware ieder beeld in kleur
en klank vastgezet,
het ware een kroon,
van Brugge,
Brugge is altijd schone.
Brugge is schoon 's avonds,
als de mantel van rust wordt gelegd,
over de gevels van kantelen,
juist als een sprei zacht en goed,
die heel de stad bedekt,
al de huizen
en de toren
en de mensen,
en vrede brengt, en stilte,
dat zelfs een vogel niet mee zingt,
in hoge of lage tonen,
Brugge is altijd schone.
Brugge is schoon in de nacht,
in peis en vree en rust,
het is juist gelijk of dat een fee,
de stad een goede avond kust,
en met haar staf een tikje gaf,
die groot en klein
doet zwijgen,
en stilte bracht,
dat je niets meer hoort
en niets meer ziet,
in straten noch in lanen,
Brugge, mijn Brugge is altijd schone.
Brugge 1920- Brugge 1994
Willy Lustenhouwer zingt en amuseert de mensen in het Brugs.
Het liedje heb ik hertaald.
09-07-2015, 00:00
Geschreven door André
08-07-2015
Mijn Brugge. Julius Sabbe
Ik heb u lief mijn Brugge, als werd ik hier geboren,
en ik voel mij beter in uw stralend schoonheidslicht,
al acht ik het heden groot, het kan me min bekoren,
als ik uw vroegere grootheid schouw in het vergezicht.
Hier leef ik in het genot dier schoonheid, die blijft gloren
in alles wat de tijd geheiligd heeft en zwicht,
hier leef ik in de hoop, dat gij eenmaal, als tevoren,
uw toekomst naar het doel van uw verleden richt.
Het is of de gloriezon van het vroegere wonderleven,
hier aan de minste steen een ziel had ingegeven,
die in de schijndood waakt, tot zij de machtroep hoort.
En mij bezielt uw slaap in het bos van doornen en rozen,
En ik zucht, als ik u, dood, toch levensfris zie blozen,
waar blijft de toverprins en het wekkend liefdewoord?
Gent 1846- Brugge 1910
08-07-2015, 00:00
Geschreven door André
07-07-2015
Brugge. Remy Corneel Van de Kerckhove
Als bij valavond de bomen aan het Minnewater
geuren,
zo was de regen doordrenkt van paradijzen,
dan rennen de ratten
achter mij aan.
Een doffe plons rukt de lippen der verliefden vaneen,
de schim van Memling schaterlacht,
want elke omhelzing is zo oud,
ouder dan het brood
der menselijke zwanen.
Guido Gezelle
staat in de nacht
alleen.
Het beeld is koud,
Het beeld is dood.
Aan het gruuthuse,
rennen de ratten,
rennen de ratten,
om mij
heen.
Als door de valavond de angst om mij schuift,
mij grijpt, mij kust, mij schudt,
mij fluistert dat ik sterven moet,
en dood zijn, dood zijn, dood zijn,
dan rennen de ratten
om mij heen.
Mechelen 1921- Duffel 1958
07-07-2015, 00:00
Geschreven door André
06-07-2015
Brugge. Omer-Karel de Laey
Het is zomer, het is heet en ginder staat
de stoere Halletoren,
de reus die ons groots verleden zag,
in de avondzon te gloren.
De koene helden, te midden van de markt
op het eenzaam voetstuk verheven,
gevoelen somtijds in hun bronzen gemoed
de trots der poorters herleven.
Bezijden hem lamlendig passeert
een roeper van "slunsen en benen"
en verder te paard een piket lansiers
klabbert over de stenen.
De Vlamingstraat uit, met voetvrije rok,
en zeer manhaftige schreden
daar komen, verslingerd op ancien art
twee Engelse misses getreden.
De beiaard ontwaakt, hij rammelt zijn voois,
de wijzers van de uurplaat blinken,
en wij, wij zitten au Panier d'Or
een Pseudo-Pilsken te drinken.
Hooglede 1876-1909
06-07-2015, 09:43
Geschreven door André
14-06-2015
Voor mijn geliefde 2. Blanka Gyselen
Nochtans om het lichaam niet, noch om het genot der zinnen
heb ik, mijn lief, u zo volmaakt bemind,
niet slechts omdat gij waart de vader van mijn kind,
maar om het goud in mij, dat gij mij woudt ontginnen.
Om mijn werelden, die uw woorden wekten,
om het dompelen in de bron van uw verfijnde geest,
om ieder horizon die wij tesaam ontdekten,
om het stemmen van de snaar bij de aanvang van het feest.
Om ieder melodie waarin ik werd herboren,
om deze liefdestroom die in uw zee verzwond
weet ik mij, Lief, geheel u toebehoren
en blijft gij mijn, in tijdeloos verbond.
xxxxx
Al heeft uw dood mijn wasdom afgesneden,
gij die van kind tot vrouw mijn groeien hebt gevoed,
ik heb geen schade diep in mijn ziel geleden,
want eeuwig blijft gij mijn bronader van mijn bloed.
En eeuwig breekt dit rijk en roekeloos beminnen
de bittere bolster door der tijdelijke pijn
tot mijn opstandig hart in wonderlijk bezinnen
in deze loutering weet aangerijpt te zijn.
Soms drijven dromen aan, die aan uw borst ontloken
gestalte nemen in dit onbegrensde uur,
dan wordt verlangens klacht in zangen uitgesproken,