Fietsknooppunten:
25-80-89-37-30-81-24-14-23-82-58-70-71-75-71-72
Zondag 24
augustus 2014. Het is net half acht geweest. De zon schijnt zoals de weerman
gisteren beloofd heeft. Voor het moment is er geen wind. Maar of het de hele
dag zo gaat blijven? Daar heb ik mijn twijfels over. Alles is nat van de ochtenddauw.
De temperatuur wijst buiten 13° Celsius aan. Volgens Frank wordt het beslist
20° Celsius met een wolkenloze hemel. De lucht is momenteel helder blauw. Meer
moet dat niet zijn.
We parkeren
de auto, op de parking, naast de sporen van Heide-Kalmthout. Essen en Nieuwmoer
verkeerden tijdens WOI in een bijzondere situatie. In april 1915 besloot de
Duitse legerleiding om België hermetisch af te sluiten van Nederland door
middel van een elektrische draadversperring. Omwille van de grillige loop van
de noordelijke landsgrens werden Essen en Nieuwmoer afgesneden en liep de
versperring volledig over Kalmthouts grondgebied. We fietsen vandaag langs
enkele vergrote fotos uit WOI. De authentieke opnames schetsen een beeld van
het dagelijks leven ten tijde van deze gruwelijke periode. Hier op de parking
vinden we fotodoek 17. We lezen: Dennenbossen. In het najaar van 1917 werden
in opdracht van het Duitse leger de meeste dennenbossen in Heide en Kapellenbos
gerooid. De boomstammen werden op de los- en laadkade aan het station van Heide
verzameld, op maat gezaagd en op de trein geladen. De geladen wagons werden
eerst richting Essen getrokken en vervolgens gekoppeld aan de trein richting
Antwerpen. Begin 1918 was veel
van het bruikbaar hout uit onze dennenbossen verdwenen en stelden veel
eigenaars vast dat hun bos verdwenen was.
Vervolgens
gaan we tot bij het stationsgebouw, waar fotodoek 16 hangt: De Duitsers hadden
de spoorweg volledig in handen. Een aantal soldaten was belast met de bewaking
van het station in Heide. Deze oudere Landsturmers waren gezien hun leeftijd
niet meer geschikt voor het frontleven. Ze stonden onder andere ook in voor het
politietoezicht in de gemeente, het postverkeer en voor het onderhoud van de
elektrische draad. Ze verbleven in de omliggende hotels. De gemeente Kalmthout
betaalde 1,25 frank per soldaat voor hun kost en inwoon.
Het
stationsgebouw van Heide werd in gebruik genomen in 1897. Een gedeelte werd na
renovatie een Brasserie-restaurant. Op het terras vooraan zitten enkele
wandelaars en fietsers te genieten van het zonnetje. Er is nog een loket
aanwezig in het station. Er hangen enkele oude vergrote fotos van het station
aan de muren. Spijtig, er staan geen jaartallen bij. Terug buiten worden we geconfronteerd
met het monument van de Erkentelijkheid dat voor het station werd geplaatst
voor de bevrijders van Kalmthout in 1944. Het kleine monument, aan de
overzijde, op het groene plein met bomen is van Moeder Kee (Anna Cornelia
Teysen). Ze werd geboren in 1859 en runde de herberg Cambuus aan het eind van
de 19de eeuw. Het was toen niet meer dan een houten barak, doch menig
kunstenaar heeft er overnacht. De houten keet voldeed tot in 1920. Moeder Kee
stierf in 1937. Het hoge standbeeld werd ingehuldigd in juni 2012.
Gazet van
Antwerpen geeft dit jaar verschillende oorlogskranten uit van WOI. Regelmatig
lezen we kleine artikelen over Den dodendraad. Ze zijn gelukkig niet van deze
regio, maar wil er toch de gruwel niet van onthouden. Ik lees: De Belgische Standaard van Zondag 24 en Maandag
25 Oktober 1915. Aan
de grens: De belg Siméon uit Vlijtingen, die in den nacht van 12 op 13 Oktober
door de Hollandsche grenswacht bij Oud-Vroenhoven aangeschoten, en zwaar gewond
naar het gasthuis van Maestricht werd overgebracht, bevindt zich nog steeds in
zorgwekkenden toestand, hoewel herstel niet uitgesloten is. De man trachtte een
partijte bloem en wat zeep uit te voeren. Den Dodendraad spaarde niemand. Ik lees het volgende in dezelfde
krant: In
den electrischen draad bij Oud-Vroenhoven werd het lijk gevonden van een man.
Aanstonds bedekten de Duitschers het met een zak, een sterke wacht werd bij het
lijk geplaatst, in afwachting van militaire overheden. Men vermoedt dat de
ongelukkige een Duitsch deserteur is. Zekerheid omtrent den persoon kon niet
worden verkregen. Ook
in Klinge gebeuren ongelukken met Den Draad: Dinsdagnacht
vond een Nederlandschen soldaat, die op wacht stond nabij het Belgische station
Klinge, den dood door aanraking met den electrischen draad. Het slachtoffer is
een Fries, genaamd Oberman, vader van twee kinderen.
We rijden
voorbij de St-Jozefschool in de Guido Gezellelaan. De vrije Gesubsidieerde
Basisschool van Heide dateert uit 1930. Links en rechts van ons groeien nog
loofbomen. Onder het bladerdek is het nog fris. Het fietspad is nog kletsnat.
Af en toe vallen er nog dauwdruppels naar beneden. De zon krijgt geen kans om
met zijn warme zonnestralen door het bladerdek heen te dringen. We fietsen de
Withoefse Heide in. Het gebied kreeg die naam van de laatste hoeve die hier
stond in 1780. Toen eigendom van de abdij van Tongerlo. Dit natuurgebied vormt
de bufferzone voor de Kalmthoutse Heide en is onder begeleiding van een gids te
bezoeken. Het is voornamelijk een bosrijk gebied, maar men vindt er toch ook de
plaatselijke heide. Langs een smal grindpad gaat het rechtdoor. De steentjes
springen onder onze banden alle kanten op. Naast het pad is het modderig en is
zeker geen alternatief om te fietsen. Je schuift er gemakkelijk op uit. Een
infobord heet ons welkom in het natuurreservaat Kalmthoutse Heide. Het gebied
strekt zich uit tot over de Nederlandse grens. Het uitgestrekte Kempische
heidelandschap is samengesteld uit, duinen, heidevelden, bossen, vennen en
weilanden. Op dit stuk van Kalmthout hebben we nog nooit gefietst. Kraaien en
roeken zijn de enige vogels die we horen. We houden halt bij De Vroente,
gelegen aan de rand van het
Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide. Hier bevindt zich het centrum voor natuur
en milieu, Dienst Toerisme en in het bijenmuseum kan je de evolutie van ei tot
insect beleven. Vooral de doorzichtige bijenkassen trekken enorm de aandacht. Vanaf
hier begint ook de striproute. Suske en Wiske staan rug aan rug op een
boomstronk. Ze wachten op de goede fee die hen, net als Pinokkio, levend zal
maken. Het is geen toeval dat onze striphelden hier staan. Willy Vandersteen
woonde en leefde in Kalmthout van 1966 tot aan zijn dood in 1990.
Bij het
kanon lezen we de info: Dit uniek en zeldzaam oorlogsmonument is een origineel
90mm luchtafweerkanon. Eén van de kanonnen die op het einde van de Tweede
Wereldoorlog stonden opgesteld aan de Kalmthoutse Heide. Kalmthout herdenkt
hiermee de geallieerde soldaten die tijdens de winter van 1944-45 dit
afweergeschut bemanden. Het kanon
maakte deel uit van het anti flying Bomb command Antwerp X onder bevel van de
Amerikaanse brigadegeneraal Clare Armstrong. De kanonnen stonden opgesteld in
een gordel ten noorden van Antwerpen, met als doel het neerhalen van de Duitse
V-bommen die afgevuurd werden op de Antwerpse haven en op de stad zelf. Dit luchtafweerkanon
is een bruikleen van het Koninklijk Museum van het leger en de
Krijgsgeschiedenis. Opgericht als monument in 2008.
We dwarsen
de drukke Putsesteenweg en rijden opnieuw de Kalmthoutse Heide in. Hier staat fotodoek 18: Mont Noir. De
Joodse diamantair Bernsohn had vlak voor de oorlog grootse plannen om in de
Kalmthoutse Heide op de Mont Noir een pretpark in te richten. In 1912 begon hij met de aanleg van een
spoorlijntje om de toeristen gemakkelijk ter plaatse te krijgen. In 1914 was
het lijntje voltooid maar WOI maakte een einde aan al zijn plannen. Zelf
vluchtte Bernsohn naar het buitenland.
We slaan
rechtsaf om route 25 te blijven volgen. Vanaf hier zien we de heide bloeien.
Andere kleuren zijn er niet meer te zien langs de kant van de weg. Het onkruid
staat heel hoog of wordt overwoekerd door de zwarte- of rode braambessen. De
Kalmthoutse Heide is een Vlaams natuurreservaat en één van de oudste beschermde
landschappen. Bij knppnt 80 stoppen we aan fotodoek 19: De wijk Kalmthoutse
Hoek, nu Essen Hoek, was door den Doodendraad afgesneden van Kalmthout en werd
bevoorraad vanuit het station in Kalmthout. Een vracht met meel, zout of andere
waren werd met paard en kar langs de Verbindingsstraat naar Kalmthoutse Hoek
gebracht. Duitse soldaten controleerden de goederen en staken hun bajonetten in
de zakken om de inhoud te controleren en haalden er waren uit voor henzelf.
De kleuren
die boven het gras uitsteken zijn blauwe en oranje nutsbuizen. Ze dienen voor
aardolie- en aardgasleiding onder hoge druk. We fietsen vervolgens tussen de
grote villas. Het zijn statige gebouwen met hectaren grond omheen. De maïs
heeft zijn hoogste stand bereikt. Zelfs vanop de fiets zijn de velden niet meer
te overzien. Op de weiden liggen de ingepakte rollen hooi te wachten om
opgeladen te worden. Nu fietsen we in het zonnetje. Het is eens zo aangenaam.
Ik lees in
de oorlogskrant een artikel uit Oost-Vlaanderen, een klein dorpje bij de
Nederlandse grens: Vrij België van Vrijdag 3 December 1915. Watervliet. Aan den
elektrischen draad. Een haas was tegen de elektrische draadversperring
aangelopen en door den stroom gedood. Een Duitsche schildwacht, die het beest
wilde wegnemen, is eveneens door de elektrische strooming neergebliksemd. Tot zover het bericht.
We rijden
verder op asfalt. Heel wat aangenamer dan grind. Terug tussen bomen die
nauwelijks zonlicht doorlaten. Het is druk geworden. Fietsers, wandelaars,
joggers, honden die hun baasje uitlaten. En last but not least zijn er de
wielerterroristen. Met tientallen zoeven ze voorbij. Roepend en fluitend om
plaats te maken. Natuurpunt heet ons: Welkom
in het Stappersven. Een deelgebied van het grenspark De Zoom-Kalmthoutse
Heide. Vanaf hier maken we kennis met een mozaïek van bos, ontveende moerassen,
paarse droge en natte heide. Fotodoek 20 staat bij Parking Zuid: Keetheuvel. Den
Doodendraad liep dwars door de Kalmthoutse Heide. Duitse soldaten bewaakten de
versperring vanuit de houten barak op de Keetheuvel. Op het kruispunt van de
Verbindingsweg en de elektrische draad was er een bewaakte doorgang. Deze
verlaten, bosrijke streek bood aan een aantal durvers de mogelijkheid om door
de draad te kruipen door middel van een houten geïsoleerd raampje. Zo werden
vluchtelingen en brieven naar Nederland gesmokkeld. Daarbij werden regelmatig
Duitse soldaten omgekocht.
Daarna
houden we halt bij de Pluisvenvijver links van ons. Enkele zitbanken nodigen
uit om een meegebracht kopje koffie te drinken. Het is hier stil en vredig. We
bevinden ons echt in een oase van rust. Zelfs geen eend of gans zwemt in het
water. Zelfs het waterkieken laat zich niet zien. Aan de overkant van de
vijver groeien talrijke berkenbomen. De wit grijze stammen veroverden de heuvel
en domineren de volledige oever. We fietsen weer verder op ons asfalt pad in
het zonnetje, terwijl we nog steeds knppnt 89 volgen. Rechts in de verte weer
talrijke berkenbomen. Een zee van wit grijze stammen. Links en rechts is het
domein afgebakend met schrikdraad of prikkeldraad. Verderop, meer naar het
zuidwesten fietsen we langs de Drielingvennen. In de middeleeuwen werd hier turf gestoken. Rechts,
tussen de stammen van de bomen zien we het zonlicht in het water van de
Stappersvenvijver schitteren. Bij de ingang van het pad naar de vijver staat
een infobord. Vanaf hier kan men wandelen tot bij de vijver. Deze waterplas
maakt deel uit van het gebied Stappersven-Kalmthoutse Heide en het
grensoverschrijdende natuurgebied Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide. Hier
staan talrijke stammen van bomen zonder kruin en takken. Een goeie drie à vier
meter hoog. Het gebied ontsnapte niet aan de brand van 25 mei 2011. In totaal werd 600 ha natuurgebied
in de as gelegd.
Nog een
artikel vanaf de grens. De reporter zag er de grap van in: De
Belgische Standaard van Zaterdag 16 Oktober 1915. Smokkelbaby. Dezer dagen
arriveerde aan de grens een vrouw met een kinderwagen, waarin een slapend
kindje lag. Bij onderzoek door de grenswacht bleek echter, dat de <lieve
kleine> bestond uit meel, rijst enz. Voor het hoofdje zat een masker.
Natuurlijk werd de slaap van het teeder wichtje wreed gestoord!
De Nolse
Duinen, waar we nu door fietsen, is een laagveengebied waar ooit veel turf
gestoken werd. Vlakbij ligt de Zwarte Duin, nu de Nolse Duinen genoemd. Links
de Biezenkuilen. De naam werd gegeven naar de plantengroei die men in het ven
vindt. Tussen de verschillende
loofbomen bloeit weelderig de rode lijsterbes. Weer houden we halt om fotos te
nemen van een heidevlakte die baadt in het zonlicht. Bovenop een heuvel staan
zes fel gekleurde korven voor bijen. In de verte staan enkele runderen te grazen.
Ik gok op Galloways. Ons Rina trekt er alleen op uit om de beestjes voor het
nageslacht vast te leggen. Soms moet men offers brengen. Iemand moet de zware
taak op zich nemen om bij de fietsen te wachten. Na enige tijd komt ze licht hijgend
terug: Het was verder dan ik dacht vertelt ze. Ook schapen staan daar met
tientallen te grazen weet ze nog te vertellen voor we verder rijden.
Verderop
zijn we in het centrum van Hoek. Een klein dorpje van Terneuzen. Onze eerste
kapel is op de hoek van de Achterste Hoevestraat en de Verbindingsstraat. Gebouwd
in rode baksteen met puntdak. In de nok werd eveneens een beeldje geplaatst. Twee
kleine zijraampjes en een houten deur met glas zorgen voor voldoende lichtinval.
De kapel is mooi onderhouden maar heeft een sober interieur. Er komt meer
bewolking opzetten. Ook de wind laat zich voelen. We rijden de grens van Nederland
over en worden onmiddellijk omgeven door weilanden met koeien en paarden. Hier
wacht fotodoek 21: Smokkelen. Om de
grensposten te bemannen, werden oudere Duitse soldaten ingezet, of mensen die
niet geschikt waren om naar het front te worden gestuurd. Samen met de
Nederlandse militairen en douaniers bewaakten ze elke mogelijke doorgang van
België naar Nederland. Dit om het smokkelen en het vluchten van kandidaat
soldaten tegen te gaan. In grenspaal 247 zie je nog kogelgaten op de plaats
waar een smokkelaar van bukvet werd neergeschoten. Bukvet was erg gegeerd
tijdens WOI.
Het huis op
het infodoek, dat als achtergrond dient voor de twee Duitse soldaten, gelijkt
sterk op de woning achter de fotodoek. De gelijkenis is treffend. Mits enige
aanpassingen is het natuurlijk mogelijk. Vlakbij, aan de overkant, staat
grenspaal 247. Geplaatst in 1843.
Uit de
oorlogskrant De Vlaamsche Stem van 24 Juli 1915 Aan de
Nederlandsch-Belgische grens. Men meldt uit Ossendrecht aan de N. Ct.: De
Maandag aangeschoten smokkelaar D. is gisternacht aan de gevolgen overleden. De samenkomst aan de grens aan de
Duitsche draadversperring is door den Duitschen commandant verboden, men moet
dertig meter van de draadversperring verwijderd blijven. De oorzaak hiervan is,
dat in de laatste dagen eenige vrouwen trachtten door te dringen, een harer
werd j.l. Maandag gearresteerd. Gisternacht is andermaal, tussen Ossendrecht en
Santvliet, een man aan den electrischen draad blijven hangen; het lichaam was
geheel blauw. Tot zover
het bericht.
We bevinden
ons in Noord-Brabant. We rijden het centrum van Huijbergen in. Het dorp behoort
tot de gemeente Woensdrecht. Een groot gedeelte van het dorp, waaronder het
klooster en de kerk, werd in 1944 verwoest door terugtrekkende Duitsers. Het is
braderie en kermis vandaag. Ons Rina is niet te houden. We gaan over de markt
nadat we de fietsen bij het klooster hebben vastgemaakt. Grijze wolken pakken
zich samen. We gaan nog nat worden. Bij de bibliotheek staan twee
legervoertuigen tentoongesteld. Netjes opgeschilderd en gewassen. Er staat
zelfs een legerjeep te koop. De luchtmacht viert dit jaar zijn 100 jaar
Militaire Luchtvaart. Een vrachtwagen met lange oplegger wordt open gesteld
voor het publiek. Vanaf 12 jaar mag je hier met een straaljager Flight
Simulator door de lucht
zoeven. De jeugd staat massaal te drummen om als volgende aan de beurt te zijn.
We wandelen tot bij het voormalige Wilhelmieten klooster waarvan slechts het
poortgebouw uit 1610 overblijft. Na WOII werd het klooster heropgebouwd. Het
internaat werd gemoderniseerd en omgebouwd tot appartementen. Het klooster werd
een museum. Ernaast bevindt zich nog steeds de begraafplaats. Een zerk vermeld
de naam: Toon van Eekeren. Geboren in 1916 en overleden in 1992. Links de
grote kapel. Alles is afgesloten. We wandelen naar de tuin aan de achterzijde.
Twee grafzerken liggen hier op de keien. De tekst is helemaal verweert en onleesbaar.
Het jaartal 1757 is met ijzers uitgebeeld op de gevel. Rechts in de hoek is een
school ondergebracht. Een oude waterpomp siert de tuin. Vervaardigd in arduin
met bronzen kraan en een zwart geschilderde hendel.
Om 12:10u
verlaten we het centrum van Huijbergen. Voor even toch. We rijden door een
bebost gebied. Er vallen enkele druppels regen. Als we onze regenjassen aantrekken,
is het alweer over. De zon schijnt terug maar de bewolking lost niet op. We
volgen nog steeds knppnt 37. Bij een grote manege met aangebouwd restaurant
begint de Brabantse Wal. Vroeger was een deel van de Brabantse Wal bedekt met
veen. De veenlaag werd weggestoken en gedroogd tot turf. Nu heeft de regio een
afwisselend landschap met bossen, kreken, landgoederen en plotselinge
hoogteverschillen. We genieten van de vele vergezichten. We slaan rechtsaf en
rijden terug het centrum van Huijbergen in. Bij knppnt 37 moeten we knppnt 30
volgen, maar daar is niets van te zien. Knppnt 60 is linksaf en knppnt 31 is
rechtdoor. Op het knooppuntenbord hebben vandalen de cijfers weggekrabd. We oriënteren ons door middel van ons
plannetje. Rechtdoor richting de molen is de enige optie. Nu begint het pas
echt te regenen. We gaan te voet langs de markt tot de kerk. In het voorportaal
van de O.L.V. Hemelvaartkerk van 1952 schuilen we voor de pletsende regen. Na een tijdje regent het iets minder hard en
besluiten we verder te rijden tot bij de stenen bergmolen Johanna. Aan het
volgende kruispunt hangt een bordje met knppnt 30. Begrijpen wie begrijpen kan. De molenaar is
bezig de houten kop van de molen in de juiste windrichting te draaien. We mogen
de molen bezoeken. We zijn de enige belangstellende: De bergkorenmolen
Johanna (1862) houdt de herinnering levend dat de zoektocht naar
energiebronnen al meer dan eeuwenoud is. De molen werd in 1966 door de
toenmalige gemeente Huijbergen gekocht, opgeknapt en gerestaureerd. Op 10 mei
1975, nationale Molendag, werd de molen weer in werking gesteld. De molen die
nog regelmatig draait, geniet het predikaat rijksmonument. In 1999 werd de
molen voor het laatst hersteld.
De brochure
toont ons dat we op Nederlands grondgebied rijden langs een stuk Belgische
grens. Vroeger, tot 1996, was dat duidelijk te zien aan een douanehuisje, een
rood wit bareel, prikkeldraad en uiteraard aan een douanier. Vandaag de dag is
daar echter niets van te zien. Alleen de grijze grenspaal 246 is de enige stille
getuige van het leed dat hier gebeurde. Een infobordje leert ons: Ieder
monument of monumentaal object vertelt zijn eigen verhaal. Deze grenspaal (246)
is na de onafhankelijkheidsstrijd tussen België en Nederland in 1843 geplaatst.
Op 29 februari 1904 is de originele grenspaal voor de verkeersveiligheid en ter
voorkoming van diefstal bij een wegreconstructie neergelaten tot diep onder het
wegdek. Precies 100 jaar later, op 29 februari 2004 is de grenspaal weer
zichtbaar gemaakt en op korte afstand herplaatst van de plek waar hij eerder
werd ingegraven. Het daarbij behorende proces-verbaal is getekend door de
burgemeesters van Essen, Kalmthout en Woensdrecht. Op dat werkelijke
grenspunt- is nu nog een roestvrijstalen bus in het asfalt te zien. Aan de overzijde van de Weg naar Wouw staat
de calvarieberg met jezus aan het kruis. Een infobordje van Monumenten en
kunst legt uit: Tijdens zijn werk in het landelijke Huijbergen ervoer pastoor
Machielse het landschap hier als te wijds en open. Op zijn initiatief is daarom
een kruisbeeld gebouwd. De wijding vond plaats in 1934. In 1967 werd een nieuw
kruisbeeld gemaakt dat in 1980 zijn huidige plaats kreeg met toevoeging van
coniferen en een muurtje. Het kruisbeeld is een herkenningspunt gebleven in het
hedendaagse landschap.
Rechts van
ons begint de Wouwse plantage. Het landgoed is eigendom van de Stichting
Behoud Natuur en Leefmilieu van 900 ha groot. Er werden wandelpaden aangelegd
en opengesteld, sinds 1987, voor het publiek.
We rijden verder
tot knppnt 81, nog steeds omgeven door Brabantse Wal. We verlaten de fietsroute
en nemen de verkorting. Het is allemaal loofhout wat we zien. Het is frisjes. Het heeft opgehouden met regenen. Alleen de
wind voelen we nog. De zon doet haar best om door de wolkenmassa te breken.
Waar we nu rijden heeft het bijna niet geregend. Onder het bladerdek is het fietspad nog droog.
Op de Moerkantsebaan steken we de grens over naar België, langs grenspaal 244,
met weidse panoramazichten. Daarna volgt een smal asfalt pad tussen de
maïsvelden. We zien nog net de torenspits boven het gewas uitsteken. Langs de
Bergsebaan rijden we tot Essenhoek. In de verte kleurt de lucht weer donker.
Hopelijk moeten we daar niet door. Voor de St-Pieterkerk van Hoek slaan we
linksaf. Op de westertoren wijst de klok bijna twee uur aan. Boven de poort van
de kerk is een bas-reliëf aangebracht van St-Pieter met twee sleutels in de
hand. Ik zal U de sleutels van het rijk der hemelen geven, staat te lezen in
een waaier rondom het beeld. Voorbij de begraafplaats rechtsaf. Bij boerderij
De Schans staan enkele levensgrote kunstwerken tentoongesteld in arduin. Alle
info ontbreekt. De boer stelt zijn stallen ter beschikking van de hedendaagse
kunst. Hij stelt zijn creaties tentoon in de voortuin om de voorbijganger mee
te laten genieten. De Verbindingsstraat brengt ons bij knppnt 14. Aan de mooie kapel
van de Maagd der armen moeten we naar rechts. In de Rouwmoer voor knppnt 23. We
fietsen voorbij de Wildertse Duintjes. Een boscomplex van bijna 60 ha en een
geliefde bestemming voor wandelaars, fietsers, Nordic Walkers en
mountainbikers. Dan zijn we bij knppnt 82.
We belanden
bij het St-Gerardusklooster van de Redemptoristen te Essen-Wildert. De mooie
majestueuze kerk en de school dateren van 1908. Gebouwd op de fundatie van een
vroegere abdijhoeve. Op de nok van de toren staat het bronzen beeld van het
Heilig Hart. We kunnen zelfs de kerk binnen. Een heel donker geval. Alle ramen
zijn in loodglas dat het licht tegenhoud. Een mooie grote tekening op de muur achter
het altaar met de woorden Ik ben de verrijzenis en het leven behoeven geen
verdere uitleg. De drie beukige kerk mist een groot orgel boven de inkom. Een
kleiner staat naast het altaar.
We rijden
door het centrum van het kleine dorp Wildert dat behoort bij Essen. Langs de spoorweg en de St-Jan de Doperkerk van
1943 tot knppnt 58. We slaan rechtsaf en zien de bakkersmolen reeds van ver. De
wieken draaien. De stoomlocomotief laat fluitend van zich horen. Het is een
drukte hier. De molen is gebouwd in 1981 en dus vrij jong. Langs het
stoommuseum stappen we de bakkerij met winkel binnen. Daarna is de molen aan de
beurt. Op het terras van de taverne drinken we een trappist. De kinderen maken
een ritje met het stoomtreintje rond de molen. Daarna is de speeltuin aan de
beurt.
Het is net
16:00u voorbij als we voldaan de bakkersmolen verlaten. De zon schijnt maar ze
kan ons niet verwarmen. 500 meter verder staan onze twee volgende infodoeken.
Doek 11 legt uit: Het lange zwarte
gebouw was een verblijf voor de soldaten. De bezetters namen eten, dieren en
gebouwen in beslag om er zelf gebruik van te maken. Daar was weinig gevaar mee
gemoeid, ver van het front. De bevolking probeerde op goede voet te staan met
de soldaten en de magere oorlogsjaren zo goed mogelijk door te komen. Naast de
gebruikelijke landbouw werden er massaal tuintjes aangelegd om aan voedsel te
komen. Op fotodoek 12 lezen we: Toelatingspas. De doorgang tussen Kalmthout
en Essen werd 100 jaar geleden verhinderd door den Doodendraad. De Kalmthoutse
wijken Nieuwmoer en Hoek waren afgesneden van het gemeentehuis van Kalmthout.
Dit bracht heel wat problemen mee voor het verkrijgen van officiële documenten
zoals geboorteaangiften en overlijdens. Boeren met grond aan de andere kant van
de draad konden enkel met een toelatingspas en na grondige controle van de
vracht hun oogst binnenhalen. Elke 100m stond er een Duitse wachter en op den
draad stond 2000 Volt. Het was dus onmogelijk om door de afspanning te komen.
Door de strenge censuur op de brieven en de permanente bewaking was er
nauwelijks contact met de mensen achter den draad.
Drie
kilometer verder is knppnt 70. We fietsen weer tussen de hoge maïs en weilanden
met af en toe een boerderij. De boer rijdt met de tractor op het veld en keert
het hooi. Een vlucht meeuwen
cirkelen boven het gedraaide hooi. Na wat gekrijs strijken ze neer om het graan
te pikken. Bij knppnt 71 wijken we af om knppnt 75 te volgen. In de Kerkendijk
staan we stil voor infodoek 13: Draadloze zendmast. In de winter van 1917-18 legden
de Duitsers beslag op dit weideland behorend tot de hoeve van Jaak Van Den
Bergh aan de Kerkendijk. Duitse mariniers werden belast met het oprichten van
een vijftig meter hoge, draadloze zend- en ontvangstmast. Een groot aantal
epiceas (fijnsparren) werden afgezaagd. Materiaal en mankracht werd opgeëist
om de boomstammen te vervoeren. Aan
de voet van de centrale mast werd een loods gebouwd voor de zend- en
ontvangstapparatuur en het verblijf van de marconisten.
Even verder
vinden we doek 14: In den zoeten inval. Heel wat gebouwen werden tijdens WOI
ingepalmd door de Duitse bezetter, zo ook de herberg In den zoeten inval op
het Kerkeneind. De biljartzaal werd ingericht als Passbüro. Hier werden de
reispassen verkregen waarmee men zich naar grensgemeenten of naar plaatsen
buiten het etappegebied kon begeven.
Terug naar
knppnt 71. Rechtsaf voor knppnt 72. Langs de grote baan rijden we terug naar
Heide-station voor onze laatste WOI-doek voor de spoorwegovergang nr 15:
Leegstaande villas kwamen in aanmerking voor inkwartiering. Vanaf 1915 werd
het Eikenhof, nu Seniorenresidentie Beukenhof, door de Duitsers opgeëist voor
logement van de officieren. De soldaten verbleven in de hotels in de buurt en
hadden er kost en inwoon voor 1,25 frank per dag. De hoteleigenaars moesten wel
lang op hun geld wachten. Om 17:00u laden we de fietsen terug op de auto. We
hebben 45 km gefietst.
Met de auto
rijden we 10 km naar knppnt 07 in Riethoek te Kalmthout. Infodoek 10 verteld:
Het redelijk ontoegankelijk moerasgebied De Maatjes was voor smokkelaars een
uitgelezen gebied om hun goederen over de grens te brengen. Enkel een
prikkeldraad en natuurlijk de Duitse en Nederlandse grensbewaking waren voor
hen een hindernis. Hier was geen prikkeldraad met elektrische stroom!.
Het is maar
anderhalve minuut verder rijden naar knppnt 08, vlakbij de Nederlandse grens
voor infodoek 9: De Kalmthoutse wijk Nieuwmoer lag samen met Essen in het
Niemandsland tussen den Doodendraad en de grens met Nederland. De Lepelstraat is
een oude gedempte turfvaart. Aan grenspaal 234 patrouilleerden aan de overzijde
de Nederlandse en aan deze zijde de Duitse grenswacht.
We moeten
nogmaals de grens over voor doek 8 die zich op de Hoeksestraat-Aachtmaalsebaan
te Schijf bevind: Reeds in 1882 was Jagersrust een herberg aan het kruispunt
met Schijf, Achtmaal, Roosendaal en Essen. Ze is gelegen op Nederlands
grondgebied nabij grenspaal 236. Tijdens WOI werd de grens op deze plaats
bewaakt door de Nederlandse militairen. Ze groeven er een loopgraaf om zich, in
geval van een Duitse aanval, te kunnen verdedigen.
Als laatste
rijden we naar knppnt 55, bij het kruispunt Heiblok-Steenpaal in Horendonk voor doek 7: Horendonkse sas. Turfwinning
hertekende het landschap van Essen en zorgde voor werk. De turfblokken of
klotten werden op platte boten vervoerd in Noordelijke richting, naar
Roosendaal, Breda en Bergen op Zoom. Om de hoogteverschillen van de waterlopen
te overbruggen, werd er gebruik gemaakt van een sas. In de 18de eeuw viel de
turfhandel stil, maar de vaarten bleven wel bestaan. Tijdens WOI hielden de
Duitse soldaten de wacht bij de vaarten om te voorkomen dat er via het water
werd gesmokkeld. Voor iedereen was er voedseltekort. Er werd eten gedeeld,
geruild, gekocht of opgeëist.
Om af te
sluiten nog een bericht uit de oorlogskrant: De Belgische
Standaard van Vrijdag 28 April 1916. Langsheen de grens. Eigen bericht. In
den nacht van 4 April werden alle hollandsche soldaten van de Belgische grens
vervangen door tolbeambten van allen ouderdom. Naar t schijnt wemelt het op de
grens van zulke hollandsche grenswachten. Moet dit in verband gebracht worden
met den gespannen toestand die dreigde te dien tijde? Maar waarom van de
Belgische grens de werkdadige soldaten weggetrokken?
Tot schrijfs.
Tekst: Luc
Verschooten Fotos: Rina
Meurs Bron:
Gazet van Antwerpen en Dienst Toerisme Kalmthout.





|