|
Dinsdag 28
oktober 2014. De voormiddag is mistig en fris. Na de middag klaart het op en komt
de zon tevoorschijn. Bij een zachte temperatuur van 14°C rijden we naar het
noorden. We gaan onze eerste boswandeling van het seizoen maken om te genieten
van de eerste herfstkleuren. Over de grens, voorbij Zandvliet, bevinden we ons in
de Brabantse Wal. Een waardevol natuurgebied met een oppervlakte van verschillende hectaren. Lucy (GPS) loodst ons naar de parking Natuurpoort de Volksabdij, in de Onze
Lieve Vrouw Ter Duinenlaan te Ossendrecht. Als blikvanger heeft Natuurpoort
een metalen sleutel naast de weg geplant. Een reusachtige sleutel van de poort.
Deze site maakt deel uit van het netwerk van Brabantse Natuurpoorten, waarvan
het netwerk nog wordt uitgebreid in 2016 met 30 locaties. Bij de parking bevind
zich Restaurant de Blauwe Pauw met een groot terras en kinderspeeltuin. Nieuw
zijn een vlinder idylle en bijenkast. Idylles, percelen in het buitengebied
variërend tussen een halve en twee hectare, worden ingezaaid met inheemse
bloemenmengsels. Stroken met wilde planten waarlangs vlinders zich kunnen
verplaatsen. Zo ontstaat in wegbermen en langs fietspaden een leefgebied voor
vlinders en tevens voedselrijke plekken voor bijen. Deze idylles zijn een
prachtig leefgebied voor vlinders en bijen.
Aan de
overzijde van de parking staat de voormalige Volksabdij te schitteren in de
zon. Ze werd ingezegend op 14
september 1936. Aanleiding voor dit alles was de economische crisis eind jaren twintig
van vorige eeuw, die in de Zuidwesthoek van Brabant veel armoede en
werkeloosheid bracht. Kapelaan Flor van Putte trok zich het lot aan van het
steeds maar groeiende aantal werklozen, en begon in 1928 vanuit het
parochiewerk in Ossendrecht activiteiten voor de werkloze jongeren op te
zetten. Men begon aan de bouw van een jeugdhuis. Onder deskundige leiding
leerden de jongens een stiel in de bouw. Anderen werden dan ingezet bij het
graven van vijvers, het ontginnen en bebossen van het terrein en het aanleggen
van parken en wegen. De abdij groeit met de jaren. De Tweede Wereldoorlog stak
echter stokken in de wielen. De abdij werd een noodziekenhuis voor zieken en
bejaarden.
In december
1945 kwamen in de gebouwen en barakken de jongens van 12 tot 14 jaar wiens
ouders politiek delinquent waren. Maar eveneens door de rechter geplaatste
kinderen kregen hier onderdak en werd de abdij een internaat. In 1982 sluit het
internaat en functioneert de abdij als bezinningscentrum tot 2002. Vanaf dan is
de Volksabdij bezig te moderniseren en wordt er gewerkt om service en
gastvrijheid te geven. De kamers worden gerenoveerd zodat het hotel nu 35
abdijkamers bevat waarin de authentieke atmosfeer bewaard is gebleven. Sinds
2012 staat hier een nieuwbouw van een school. In een tentoonstellingsruimte
wordt, via fotos en tekst, het verleden en heden verteld van de Volksabdij. De
receptie is ondergebracht in restaurant De Blauwe Pauw.
Hier is het
startpunt van 2 wandelroutes door de natuur. Wandelpad Abdij van 2,5km en Wandelpad
Pauw van 5km. Wij kiezen voor het tweede traject en moeten slechts houten
paaltjes volgen met de afbeelding van een witte pauw op een blauwe achtergrond. Groene
bladeren domineren nog steeds de bomen. Hogerop worden ze dan geel om bij de
kruin van de boom volledig bruin te worden. Er liggen al een massa dorre
bladeren op het pad. Tijdens de gure wintermaanden beschermt deze bladlaag de
bodem tegen koude en slagregens. Na de winter remt deze laag de uitdroging van
de bodem en de ontwikkeling van onkruid af. Uiteindelijk zorgen de volledig
verteerde resten voor extra voeding die door de planten wordt opgenomen. De
kleine blaadjes van de populier dwarrelen elegant naar beneden. Naast wandelen
kan men hier mountainbiken en als ruiter het gebied verkennen. Wortels van bomen groeien bijna bovenop
de wandelpaden. Als we niet uitkijken struikelen we. De rododendron groeit hier overtollig en zal
tijdens de lange wintermaanden al het groen overheersen. Er moeten nog veel
bladeren vallen. Eens het begint te vriezen gaat het sneller. Vannacht worden
nog temperaturen voorspelt van 11°C. Het is even wennen aan de wandelpaaltjes
met logo. Er wordt nooit vooraf bekend gemaakt als je moet afslagen. De paaltjes staan steeds achter de
hoek. Al dan niet duidelijk zichtbaar. Het is dus bij elk kruispunt aangeraden
scherp links- en rechtsaf te kijken. Voor je het weet loop je verloren. Sommige
paden zijn heel modderachtig. Zelfs met stevig schoeisel is het uitkijken dat
je niet tot je kousen wegzakt. Het is nochtans al enkele dagen droog gebleven. Ons
Rina houdt van het groene mos. De grond ruikt naar rotte bladeren en natte
aarde. De zonnestralen tussen de bomen zorgen voor unieke fotos. In de
zijbermen vinden we af en toe mooie paddenstoelen. We zoeken telkens de
vliegenzwam. Hij laat zich echter niet spotten. De grond is er misschien niet
geschikt voor. De varens tussen de bomen zijn nog groen. Het
bos heeft een mengeling van loof- en dennenbomen. We zijn ondertussen ver weg
van drukke banen. Hoog boven ons horen we de standvogels zingen. Na het
bladerdek op het wandelpad is het de beurt aan dennennaalden en appels. In
verschillende soorten en maten. We blijven stokstijf staan als we voor ons, een
meter of tien, drie of vier vinken op het pad zien zoeken naar zaadjes of
kleine insecten. Als we proberen te naderen vliegen ze tussen de bomen weg.
De Brabantse
Wal is heuvelachtig en dat ondervinden we al snel. Het wordt klimmen en dalen.
We krijgen het er warm van. Als we verder het bos binnendringen wordt het
muisstil. We wanen ons tijdelijk alleen op de wereld. Hier vinden we nog
modderpoelen. Het water dringt de grond niet meer in. Een van de bosvijvers die
we langs wandelen is groen geworden van de algen. Jeugdvisvijver H.S.V. Het
Spanjooltje Woesdrecht. De visvijver werd officieel geopend op 28 september
2005. Aan de overzijde horen we tientallen kinderen roepen en krijsen. Hoewel
het herfstvakantie is worden kinderen opgevangen, zodat de ouders kunnen
blijven werken. Na de vijver volgt een open plek. Aan de wortels te zien werden
hier een klein honderdtal bomen gerooid. Twee of drie dennen is men vergeten.
Hopelijk worden er nieuwe geplant. We zien geen wandelpaaltje, dus stappen we
rechtdoor. Een breed omgewoeld modderig pad ligt voor ons. Een tractor met
oplegger heeft hier af en aangereden om de bomen op te laden. Moeten wij hier
echt door? Ik zie nergens anders een paaltje en we beginnen aan onze tocht door
het modderig pad. We lopen zoveel mogelijk in het spoor van de banden. Alleen
als er water in staat zoeken we een weg tussen de bomen. De onzekerheid weegt
het zwaarst. Lopen we juist of niet? In de verte rijdt een tractor voorbij ons
pad. De boosdoener. Aan de T-splitsing zien we geen bordje staan. Linksaf kunnen we niet. Een grote
bulldozer laadt zwarte bosgrond op de oplegger van een zware tractor. Rechtsaf
dan maar. Bij een houten bareel, die een zijpad afsluit kunnen we zitten en een
kopje koffie drinken. Rechts van ons modderig pad staat een wandelpaaltje, maar
zonder logo. Het is toch al iets. Welke wandeling we nu doen is ons compleet een
raadsel. Een alternatief hebben we niet. Ons pad blijft modderig. Alles is stuk
gereden door de zwaar beladen tractor.
Na enkele
minuten blijkt dat we nog steeds op onze Pauw wandeling stappen. We hebben
eveneens een moddervrij pad. Meer moet dat niet zijn. Nu eerst valt op dat dit
bos door de natuur is gevormd. Momenteel stappen we door een dennenbos. Een
tapijt van naalden dempen onze stappen. Dan vinden we toch onze rode
paddenstoel. Met enkele witte stippen. Het blijft klimmen en dalen. De paden
worden smaller. Achter elkaar moeten we verder. Tussen de dennen groeien de
sierlijke berkenbomen. De berken domineren een stuk bos. Hun wit grijze ranke
stam kaarsrecht de hoogte in. Naar mijn gevoel is het niet ver meer. We horen
opnieuw wagens rijden. Op het volgende T-stuk weer geen wandelpaaltje. We
veronderstellen dat we linksaf moeten. Zeker zijn we niet. Gelukkig komt een
ouder koppel ons tegemoet. We vragen naar restaurant De Blauwe Pauw. Ons
zesde zintuig werkt optimaal. Enkele minuten later zitten we aan een tafeltje
van het restaurant met een streekbiertje. Een Stout bier dat voor het eerst
gebrouwen werd in Londen heeft een diep donkerbruine, tot zwarte kleur. Door
zijn branderige bittere smaak heb ik er na enkele slokken al genoeg van. We
hebben er zelfs honger van gekregen. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten Fotos: Rina Meurs.
|