Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.
Post van Postuertje
02-04-2010
De pot op met de pot!
Het was toneelweek.Zo noem ik dat toch.De week van toneel, want meer is er die week niet, meer kan er ook niet zijn tijdens toneelweek.Tenminste toch als je speelt, want dan ben je volledig in je personage, zo zeer zelfs dat de mensen rondom je heen je niet meer herkennen. Doe normaal, wees jezelf krijg ik dan te horen.Maar die week is mijn personage gewoon mezelf normaal.Dit stuk speelde ik niet mee, dus was er ook maar 1 versie van mezelf terug te vinden.Toch was ik er graag even bij, om iedereen een dikke merde te wensen, en dat is positief bedoeld!
Ik had het stuk nog niet eerder gezien, dus toen ik met de generale repetitie in de zaal zat werd ik echt omvergeblazen. Zo goed, zo mooi, zo grappig, zo intens, zo aangrijpend Ik heb gelachen en een traantje gelaten, maar ik was bovenal enorm fier!Fier op al die acteurs en actrices, mijn vrienden, die het beste van zichzelf hebben gegeven.Meer nog, die zichzelf veruit overstegen hebben.Fier op de nieuwe leden, voor de eerste keer op scène en ze stonden er. Chapeau!
Na de laatste voorstelling , na maanden van inspanning, van stress, van zenuwen, van zoeken naar je personage, van schitterende repetities en kutrepetities is er de ontlading in ons geval een feestje. Dat feestje is legendarisch en weerspiegelt het succes van het stuk, dat feestje is net zoals de staande ovatie van het publiek, maar dan nét iets langer.Toch mocht ik me niet volledig uit de bol laten gaan ik was namelijk verantwoordelijk voor de pot.Hoe kwamen ze er toch op om dat mij te laten doen?Ik weet niet wiens idee het was, maar plots zag ik mezelf iedereen op de rug tikken en 10 euro vragen.En wat waren we met velen. Het succes van het stuk weerspiegelde zich in vele fans die mee wilden vieren.Horen zij nu bij de pot of niet?Ik keek om me heen, zoekend of iemand misschien een beetje wou helpen, maar iedereen was al lang in feestmodus.Ik kon het hen niet kwalijk nemen
Voila, pot afgeleverd, tijd dus dat ik zelf in feestmodus kwam.En dat lukte.Twee uurtjes later was ik zalig aan het dansen tot de secretaris me op de rug tikte. Vicky, de pot is op! Hmmm Ik ben aan het dansen! Kan goed en wel zijn, maar jij bent verantwoordelijk voor de pot, en de pot is op. De danspartners proberen me te overtuigen niet te luisteren en gewoon te blijven dansen.De pot op met de pot dacht ik even, totdat kleine verantwoordelijkheidsgevoel, dat toch af en toe de kop opsteekt van zich liet horen. Pfffffffff Ok dan! En zo vervolgde ik een tocht doorheen het café, vragend om geld voor de pot, wat nog minder evident was dan voorheen, want de feestgangers waren niet gehaast om hun portemonnee boven te halen. Ik ben mijn vest kwijt hoorde ik er een zeggen en mijn portefeuille zit in mijn vest. Ga hem dan zoeken! zei ik.Ik werd beantwoord met eenblik die duidelijk maakte dat dat wel héél veel gevraagd was na pot 1. Een kwartier lang heb ik de feestganger moeten achtervolgen, telkens weer tot de orde roepend, want hoe vlugger de pot geregeld was, hoe vlugger ik zelf terug in feestmodus kon kruipen.En dat lukte zorgeloos meezingen en meedansen en vooral meevieren, want wat was het toch een succes!!! Proficiat allemaal, ben zo fier!
Vanmiddag, 16 uur, ik ben rustig uurwerken en juwelen op onze site aan het zetten.Ondertussen luister ik stiekem naar de radio via internet.Stiekem voor Sabam dan, want die ***!#%!!** strooien overal roet in het eten.Zo haalden ze vorige week nog de muziekfragmenten uit een ontspannende quiz, en het heeft niet veel gescheeld of mijn toneelkring zou hun stuk niet mogen spelen.Sabam verwachtte dus echt dat het stuk waarvoor men al 3 maanden aan het repeteren was werd vervangen door andere teksten 10 dagen voor de première. We zijn goed, heel goed zelfs, maar dat is zelfs voor ons teveel gevraagd.
Hoe dan ook, het was niet de muziek, maar welhet nieuws waar ik deze middag rillingen van kreeg.Een nieuwe overval in een juwelier in de diamantwijk.De wijk waar ik werk, bij een juwelier uiteraard.Heel de straat bestaat uit juweliers.Juweliers en eetgelegenheden.Dat gaat als volgt: diamanten kebab diamanten noodles diamanten Koshere Tsjoelend, enz Absurd entegelijkertijd stimulerend.En dan zijn er de horlogemakers, de polisseurs, de diamantzettersen goudsmeden. Antwerpen heeft zijn naam als diamanthoofdstad echt niet gestolen. Dat de diamantwijk dan ook internationaal bekend is, is wel duidelijk.Mensen van over heelde wereld komen bij ons kopen en verkopen.Dat is spannend, dat maakt dat de dag vol verrassingen zit en bijgevolgvlotjes vooruit gaat.
Dat maakt dat je uitkijkt naar je werkdag.Toch zijn er verrassingen die minder aangenaam zijn.De politie die langskomt om de camerabeelden op te vragen omdat er iemand op straat is overvallen, op klaarlichte dag.Vandalisten die s nachts de winkel als doelwit hadden.Een andere wereld inderdaad , ver weg van mijn veilig Knokke-Heist. Maar gelukkig kan ik s avonds gewoon naar huis rijden, naar mijn veilig, gezellig nestje.The best of both worlds noemen ze dat, mijn dag vol spanning en mijn avond in mijn knusse cocon.
Ik denk dat de kat, Scarlett, verkeerd geprogrameerd is.Ze heeft het namelijk op haar genomen om ervoor te zorgen dat ik zeker op tijd wakker word, ze is mijn persoonlijke, levende wekker. Helaas is ze verkeerd geprogrammeerd, ze denkt dat ik om 06u00 moet opstaan Hoe komt ze erbij? vraag ik me dan af.I dont do mornings!
Ik kom pas tot leven na verschillende tassen koffie.Nadien gaat het uur per uur wat beter tot ik tegen 10u00 in staat ben om aan mijn werk te beginnen.Tegen de middag begin ik er echt in te komen en s avonds ben ik dan miraculeus weer in topform.Scarlett wil echter mijn bioritme veranderen, ze staat er ook op dat ik vroeger ga slapen.Vanaf 23u00 begint ze te janken en dat stopt pas tot ik ga slapen.
Om 06u00 vind Scarlett het dus tijd om op te staan en dat laat ze me dan ook weten.Dat begint met een zacht getik van een pootje tegen mijn wang. Scarlett!!! Ga weg mompel ik dan terwijl ik met mijn hand voor me uitzwaai in de hoop haar weg te jagen.Haar in een andere kamer stoppen is geen optie, dan jankt ze heel de nacht door en krabt ze met haar kleine, doch krachtige pootjes al de verf van de deuren. Scarlett geeft niet vlug op, ze probeert me wakker te miauwen en wakker te knuffelen. Allemaal zonder effect.Een slapende Vicky krijg je niet zo maar uit haar bed.
Tot dit weekend Ik kon het zelf amper geloven, maar nu heeft ze toch de truc gevonden.Of beter gezegd ze heeft het licht gezien.Letterlijk dan.Ze is erin geslaagd om met haar pootjes het licht aan te doen.Zo werd ik dus zondagochtend om 06u00 wakker, met het licht aan en een triomfantelijke Scarlett voor me.
Schrijven is hard werk het is oneindig, je bent nooit klaar.Ik schrijf, lees mijn eigen tekst hardop en herschrijf hem opnieuw.Gefrustreerd tot ik tevreden ben. Natuurlijk kan je voor een blog niet steeds dezelfde discipline aan de dag leggen, of er zouden niet veel blogjes verschijnen.Mijn blog is mijn uitlaatklep waar ik toch een beetje mijn gevoelens, dromen, frustraties en angsten kwijt kan.Een beetje dan toch want het lijkt soms hoe meer lezers ik heb, hoe moeilijker het wordt om te schrijven, want niet iedereen wil een personage in mijn blog zijn. De blog is dus, helaas en gelukkig, onderworpen aan een zekere vorm van censuur.
Gelukkig, omdat je ieder persoonlijk detail uit je leven nu eenmaal niet languit op internet kan zetten. Helaas, omdat de creativiteit zo beknot wordt.Ik heb echter de oplossing gevonden via mijn schrijfgroepje.Daar ben ik begonnen aan een volledig fictief kortverhaal, en zo ben ik ook tot de conclusie gekomen dat schrijven hard werken is.Een hele dagben ik al bezig niet schrijven, maar herschrijven, tot het goed zit.Tot het voor iedereen even duidelijk is, herkenbaar, spannend, grappig, onderhoudend.Tot de fouten eruit zijn.De schrijffouten, de euhum dt-foutjes, maar ook fouten in perspectief of tijd.Kortom, het is hard werk.
Maar weet je, ik stop mijn hart en ziel in dit verhaal en misschien, hopelijk, kunnen de lezers dit terugvinden.Eventjes zichzelf verliezen in een andere wereld Want daar draait schrijven toch rond?
Je hebt zo van die dagen zondagen genoemd, zonder takenlijstje, zonder verplichtingen, gewoon een dag om jezelf te zijn.Deze dinsdag was voor mij zon zondag.Wakker worden door het licht dat stilletjes de kamer binnenkomt, en Scarlett, de kat, die enthousiast de kamer kwam binnen gedarteld.Zij vond het tijd om op te staan, ik genoot er echter van me nog eens om te draaien.Lekker lang uitslapen, met de wetenschap dat de hele dag, mijn vrije dag, nog voor me lag.Rustig bedenken hoe ik de dag zou invullen.
Lekker ontbeten, koffietje gedronken en ondertussen de tam-tam gelezen, misschien dat helderziende Ronny misschien wist wat ik zou doen vandaag.Gelukkig zorgde een smsje van de vriendin voor de oplossing, of ik mee wou gaan zwemmen.Een half uurtje later zaten we in het zwembad, baantjes te trekken en vooral te ontspannen.Ik heb me namelijk ingeschreven voor de Triatlon4fun en het wordt hoog tijd dat ik daarvoor begin te trainen.Tot hiertoe beperkt het trainen zich enkel nog maar tot die ene zwembeurt en het downloaden van Evy Gruyaerts Start to run op mijn I-pod.Maar kom, het is een begin hé!
De zwembeurt had een verkwikkend effect op mij, alsof de dag helemaal terug opnieuw begon. Genoeg energie dus om eindelijk nog eens een blogje te schrijven.Ik ben terug Helemaal heropgeladen!
Ik hou niet van openbare toiletten! Ik probeer ze zelfs ten alle tijde te vermijden, als het enigzins mogelijk is wacht ik tot ik terug thuis ben, al moet ik daarvoor soms ophouden tot het zweet me uitbreekt. Daar ben ik ondertussen dan ook al heel goed in geworden. Krampachtig blijf ik dan tegen mezelf herhalen 'Nog even, nog even' terwijl ik me probeer te concentreren op iets... euh... niet water-gerelateerd!
Natuurlijk is het niet altijd mogelijk om te wachten, dat weet ik ook wel, of soms is er gewoon geen alternatief, zoals in onze camper. Dat toilet had ik tot 'verboden ruimte' gebombardeerd. Uiteindelijk hebben we maar 2 keer een uitzondering gemaakt... het was midden in de nacht en het regende... dus ja... Gelukkig zijn de openbare toiletten van Nieuw-Zeeland superproper. Ongelooflijk verbazingwekkend proper eigenlijk. Superloo's noemen ze. Je betaald gewoon 1 dollar toegang en je krijgt een proper toilet. Je kan er zelfs douchen, de handdoek kan je huren. Fantastisch geregeld van die Kiwi's!
De toiletten van Thailand daarentegen... Je wil niet weten wat ik daar heb meegemaakt! Euh... maar ik zal het misschien toch even vertellen. We brachten een bezoek aan de Phi Phi-eilanden (uitgesproken Pie Pie, echt waar, dit is geen verzinsel!) Het was weer een prachtig staaltje van Thais toerisme. We werden verwelkomd door onze gids, die we 'Miss Thailand' mochten noemen, want hij was Beau-oooh-tiful! Telkens hij sprak sprong zijn stem zo'n 2 octaven de lucht in, waarna hij een andere pose aannam en een handkusje blaasde. Ik denk dat hij al aan de oestrogeen zat... Ook al zien alle eilanden er soortgelijk uit, toch wou men ons graag er zoveel mogelijk laten zien. Zo kregen we, afhankelijk van het eiland 10 min tot een half uur 'to take picture'. Stel je voor, een hagelwit strand met het allerfijnste zand, een helblauwe zee, gevolgd door een koraalrif en daarachter torenhoge rotsen die uit zee springen. Een landschap dat de locatie boodt voor films zoals 'The Beach' en James Bond. Prachtig toch? Stel je nu de duizend andere toeristen voor, die net op dit moment dit kleine eiland bezoeken, en de 30 boten die vlak voor het strand liggen... Het leek wel avondmarkt!
En net op dat moment moest ik naar toilet! DRINGEND naar toilet! We hadden er al een uur boottocht op zietten en om niet zeeziek te worden had ik al een liter water op. Ik spreek hier over een onbewoond eiland, zonder hotel of restaurant, dat wel iedere dag bezocht word door duizenden toeristen... hoe zouden de toiletten zijn? Een lang pad, dieper het eiland in, leidde naar de toiletten, en de stank werd met iedere meter erger. Iets later stond ik in de rij, met mijn hand voor mijn neus, net als de vrouwen voor en achter me... we stonden er beteuterd bij, als een bende veroordeelden. Vroeger, als kind, zou ik gewoon in zee geweest zijn, en om eerlijk te zijn schoot die gedachte ook nu even door me heen. Maar een snelle berekening leerde me dat dit nu geen optie was... teveel volk! Ik had geen keuze... ik moest hier wel gaan. Toen het mijn beurt was keek ik nog even achterom, enkele vrouwen keken me aan met een meelevende blik, alsof ze wilden zeggen 'Succes! Hou je sterk!' Eens terug in de boot vroeg 'Miss Thailand' met een stralende glimlach 'So, did you enjoy Phi Phi Island?'
We zijn in Thailand, in Phuket meer bepaald, om onze reis in alle rust op een idyllisch, zonnig paradijs af te sluiten. De palmbomen in ons hotel wuiven rustig mee met het zeebriesje terwijl we koele doekjes en stukjes watermeloen krijgen toebedeeld. Ook al zijn we hier voornamelijk om nog even uit te rusten vooraleer de drukte weer begint, toch wilden we de omgeving ook even verkennen. We namen een taxi naar Patong, beschreven als een waar shoppingparadijs, ik had namelijk nog enkele souvenirtjes nodig.
Patong kan ik echter in 3 woorden beschrijven: druk, absurd en schrijnend. Het is vooral druk door de hoeveelheid volk, je moet letterlijk je weg banen door een mensenmassa. De muziek knalt er door de luidsprekers en overal zie je neonlicht. het lijkt wel alsof deze stad op ontploffen staat. Wat de belofte van een shoppingparadijs betreft, dit is een ware shopping-nachtmerrie. Men klampt je overal aan, je in hun winkel trekkend. Ze zetten een zonnebril op je hoofd en een namaak-handtas in je hand en verwachten dan dat je dit zal kopen. Je leert al vlug de gebruikelijke begroeting... je steekt je hand omhoog in een stopteken en zegt 'No thank you' 'You want DVD?' 'No, thank you' 'You want massage?' 'No, thank you' 'You want bigger brests?' 'What the fuck?!?' En zo wandelden we verder, aan een steeds hoger tempo, zodat ze ons niet konden tegenhouden. Men verkoopt werkelijk alles, van namaakproducten over massages tot zelfs chirurgische ingrepen en dental treatment. En ja, zelfs hun lichaam is te koop. Het enige kraampje dat nog veel succes had was dat van de cocktails, alcohol-to-go. Je hebt dan ook wel alcohol nodig om hier rond te lopen.
Patong grenst aan het absurde, het is een freakshow. Midden op straat sprong iemand voor ons om 'haar' borsten te tonen, kennelijk heel fier op haar aankoop. Het was een van de vele 'ladyboys', die vind je hier met hopen. Iets verder komt er een man af die een leguaan op me wil zetten. 'Is nice picture' zei hij. Waarom zou ik in godsnaam een foto met een leguaan willen? Ik heb er al een mooie met het Opera House. De straat oversteken is op eigen risico, de tuktuks, kleine busjes, zijn meedogenloos. Regelmatig komen er omgebouwde camionettekes voorbij, die reclame maken voor een show of party. Achteraan staan er dan enkele discogangers te feesten, om te tonen wat je juist moet doen in die discotheek. We moesten even bekomen van al die gekte, dus zochten we een typisch Thais restaurantje op. 'We speak English, wir sprechen Deutsch' stond er naast de menukaart, wat al meteen verraad welk publiek ze gewend zijn. Alhoewel je een beetje verbeelding moet hebben om uit dat zangerige toontje een woord engels te verstaan. Ze leggen de nadruk op de laatste lettergreep, die ze eindeloos uitrekken. 'You can have Salabaaaaa' klonk het 'Salabaa?' 'Yes, Salabaaaaaa. insi-i-i-ide, vely gooooood' We keken even binnen en zagen de saladebar 'Salad Bar?' 'Yes, Salabaaaaaa' Ik vraag me af hoe hun Duits is. Maar meer dan zeggen 'Funfhundert Baaaaaaht' zullen ze niet moeten kunnen.
Patong is vooral schrijnend. Het toerisme heeft dit stadje echt kapot gemaakt, het heeft veel meer schade toegebracht an een tsunami ooit zou kunnen. Je ziet de dikke, overjaarse Duitsers in de bars. Ze proberen het hun escorte-girl zo aangenaam mogelijk te maken, in de hoop dat ze straks het gevoel hebben dat ze hen echt leuk vindt en voor haar plezier met hen vrijt ipv enkel maar voor het geld. En je ziet de escorte-girls verveeld hun cocktail binnenslurpen, in de hoop dat de alcohol in hun lichaam een verschil zal maken. Je ziet de verkopers wanhopig proberen om toch maar iets te verdienen aan die rijke vandaag. Iedereen wil gewoon iets verdienen, en ze zijn met veel. En als laatste zijn er diegenen die het hebben opgegeven om nog te proberen. Zij bedelen gewoon, aan de kant van de straat, een arm of een been missend, of met een wenende, oververmoeide peuter op hun armen. Dat is schrijnend. Patong een idyllisch, zonnig paradijs? No, Thank you!
Iedere moeder leert haar kind wel wat de gespreksonderwerpen zijn die je beter kan vermijden om een goed contact te bevorderen. Geen politiek en geen godsdienst. Dat zijn de taboe's. 'En sex kan je ook beter vermijden' voegde ons mama er steeds aan toe. Alhoewel ik niet denk dat ze het over het gespreksonderwerp had, dan wel over sex in het algemeen.
Braafjes volg ik de raad van de mama op en spreek, noch schrijf ik over politiek of godsdienst (en wees gerust mama, over sex zal ik het ook niet hebben). Toch ga ik nu eventjes grof doen een blogje over religie schrijven. Niet dat ik een kenner ben op dat vlak, alhoewel ik wel alle data van Joodse feestdagen vanbuiten ken. Wat mij betreft is godsdienst iets persoonlijks, zelf ben ik vooral goedgelovig. Toch kom je door te reizen in contact met verschillende religies, je kan er niet omheen, want of ze nu sterk of juist helemaal niet aanwezig zijn, ze kleuren de cultuur en maatschappij van een land. In Sydney bv is godsdienst niet belangrijk, daar geloven ze in Hungry Jack en Starbucks. Van godsdienst merk je weinig in het straatbeeld. In Thailand daarentegen is het straatbeeld bedolven onder de religie, nu ja Boeddhisme is nooit echt bescheiden geweest. In onze kamer deze keer geen bijbel, maar eenb cursus 'inleiding tot het Boeddhisme', een boek over meditatie en een gebedsboek. Enkel de instructie-DVD ontbreekt nog en je hebt een compleet 'doe-het-zelf-Boeddhisme-pakketje'. Wat die bijbel in de hotelkamers trouwens betreft... ieder westers hotel, van en luxe-resort tot een schamel 2-sterrenhotelletje heeft er eentje. Niet moeilijk dat het nog steeds het best verkopende boek is... of is dat Harry Potter tegenwoordig? Toch vind ik het opmerkelijk, want als je echt gelovig bent, en je wil je bijbel overal bij de hand, zorg je daar dan zelf niet voor? Of misschien willen de hotels gewoon wat lectuur aanbieden en is de bijbel het enigste boek dat niet telkens gestolen wordt.
Maar wat godsdienst betreft was NZ nog het meest bizar. Daar is religie een prive-instelling, een kerk moet dus geld opbrengen. Je betaald een soort lidgeld en in ruil daarvoor krijg je een godsdienst naar keuze. Een beetje zoals een fitnessabonnement, maar dan voor de geest ipv het lichaam. Kerken moeten dus zoveel mogelijk reclame maken om meer volgelingen te bereiken, en dat doen ze op allerlei manieren, van een groot reclamebord langs de weg tot een advertentie in een tijdschrift, overal vind je kerkreclame. Van het Salvation army, de church of the holy Christ, Children of Jezus, Scientology, enz... 'Join us' staat er in vette letter naast een prachtige foto van de desbetreffende kerk bij zonsondergang, of zonsopgang... Verder staat er een opsomming van alle troeven die deze kerk biedt. * Persoonlijke begeleiding mogelijk * Airconditioning tijdens dienst * Mooie binnentuin * Kruis van 5 meter hoog. Dat moeten nogal een macho-dominees zijn daar in NZ... zo stoefen met hun groot kruis! Maar ja, sex verkoopt, zelfs een godsdienst.
Onze maand in NZ zit erop, 4 weken van overweldigende natuur, prachtige landschappen en unieke locaties. Varen op een gletsjermeer, kajakken tussen de fjorden, zeeleeuwen in de vrije natuur van dichtbij bewonderen, een lammetje in mijn armen houden, een trektocht op het gletsjerijs, de rust van een verlaten baaitje opzoeken, paardrijden in een lagune, raften en zwemmen in een grot, vulkanen beklimmen, geisers ontwijken en een stad bewonderen vanop de . Check, check en check. Veel van de dingen die ik ooit in mijn leven eens wil doen of zien kan ik al van mijn lijstje schrappen. Tijd voor het volgende... een citytrip, naar zo een van die steden die ook mee op mijn lijstje staan... Sydney!
Ik hou wel van een citytrip, alhoewel ik altijd de neiging heb dezelfde steden, de steden waar ik mij een beetje thuisvoel, opnieuw te bezoeken. Sevilla is mooi en gezellig, London is spannend en plezant en Praag is gewoonweg prachtig! Vandaar dat ik daar ook al meermaals ben geweest. Een nieuwe stad bezorgd me telkens wat spanning, het duurt even eer je je weg kent en tot dan loop je soms een beetje verloren. Sydney leer je echter gemakkelijk kennen. Alhoewel het met haar 4 miljoen inwoners een echte grootstad is, is de sfeer vrij relaxt... een Manhattan op sletsen. De Australische dresscode volgend, slenterden we dus langs de verschillende wijken. De Rocks, met zijn zondagse vlooienmarkt, Darling Harbour met zijn vele terrasjes en restaurantjes en uiteraard Cirqular Quai, het hart van de stad, waar alle veerboten vertrekken en waar je zicht hebt op zowel het Opera House als de Harbour Bridge.
We namen de ferry richting Manly, een klein badstadje en surfersparadijs. En zo konden we meteen het Opera House en de skyline bewonderen vanop het water. Dat is namelijk ook 1 van de zaken op mijn lijstje; een mooie foto van mij met het Opera House. Ik heb het zekere voor het onzekere genomen en een foto langs alle kanten genomen. Vlak ervoor, vanop de brug, vanuit de botanische tuin en uiteraard ook vanuit de haven. En we waren niet alleen. Vanaf het Opera House in zicht kwam veerde iedereen op de ferry recht, met fototoestel in de aanslag, de Sydney skyline werd druk gefotografeerd, maar wat een prachtige skyline ook, met vele wolkenkrabbers, het bewijs van een levende, bruisende stad. Die skyline vind je terug op de vele postkaarten, in films en TV-series en op zowat alle mogelijke voorwerpen in de souvenirshops. Een skyline om fier op te zijn, samen met het Opera House en de Harbour Bridge. Hopelijk krijgen we in ons eigen badstadje Knokke-Heist binnenkort ook zo een wolkenkrabber om fier op te zijn. Als ze uitgediscussieerd zijn tenminste. Nochtans waren de inwoners van Sydney, die in de buurt van het Opera House woonden, ook eerst tegen de bouw ervan. Ze vonden het een gedrocht van een gebouw, net zoals de Parisiens tegen de Eifeltoren waren. Gek toch dat de appartementen naast deze gedrochten nu de exclusiefste, duurste en meest gewilde van de stad zijn...
Ik ben geen toerist, ik ben een reiziger, dat neem ik mezelf toch voor. Wat iedereen die ooit nog in de toerisme-industrie gewerkt heeft weet wel welke negatieve bijklank er aan dat woordje toerist hangt. 'Terroristen zijn het' luidt dan ook het al ietwat afgezaagde mopje onder de horeca-werknemers. Maar wat is dan juist het verschil tussen een toerist en een reiziger? Wel, een reiziger gaat op reis om nieuwe culturen en plaatsen te ontdekken, om levenservaring op te doen, zich te verrijken, avonturen te beleven. En reiziger reist om zichzelf te vinden. Een toerist verplaatst zich om te ontsnappen aan de dagelijkse sleur, om even niet na te moeten denken (wat ze dan ook niet doen), om geen verantwoordelijkheid te moeten dragen en zich ongestoord te kunnen misdragen op een plek waar toch niemand hem kent. Een toerist gaat dus op reis om zichzelf te verliezen.
Toch voelde ik me op een bepaald moment als een echte toerist. Zo een Amerikaan of een Duitser, je weet wel, die echte vuile, luide 'ga alsjeblieft terug naar huis'-toerist. En hoe dat dan kwam? Wel, als men je behandelt als een irritante toerist, voel je je ook zo. bussen in een tent gedropt, waar we mochten plaatsnemen op een tuinstoel aan een tafel met plastieken tafelkleed. Vervolgens was er een show van 30 min, waarin slechte acteurs (die overduidelijk niet allemaal Maori waren, er zat zelfs een Japanse tussen), een cultuur lieten zien die niet meer bestaat. 'Dit is ons dorp' klonk het. Nee, dit is jullie podium, dacht ik. De acteurs lachten met hun eigen optreden en vielen constant uit hun rol. Alsof ze wilden zeggen 'We zijn niet echt zo hoor'. En nog voor de avond ten einde was, toen we 40 min kregen om ons tegoed te doen aan het buffet, zagen we diezelfde Maori's die even daarvoor op het podium riepen 'Respecteer onze cultuur', nu al smsend, volledig ontschminkt en omgekleed wegglippen. Hoe kunnen we nu respect hebben voor hun cultuur als ze hem zelf niet respecteren? De busjes brachten iedereen vlug terug naar hun respectievelijke hotels (en ons naar onze camper) en je zag hen denken 'Oef, daar zijn we weer vanaf. Dat was gemakkelijk verdiend.'
Het kan nochtans ook anders, zoals we zo vaak mochten beleven. De dag ervoor waren we nog in Waikomo. De vele schapenweides doen niet vermoeden dat je hier best wel avontuurlijk kan zijn. Het spannende aan Waikomo zit hem kennelijk ondergronds, in de grotten. Vergeet de grotten van Han, waar je met tientallen tegelijk een klank- en lichtshow meemaakt in de grote zaal. Dit was serieus. We werden uitgedost in een wetsuit, helm met lamp en witte gummie-botjes. Langs een smalle opening daalden we af in de grotten. Hier geen grote zalen, maar smalle ruimte, al vlug zaten onze botjes vol met water. We moesten ons in allerlei posities wringen om toch maar door een doorgang te geraken, en soms was er geen andere oplossing dan kopje onder erdoor te gaan. We moesten zelfs een heel deel zwemmend afleggen, 30m diep was het daar, werd ons verteld. In Belgie zou men dit nooit toelaten omwille van de veiligheid, stel je maar eens een reddingsactie voor. Maar hier vind men dat je dit moet kunnen beleven, het is dan ook een echte belevenis. Dat is reizen, in een grot zwemmen met allemaal glimwormpjes om je heen, een beetje bang om toch dat adrenalinegevoel te hebben, maar vooral genietend omdat het zo uniek is!
Ha! een camper, het heerlijke buitenleven, een met de natuur, vrij om te kiezen waar je naartoe trekt op je avonturentocht... Zoiets gelijkaardigs stond er in onze brochure. Zorgvuldig bekeek ik of ik aan de verschillende criteria voldeed. Ik hou inderdaad van de natuur en het buitenleven bedacht ik me, ik heb zelfs een berglandschap als screensaver. En als er sprake is van avontuur ben ik er graag als eerste bij. Toch blijkt maar weer dat een brochure het net allemaal iets mooier kan voorstellen dan het werkelijk is.
Mijn eerste desillutie van het camperleven begon al bij de uitleg door de verhuurder. Hij opende namelijk een deurtje aan de buitenkant van de camper en zei: 'Dit is jullie toilet. Je hoeft deze doos er gewoon om de 2 dagen uit te nemen en te ledigen.' Ik lachte hardop, een man met gevoel voor humor! De man was echter bloedserieus... hij meende het! Oh help, ik had me toch iets anders voorgesteld toen men zei dat ik dicht bij de natuur zou zijn. Toen ik, bij het voorbereiden van onze reis, me het camperleven probeerde te visualiseren, had ik het beeld voor mij van mezelf, die rustig het eten maakt terwijl we door het adembenemende landschap rijden. Wat ik echter al geleerd heb tijdens het camperen is dat je tijdens het rijden best vooraan zit, met je gordel aan. Ik werd namelijk aangevallen door onze valiezen, die naar beneden kwamen getuimeld en me op een haar na misten. Levensgevaarlijk is dat, om in een camper te staan tijdens het rijden. Mijn angstuitroepen zorgden ervoor dat de echtgenoot al vlug stopte. De valiezen werden terug opgeborgen en we hernamen onze tocht, wat me brengt op het volgende punt dat ik geleerd heb tijdens het camperen... zorg dat alles vastzit! We hebben nogal veel kastjes, die je kan vastklikken. Excuseer... niet KAN vastklikken, maar MOET vastklikken. Er was namelijk 1 kastje niet op slot, waardoor het in de eerste bocht openschoot. De bokaal zoetzure saus die ik gekocht had vloog eruit en barstte tegen de 'badkamer'-deur alvorens het op de grond uiteenspatte. Nog steeds vind ik stukjes ananas terug, want een camper heeft veel verborgen hoekjes, nogal iets dat ik geleerd heb.
Onze eerste stop was in Tongariro, het landschap dat in LOTR het leven gaf aan Mordor. We waren na 3 weken het Nieuw-Zeelandse restauranteten al wel een beetje beu en ik verlangde naar een spaghetti, iets wat ik tot nu toe nog steeds niet op een menukaart heb zien staan. Een eerste voordeel aan de camper, je kan zelf iets te eten maken. Ik weet niet of het komt doordat het zolang geleden is, of doordat mijn geheim 'spaghettisaus-ingredient' in NZ gewoon beter is, maar het smaakte me ongelooflijk goed! Daar zaten we dan, met ons kampeertafeltje en onze pot spaghetti. Een met de natuur! Het zou ongeveer 12 uur duren alvorens ik me dit moment zou beklagen en de tijd zou willen terugdraaien. Moest dit mogelijk zijn, zou ik het liefst een bad in 'Mosquito-Repellant' genomen hebben, want ik sta vol met muggenbeten. Blijkbaar wou de natuur graag 1 zijn met mij. En als het jeukt... mag je vooral niet krabben!
Bekleed met een dikke laag verzachtende zalf begonnen we aan de Tongariro-Crossinb, een wandeling van 20 km doorheen het vulkanisch Mordor-landschap, met maar liefst 2 bergen te beklimmen. Dat alles met uizicht op Mount Doom. Hier geen bergriviertjes, alpenbloemetjes en vrolijk grasetende schaapjes, enkel zwavelbronnen en opgedroogde lavastromen. Alhoewel de vulkanen hier nog zeer levend zijn, voelt het landschap verwoestend en doods aan. De stilte die er heerste werd echter verbroken door een smsje. Het was de mama: 'Waar ben je? Is alles OK? Ik ben ongerust!' Waw, ik was onder de indruk, de mama voelt aan dat ik in Mordor ben. Ik wou haar graag geruststellen, maar helaas, geen GSM-bereik aan de voet van Mount Doom. Blijkbaar was ik niet de enige met dat probleem, heel de wandeling door zag ik anderen met de GSM in de lucht, op zoek naar eens streepje. Ik vroeg me eigenlijk af waarom men hier zonodig GSM nodig had. Ach ja... veel ongeruste mama's zeker?
Het eerste deel van onze vakantie, het deel in het Zuidereiland van NZ, zit erop. Vanaf nu trekken we door het Noordereiland, in een camper dan nog wel, dat wordt interessant... De gedachte om de camper gewoon als een mobiele dressing te gebruiken en toch maar in B&B's te verblijven is al in me opgekomen. Maar kom, ik ben een avontuurlijk type en ik zal het bewijzen!
Het noordereiland bereik je per ferry, de huurwagen moest dus achtergelaten worden. Daar stonden we plots, met al onze bagage. Ongelooflijk toch hoe de hoeveelheid bagage gedurende een reis kan groeien, herinneringen omgezet in souvenirs, een verrijking vermomd als ballast. In mijn geval een postuurtje, opgepikt in Queenstown; onbreekbare wijnglazen (ja, ik ken mezelf ), zodat ik thuis alle dagen carnaval kan vieren, en een notenkraker die eruitziet als een eekhoorn. Als je de noot in de mond legt, wordt hij gekraakt door aan zijn staart te trekken... Ik bedoel dit letterlijk!
De ferry was vol, vol met AC DC-fans, want blijkbaar is er een concert in Wellington. De meeste fans waren al lichtjes beschonken nog voor ze op de ferry kwamen. Een drukte van jewelste, het leek wel een wespennest, dus ik hield mijn postuurtje dicht bij mij. Eventjes ogen sluiten en relaxen dan maar, even wegdromen. In gedachten ben ik terug in het Ebel Tasman Park, waar we juist hadden verbleven. We deden daar de Coast Track, een wandeling langs de kust. Een prachtige kust met veel pittoreske, verlaten baaitjes en een uitgestrekt goudkleurig strand. De zee is hier op haar best, azuurblauw en met prachtige golven, waarin de pinguins een zwemwedstrijdje houden. Maar ook als ik mijn ogen terug open is er veel moois te zien, de ferry vaart door de Marlborough Sounds, de fjorden. Een prachtig uitzicht, wat waarschijnlijk nog mooier is op het dek dan vanuit het raam. Ik bracht dus een bezoekje aan het zonnedek, dat geplaveid lag met AC DC-fans, netjes uitgedost in zwarte t-shirt of schooluniform. Het was echter enorm winderig daar, en ik was in een vrolijke bui die ochtend, wat zich vertaald had in mijn felroze, losse rok. De wind zorgde voor een Marylin Monroe'tje, ontvangen op applaus door de AC DC-Crowd. Oeps... A whole lotta Rosie!
Kiwi's zijn goed voor de lever, zo werd me verteld. Men heeft het over het fruit, niet over de vogel en al zeker niet over de Nieuw-Zeelanders, die zichzelf ook Kiwi's noemen. Deze laatsten zijn eerder nefast voor de lever, zo heb ik al ondervonden.
NZ is een wijnland, nog een extra reden waarom het zo'n perfecte vakantiebestemming is, want ik hou wel van een rood wijntje nu en dan. Gisteren was het echter een beetje veel nu, en maar weinig dan. We verbleven in een B&B, gerund door een gezellig, lief en vooral genereus koppel. Genereus in hun wijn... Iedere avond verzorgen ze een heerlijke 'home-cooked meal' voor hun gasten, de gezellige sfeer en geanimeerde gesprekken kregen we er gratis bij. Iedere avond is het echter weer afwachten wie je tafelgenoten zijn, een beetje een blind date. De eerste avond bestond de groep uit een enthousiaste, jonge bende en was het ambiance volop. De uren vlogen voorbij, samen met de flessen wijn. Dat beloofde voor de volgende ochtend. Gelukkig stond onze gastvrouw 's ochtends al klaar met mijn tasje koffie. Ik had haar namelijk gewaarschuwd: 'I don't do mornings!'
We spendeerden onze dag op de Fox Glacier. Uitgedost als rasechte alpinisten - It's all in the outfit - beklommen we de gletsjer. Van een afstand ziet dat er vrij simpel en vlak uit, maar niets is minder waar. Het ijs zit vol gevaren en verandert iedere dag, ieder uur zelfs. Waar eerst een doorgang was, is er een moment later een grote kloof. Onze gids zorgde er echter voor dat ik het ijs als een echte diva kon betreden. Met haar ijsbijl beitelde ze treden in het ijs, enkel de rode loper mankeerde nog om elegant de ijstrap af te dalen. Het maakt je wel nederig... Dat meisje, even groot als ik, spendeert haar dagen al hakkend in het ijs. Loodzwaar moet dat zijn! Ik vond het al zo vermoeiend om de hele dag op het ijs te lopen.
Gelukkig werden we 's avonds verwelkomd met een aperitiefje in de B&B. We waren alweer nieuwschierig naar onze nieuwe tafelgenoten. Hmmm een japanse dominee en zijn vrouw. En die Japanners zijn toch zo stil he. Moeizame gesprekken en heel wat stiltes. Maar toen de dominee er een 'early night' van maakte begon de pret. Onze gastheer bood ons een glaasje wijn aan, 'on the house'. Dat 'glaasje' werden echter 'enkele flessen', en zo spendeerden we een gezellige avond op het terras met enkele rasechte Nieuw-Zeelanders. Nefast voor de lever, maar oh zo goed voor het hart. En de volgende morgen stond mijn tasje koffie klaar... samen met een kilo kiwi's.
Wie Lord of the Rings gezien heeft, kent NZ al wel een beetje, maar wie NZ gezien heeft, kent pas echt LOTR. Ik heb het niet over het verhaal zelf, maar over de vastberadenheid, de visie en de passie van Peter Jackson en zijn ontelbare crew om van de film echt een 'masterpiece' te maken.
Als echte toeristen deden we de LOTR-tour, niet om exact dezelfde plaatsen te zien, want dat kan ook helemaal niet, maar wel om een beetje te leren over de invloed die zo'n blockbuster-film op een daarvoor nog relatief onbekend land had. Zo bracht onze - bijzonder grappige - gids, die trouwens zowel Uruk-Ai als Ork was, ons naar Glenorchy. Een piepklein stadje met 126 inwoners en een minuscule bibliotheek, die iedere vrijdag tussen 16u en 17u geopend is. Glenorchy was voor LOTR vrijwel onbereikbaar, er werd pas een weg aangelegd in 1998, vlak voor het filmen begon. Vlak voor het inwonersaantal tijdelijk verdriedubbelde door de filmcrew. In dit bos vond Peter Jackson zijn ideale locatie voor het elfendorp. Er was slechts 1 probleem... in Tolkiens boek was er sprake van grote goudkleurige bladeren aan de bomen, en de beach-tree heeft piepkleine groene bladjes. Vandaar dat men dus honderden kilo's grote bladeren liet brengen vanuit andere Niew-Zeelandse bossen. Die werden dan een hele zomer met goudverf bespoten door de kinderen van Glenorchy, om ze vervolgens stuk per stuk aan de bomen te naaien. Uit respect voor de pure natuur werd er echter nooit meer dan 1 dag in hetzelfde stuk bos gefilmd, de cameramannen mochten hun camera ook niet neerzetten, maar moesten het gewicht op hun schouders dragen, zodat ze enkel maar hun eigen voetafdrukken nalieten. De gouden bladeren werden dus dag na dag verwijderd en 100m verder terug geplaatst. Dat is toewijding, passie voor je vak. Schitterend! Dat is 6 maanden voorbereiding voor 6 min op film...
Verder bezochten we ook de locatie waar Isengard gefilmd werd. Het 'Remarkables-gebergte' geeft met zijn donkere, grillige pieken de perfecte duistere sfeer neer die nodig was. Alleen spijtig dat er tussen die 2 pieken geen kleinere heuvel stond. Die vond hij echter wel links van de bergen, en met wat slim knip- en plakwerk werd die er nadien tussen gezet. Dat is oog voor detail, alles voor de perfectie. Die gedrevenheid bewonder ik echt wel, alhoewel ik het zelf niet kan opbrengen om 2 maanden te schrijven aan een blog van 2 min leestijd.
Het eindpunt van onze tocht bevond zich aan een rivier, en ik had ondertussen beter moeten weten, want waar water is, zijn zandvliegjes. De 'dienstmeiden van de godin van het kwaad', zoals men ze hier noemt. En dat zijn ze ook denk ik, want ze bijten, en ik had een kort shortje en een topje aan. Veel plaatsen dus waar men vrij toegang had. Ik boog me dus in alle richtingen om de zandvliegjes van me af te slaan. Alsof ik last had van spasmen. 'Als ik je zo zie, ben je klaar voor het zottenhuis' zei de gids me. Ja, ik zou me daar nog goed thuis voelen, daar in het zottenhuis. Toch was de meest 'evil-zandvlieg' een Australische denk ik. Ze vond het alleszins het comfortabelst 'Down Under'.
Nieuw-Zeeland is heel laid back, ontspannend om te wonen, men jaagt zich hier zelden op. Dat merk je zelfs aan de manier van lopen, iedereen slentert hier... op sletsen. En niet enkel de toeristen, maar ook de inwoners. Alhoewel het soms moeilijk is een echte 'geboren en getogen NZ' te vinden. Het is een jong land, met veel inwijkelingen, en heel veel backpackers die een jaar of twee al werkend het land verkennen. We worden zelden bediend door Kiwi's, dan wel door Engelsen, Ieren, Fransen en ook Duitsers. Die laatsten haal je er meteen uit... we kunnen dan ook hun accent niet verbergen. 'Vat do you vont to eat?' klinkt het, en vervolgens ' I'll be back.' wat eerder als een dreigement dan als een belofte klinkt als het uit zo'n 'Arnold Schwarzenegger-kloon' komt.
Voor kinderen moet het hier echter een paradijs zijn... hier kan je nog onbezorgd spelen, vrij en blij, zonder gevaren. Er zijn ook geen gevaren, geen criminaliteit, geen vandalisme en geen vervuiling. Enkel een gat in de ozonlaag, maar daar kunnen ze zelf niet aan doen. Alleen maar goed nieuws dus, en dat merk je ook aan de krantenkoppen. Gisteren werd de voorpagina gevuld door een grote foto van een hond die de verzorging van 5 verweesde kittens op zich had genomen... aandoenlijk. Vandaag stond Prins William, die hier een bezoekje brengt, vooraan, met een stralende glimlach en een kleine kiwi-vogel in zijn armen. 'Prins Charming' was de kop. Er was slechts melding van 1 strafbaar feit... iemand had de sausages van de bbq ter ere van de prins gestolen... de brutaliteit! En dan was er nog het probleem van de lading honing die vastzat aan de douane... sweet.
Toch zijn sommige zaken nergens beter dan thuis. Het eten bijvoorbeeld, je merkt duidelijk de Engelse invloed met hun toast, bacon en bonen in tomatensaus. Het lamsvlees is echter schitterend en echt waar ik eet ook graag eens lam, maar niet elke dag. Een spaghetti heb ik tot nu toe nog niet op de menu gevonden. Gisteren at ik mosselen met frietjes, maar de Nieuw-Zeelandse mossel is toch niet hetzelfde, veel groter en taaier. Ook de 'Seafood Platter' was niet zoals het moet. Ik had een echte Plateau de fruits de Mer verwacht, gelijk in de Wim's, maar kreeg in de plaats daarvan gefrituurde vis. Dus als je de volgende keer op een terrasje op de dijk een zeevruchtenschotel eet, geniet er dan dubbel van... laid back en besef hoe uniek het is!
Een nieuwe dag, een nieuwe streek, een nieuwe autorit. Deze keer trokken we naar de fjorden, grote gletsjervalleien opgevuld met zeewater, sounds genoemd. We voerden dus onze bestemming in op de GPS: 105 km. En na 104,5 km moesten we rechtsaf slaan, wist hij te vertellen. Ze zijn hier zuinig met hun wegen... meer dan 1 heb je toch niet nodig om op je bestemming te geraken.
De Milford Sound is volgens onze reisgids de natste plaats van Nieuw-Zeeland met meer dan 10 keer zoveel regen als Belgie. De prachtige foto's die we terugvinden op de vele postkaarten moeten dus op een zeldzame zonnige dag getrokken zijn. Tot hiertoe is het echter behoorlijk droog geweest en blijkbaar waren de goden ons opnieuw goed gezind, want het was een prachtige dag. De zon weerkaatste over de fjords, met maar een lichte sluierwolk die voor een zacht, feeeriek licht zorgde. We gingen kajakken en ik was helemaal klaar im een mooi kleurtje op te doen. Helaas... de organisatoren zagen dit eerder als een expeditie dan als een ontspannend tochtje en gaven ons gretig de juiste kledij. Nu vraag ik je...wat zou je aandoen voor een kajaktocht? Het antwoord is een gestreepte kinderpyjama... en nee, ik ben niet aan het overdrijven. Het was verplicht! Daarboven nog een K-Way en we waren helemaal afgeschermd van de zon.
Gelukkig maakt het landschap van Nieuw-Zeeland alles weer goed. De bergen stijgen recht op uit de wee, loodrecht omhoog, honderden meters. We kajakken rustig over het water, dichter dan dit kunnen we niet bij de fjord. En alhoewel deze excursie door tientallen organisaties wordt aangeboden, lijkt het alsof we de enigsten zijn. Op een bepaald moment zegt onze gids 'Stil, zie je daar iets bewegen op de rots?' Inderdaad... een zeehond! Op gewoon 2m van ons... te zonnen op een rots. Hij kijkt rustig op als we voorbijpaddelen, volop foto's nemend. Dan strekt hij zich op en draait zich een beetje, alsof hij wil zeggen 'Hier, dit is mijn beste kant, als je een foto wil nemen, neem er dan een goede.' En dat deden we!
Na 4 uur peddelen begon ik het wel te voelen, we moesten echter nog 1 hindernis nemen... de 150m hoge waterval. Het water viel naar beneden als waren het racers die om ter eerst beneden wilden zijn. Halverwege werd het gebroken door een rots, wat de snelheid enkel maar leek te verdubbelen. Ze lieten een witte nevel na die zich uitstrekte over de fjorden... kleine dansende waterdruppeltjes. Daar moesten we dus in. 'Wat er ook gebeurt... blijven peddelen' zei de gids. Daar gingen we, het was alsof we plots in de meest angstaanjagende storm terecht gekomen waren. 'Blijven peddelen' bleef ik bij mezelf herhalen, het was afzien. Maar daar waren ze plotseling... de regenbogen. Prachtige, volledig ronde regenbogen onder de waterval.
Dit was het eindpunt, de watertaxi pikte ons terug op, en met een laatste blik op de fjorden vaarden we terug. Eens in de boot begon ik te rillen... de bootchauffeur keek me aan 'You cold?' Ik knikte even 'No problem... soon you'll get hot enough, I got an excellent heater for you, the best heater you'll ever have!' Ik zuchtte even... mannen, overal hetzelfde. Eens aangekomen stak hij echter zijn 'heater' aan, een enorme heteluchtblazer, die ervoor zorgde dat de tent, mezelf incluis, in geen moment warm waren. Potverdorie toch... dat was inderdaad 'the best heater I'll ever have.'
Nieuw-Zeeland is eigenlijk ideaal voor luie toeristen, toeristen die graag de wereld zien, maar dan wel graag in 1 keer. En dat kan hier, je kan de wereld zien in 1 dag.
Zo vertrokken we 's ochtends in de Zuidelijke Alpen... een beetje zoals de Alpen dus. We hadden een rit van 4 uur voor de boeg en hadden er geen idee van hoeveel verschillende soorten landschappen we zouden doorkruisen. En ik bedoel wel degelijk doorkruisen. Hier geen autostrades langs stadskernen met een strookje triestige bomen op de middenberm. De weg gaat hier recht door het landschap, zowel links als rechts zie je enkel maar natuur. Als je vanop afstand zou kijken, zie je nog niet eens dat er een weg is, want verkeer is hier ook nauwelijks. Hier worden dus al die reclamefilmpjes voor auto's opgenomen, denk ik bij mezelf.
We zaten dus in Zwitserland, de bergen maakten echter al vlug plaats voor zacht glooiende heuvels met uitgestrekte meren. Hmmm... Italie! We reden rustig verder... de voetjes op het dashboard en de camera in de aanslag. Het leek wel alsof achter iedere bocht, het landschap weer veranderde. Toen we de kust naderden veranderde ook het klimaat... meer wind. Maar dat hoorde daar ook, het was een typisch Engels strand, met rank duinengras dat zich gewillig liet ronddansen door de wind, en hoge kliffen, superieur aan de zee.
We besloten onze dag in het schots stadje Dunedin, en zoals dat hoort in Schotland sliepen we daar in een kasteel, Larnach Castle. Wel ja, het was niet echt het kasteel zelf waarin we sliepen, als wel de stallen ernaast, die nu dienst doen als B&B. Hoe dan ook... zoals het hoort met een Schots kasteel, bevond het zich op het hoogste punt van de streek, gehuld in een dikke mist. De weg ernaartoe kronkelde over de heuvels van het schiereiland, met links en rechts de zee. En alhoewel het kasteel zich boven op de heuvel bevond, was het onzichtbaar, tot we er vlak voor stonden. Een kasteel is namelijk heel voornaam en laat haar schoonheid enkel maar zien op uitnodiging. De kamer beloofde een 'room with a view' te worden, maar de mist stelde ons geduld voorlopig nog op de proef. Wat zagen we echter de volgende ochtend? Een ruwe rots, die de woelige zee probeerde te temmen, met daarop een klassieke wit-rode vuurtoren, en daarvoor een wei vol schapen... Ierland!
Ik dacht altijd dat Brugge de meest geliefde vakantiebestemming van de Japanners was. Nu weet ik wel beter... het is Nieuw-Zeeland. We hebben hier al meer Japanners dan Kiwi's gezien. Ik vraag me zelfs af of er nog Japanners in Japan zijn... met hoeveel zijn die mannen daar eigenlijk?
En het is echt wel alle cliche's op een stokje hoor... ze nemen van alles foto's. Het meisje dat naast ons aan het ontbijt zat nam zo een foto van haar man die een miso-soepje dronk, vervolgens een foto toen hij zijn rijst opat, en dan nog eentje toen hij zijn banaan aan het eten was. En ja, zelfs van ons nam ze een foto, kwestie dat de thuisblijvers toch weten wie er op dag drie van hun reis naast hen zat. Eens buiten beschermen ze zich uitermate tegen de zon: zonnebril, hoedje, hemden met lange mouwen en ja... ze dragen allemaal broeken met ritsen. Ze reizen ook allemaal in groep, met hun reisleider als goede huisvader, om hen te beschermen tegen de boze wereld, alsof het een bende kleuters is. Zo was er een groep mee met ons op excursie naar de Tasman Gletsjer. Daar lagen er 2 bootjes op ons te wachten om het meer op te gaan, een groot en een klein bootje. Helaas was het zo dat er in dat groot boodje slechts 15 personen meekonden, en die groep bestond toch wel uit 16 personen zeker? Er moesten dus nog 1 of 2 Japanners mee met ons in het kleine bootje. Na, wat wel een ellenlange deliberatie leek, was er toch 1 koppel bereid met ons mee te gaan. De reisleider was er echter niet gerust in. 'Willen jullie voor hen zorgen?' vroeg hij ons. 'Het is een mama en een papa, zorg dat ze niet uit de boot vallen!'
Toen de boot Japanners voor ons uiteindelijk vertrok was het hilariteit volop, tot het meer tot hen doordrong... Het meer strekte zich voor ons uit, omringd door grillige, hoge bergen met besneeuwde toppen. Het water was lichtbruin, melkachtig, maar toch niet vuil, met daarin gigantische ijsblokken die van de gletsjer waren afgebroken. Het blauwe ijs leek wel lichtgevend, de bovenkant gekristalleerd door de zon, als grote zwemmende diamanten. Het meer was met zijn mokkakleur als een gigantisch glas Baileys... on the rocks natuurlijk. De koude die vanuit het water opsteeg vermengde zich met de warmte van de zon, elkaar prefect in balans brengend. 'Dit meer is 27 jaar' vertelde de gids. 27 jaar... dat is piepjong. Schitterend vind ik dat... dat zelfs onze aarde, de natuur, die al miljarden jaren bestaat, nog steeds voor verrassingen kan zorgen!
Nieuw-Zeeland ligt aan de andere kant van de wereld, verder weg kan je niet. En alles is andersom... Dag is nacht, winter is zomer, rechts is links en zelfs het water draait in tegenovergestelde richting het doucheputje in.
Dat went echter vlug... dat water bedoel ik, want een douche is nog altijd een douche. Dat dag nacht wordt vergt wat meer aanpassingsvermogen. Zo was ik om 05u30 al klaarwakker, om rond 11u 's ochtends terug te moeten vechten tegen de slaap. Gelukkig vind je hier letterlijk op iedere hoek van de straat een starbucks, om bij te tanken.
Dat winter zomer werd vond ik niet erg. Integendeel, een beetje zomer midden in de winter klonk zalig! Ik werk dan ook op zonnebatterijen, en ik kon wel een extra dosis zon gebruiken. Ik was zo gefixeerd op dat 'zomer-aspect' van onze reis. 'Heb je speciale kleren gekocht?' vroeg de mama nog voor ik vertrok. 'Ja ik heb nog 2 bikini's in de solden gekocht' antwoordde ik heel fier. 'Ik bedoel trekkerskledij, een fleece en zo een broek met ritsen.' De mama is standvastiger dan ik en mijn ontstuimigheid bezorgt haar soms slapeloze nachten. Een avontuurlijke reis is niet meteen aan haar besteed, en ze weet ook niet zeker wat ze er zich juist bij moet voorstellen, maar er hoort zeker 'een broek met ritsen' bij. 'Mamaaa!' zei ik dus geergerd 'Het is daar zomer!' Zomer is natuurlijk een relatief begrip als je, zoals nu in Mount Cook, op 2000 m hoogte een gletsjermeer afvaart. Verdorie toch... de mama heeft gelijk gehad. Ik bekijk mijn koffer nogmaals, met al mijn kleedjes, rokjes en pareo's in alle kleuren. Gelukkig heb ik nog een jeans bij... eb voor de rest worden het laagjes van topjes, t-shirts en truien. Voila! probleem opgelost
Toch is Nieuw-Zeeland niet zo verschillend. De natuur wel, die is woest en wild, ongerept en uitnodigend. Qua natuur is dit land onverzadigbaar... bergen, ruwer en grilliger dan onze Alpen. Weides, vlak en uitgestrekt, als een gigantisch lappendeken. Vulkanen, fjorden, heuvels met wijnranken, warmwaterbronnen... Alles is hier aanwezig, in zijn meest pure vorm. Maar de cultuur, de mensen en hun gewoontes zijn net zoals thuis. Hier beleef je geen cultuurschok, zoals in Afrika of Azie. Alles is andersom... maar toch nog exact hetzelfde.
Ik vlieg graag, dat is de ultieme vorm van reizen en ik vind het super! Alles, het hele proces, vanaf het inchecken tot het ophalen van de bagage. Het heeft zoiets spannends, alsof je boarding pass de belofte van een avontuur met zich meedraagt.
Ik was eigenlijk ook aangenaam verrast door onze luchthaven, zoveel leuke winkeltjes dat er zijn bijgekomen... we hebben nu zelfs een starbucks! Ik ken er veel die op reis meteen een Burger King opzoeken, ik niet, ik ga rechtstreeks naar de starbucks. Daar drink ik dan koffie met een rietje... zalig! Eigenlijk kan ik thuis ook perfect koffie met een rietje drinken... maar dat zou maar raar zijn. Ook op de vlieger was ik bijzonder enthousiast, er lag al een heel verwelkomingspakket klaar; een dekentje, kussentje, koptelefoon, en best van al... sokken! Om geen koude voetjes in de vlieger te hebben. De vele filmpjes zorgden ervoor dat de tijd vlug passeerde, zo heb ik Julie & Julia bekeken, over een vrouw die doorflipt omdat ze bijna dertig wordt en daarom maar een blog begint... waar halen ze het toch? Ik was dus geentertaind, en had nauwelijks door dat we geland waren. Zo'n zachte landing verdiende een applaus, ik begon dus enthousiast te applaudiseren, al goed dat ik nog niet riep van 'Bravo', want ik was de enigste... of wordt dat misschien niet meer gedaan? Spijtig, want dat heeft wel iets vind ik, dat is vieren dat je veilig bent aangekomen. Bij deze... we zijn veilig aangekomen!
Toch is vliegen niet meer zo zorgeloos als vroeger, dat merkten we wel aan de douane. Onze handbagage is doorzocht in Brussel, Frankfurt, Singapore (waar ik mijn nagelschaartje verloor) en Sydney, en ik ben meer bepoteld geweest door de douane-beamten dan op al mijn vorige vluchten samen. Ze zien er ook allemaal zo streng uit, die douane-beamten, en overal hangen affiches van wat je wel, en vooral ook niet mag. Sommige dreigementen waren ronduit grof... 'No shopping beyond this point', dat is erover! Maar toch, het moment dat je vliegtuig de grond loslaat en opstijgt is schitterend! Je bent vertrokken... op avontuur.
PS: vergeef me enige typfout, ik zit hier aan een qwerty-klavier, en blijkbaar hebben die geen trema's...