wo 22/04/2015 - 21:08 Jos De Greef Ten noorden van de Egyptische hoofdstad Caïro hebben egyptologen de tombe van een vrijwel onbekende koning uit de derde dynastie ontdekt. Het gaat om Khaba, waarvan tot nu toe enkel de naam bekend was.
De graftombe of mastaba werd in 2010 al ontdekt. Het gaat om een gebouw van 14 op 6 meter. Enkele dagen geleden is dan een steen met een zegel en de naam Khaba ontdekt.
Die naam was bekend uit één van de koningslijsten, maar voor het overige was er tot nu toe vrijwel niets bekend over de koning. Wel was geweten dat hij behoorde tot de derde dynastie uit het Oude Rijk.
Khaba zou omstreeks 2670 voor Christus geregeerd hebben. Volgens sommige experten zou Khaba een andere naam geweest zijn van de meer bekende farao Huni, maar dat is niet zeker.
De opgravingen in de Nijldelta gaan intussen door en mogelijk komt er nog meer aan het licht over Khaba. De derde dynastie gaf de aanzet tot de bouw van trappenpiramides die in de volgende dynastie zouden evolueren tot de enorme piramides van Giza nabij Caïro.
Stenen werktuigen gevonden die ouder zijn dan de mens
Doron
In de buurt van het Turkanameer zijn nu ook de oudste werktuigen ooit gevonden.
za 18/04/2015 - Luc De Roy
In Kenia zijn in de buurt van het Turkanameer de oudste werktuigen gevonden die gemaakt zijn door de voorouders van de mens, vuurstenen scherven die gedateerd zijn op 3,3 miljoen jaar oud. Dat is 700.000 jaar ouder dan de oudste werktuigen die we tot nog toe kenden, en verschillende honderdduizenden jaren voor het verschijnen van ons geslacht, Homo, op aarde. Als de vondst bevestigd wordt, betekent ze dat oude hominiden, zoals de befaamde Australopithecus "Lucy", mogelijk al stenen werktuigen vervaardigden. Ze kan ook een bevestiging zijn voor een omstreden stelling over zeer vroeg gebruik van werktuigen.
De oudste bekende stenen werktuigen tot nu toe werden gevonden in Gona in Ethiopië en gedateerd op 2,6 miljoen jaar oud. Ze behoren tot een techniek voor het maken van vuurstenen werktuigen die Oldowan genoemd wordt, omdat de eerste exemplaren in de Olduvaikloof in Tanzania gevonden werden, meer dan 80 jaar geleden door de beroemde paleoantropologen George en Mary Leaky.
Oldowan werktuigen (Didier Descouens via Creativecommons).
Aangenomen wordt dat de Oldowanwerktuigen gemaakt en gebruikt werden door Homo rudolfensis, Homo habilis, Homo erectus en Homo ergaster, voorlopers van de moderne mens Homo sapiens.
In 2010 ontdekten onderzoekers die in Dikika in Ethiopië werkten, bovendien snijsporen op dierenbeenderen die 3,4 miljoen jaar oud waren, en ze stelden dat voorouders van de mens die werktuigen gebruikten, de rechte insnijdingen gemaakt hadden. Op de Dikika-site werden ook resten gevonden van een kind dat tot de australopithecinen behoorde, nog oudere voorlopers van de mens.
Hun stelling riep evenwel onmiddellijk controverse op, en andere geleerden beweerden dat wat er uitzag als snijsporen, in werkelijkheid het gevolg kon zijn van het feit dat mensen of dieren de beenderen vertrappeld hadden. Zolang de werktuigen die gebruikt zouden zijn om de snijsporen te maken, niet ontdekt werden, zag het naar uit dat de discussie eindeloos kon doorgaan zonder dat men tot een oplossing kwam.
Kenyanthropus platyops
Nu zijn die ontbrekende werktuigen mogelijk gevonden. In een lezing op de jaarvergadering van de Paleoanthropological Society in San Francisco, heeft archeoloog Sonia Harmand van de Stony Brook University in New York de vondst beschreven van talrijke zeer oude stenen werktuigen op de site Lomekwi 3. Lomekwi 3 ligt op zo'n 1.000 kilometer van de Olduvaikloof, iets ten westen van het Turkanameer in Kenia. In de buurt van het Turkanameer zijn talrijke fossielen gevonden van voorlopers van de mens, onder meer van Homo rudolfensis, Homo ergaster en ook van de oudere australopithecinen.
Belga
Kenyanthropus was een mensachtige met een tamelijk plat gelaat.
Het team van Harmand was in de onherbergzame streek op zoek naar de site waar in 1998 een omstreden verwant van de mens was gevonden, Kenyanthropus platyops. Kenyanthropus is omstreden omdat er slechts een gebarsten en vervormde schedel van gevonden is, en er bestaat discussie over of het echt een nieuwe soort is, of een "vroege Keniaanse variant" van Australopithecus afarensis.
De onderzoekers reden echter verkeerd en kwamen terecht in een ander deel van het gebied, dat Lomekwi genoemd wordt en dat niet ver ligt van de plaats waar Kenyanthropus gevonden was. De wetenschappers merkten dat er op het oppervlak van het zanderige landschap "onmiskenbare stenen werktuigen" lagen, zoals Harmand ze noemde, en begonnen onmiddellijk met een kleine opgraving.
Onder de grond ontdekten ze nog meer werktuigen, waaronder ook zogenoemde kernen waar onze voorouders scherpe scherven afsloegen. Het team was zelfs in staat een van de scherven terug te passen op de oorspronkelijke kern, wat toonde dat een mensachtige ter plaatse de scherf had afgeslagen van de kern en dan beide had laten liggen.
Het volgende jaar kwamen de onderzoekers terug om nog meer opgravingen te verrichten, en intussen hebben ze bijna 20 goed bewaarde scherven en kernen opgegraven, en ook aambeelden, die gebruikt werden om de kern op te plaatsen terwijl men er scherven afsloeg. Al die voorwerpen zaten in sedimenten die een betrouwbare datering toelieten. Aan het oppervlak in de buurt vonden ze daarnaast nog 130 andere werktuigen.
3,3 miljoen jaar
"De artefacten waren duidelijk afgeslagen, en niet het resultaat van het per ongeluk breken van de steen", zei Harmand in haar lezing, waarvan een verslag staat in het tijdschrift "Science". Analyse van de werktuigen toonde aan dat ze rondgedraaid werden, terwijl de scherven er afgeslagen werden, wat ook bij de Oldowan-werktuigen de werkwijze was. De Lomekwi-werktuigen waren echter wat groter dan de gemiddelde Oldowan-werktuigen.
AP
Een reconstructie van de Australopithecus afarensis Lucy.
De datering van de sedimenten waarin de werktuigen gevonden werden, geeft hen een ouderdom van 3,3 miljoen jaar. De sedimenten werden gedateerd aan de hand van paleomagnetisme, waarbij men de omkeringen van het magnetisch veld van de aarde gebruikt. Die methode wordt vaak toegepast op de vondsten van mensachtigen uit het gebied rond het Turkanameer.
Hoewel recent onderzoek de oorsprong van het genus of geslacht Homo nu teruggedrongen heeft tot wel 2,8 miljoen jaar geleden, zijn de werktuigen te oud om gemaakt te kunnen zijn door de eerste volledig ontwikkelde mensen, zei Harmand. De meest voor de hand liggende verklaring, zo besloot ze, is dat de voorwerpen ofwel gemaakt zijn door een Australopithecus zoals "Lucy", of door Kenyanthropus. Hoe dan ook begon het maken van werktuigen blijkbaar voor het ontstaan van ons genus, Homo.
Harmand en haar collega's stellen voor om de nieuw ontdekte werktuigen "Lomekwian" te noemen, omdat ze te oud zijn en te veel verschillen van de Oldowan-werktuigen om tot dezelfde technologie gerekend te kunnen worden.
Enthousiast
Onderzoekers die persoonlijk de werktuigen gezien hebben, zijn enthousiast over de vondst.
Een satelliet-foto van het Turkanameer.
De ontdekkingen zijn "zeer opwindend", zei Alison Brooks, een antropoloog aan de George Washington University in Washington D.C. "Ze kunnen niet ontstaan zijn door natuurlijke krachten, en de gegevens voor de datering zijn behoorlijk solide", zo zei ze.
Brooks is het er mee eens dat de werktuigen te oud zijn om gemaakt te kunnen zijn door Homo, wat erop wijst "dat technologie een uiterst belangrijke rol gespeeld heeft in het ontstaan van ons genus".
Ook paleoantropoloog Zeresenay Alemseged van de California Academy of Sciences vindt dat de bevindingen van Harmand er zeer goed uitzien. Alemseged was de leider van het team dat de snijsporen gevonden heeft op de beenderen uit de Dikika-site. "Met de snijsporen van Dikika hadden we het 'slachtoffer' van de stenen werktuigen", zo zei hij. "De ontdekking van Harmand geeft ons nu het wapen."
Een ketting of armband van arendsklauwen is Europas oudste sieraad.
Deze klauwen van zeearenden, snuisterijen van neanderthalers, waren 130.000 jaar geleden een sieraad.Luka Mjeda
Ook neanderthalers droegen sieraden. Ongeveer 130.000 jaar geleden reeg een neanderthaler acht klauwen van een zeearend aaneen tot een ketting of armband. Dat schrijven Kroatische en Amerikaanse archeologen in het vakbladPlos One.
Neanderthalers(Homo neanderthalensis)leefden tegelijkertijd met moderne mensen(Homo sapiens).Ze stierven 30.000 à 40.000 jaar geleden uit, juist toen moderne mensen met hun geavanceerde kunst voor het eerst Europa betraden.
De neanderthaler is vaak afgeschilderd als een onderontwikkelde bruut zonder cultuur. Dat idee kantelt langzaam. Zo is inmiddels duidelijk dat neanderthalers kleurstoffen als oker en mangaan gebruikten.
Het dragen van nutteloze sierklauwen past helemaal bij het beeld van de nieuwe neanderthaler. Neanderthalers konden zich dus wel degelijk symbolisch gedragen, concluderen de onderzoekers. En: ze deden dat lang voordat er moderne mensen in Europa leefden. Neanderthalers kunnen het dragen van sieraden dus niet van de homo sapiens hebben afgekeken.
Het uit elkaar gevallen sieraad bestaat uit acht klauwen van minstens drie verschillende zeearenden(Haliaeetus albicilla). De klauwen zijn al meer dan een eeuw geleden opgegraven in een Kroatische grot, samen met werktuigen, vuurplaatsresten, botten en tanden van neanderthalers.
De Kroaten zagen nu de krassen op de klauwen, bij de aanhechting met het teenkootje. Volgens de archeologen tonen die snijsporen dat neanderthalers de klauw doelbewust van arendstenen hebben afgehakt.
De slijtage aan de punt en basis van de klauwen wijst erop dat ze lange tijd gedragen zijn om de nek of om de armen. Waarschijnlijk wreven de klauwen langs elkaar terwijl ze aan een koord of pees hingen.
De onderzoekers denken dat neanderthalers op de arenden hebben gejaagd. Zeearenden waren ook 130.000 jaar geleden al zeldzame vogels. Een dode arend vind je niet zomaar, en zeker geen drie.
Het vangen van een arend is een hele klus. Zeearenden zijn grote agressieve roofvogels, met een maximale spanwijdte van 2,5 meter. De vangst was misschien omgeven met rituelen, speculeren de onderzoekers.
Neanderthalers behielden hun fascinatie voor roofvogelklauwen in ieder geval duizenden jaren lang. Twee Franse archeologen beschreven in 2012 één klauw uit een neanderthalergrot van 60.000 tot 40.000 jaar oud. Mogelijk is ook deze klauw als hanger gedragen.
De homonide Little Foot is ouder dan Lucy. Dit blijkt uit nieuwe metingen. Het skelet van de Australopithecus prometheus werd 21 jaar geleden in een grot in Zuid-Afrika gevonden. De leeftijd kon toen niet worden vastgesteld, maar nu blijkt Little Foot 470.000 jaar ouder te zijn dan Lucy.
Little Foot lijkt meer op het geslacht Paranthropus, dan op de Australopithecus afarensis (Lucy). Deze vondst laat zien dat de latere mensachtigen zoals de Australopithecus africanus en Paranthropus niet allemaal hoeven af te stammen van de Australopithecus afarensis, zegt professor Ronald Clarke van de universiteit van Witwatersrand tegen Futurity. Op dit moment baseren we onze evolutionaire geschiedenis op een paar fossielen die we hebben gevonden. Maar het kan zijn dat er veel meer soorten Australopithecus waren, die een groot deel van Afrika bevolkten.
Professor Clarke en zijn collegas gebruikten radiometrische datering om de leeftijd van Little Foot vast te stellen. Daarvoor gebruikten de wetenschappers stenen die nabij het fossiel zijn gevonden. Zo werden isotopen als aluminium-26 en beryllium-10 in het kwarts geanalyseerd om te achterhalen wanneer de stenen en Little Foot zijn begraven. 3,67 miljoen jaar geleden, zo blijkt, met een foutmarge van 160.000 jaar.
Twijfels Als de onderzoekers gelijk hebben, en dit wordt op dit moment sterk betwijfeld (ondanks een publicatie in Nature), dan is Little Foot misschien wel onze oudste voorouder. De reden dat sommige wetenschappers twijfelen, is dat de onderzoekers het fossiel zelf niet kunnen dateren, omdat het te oud is. Enkel de stenen rondom het fossiel zijn te dateren. Misschien hebben onderzoekers de verkeerde stenen geanalyseerd?
Neef of voorouder? Daarnaast is het nog niet duidelijk hoe Little Foot in onze stamboom past. Is Little Foot niet gewoon een goedbewaarde Australopithecus africanus? In dat geval is deze homonide niet een voorouder, maar een verre neef van de homo sapiens. Om deze vraag te beantwoorden is meer onderzoek nodig. De wetenschappers gaan volgend jaar een gedetailleerde anatomische analyse van het fossiel publiceren, dus hopelijk zorgt dit paper voor meer duidelijkheid.
01-04-2015
48 miljoen jaar oude haaientand gevonden in Oud-Heverlee
Bij werken in het natuurgebied de Doode Bemde in Oud-Heverlee zijn medewerkers van Natuurpunt op een historische vondst gestoten. Ze vonden een haaientand van een uitgestorven soort, die 48 miljoen jaar geleden rondzwom in die contreien.
De tand is afkomstig van de uitgestorven haaiensoort Striatolamia macrota. Die zwom hier 48 miljoen jaar geleden rond, lang voor er sprake was van de mens. De tand is ongeveer 5 cm lang en heeft een bleekwitte kroon en bruinige wortel.
De vondst herinnert eraan dat een groot deel van Vlaanderen in die periode overdekt was door een ondiepe warme zee. De zandlaag die afgezet werd op de bodem van de zee werd in de laatste ijstijd echter grotendeels bedekt met een dikke laag leem. Aan de rand van de Dijlevallei is deze bedekking echter plaatselijk erg dun en komen de onderliggende zandpakketten nagenoeg aan de oppervlakte.
Bij de werken in de Doode Bemde kwam het oude zand weer aan de oppervlakte. Om die reden kon de gevonden tand door onderzoekers van de KU Leuven vrij precies gedateerd worden op 48 miljoen jaar oud.
Een deel van de beenderen in de Scaloria-grot (foto: UCLA)
ma 30/03/2015 - Luc De Roy Zo'n 7.000 jaar geleden pasten de eerste boeren in Italië een ongewoon begrafenisritueel toe dat bekend staat als "ontvlezing". Als mensen stierven, ontdeden de dorpelingen hun beenderen van alle vlees, haalden ze het geraamte uit elkaar, en vermengden ze de beenderen met de resten van dieren en andere voorwerpen in een nabijgelegen grot. Volgens onderzoekers was de praktijk bedoeld om de doden duidelijk te scheiden van de levenden.
Dat is gebleken uit onderzoek van de Scaloria-grot, een met stalactieten gevulde grot in de Tavoliere-regio in het zuidoosten van Italië. Een team van de universiteit van Cambridge heeft daar de rondgestrooide beenderen onderzocht van minstens 22 mensen, onder wie veel kinderen, uit het neolithicum of de nieuwe steentijd. De mensen zijn gestorven zo'n 7.200 tot 7.500 jaar geleden, en hun overblijfselen werden begraven in de Scaloria-grot.
"Ontvlezing is iets dat je terugvindt in begrafenisrituelen van over de hele wereld, maar dat we nog niet kenden in prehistorisch Europa", zei John Robb, een archeoloog aan de universiteit van Cambridge en de leider van het onderzoek.
De grot is afgesloten gebleven tot haar ontdekking in 1931 en daardoor zijn de menselijke resten, die op een willekeurige manier gemengd waren met beenderen van dieren, gebroken aardewerk en stenen werktuigen, zeer goed bewaard gebleven, wat ongebruikelijk is.
Oppervlakkig
Neolithische gemeenschappen begroeven hun doden meestal onder of naast hun huizen, of aan de rand van hun nederzettingen. In dit geval echter, hebben boeren uit dorpjes van wel 15 tot 20 kilometer ver de ontvleesde beenderen van hun doden in de bovenste kamer van de Scaloria-grot komen strooien.
Om te weten te komen waarom ze dat deden, en wat het ons vertelt over hun visie op leven en dood, onderzochten Robb en zijn team nauwgezet de overblijfselen, die voor het eerst opgegraven zijn in 1978 en die de universiteit van Cambridge nu te leen heeft gekregen van het Archeological National Museum in Manfredonia.
Het onderzoek toonde aan dat er slechts weinig volledige skeletten in de grot aanwezig waren, meestal werden maar een beperkt aantal beenderen uitgekozen om in de grot geplaatst te worden.
Een aantal beenderen vertonen ook enkel oppervlakkige snijsporen, wat er op wijst dat er bij de ontvlezing slechts weinig spierweefsel weggehaald moest worden. Dat betekent dat de overblijfselen waarschijnlijk in de grot geplaatst werden een jaar na het overlijden.
De beenderen vertonen slecht oppervlakkige snijsporen (foto: University of Cambridge).
Lang ritueel
Robb en zijn team gaan er dan ook van uit dat de ontvlezing een onderdeel was van een lang begrafenisritueel dat uit verschillende delen bestond. Het is niet geweten wat er in de eerste fasen van het ritueel met de stoffelijke resten gebeurde, maar het ontbreken van bijtsporen van dieren op de beenderen wijst erop dat de overblijfselen niet blootgesteld werden aan de elementen. Dat betekent dat ze ofwel ergens veilig weggeborgen werden of diep in de grond begraven werden.
Wat wel duidelijk is, is dat het ritueel zowat een jaar later eindigde, met het ontvlezen van een aantal beenderen die dan in de grot gelegd werden. Waarschijnlijk markeerde dat het einde van het rouwproces, en konden de familieleden dan de overblijfselen tussen andere weggegooide dingen plaatsen, zoals beenderen van dieren en gebroken potten. Misschien was dat een symbolisch gebaar, dat aantoonde dat de overgang van het leven naar de dood nu volledig afgerond was.
Robb stelde dat in contrast met onze hedendaagse rouwrituelen: "De dood is een cultureel taboe voor ons. Mensen in onze cultuur hebben de neiging de dood te schuwen, en ze proberen korte, eens-en-voor-altijd interacties te hebben met de doden. Maar in vele culturen hadden mensen lange interacties met de doden, ofwel door lange begrafenisrituelen in verschillende fases zoals hier, of omdat de doden aanwezig bleven als voorouders, krachtige relikwieën, als geesten of als sterke herinneringen."
Stalactieten
Robb en zijn team denken voorts dat de beenderen mogelijk beschouwd werden als het equivalent van de stalactieten, omdat ze daar wel wat op lijken. Er zijn ook beenderen gevonden die vermengd waren met afgebroken stalactieten.
De neolithische Italianen, die blijkbaar het verband legden tussen het water dat van het plafond van de grot drupte en de vorming van stalactieten, plaatsten overigens kruiken onder de stalactieten om het er af druppelende water op te vangen. Mogelijk dachten ze dat het water een spirituele kracht bezat omdat het in staat was om "stenen beenderen" te vormen.
Het is dan ook mogelijk, zo stellen ze, dat het proces van het schoonmaken en het in de grot plaatsen van de beenderen, een manier was voor de levenden om de beenderen terug te doen keren naar hun steenachtige oorsprong, en op die manier een cyclus van incarnatie te vervolledigen.
"We weten dat grotten een groot ritueel belang hadden in de Italiaanse prehistorie, en vooral dan het water dat van de stalactieten afdruppelt", zei Mark Pearce, een archeoloog aan de University of Nottingham, die niet betrokken was bij de studie. "De Scaloria-grot, met haar moeilijk te bereiken onderste kamer, was duidelijk een speciale plaats voor de mensen van de Tavoliere-regio, en we kunnen ons voorstellen dat het dan ook een geschikte plaats was voor de laatste begrafenisrituelen."
"Het is mogelijk dat ze dachten dat het leven ontsproot uit krachten of substanties van onder de grond", zei Martin Smith, een biologische antropoloog aan de Bournemouth University, die evenmin aan de studie heeft deelgenomen. "Of ze kunnen geloofd hebben dat de ziel na de dood naar ondergrondse plaatsen ging. Hoe dan ook geeft het ons een inzicht in wat mensen in de steentijd geloofden, dat we normaal niet gehad zouden hebben."
Het onderzoek is gepubliceerd in het laatste nummer van "Antiquity".
ma 23/03/2015 - 17:14 - Rik Arnoudt De presidenten van Egypte en Soedan en de premier van Ethiopië hebben een akkoord bereikt waarbij ze overeenkomen om het water van een de langste rivieren ter wereld te delen. Het akkoord moet een eind maken aan enkele jaren van geruzie over de ambitieuze plannen van Ethiopië om een nieuwe dam op de Blauwe Nijl te bouwen en een verdrag uit 1929 vervangen, waarbij de rechten over het Nijlwater waren toegekend aan Egypte en Soedan, en niet aan Ethiopië.
De Soedanese president Omar al-Bashir, de Ethiopische premier Hailemariam Desalegn en de Egyptische president Fatah al-Sissi hebben het princiepsakkoord voorgesteld in de Soedanese hoofdstad Khartoem. Daarvoor hadden ze samen een kortfilm bekeken over de Dam van de Grote Wedergeboorte die Ethiopië wil gaan bouwen en die de grootste dam van Afrika moet worden.
Volgens Addis Abeba is de nieuwe dam van groot belang voor de ontwikkeling van het westen van Ethiopië, met name op het vlak van elektriciteitsvoorziening. Caïro bekijkt de Ethiopische bouwplannen met argusogen, want het water van de Nijl is essentieel voor de landbouw en de bevolking van de Nijlvallei.
"Denk bij het ontwikkelen van je eigen volk ook aan het Egyptische volk, voor wie de Nijl niet alleen een bron van water, maar ook een bron van leven is", hield de Egyptische president de Ethiopische premier voor. Caïro heeft beslist om het spel niet te hard te spelen. "We hebben beslist om mee te werken en vertrouwen te stellen in het belang van de ontwikkeling", zegt al-Sissi.
Egypte vindt dat zijn "historische rechten" op de Nijl zijn gegarandeerd door twee verdragen uit 1929 en 1959, die Egypte en Soedan recht geven op tot 87 procent van het totale debiet van de Nijl, en een vetorecht op elk project dat op de stroom gelanceerd wordt. Die verdragen worden betwist door de meeste andere landen in het Nijlbekken, waaronder Ethiopië, die in 2010 een apart akkoord sloten dat hen het recht geeft op de ontwikkeling van projecten op de stroom zonder de goedkeuring van Caïro.
Het akkoord van vandaag is een princiepsakkoord. Veel details moeten nog worden uitgewerkt, maar dat zou de bouw van de Dam van de Grote Wedergeboorte niet in de weg staan.
De Nijl is eigenlijk een samenvloeiing van de Witte Nijl, die ontspringt in het Victoriameer, en de Blauwe Nijl, die ontspringt in het Tanameer, in het westen van Ethiopië. Beide rivieren vloeien samen in de Soedanese hoofdstad Khartoem. Stroomafwaarts gaat het via Egypte richting Middellandse Zee, waarin de rivier in een grote delta uitmondt.
Enkele van de steengroeves uit de Amarnaperiode in Dayr Abu Hinn
di 17/03/2015 - 17:00 Pieterjan Huyghebaert De Egyptische farao Achnaton, meest bekend om zijn vrouw Nefertiti en opvolger Toetanchamon, liet tussen 1350 en 1335 voor Christus een enorme nieuwe hoofdstad bouwen in de woestijn. Leuvense egyptologen hebben nu ontdekt hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen.
Amarna is in 1350 voor Christus gesticht door farao Achnaton als nieuwe hoofdstad van het Egyptische rijk. De ketterkoning introduceerde een monotheïstische godsdienst waarbij enkel de zonnegod Aton nog vereerd werd en spaarde kosten noch moeite om in enkele jaren tijd een enorme nieuwe hoofdstad uit de grond te stampen in het midden van de woestijn. Zijn religieuze revolutie sloeg niet aan en na 15 jaar al werd de stad verlaten.
De intrigerende gebeurtenissen tijdens het leven van Achnaton, zijn vrouw Nefertiti en hun opvolger Toetanchamon hebben ertoe geleid dat de Amarnaperiode een van de meest onderzochte periodes uit de Egyptische geschiedenis is. "Amarna is erg interessant voor egyptologen", zegt professor Harco Willems (KU Leuven) aan onze redactie. "De meeste onderzoeken focussen echter op de stad zelf, maar wij hebben net daarbuiten iets interessants gevonden."
Harco Willems
"Er zijn indertijd erg veel grote gebouwen en paleizen gebouwd in de stad, maar daar blijft niet veel meer van over", zegt Willems voort. Tot nog toe was onbekend hoe ze zo snel een stad van die grootte hebben kunnen bouwen. Nu blijkt dat er een heuse industriële achterbouw aan de stad was: "Wij hebben ontdekt waar ze al die stenen vandaan haalden om die stad in zon snel tempo uit te bouwen."
Het Leuvense team heeft honderden steengroeves ontdekt en een uitgebreid wegenpatroon. Het industriële gebied werd doorkruist door tientallen wegen en paden. De ontdekking toont aan dat de bouw van Amarna een megaproject van ongekende schaal moet zijn geweest. "Er is nu zon 6 vierkante kilometer oppervlakte bij de stad gekomen", zegt Willems. In die steengroeves is ook graffiti van mijnwerkers uit die periode ontdekt (kleine foto).
De opbouw van Amarna wordt daarmee helemaal op zijn kop gezet en is erg vergelijkbaar met een hedendaagse stad. "Je komt eerst terecht in de industriële buitenwijken vooraleer je het echte stadscentrum bereikt", zegt de egyptoloog. "Zoiets hebben we nog nooit gezien in Egypte. Er zijn tientallen wegen die naar de Nijl gaan, waaruit we afleiden dat daar minstens zes havens geweest moeten zijn."
Het onderzoek is een jaar of zes geleden begonnen. Eerst was het onderzoek gefocust op de steengroeves zelf, daarna is via satellietfotografie het wegenpatroon in kaart gebracht. "Wie aan Egypte denkt, denkt aan piramides en andere grote monumenten, maar wij proberen hele regios in kaart te brengen en hoe die samenhangen", zegt Willems. "Vergelijk het met een Belgische stad uit de middeleeuwen, zoals Gent. Je moet niet alleen de Sint-Niklaaskerk bestuderen, maar ook hoe het middeleeuwse stratenpatroon in elkaar zat."
Enkele Leuvense egyptologen op een weg uit de Amarna-periode:
Amerikaanse archeologen hebben in de Egyptische stad Luxor een tombe van een farao ontdekt die meer dan 3.000 jaar oud is, met muurschilderingen in een zeer goede staat. Dat meldt het ministerie van Antiquiteiten.De tombe dateert uit de 18de dynastie, uit het Nieuwe Rijk (1550-1070 voor Christus). Op de gekleurde muurschilderingen staan scènes uit het dagelijkse leven en afbeeldingen van feestelijkheden.
"De tombe zou gevandaliseerd kunnen geweest zijn, aangezien bepaalde afbeeldingen en inscripties op de muren afgeschraapt werden", aldus het ministerie zonder meer uitleg te geven. Vorige week werd in dezelfde regio een gelijkaardige tombe ontdekt.
Luxor, een stad met een half miljoen inwoners gelegen aan de oevers van de Nijl in het zuiden van Egypte, is een heus openluchtmuseum, met talrijke tempels en tombes die dateren uit het Oude Egypte.
10-03-2015
Archeologen graven 3.000 geraamtes op in hartje Londen
Archeologen graven 3.000 geraamtes op in hartje Londen
AP
di 10/03/2015 - 12:14BelgaIn de komende vier weken zullen archeologen in hartje Londen een kerkhof uit de tijd van de pest blootleggen. "We verwachten minstens 3.000 geraamtes te vinden", zegt wetenschapper Jay Carver op de BBC.
De Londenaars begroeven tussen 1569 tot 1738 hun doden op het kerkhof in de omgeving van het huidige Liverpool Street Station. In de jaren 1665 en 1666 was een vijfde van de stadsbevolking aan de pest gestorven. De stoffelijke overschotten moeten de wetenschappers onder andere inzicht verschaffen over wat tot de pest heeft geleid.
Op het terrein aan de rand van het financieel centrum wordt een nieuw station gebouwd, dat met het reeds bestaande zal verbonden worden. Er kunnen ook nog overblijfselen uit de Romeinse periode of de middeleeuwen aangetroffen worden, deelde het verkeersproject Crossrail mee. Op de site werden de voorbije twee jaar al honderden skeletten en artefacten gevonden. Het team van 60 experten moet tegen september zijn werk afgerond hebben.
Keltisch prinsengraf ontdekt in de Champagnestreek
Keltisch prinsengraf ontdekt in de Champagnestreek
vr 06/03/2015 - 16:16 Nabij het dorpje Lavau nabij Troyes in het noordoosten van Frankrijk is een rijk versierde graftombe ontdekt. Die zou toebehoord hebben aan een Keltische prins en bevat tal van uitzonderlijk mooi versierde grafgiften. De archeologen spreken over een uitzonderlijke vondst.
De tombe dateert uit de 5e eeuw voor Christus en was omgeven door een palissade van houten palen. Daarbinnen was een grafheuvel of tumulus met een diameter van veertig meter. In de Middeleeuwen zou de grafheuvel deels zijn afgegraven om meer grond voor landbouw beschikbaar te maken, maar het ondergrondse graf zou toen niet ontdekt zijn en is dus onaangeroerd gebleven.
In dat graf hebben de archeologen een bronzen wijnvat gevonden met een diameter van een meter. Het wijnvat is rijkelijk versierd met een afbeelding van de Griekse stroomgod Acheloos en met leeuwenkopjes. Het vat zou het werk zijn van Griekse of Etruskische vaklieden. Dat is niet uitzonderlijk, want er bestond toen een levendige handel tussen de Keltische stammen in West- en Centraal-Europa en de mediterrane wereld.
Dat blijkt ook uit de vondsten die in het wijnvat zijn gevonden. Daarbij is onder meer een aarden wijnkruik van Etruskische makelijk met een afbeelding van de Griekse wijngod Dyonisos en een vrouw.
De opgravingen zijn nog niet achter de rug en het lichaam van de begraven prins is nog niet gevonden. Doorgaans wordt die met rijk versierde wapens en een paard begraven.
Kelten en de mediterrane handel
De Grieks en en Etruskische vondsten in Keltische graven zijn geen uitzondering en wijzen op een wijd verspreid handelsnetwerk tussen de Keltische wereld en die langs de Middellandse Zee. Dat gebeurde veelal langs de Rhônevallei en kwam echt op gang na de stichting van Griekse kolonies zoals Marseille en Nixe in de Provence.
Griekse en Romeinse historici omschreven de Kelten als "barbaren", maar dat was veelal het gevolg van hun vrees voor de krijgshaftige strijders uit het noorden. De Keltische of Gallische cultuur was integendeel erg hoogstaand, al kende die geen schrift of werd het alleszins weinig gebruikt.
Die cultuur blijkt uit de rijk versierde Keltische prinsengraven. Het meest versierde Keltische graf is dat van een prinses of priesteres dat ik 1953 werd ontdekt in Vix, eveneens in Frankrijk. Daar werd een ware schat ontdekt, waaronder juwelen en een enorme "krater" of Grieks mengvat voor zijn.
06-03-2015
Oorlog bedreigt Syrische werelderfgoed
Oorlog bedreigt Syrische werelderfgoed
Odilia
Tempel voor de god Baal in de stad Palmyra
zo 28/04/2013 - 07:03 Jos De Greef Te midden van al de ellende die de burgeroorlog in Syrië meebrengt, krijgen ook de enorme kunstschatten en archeologische vindplaatsen steeds meer te lijden onder beschietingen en plunderingen.
Het is bij ons minder bekend, maar Syrië of het oude Aram heeft een geschiedenis en patrimonium dat nauwelijks moet onderdoen voor dat van Egypte. De geschiedenis van die twee landen gaat terug tot zeker 3.000 voor Christus en dat heeft sporen nagelaten.
Kleitabletten uit Ebla
Uit die beginperiode dateert de oude stad Ebla of Tell Mardikh, ten zuiden van Aleppo. Daar werden kleitabletten in Soemerisch en Akkadisch teruggevonden uit de periode van 2.500 tot 2.250 v.C. Die geven een beeld over het bestuur, de internationale verdragen en het rijke handelsleven van Ebla, dat een knooppunt was van handelsstromen in de oudste perioden.
In het oosten, vlak bij de grens met Irak, lag de grote rivaal van Ebla, de stad Mari. Die beleefde twee gouden periodes, tussen 2900 en 2350 v.C. en tussen 1900 en 1759 v.C en uit die laatste periode dateren een groot paleis in baksteen met meer dan 300 kamers en binnenhoven en een archief met 25.000 kleitabletten.
Iets jonger was de oude Kanaänitische havenstad Ugarit, van de 15e tot de 13e eeuw v.C. een van de belangrijkste havens aan de Middellandse Zee. Hier kwamen karavaan- en zeeroutes samen en Ugarit dreef handel tot in Cyprus, Spanje en mogelijk ook Bretagne. In Ugarit werd ook het eerste alfabetische spijkerschrift ontwikkeld, de voorloper van het Fenicische alfabet en in heel brede zin ook van het schrift waarin u deze tekst leest.
Schatten uit de klassieke Oudheid
Zuilengalerij in Apamea
Op onze chronologische wandeling doorheen Syrië stappen we nu de Grieks-Romeinse tijd binnen. De Grieks-hellenistische Seleucieden, opvolgers van Alexander de Grote, lieten twee grote steden na: Apamea en Bosra, respectievelijk in het noorden en zuiden van Syrië.
In Apamea staat de langste zuilenrij uit de Oudheid, zo'n 1,8 kilometer lang. In Bosra zijn een van de grootste Romeinse theaters bewaard, evenals zuilen, tempels, een Byzantijnse basiliek en een oude moskee uit 720 na Christus.
De oastestad Palmyra op de oude Zijderoute was en is nog altijd de parel van de Syrische woestijn. Ooit het centrum van een Arabisch koninkrijk tussen Romeinen en Perzen in, getuigen een 1,2 kilometer lange zuilenrij, een tempel voor de god Baal en ruïnes van de Senaat van de grootsheid van weleer.
Van kruisvaarders en moslims
Damascus en Aleppo zijn wellicht de oudste nog bestaande steden ter wereld met vier tot vijfduizend jaar op de teller, maar tellen vooral uit de middeleeuwen veel monumenten.
Ummayadenmoskee in Damascus
Damascus -volgens de legende de plaats van de Tuin van Eden- kan bogen op Romeinse en Byzantijnse overblijfselen, maar is vooral trots op de grote Moskee van de Ummayyaden, de eerste kaliefendynastie die tussen 661 en 750 na Christus over het Arabische rijk regeerde, van Spanje tot in Perzië. In die moskee zou zich het grafmonument van Johannes De Doper bevinden. Vlakbij ligt het mausoleum van de Koerdische sultan Saladin, die in 1187 Jeruzalem heroverde op de kruisvaarders.
Aleppo heeft ook een Ummayyadenmoskee, die nu totaal beschadigd is door de gevechten. Er ligt ook een grote burcht van Saladin en de mooiste en grootste "soek" in het Midden-Oosten, waar je zo 800 jaar terug in de tijd stapt. Tenminste tot vorig jaar, want die soek -werelderfgoed volgens de Unesco- is toen afgebrand. Tussen Aleppo en Damascus ligt Hama, bekend van de oorlog, maar ook van de grote "nuwa'ir" of waterwielen die water voor een aquaduct opscheppen.
Bernard Gagnon
Krak des Chevaliers
Op een bergtop nabij de grens met Libanon ten slotte ligt het unieke Krak des Chevaliers, een onneembare kruisvaardersbucht van de Johannieterorde die na 1144 werd gebouwd.
Uit de moderne tijd dateert het Nationaal Museum in Damascus, de thuis van veel van de opgegraven kunstschatten, beelden en mozaïekvloeren.
Nieuwe golf van verwoestingen?
De oorlog in Syrië en de onstabiele toestand doen vrezen voor schade aan die monumenten en musea en vooral voor georganiseerde plunderingen door criminele bendes, zoals na de val van Saddam in Bagdad eerder.
Ook kan niet uitgesloten worden dat extremistische milities bewust schade gaan toebrengen. Er zijn precedenten toen de "rode gardes" tijdens de (Anti-)Culturele Revolutie in China tal van monumenten sloopten. De taliban in Afghanistan vernielden musea en de grote Boeddha-beelden van Bamiyan. Meer recent hielden moslimmilities lelijk huis in Timboektoe waar soefi-mausolea en eeuwenoude handschriften (islamitische dan nog wel) werden vernield.
Strijders van de fundamentalistische terreurorganisatie IS zijn begonnen met het slopen van de overblijfselen van het 3.000 jaar oude Assyrisch paleis van Nimrud, in de buurt van de Noord-Iraakse stad Mosul. Dat meldt de Arabische nieuwszender Al Jazeera en dat wordt bevestigd door de Iraakse overheid.
De IS-strijders zouden bulldozers hebben ingezet om het paleis met de grond gelijk te maken.
De site in Nimrud is erg waardevol. In de jaren 80 hebben archeologen er een van de rijkste vondsten ooit van goud en juwelen gedaan. Het Assyrische paleis heeft muren met prachtige reliëfbeelden van gevleugelde Assyrische stieren.
Vorige week verspreidde IS nog videobeelden waarop te zien was hoe strijders beelden vernielden in het Archeologisch Museum van Mosul en in het paleis van Ninevah. Toen al gaven IS-strijders aan dat het paleis van Nimrud het volgende doelwit zou zijn.
De vernielingen van cultureel werelderfgoed door IS lokken wereldwijd grote verontwaardiging uit. De Arabische Liga bijvoorbeeld heeft het over "één van de ergste misdaden die in deze tijd begaan zijn tegen het patrimonium van de mensheid".
Koninklijk graf van steenrijke Keltische prins ontdekt
Koninklijk graf van steenrijke Keltische prins ontdekt
Franse archeologen hebben ten oosten van Parijs een prachtig bewaard
koninklijk graf ontdekt uit de oudere pre-Romeinse IJzertijd.
Tijdens opgravingswerken in het stadje Lavau op minder dan 200 kilometer van
Parijs, troffen de archeologen op de site van een monumentale grafheuvel
artefacten aan van begin de 5e eeuw v. C.. Dat deelde het Nationaal
Archeologisch Instituut Inrap (Institut national de recherches archéologiques
préventives) donderdag mee.
Graf van 14 vierkante meter
De gebruiksvoorwerpen in het graf, die eerst werden aangetroffen in een 14
vierkante meter grote ruimte waar de overledene en zijn strijdwagen waren
bijgezet, behoren tot de Keltische volkeren van de Halstatt-cultuur uit de
vroege IJzertijd. Een grote bronzen ketel van één meter diameter met handvaten
staat centraal in de kamer, waar ook vazen en potten met Griekse en Etruskische
versieringen staan.
Een van de keramische vazen stelt de Griekse god Dionysus die onder een
wijnrank ligt voor een vrouwelijke figuur, in een stijl die typisch is voor
overvloedige koninklijke banketten.
Uitzonderlijke rijkdom
Zelfs in de rijkste graven van Griekenland hebben we nooit dergelijke
objecten gevonden, zei Inrap-directrice Dominique Garcia, die benadrukt dat de
kwaliteit van de materialen goed is geconserveerd. Tijdens de late 6e en vroege
5e eeuw v.C., hadden Griekse en Etruskische reizende handelaars grote invloed op
de Keltische volkeren. Ze richtten toen ook stadstaten op in Frankrijk en
Italië.
Een prins?
Omdat het geslacht van de persoon in het graf niet is gekend, denken de
archeologen dat het om een prins gaat, omdat naast zijn stoffelijk overschot een
bronzen dolk werd aangetroffen. Andere, oudere graven werden eerder al op
dezelfde site uitgegraven, waarvan er sommige dateren van 1.400 v.C.
âEerste mensâ ontdekt
We zijn 400.000 jaar ouder dan we dachten
Het kaakbeen met tanden werpt
een nieuw licht op de evolutie van de mens. Foto: AFP
In Ethiopië is een stuk kaakbeen teruggevonden waaruit blijkt dat de mens
400.000 jaar ouder is dan we tot nu dachten. De vondst werd gedaan door
wetenschappers van de van de Arizona State University.
Een stuk kaakbeen en vijf tanden kunnen een deel van de geschiedenis van de
mensheid herschrijven. Ze behoren tot de Homo, de soort die uiteindelijk tot de
moderne mens leidde. De onderzoekers denken dat de persoon zon 2,8 miljoen jaar
geleden leefde. Dat is 400.000 jaar ouder dan de fossielen die tot nu als oudste
werden beschouwd.
Het onderkaakbeen is duidelijk afkomstig van een volwassene. De tanden lijken
een stuk smaller dan die van Lucy, het skelet van een van de oudste tot nu toe
bekende mensachtigen. Die resten waren zon 3,2 miljoen jaar oud en werden in
dezelfde regio gevonden.
Is de soort van Lucy, de Australopithecus afarensis, geëvolueerd in de eerste
primitieve mensen? 'Dat argumenteren we', zegt onderzoeker Brian Villmoare aan
de BBC.
We hebben een mens
De ontdekking werd twee jaar geleden gedaan door Chalachew Seyoum, een
Ethiopische student aan de Arizona State University. Hij maakte deel uit van een
groep die er fossielen zocht. Professor Brian Villmoare, die mee was op de
expeditie, herinnert zich het moment van de vondst nog goed. Ik hoorde mensen
mijn naam roepen. Ik ging de hoek om en zag Chalachew. Hij had het fossiel
herkend, en zei: We hebben een mens.
De impact van de opgraving kan enorm zijn. Ze werpt immers een licht op een
periode van de mensheid waar we nog niet veel van afweten. In die periode, van
twee tot drie miljoen jaar geleden, begon de cruciale overgang van aapachtige
dieren naar soorten die werktuigen gebruikten en uiteindelijk op de hedendaagse
mens begonnen te lijken.
Wetenschappers hebben in Ethiopië de onderkaak van de oudste moderne mens gevonden. De kaak met tanden is ongeveer 2,75 tot 2,8 miljoen jaar oud. Dit betekent dat het genus homo waarschijnlijk eerder ontstond dan verwacht. Op dit moment gaan onderzoekers er van uit dat de eerste moderne mens 1,5 tot 2,5 miljoen jaar geleden in Afrika leefde, namelijk de homo habilis.
Homo habilis was de eerste moderne mens. Toch vinden veel wetenschappers dat de Homo habilis een overgangsvorm was: de brug van aapachtigen naar mensachtigen.
De kaak vertelt een ander verhaal, namelijk dat de homo-lijn 400.000 jaar eerder ontstond. Het fossiel is in 2013 gevonden door een internationaal team van onderzoekers. De vondst is een doorbraak, want wetenschappers zijn al decennia op zoek naar oude fossielen van de moderne mens. We weten weinig over onze oorsprong, omdat er tot op heden weinig fossielen zijn gevonden die 2,5 tot drie miljoen jaar oud zijn. Wetenschappers vermoeden dat de homo-lijn ergens in deze periode ontstond.
Iets jonger dan Lucy De gevonden kaak is 200.000 jaar jonger dan de oudste resten van de Australopithecus afarensis, beter bekend als Lucy. De A. afarensis leek in weinig opzichten op de moderne mens. Zo had Lucy lange slungelige armen, een naar voren stekende onderkaak en relatief kleine hersenen. Wel kon de A. afarensis al op twee benen lopen. Overigens zijn er wetenschappers die vinden dat de Homo habilis de eerste moderne mens meer weg had van de Australopithecus. Homo erectus de mens die Afrika verliet leek wat dat betreft veel meer op ons. Deze mensensoort had grotere hersenen dan de Homo habilis en kon uitstekend rennen.
Mogelijk is de moderne mens ontstaan door wereldwijde klimaatverandering
Kleine details verraden oorsprong Hoe weten wetenschappers eigenlijk dat de kaak van een moderne mens is, en dus niet van een aapachtige? Dit is te zien aan kleine details. Zo zijn de kiezen vrij smal en is de kaak gelijkmatig geproportioneerd. De premolaren de twee kiezen die zich normaal direct achter de hoektand bevinden zijn symmetrisch. Dit zijn allemaal eigenschappen van de kaak en de tanden van een moderne mens.
Wat is jouw oorsprong?
Wie is de Nederlander? En wie is de Belg? Waar komen wij vandaan? Scientias.nl-redacteur Rob Oele gaat op zoek naar zijn eigen oorsprong in een reeks artikelen. Een lastige taak, want het verhaal over onze geschiedenis verandert bijna dagelijks.
Overtuigende bewijzen We zijn er van overtuigd dat het fossiel LD 350-1 2,8 tot 2,75 miljoen jaar oud is, vertelt hoofdonderzoeker Erin DiMaggio in het paper dat vandaag op de website van Science Express is verschenen. We gebruikten verschillende dateringsmethoden om de leeftijd te achterhalen. Iedere keer komt dezelfde leeftijd uit. Het fossiel is tussen twee vulkanische aslagen gevonden. De lagen boven en onder het fossiel zijn uitvoerig geanalyseerd. Er zijn overigens ook andere fossielen gevonden, zoals prehistorische antilopen, olifanten, krokodillen en vissen. Deze dieren leefden in dezelfde periode als de tot nu toe oudste mens.
Bestaan wij dankzij klimaatverandering? De wetenschappers kunnen de belangrijkste vraag Waarom is de moderne mens ontstaan? nog niet beantwoorden. Maar zij komen wel dichtbij. Mogelijk heeft het te maken met klimaatverandering. De temperaturen namen 2,8 miljoen jaar geleden toe, waardoor aapachtigen evolueerden. Toch is het nog te vroeg om te zeggen dat klimaatverandering de oorzaak is, zegt professor Kaye Reed van de staatsuniversiteit van Arizona. Om dit vast te stellen moeten we meer fossielen vinden.
De archeologen hebben in de regio La Mosquitia in het noordoosten van het land overblijfselen van steden, aarden wallen en een piramide gevonden. Dat schreef het tijdschrift National Geographic.
Een van de meest spectaculaire vondsten was het hoofd van een beeld, dat een mythisch wezen -half mens, half jaguar- voorstelt. De vindplaats is zo goed als onaangeroerd, zei archeoloog Christopher Fisher van de Universiteit van Colorado. De wetenschappers dateren de artefacten op 1000 tot 1400 na christus.
Verloren gegane beschaving
In tegenstelling tot de eveneens in de regio thuishorende Maya is over deze cultuur zo goed als niets bekend. De legende van de "Witte Stad" of de "Stad van de Apengod" wordt in de omgeving al eeuwen doorverteld. Eerste concrete aanwijzingen voor de site verwierven de wetenschappers in 2012 door luchtopnames. Na de expeditie gaan de wetenschappers er vanuit dat ze niet op één stad, maar op de resten van een compleet verloren gegane beschaving zijn gestoten.
Cultuur vernietigen om geschiedenis te herschrijven
Cultuur vernietigen om geschiedenis te herschrijven
AP
vr 27/02/2015 - 22:09 Jos De Greef De verwoestingen door de terreurgroep IS van meer dan 2.500 jaar oude Assyrische beelden in het museum van de Iraakse stad Mosul hebben wereldwijd verontwaardiging opgewekt. Toch zijn dat soort (anti-)culturele revoluties helaas geen uitzondering.
In een schokkende video was te zien hoe aanhangers van IS met hamers beelden in het museum stuksloegen. Aan de overkant van de rivier de Tigris -net buiten Mosul- vernielden anderen met een drilboor een groot beeld van een gevleugelde leeuw in de ruïnes van de oude Assyrische hoofdstad Niniveh. Die leeuw had de val en verwoesting van de stad door Meden en Babyloniërs in 612 voor Christus doorstaan, maar niet de komst van IS.
AP
De video is schokkend, want de Assyrische cultuur was tussen 2.500 en 605 voor Christus één van de meest toonaangevende van de Semitische wereld, waarvan de Arabische cultuur de belangrijkste erfgenaam is. Niet voor niets heet de studie van de oude culturen van het Nabije Oosten assyriologie.
Dat alles maakt geen indruk op de extremisten van IS in hun haat tegen alles volgens hen heidendom is. Zo heeft IS zich in de door hen bezette gebieden in Irak ook gekeerd tegen heiligdommen en archeologische overblijfselen van minderheden zoals de jezidi's, sabeïsche mandeëers (foto), maar ook christenen en vooral ook sjiieten.
Opvallend is dat IS ook moslimheiligdommen verwoest, niet enkel sjiitische cultusplaatsen, maar ook de eigen soennitische. Het gaat dan vooral om moskeeën, mausolea van bekende soefi-mystici en zelfs de tombe van de bijbelse profeet Jonas.
"Er is geen God behalve God..."
In de video over de Assyrische kunst legt IS ook uit dat die kunstschatten vernield moeten worden omdat ze volgens de groep gebruikt werden voor "shirk" of "afgodenaanbidding". Dat is een grote zonde voor moslimfundamentalisten en een inbreuk op het concept "tawhid" of de eenheid van God. Dat betekent dat er naast Allah niets of niemand anders aanbeden of vereerd mag worden, monotheïsme "pur sang" dus. De geloofsbelijdenis -één van de vijf zuilen van de islam- bevat overigens de woorden "er is geen god behalve Allah".
AP
Dat geldt voor alle strekkingen binnen de islam, maar komt het hevigst tot uiting binnen de soennitische rechtsscholen en dan vooral binnen het hanbalisme, de kleinste soennitische rechtsschool, maar diegene die wel de basis vormt van veel jihadistische strekkingen. Die culmineert ook in het wahhabisme, de versie van de islam die de staatsgodsdienst is in Saudi-Arabië en van daaruit met oliegeld verspreid wordt.
Historisch zijn er bij de verspreiding van de islam steeds heiligdommen van andere religies verwoest. Dat ging dan om zoroastristische gebedsplaatsen tot tempels van hindoes, boeddhisten en jainisten in India. Omstreeks 1200 werd zo de grote boeddhistische universiteit van Nalanda in India verwoest door Turkse plunderaars. Die is intussen weer opgebouwd, maar ook in Pakistan en Afghanistan en langs een deel van de Zijderoute werden bij de opkomst van de islam heiligdommen van andere religies vernield.
Begin 2001 werden de monumentale Boeddha-beelden nabij Bamyan (foto) in Afghanistan opgeblazen door de radicale taliban, die ook nog "heidense" kunst in het museum van Kaboel vernielden. Begin 2013 werden zelfs islamitische heiligdommen en eeuwenoude bibliotheken in Timboektoe in Mali tijdens de kortstondige bezetting van de stad vernield door moslimextremisten.
Nu zijn die bewuste verwoesting van andermans cultuur niet beperkt tot de islam. Zo zou de beroemde bibliotheek van Alexandrië in Egypte verwoest zijn door christelijke monniken die wetenschappelijke en filosofische kennis overbodig achtten. Als egyptoloog erger ik mij aan de mooie Oud-Egyptische beelden en reliëfs die moedwillig beschadigd zijn door de vroege christenen. Monotheïsme gaat vaak ook samen met "één enkele waarheid", die andere waarheden schijnbaar overbodig maakt.
AP
De opgang van het vroege christendom in Europa ging meestal gepaard met de verwoesting van heidense -zowel Griekse, Romeinse als Germaanse- cultusplaatsen die dan vaak door de kerk werden overgenomen. Veel kerken staan op de ruïnes van oude tempels.
De boekverbrandingen van de Inquisitie en meer recent door de nazi's moesten "ongewenste ideeën" en "entartete Kunst" ver van de goegemeente houden.Met de "culturele revolutie" in China (1965-1975) wou de communistische dictator Mao Zedong 5.000 jaar van Chinese tradities uitvagen en vervangen door zijn maoïstische ideaal van de "arbeider-boer-soldaat". Meer sluipend en verborgen zijn de verwoestingen die China heeft aangericht in Tibet in een poging om de lokale cultuur te verzwakken en te "siniseren". Op dit ogenblik wordt de oude Oeigoer-Turkse stadswijk van Kashgar in westelijk Xinjiang afgebroken en vervangen door betonnen blokken, waardoor dat stadsdeel het uitzicht van gelijk welke Chinese stad krijgt. Hier is de islam dan het slachtoffer van moedwillige verwoesting.
Op dezelfde manier wil IS in het Midden-Oosten nu niet enkel de niet-islamitische minderheden uit de geschiedenis wegvagen of hun identiteit ontnemen, maar ook die van andere moslims zoals de sjiieten en zelfs soennitische geloofsgenoten tot enkel de "ene waarheid" van IS overblijft en alle andere visies op de islam uit het geheugen verwijderd worden. Of de meerderheid van de ndere moslims dat gaat laten gebeuren, is echter de vraag.