De plaatselijke politiek.
Ik zou het bijna gaan geloven, zo vaak wordt deze mantra
gedraaid: Plaatselijke verkiezingen en politiek is totaal verschillend van
nationale politiek; Ja duiveneieren zijn geen struisvogeleieren. Dat weten we.
Partijen die zowel in het parlement als in de gemeente
vertegenwoordigd zijn, hebben een zeer sterke band tussen hun verkozenen. De
lijnen van hun programma zijn de facto geldend voor alles wat onder die vlag
werkt. In theorie zou er vanuit de basis een opwaartse stroming moeten zijn
naar de leiding, maar dat is schone schijn. De enige opwaartse stroming is het
effect van de stem van de kiezer en daar gaat het over.
Dus een rechtse of liberale partij is en blijft liberaal van
onder tot boven. Het zijn de plaatselijke gezichten die van plaats tot plaats
verschillen en die het stemgedrag van sommige kiezers kunnen beïnvloeden. Maar
die verschillende gezichten moeten hun neus allemaal in dezelfde richting
keren, anders gaat het niet.
Een partij die alleen plaatselijk opkomt en nergens elders
meedingt naar de macht, die kan zeggen dat ze weinig met nationale politiek te
maken heeft, hoewel. Wetten, richtlijnen, regels, gelden, bijna alles wordt van
boven gestuurd. Plaatselijk kan men een plaatselijke invulling geven, maar die
zal altijd moeten kaderen in het hogere beleid.
En toch draait de mantratol. Door het zo te spelen kan men
nederlagen toewijzen aan de ander. Winst wordt graag gedeeld, verlies niet.
Het zijn natuurlijk niet de koppen die het verschil maken. Een
dorp in de Borinage is net wat anders als Brasschaat of Ter Hulpe of Knokke.
Hoe zou dat komen?
Op papier was het bestaande kiessysteem vrij degelijk maar
het is erg verzwakt tot zwaar ziek. Het is de gevreesde ziekte van een
democratie die ondermijd wordt en op sterven na dood is.
Koester de stem die je nog mag uitbrengen als een ultiem
recht en geef ze alleen aan de beste kandidaat van de beste partij na grondig
overleg.
10-03-2012 om 12:36
geschreven door Walter
|