Geachte lezer, de jongste teksten komen helemaal onderaan, neen en nog eens neen, nu niet meer verdorie toch, omdat ik stapje na stapje deze bescheiden denkoefening op de blog los laat. Het is een persoonlijke visie, een overtuiging die wellicht ook niet steeds op de enige echte waarheid steunt. Men kan slechts proberen zo correct mogelijk te zijn.
Neen dit is niet definitief! Deze tekstjes borrelden op staan hier te blozen zoals ze het daglicht zagen. Als ik tijd en goesting vind me met rode bic en kritisch oog door deze geestelijke erupties te worstelen, zal ik spelling en spraakkunst met de luizenkam uitpluizen. Vandaag zeker niet want ik heb het veel te druk met zaken die me belangrijker lijken. "If I had a secretareske?"
Zoeken in blog
Zoeken in blog
Positief, kritisch denken.
Wat schort er in Niel, in de politiek? Als alleen Einstein zijn mening mocht uiten, dan wordt het erg stil.
Voor een mening opkomen is een stuk verantwoordelijkheid nemen.
03-08-2013
Balangenie! vrij vertaald, helemaal niet!
Wanneer wij het appartement kochten verzekerde Mi-Ma ons en ook enkele andere kopers dat er kelders of bergplaatsen zouden komen. Een mens moet toch ergens met zijn schoenen en boekentas naartoe kunnen. Ze kwamen er lekker niet, de voor bergplaatsen voorziene ruimte werd een appartement, haha, flink gefopt, dacht Mi-Ma en hij knoeide voort. U, als lezer van deze oprispingen, hebt natuurlijk al begrepen dat een appartement meer oppervlakte heeft dan een bergplaats. Vermits de buitenmaten van de Residentie De Rioolgang vast lagen, ging de (....) man ijverig aan het werk met schaar en lijm. Van Blok B werd een stuk afgeknipt en bij Blok A aangeplakt. En klaar was kees, en Mi-Ma telde zijn centjes. Mi-Ma die lang geen domme was, en begrepen had hoe jonge kopers levend gestroopt wilden worden, zette van die "aanpassingen" niets op papier, toch niet in de Basisakte. Wie zou zo'n onding ooit lezen, dacht de sluwe vos. En gelijk had hij, het duurde meer dan dertig jaar. "Niet gelezen? Niet gelezen? Ik ken ze van buiten!" waren de gevleugelde uitlatingen voor onze zelf uitgeroepen specialist syndicus. En iedereen wist alles over het "Huishoudelijk Reglement" dat nooit streng genoeg was voor een ander. De glasgordijnen, de grote van de mazen en hun kleur en de garagepoorten, alles, maar dan ook alles wisten ze... Behalve dat er niks klopte, althans in Blok A en ook in Blok B van Residentie De Rioolgang. Garages, het magische woord is gevallen, G A R A G E hoogste doel voor wie na lang zwoegen eindelijk de fiets naar het groot vuil heeft kunnen brengen. "Garage" zei een eigenaar en hij stikte er bijna in. Einde de jaren zeventig groeiden de wagens in de meeste merken en de garages bleven ...veel te klein! Miserie, miserie! De vrije markt biedt voor diegenen die minder verstandig is de oplossing: koop een kleiner type of verander van merk dat er groot uitziet maar toch klein is. Zo geschiedt hier, het kan niet anders, behalve bij die ene die op voorhand een en ander onderzocht had en vermits Mi-Ma een vlotte kerel was, kon er gemakkelijk wat verplaatst worden en toen werd het wel genoteerd, niet onbelangrijk. De gemeenschappelijke ruimte met private staanplaatsen, het gemeenschappelijk eigendom dat eenzijdig tot privaat bezit werd uitgeroepen door de luidste bruller van de Rioolgang, men zou het niet verwachten van een konijn. Van de vier staanplaatsen waren er twee alleen toegankelijk maar men was gedoemd er tenzij met takels en hefbomen met een geblutst vehikel terug uit te geraken. Er bleven er nog twee. Dus twee staanplaatsen waarvan één voor het konijn dat van zijn onbruikbare staanplaats een afgesloten bergplaats liet maken. "Knap!" Zou je denken, ware het niet dat daardoor het Ruimerke verplicht werd zowel voor Blok A als B met zijn slangen door de benedenverdiepingen te trekken. Wat een luxe! En dat in een residentie. Ware het niet dat daardoor de gemeenschappelijke koer/tuintje niet meer bereikbaar was , zoals voor de slangen van het Ruimerke. Oeps, De ene een bergruimte, de rest de pot op! Wie aandachtig gevolgd heeften dat is nodig, weet dat er twee bruikbare staanplaatsen overblijven en alleen bereikbaar zijn voor vrij smalle wagens. Dus voor twee smalle wagens. Het staat toch iedereen vrij een staanplaats voor zijn en de fietsen van anderen te gebruiken, niet? Zo geschiedde, volkomen legaal, tenzij... Hoeveel auto's kunnen er nu nog binnen? Inderdaad één! 1 auto en niet die van het konijn. "Nietes", zegt het konijn, ik kocht staanplaatsen voor twee auto's, dus moet er nu nog steeds één binnen kunnen en dat houdt dat zachtaardige konijn al vierendertig jaar vol; met zo'n overtuiging dat niemand de moed kan opbrengen hem van zijn stommiteit te overtuigen. Stommiteit, "It's madness, though there is system in it!
03-08-2013 om 10:58
geschreven door Walter
31-07-2013
Oeps een foutje...
't Kan de beste overkomen, een foutje is menselijk, toch, Errare humanum est sed... hoe was het dan weer? Diabolicum est. Wie zonder fouten is werpe de eerste steen, zullen wij dan maar, daar een dikke, ligt goed in de hand... In de eindjaren zeventig bouwde Minimus-Maximus dat het een lieve lust was, en metsen en beton storten is plezant, maar plannen laten tekenen en dossiers aanleggen is niet plezant en waarvoor is dat nodig, dacht de brave man, en vervoegt met deze gedachtengang de overgrote massa in onze streek, niet dat ze allemaal metsen, vroeger maakten de meesten er wel stenen. Toegegeven onze basisakte is een vreselijk document, saai, onoverzichtelijk en nodigt niet tot lezen uit. Zekers niet voor wie het niet gewoon is of voor wie er een trauma van opgelopen heeft... Zodoende, fier als gieters, mede-eigenaars in een residentie met verkeerde papieren onder de arm stapten wij de wijde toekomst tegemoet. Miserie, miserie... Ik heb dit herhaald omdat het belangrijk was, is en zal blijven. Metsen is een kunst, zie maar naar de kathedralen, de Residentie De Rioolgang, is geen kathedraal en dus ook geen kunst. En vermits lezen terwijl men aan het metsen is, iets zoals spreken met een volle mond, is,dachten de geoefende, ervaren metsers en hun aanvoerder de aannemer dat ze zich beter konden bezig houden met alleen het metsen. Plof, tok, tok, plof, tok, tok, weer een putje gemetst, wat volgens mij niet kan, maar U begrijpt mijn bedoeling. "Waterslot...""Wablief,....""Waterslot in putje..."" Wat is dat?" "Voor de stank...""Welke stank, ruik niks..." Zo is het misschien gegaan, wellicht is er nooit over een slot voor water gedacht of gesproken, alleen gemetst. "Deksel...""Waar?""Hier, op collector""Waarom?""Stank...""ruik niks, doen wij niet , moet kunnen verdampen..." "En dan?"" Zit onder den trap, doen dat altijd zo..." En de Residentie De Rioolgang werd boven het doopvont gehouden tot ieders vreugde en glorie, maar het reukje, het reukje kwam, zag en overwon, veni, vidi, vici zei de stront nauwelijks hoorbaar en plonsde verder. Toegegeven papier is verduldig en op papier hadden de twee bruine stroken van de terrassen een verre verwantschap met de renaissance. Op papier kon ik niet zien dat mijn heupen te breed waren om op het terras te draaien. Op papier kon ik niet vaststellen dat al het hemelwater en het afvalwater na een poetsbeurt van alle bovenburen van ons begenadigd blok precies op mijn terras spoelde om dan in een bruine,trage stroom een elders gelegen putje te zoeken. Mi-Ma had op deze feiten geanticipeerd door op de roofing grote ruwe tegels te leggen op rubber noppen. Vlug droog, geen natte, wel altijd vuile voeten, who cares. En onder de tegels? Ni vue, ni connu! Maar de tijd hij doet gestaag zijn werk en de sliblaag groeit, afloop wordt niet meer gevonden, zaadjes ontkiemen en stilstaand slijkwater gist en vormt langzaam maar zeker, U raadt het! Zo ziet de zwartkijker dat evolutieverschijnsel op zijn te smal terras. Oh, ja ? De Rioolgang... Was dat dan alles?
31-07-2013 om 11:41
geschreven door Walter
29-07-2013
Wisselende kampen, wisselend front
Na de botte weigering en rood van colère, maar intens triomferend van le moment suprême de la gloire, moest er wel een ander slachtoffer opgevist worden. Peterke, ja Peterke hoewel een hele Piet, is hij aan de ronde tafel een klein Pietje. Peterke, het Konijn, de Leeuwen en het stille echtpaar-verhuurders vormen al langer een verbond dat zijn hoogtepunt vond in gaan eten, tot niet Peterke het restaurant mocht kiezen maar de Stillen dit deden en er een schisma kwam, van buiten uit niet te merken. Peterke syndicus had de boekskes, van haar van de twee, netjes in een kartonnen doos gekregen en was met hand en tand uitvoerig en vooral stevig gebriefd door de Leeuwen hoe hij zo'n imperium moest leiden. De meester en de leerling, een duidelijk hiërarchisch gegeven. Peterke met een ring door de neus aan de ketting van de leeuwen, die niets, maar dan ook niets meer met dat toppunt van ondankbaarheid wensten te maken te hebben en opnieuw schoten banvloekende bliksems over de ronde tafel tussen de pinten door, waarbij sommigen van de gelegenheid profiteren de duurdere bieren te testen, smakelijk! Peterke in het beroepsleven tot vlak onder de CEO van een groot bedrijf, specialist in de financiering werd opgeleid door iemand die, ja, kunt U zich zulks voorstellen, meester en slaaf... Maanden gaan voorbij, Stilte, Peterke bereiken is even moeilijk als een audiëntie bij de paus krijgen en er moet regelmatig eens wat gedaan worden, zelfs soms heel dringend , zeker in de Rioolgang. Maar, nu komt het, Peterke weet dat een labtop ook voor wat anders kan gebruikt worden dan haatmails te sturen racistische moppen te verspreiden, zet het programmaatje van zij van de twee, van de Leeuwen om in EXCEL. En na jaren en jaren kan ik nu eindelijk zien hoe die hokus pokus in elkaar zit. Na ettelijke bezoeken aan de tweede verdieping en tal van terechtwijzingen tot verwijten, wordt schoorvoetend toegegeven dat er geen duizendsten maar vierkante meters als basis werden gebruikt. "AAAAH, zoooo!"" Waarom?" " Dat moet zo...""Van waar komen die?" "Hebben wij zelf uitgerekend, was enorm veel werk!" En omdat dat nog niet genoeg was: de Basisakte. De Leeuw in hoogst eigen persoon had binnen en buiten zijn revier een imago opgebouwd van de unieke specialist op het gebied van kennis van de, van zijn basisakte. "Ik ken die van buiten!" Waarop steeds een beklemmende stilte volgde en een geselende blik als het licht van een vuurtoren over de tafel draaide. Il lees nu ook die basisakte, vrij laat, en misschien nog veel te vroeg en doe een merkwaardige vaststelling: De duizendsten in de basisakte zijn fout! "Dat kan niet" brult hij, "Onmogelijk" roept zij.
29-07-2013 om 19:48
geschreven door Walter
26-07-2013
Lelijke liedjes duren te lang.
Hij en zij van de twee, van de leeuw, diep in hun kruis getast en genepen, omdat ook ik, die de Flodders nog niet echt in levende lijve, toch niet allemaal gekruist had, mij niet als een bezeten verdediger van de gordijnhetze had opgesteld en zodoende de steun van de intelligentia aan de meute had geweigerd. Ik geef het toe, het is mijn overtuiging, dat de zwakken mogen beschermd worden en zeker tegen de andere zwakken. De Leeuw, het Konijn, beiden geruggesteund door de altijd zijn kat sturende Kwal, kon als verwelkoming van deze uit de voegen gebarsten familie wel tellen. Het probleem leek mij niet gordijn of geen gordijn maar eerder bed of geen bed. Van gordijn draaide de frontale aanval naar een voor mij toen nog onbekende flank; de vogel. Ja, een echte vogel al dan niet in een kooi en op een stok en die mocht van de Flodders bij het open raam frisse lucht halen en een luide keel opzetten. De Leeuw die niet steeds naast de collector lag, hing dan ook vervaarlijk over de reling van het ding dat men terras pleegt te noemen. En hij zag hem, de oorzaak van zijn 's morgens gestoorde nachtrust. Onder het zo bekende motto, "Ik hou van dieren, zelfs van vogels, maar dat neem ik niet, ik ben het beu!" Konijn die, zoals gekend, al hoofdschuddend en smoelen trekkend moeilijk uit zijn woorden geraakt, gooide het open, zomaar open op de ronde tafel. "Nen dierentuin, honden, katten, vogels en een hoop jong!" Al die dieren met jong? En dat allemaal naast ons? Maar de "jong" bleek te verwijzen naar het verenigd nageslacht van het prille, oude geluk, van de Flodders, en waren al wat hoger opgeschoten. De Leeuw brulde klauwloos, zij rood aangelopen en bijtensklaar, met mijn, echt reglement kon dat niet, maar, en wierp een verschroeiende blik in mijn richting. U moet het weten, ik heb een hond, een echte , een grote, niet de eerste, en ik heb van zijn militair uitroeiïngsreglement brandhout gemaakt, iets anders geschreven dat nog voor het gelezen was, niet aanvaard werd door Konijn, Leeuwenkoppel en Kwal, en van de overigen, de vlottende massa, geen reactie kreeg. Punt is dat men niet kan slapen als men over de reling moet hangen. Zulke ongevallen worden door de verzekering betwist. Madame van beneden had één slag gewonnen maar zovele vliegen zaten al in de pijp. Was ik vergeten Kwal te verklaren. Simpel, heeft niets met de zwevende schoonheid van de kwal in volle zee te maken. Heeft wel te maken met het zieke, losgeslagen ding met onzichtbare slierten die in de branding je huid doet branden en dan eens aangespoeld op het zand daar als een soort graatloze pudding ligt te wachten tot iemand er per ongeluk op trapt, ik stel U voor, de bovenbuur, De Kwal. Pikt, steekt, ligt op het strand niks te doen, En de steenpuist vol afgunst, opgekropte ergernis en onbeheersbare geldingsdrang werd rijper en rijper en toen had het lelijke liedje lang genoeg geduurd. Ende zij spraken als uit enen mond en zij zeiden te samen," Wij zijn het beu, wij nemen dat niet!" En de hemel klaarde open en achter de wolken rees traag een zwakke zon, was het een nieuwe toekomst?
26-07-2013 om 13:04
geschreven door Walter
25-07-2013
een nieuwe ijstijd breekt aan...
Wij enten ons in tegen de griep, tegen de "Rioolgang" gaat helaas niet, maar men kan er zich ver van houden en dat is een zegen, ik verzeker het U. Maar geluk moet onderbroken worden om steeds opnieuw als geluk ervaren te kunnen worden. Wij komen dus nog wel eens thuis en vernamen het volgende vreselijke nieuws: "Er zijn er nieuwe komen wonen, echt straatjesvolk, miserie, miserie." Het woord "verhuizen" werd voortdurend als klagende mantra in Residentie De Rioolgang gehoord en het gaf ons nieuwe hoop, de nieuwkomeres hadden al veel bereikt. Maar van verhuizen was geen sprake, wel van een zoveelste nieuwe opstelling van de fronten. De nieuwkomers hadden hun tenten opgeslagen op de eertste verdieping en nog wel onder dat van de op de op zijn buik in de natte kruipholte liggende syndicus en boven dat van madame van beneden die wel een vriend heeft en regelmatig het hondje van de dochter bijhoudt. De inval van de Hunnen of van de Noormannen was vast niet zo ingrijpend als de komst van die familie die onmiddellijk de naam "Flodder" kreeg. Tam, tam,tata, tam naar de inmiddels ronde tafel om de duidelijk waanzinnige geworden eigenaar eens flink de levieten te lezen. De syndicus, U weet wie ik bedoel en wat zijn extra bezigheid is als hij niet in spreidstand voor zijn garage met luide stem zijn visie, wat hij gelooft een visie te zijn, aan de voorbijgangers kond doet, die man dus opent het epiloog van dit wereldschokkend tijdloze drama: Een nieuwe ijstijd breekt aan! Neem mij niet kwalijk dat ik de man zo'n gedachte in de mond leg, het ging niet over de ijstijd wel over de gordijnen. "Ik neem het niet!, Ik ben het beu!" Leer deze gevleugelde zinnen van buiten, zij komen als de enige rode draad met regelmaat, door de opborrelende uitstoot van opgekropte haat. "Ja de gordijnen, het is een schande, ons gebouw wordt een O.C.M.W.-G.E.B.O.U.W." Ik wist niet dat er zulke gebouwen bestonden en zeker niet dat die bepaalde gordijnen hadden. De eigenaar van de private staanplaats in de gemeenschappelijke ruimte en die daar een extra gratis staanplaats of meer heeft bijgenomen en nog wat uitgedeeld aan zijn daar niet wonende dochter, en die het gemeenschappelijk karakter tot privaat heeft uitgeroepen, beaamt en al knikkend en het hoofd in de hoogte werpend, bestempelt de nieuwe huurders als "Volk dat hier niet past!". Laat ik hen vanaf nu het Konijn noemen,; François Het Konijn, met mijn verontschuldigingen aan alle konijnen, zachtaardig, verdraagzaam en van goede wil. Ik maak het kort: die, de Flodders, natuurlijk, hebben geen gordijnen, zijn er blijkbaar pas komen wonen, hebben in de Rioolgang alle nieuwe startkansen al verloren zijn door de fijne, met een verdachte reuk, mangel gehaald en schuldig bevonden en door de vertegenwoordigers van hun soort law and ordre al veroordeeld. De verhuurder zit er als een geslagen hond bij en belooft beterschap, ooit beterschap... Een ware ramp komt nooit alleen en zie, Madame van beneden die op dat ogenblik een vete uitvecht met de Leeuw, de syndicus en zijn wijf, en met het Konijn der wrake, springt als een redder in nood, als de Aartsengel Uriël, de Flodders ter hulp. "Dat zijn fijne mensen en die doen geen vlieg kwaad. Opgepast, hier doet ook de vlieg haar intrede. Van wormpje tot vlieg , een kleine stap een grote gebeurtenis. Ijstijd inderdaad maar eerst een fikse opstoot van hittehaat, haat van hitte, hitte uit haat, kunt U me volgen?
25-07-2013 om 12:33
geschreven door Walter
24-07-2013
Zij die geroepen zijn , staan op: de syndicus....
De eerste kersverse en onnozele in de betekenis van "onnozele kinderen" liet al vlug vrouw en appartement voor wat het was en gaf de papieren door aan de tweede, zo gaat dat. Twee voor de prijs van een, maar twee waarvan? Man en vrouw; hoewel eerst vrouw en dan man veel correcter de job met vergoeding, de werkelijkheid benadert, claimt het echtpaar gekend als een machtig figuur in de "Reynaert De Vos", de koning van de beesten. Zij van het duo, bankbediende achter het glas, kan zeer zorgvuldig werken, netjes schrijven en keurige sommetjes tot op een honderdste maken. Hij is van geboorte kapitein op de oorlogsbodem Blok A met permanente opdracht de vijand in eigen rangen genadeloos te vervolgen en te vernietigen. De jaren vergaan, helaas Blok A niet, het koepel-drame met eigenaar en bevelvoerder van de gemeenschappelijke ruimte waarin zijn private staanplaats ligt en bijgevolg het hele territorium geannexeerd wordt tot private gemeenschappelijke ruimte met een beperkt afgedwongen gedoog-toegangsrecht voor een andere eigenaar, haalt zijn theatrale climax in het syndicus-duo af. Dus: de leeuwen af... Heeft u nooit gehoord van het koepeldrama? Echt niet? Nummer drie, eigenlijk nummer Vier. Algemene zucht van verlichting, daarom niet van verluchting, de man-syndicus-zaliger, was technisch geschoold met een verzorgd handschrift en kon een vakkundige leiding leggen. Dat was de eerste en de laatste. Getrouwd met een vrouw met een uitgeef-manie zag de brave ziel zich genoodzaakt ook onze rekening, die van ons blok te plunderen. Zoals het later steeds opnieuw zal gebeuren, in tijde van problemen blijkt er maar één bewoner-eigenaar in staat het nodige te kunnen doen. U mag drie keer raden wie deze dwaze ziel is, en kan u het dan niet juist raden dan wordt U dringend verzocht dit blog te verlaten, wegens te kleine oren! (of is het juist wegens te lange oren?) Dus deze superdwaas zet de problemen op een rij en de syndicus af, de boeken op tafel en blaast de algemene vergadering rond de gecamoufleerde biljart. Vermits de storm geluwd is komt echtpaar-syndicus Twee en Twee-bis in onstuitbare vaart opdringen en nemen met opnieuw algemene berusting maar zonder veel animo, de job met de vergoeding op zich. Het duo-team, had toevallig niet veel verloren aan de kooplustige echtgenote van wijlen twee en slooft zich uit in de gekende spreuk:" Een kei kunt gij niet stropen en sorry, brute pech voor wie zijn geld kwijt is..."op elke volgende vergadering overtuigend te declameren. Oh Solidariteit, oh mores, wat balkt de ezel toch mooi! De jaren slijmen vooruit, zij van de twee maakt de sommetjes, netjes en verzorgd, hij van de twee kruipt naar het schijnt op het dak en deelt de algemene vergadering mee wat hij ziet en dat is nooit rooskleurig. Hij van de twee citeert uit "De teksten" vooral de strafmaatregelen en verantwoordelijkheden, zelfs voor toestanden die hier in geen honderd jaar voorkomen, iedereen zwijgt bedrukt, hij van de twee ligt af en toe in de natte kruipruimte naast de open collector en heel af en toe schept hij daar vieze brij uit met een pollepel die hopelijk voor niet anders gebruikt wordt, wij zijn onder de indruk en ik meen een vies luchtje te ruiken... De jacht op ongewensten gaat onverpoosd verder en spijtig genoeg zijn we maar met zeven, dus moet er een tweede en derde en volgende ronde ingelast worden, maar de taak van de syndicus roept, hij en zij, ze worden er voor betaald "Ordnung muss sein!", gelukkig ben ik geen allochtoon want dan was mijn uur al gekomen.
24-07-2013 om 13:30
geschreven door Walter
Wat kan je anders met sommige doden?
En wie zegt dat die al dood is? 't Is niet omdat die met zijn geld naar Knokke vertrokken is dat hij nu al dood is. Hoe dan ook in Knokke heeft hij ook mest gebouwd. Zo'n zesendertig jaar geleden leerden wij hem kennen en geloofden wij dat wij van hem een appartement konden kopen. Dat ging vlot. Wij wisten wat wij wilden en aldus bleven alleen de buitenmuren van dat appartement op de voor hem voorziene plaats en aan de binnenkant kreeg het een hele andere indeling, niet omdat wij graag wat anders hebben, maar omdat zijn voorstelling gewoon niet deugde. Moest daar geen belletje, zeg maar bel, klok gaan dreunen, wij hoorden ze niet. Minimus of was het Maximus, het was vast Maximus-Minimus krabbelde wat op een beduimeld plan en zijn metser Jan die beter kon meten met het blote oog dan met de maatstok richtte de binnenmuren op. Ik leerde, ik moest wel dat tussen theorie en realiteit een wereld van verschil is. Stekkers en stopkontaten kwamen in de omgeving van waar ik ze wou hebben en meters nuttige muur gingen zo verloren. De kans dat ik later in een leiding zou boren was bijna voorgeprogrammeerd maar van enig duidelijk plan of bruikbare schets was geen sprake, vakmanschap, uit het vuistje. Gelukkig kon de aannemer de deuren die bij ons niet in de goede richting open gingen elders een onderkomen geven, alles verliep vlot hoewel een donkere wolk boven Maximus-Minimus bleef zweven. Na het ophangen van houten zolderingen en het inbouwen van een aantal vaste meubels trokken wij als laatsten in ons appartement in de Residentie, "De Rioolgang", toen nog anders genoemd, in het dorp dat door een buitenaardse: De Parel aan de Rupel, wordt genoemd. Alle eigenaars op hun paasbest uitgedost met M en M, rond een grote plank waaronder een biljard stond achter een Palm, enkelen achter een Duvel, en mijn vrouw achter een watertje, luisterden naar de overdracht van de macht. Waarom is de lengte ven de oren geen indicatie voor de intelligentie van de bezitter? Het zou zoveel onheil kunnen voorkomen en paaskledij zegt wel iets over slechte smaak, niks over beperkt denkvermogen. Inburgeren, vlot overkomen met een kwinkslag een stommiteit als mopje opzij schuivend, verlieten wij opgewekt de gecamoufleerde biljardtafel na ieder zijn rondje betaald te hebben, de vergadering van de eigenaars met onder ons een kersverse syndicus die alle nodige info van Maximus-Minimus gekregen had, het leven lachte ons druk toe.
24-07-2013 om 10:20
geschreven door Walter
21-07-2013
Laat doden rusten, de levenden zijn nu belangrijker...
Het boek, De Tombe van God, leest vlot op voorwaarde dat je de ontelbare uitweidingen over vierkanten en driehoeken waar andere lijnen onder weer andere hoeken kunnen getrokken worden en het steeds duidelijker wordt dat nooit iets zal duidelijk zijn omdat het de bedoeling is onduidelijk te blijven, wat had ik dan anders verwacht. Toch kwam de onderdompeling in het geometrisch obscure voor mij op een ideaal moment. Het wonen in een appartement verkiezen boven het wonen in een mooie, rustige villa, werd grotendeels bepaald door mijn, onze sociale en ecologische beginselen, die we al een heel leven hebben, niet overdrijven, laten wij de de eerste jaren van de lagere school buiten beschouwing laten. Optimaal benutten van de nog resterende ruimte, leven in een gemeenschap, samenhorigheid en veiligheid en nog van die droombeelden waren lang echt utopisch, maar winnen opnieuw veld, zeker bij meer ontwikkelden en tevens minder kapitaalkrachtigen. En hier stapel ik misleidende onzin boven op onhaalbare wensdromen gespeend van levensnoodzakelijke realiteitszin, mea culpa, mea maxima culpa. Een onoplosbaar dilemma voor een verknochte Rode! Ik woon in een appartement, dat is waar, een zeer bescheiden appartement, dat is waar, dat wegens verkoopargumenten het prefix Residentie heeft gekregen maar beter "Rioolgang" had geheten. Niet dat het uiterlijk iets van een riool heeft, dat niet, wel de geur, soms stank, in de inkom, in de trapzaal. Ja, de rioolgeur met nu en dan, steeds vaker een vleugje beerput. Van 't fijnste, van het huis! Residentiële strontgeur van 26 appartementen verdeeld over vier uitgekozen locaties. "Dat kan niet, gij liegt! " Zult gij zeggen, ik antwoord:" de feiten spreken voor zich zelf!" Al 34 jaar, vierendertig jaar walmt en kwalmt bij sommige weersomstandigheden meer dan anders "la merde" uit zijn Schluchte omhoog en zoekt geduldig de smalste, meest onvermoede spleetjes om tot in de vertrekken van deze Rode Rakker te dringen. "Juist goed", beweren sommigen en dat ze zelf in de strontgeur leven, pakken zij er graag bij. Laat de doden toch maar rusten... Noot: dit wordt vervolgd, U krijgt als eerste de briefwisseling van honingzoet zalven tot schaamteloos schaden en vooral tegenwerken om wat in een handomdraai opgelost kon en kan worden uit .... niet te willen doen. "Omdat de levenden belangrijker zijn?"
21-07-2013 om 12:19
geschreven door Walter
23-06-2013
De nieuwe lens.
Wat nieuw is moet toch ingereden worden denk ik. Vermits mijn zwaardere litteratuur daarvoor minder geschikt is, heb ik van een plank, ook schab genaamd, een lijvig boek gehaald dat ik uit een erfenis heb meegebracht en nooit bekeken. "De Tombe van God" geschreven door Richard Andrews en Paul Schellenberger. Alleen al de titel was genoeg om dit dikke werk in een verlaten hoekje te laten rusten, de blauwe omslag is mooi. De Tombe van God! Zonder uitroepteken en zonder vraagteken, gewoon een mededeling. Een mededeling die de lezer op de hoogte brengt dat de schrijvers hem nu eens wat meer over de tombe van god gaan vertellen. Deze aankondiging is schering en inslag in de media en nog meer in de verkoop. De aandacht trekken en de mogelijke koper over de streep halen. Wie zou echter hier koper willen zijn? Met mijn nieuwe lens en een oud leesbrilletje ben ik vrij vlug door de eerste vijftig bladzijden geraakt. Waarschijnlijk is dat te verklaren door het feit dat ik gewoon ben iets moeilijkere werken te verwerken. R.A. en P.S. sleurden mij mee in hun esoterische, kabbalistische, duistere wereld met sprongen van het heden naar het verleden en verwijzen naar figuren uit een verleden die gekend zijn en leggen verbanden naar organisaties in het katholieke leven waarvan een vrijzinnige kippenvel krijgt en trekken lijnen van asterisken door O's via het middenbeen van de M om via een de benen van een driehoek en cirkel te trekken die dan in een vierkant past dat lichtjes gedraaid moet worden en dat terug te vinden zou zou bij Teniers De Oude of was het De Jonge door de richting van de staf van de herder aangegeven wordt. De Lijnen en geometrische figuren springen van perkamenten naar tekeningen van M. Angelo dat het een ware lust is en zelfs een oude spoorbrug is een onomstotelijk bewijs dat op een totaal verlaten plek niks is. Na het plaatsen van een tweede lens zal ik nog wat verder lezen. Niet om ook maar iets over die tombe te vernemen, want daar geloof ik natuurlijk niet is, alleen maar om iets meer te vernemen over een gedachtenwereld die mij tot op heden zo goed als vreemd is. Misschien zit er suspens in, wie weet, fantasie is er met hopen. lees meer op : De Tombe van God - Wikipedia en De Tombe van God - Stichting Skepsis
23-06-2013 om 12:45
geschreven door Walter
19-06-2013
Mijn tuintje
Ik heb een tuintje, niet te klein, niet te groot, het is daar waar ik, ik ben. In de loop der jaren zijn de scheuten en nietige plantjes, die ik er plantte, respectabele bomen geworden en is er van de oorspronkelijke weide niets meer te bespeuren. Dankzij de achterbakse en bedrieglijke manipulaties van een buur die met bijna feodaal recht de wetten aan zijn laars kan lappen is er nooit een huis gekomen en daarom is mijn tuin vandaag nog steeds honderd procent natuur. Gisteren heb ik tussen de ontelbare bessenstruiken door de hoge, fijne graspijlen door een wegeltje vrij gemaakt naar het zo gezellige zithoekje onder de notelaar die langzaam aan ook dankzij een andere buur wegkwijnt, nu juist op het ogenblik dat na eindeloos pallaberen hij eindelijk terug wat licht krijgt, dat hij zo broodnodig heeft. Boompje groot, manneke dood, ik geloof dat het hier nog niet klopt. De nieuwe buur heeft al zijn bomen en struiken afgezaagd en als mijn tuin niet zo dicht begroeid zou zijn, zat ik opnieuw in een weide, niet met koeien, maar met bouwafval, wat mij niet stoort, vermits ik nu van een enorme hemel kan genieten en mijn fruitbomen hoor zuchten van genot. Alles groeit en bloeit nu plots weer op. Eindelijk hangt één van de twee druivelaars overdadig vol met vruchten. Nu zal ik moeten beslissen welke trosjes mogen groeien en welke niet. De kweeperen, die al op het punt stonden de pijp aan Maerten te geven, hebben weer een dicht bladerdak en dus weinig vruchten, het is goed zo. Het koppel eksters en de bosduiven, die in de reusachtige berken, die bijna op de scheidingslijn van onze tuinen boven mij troonden, zijn weg, hun huis ook, dat vind ik wel spijtig en bij deze nodig ik ze uit bij mij hun intrek te nemen. Waarschijnlijk herkennen zij deze plek niet meer. De andere, de feodaal of de badplonzer, of de gazonfreak kapt met vurige ondernemerslust elk takje dat de euvele moet opbrengt door over de gemeenschappelijke afsluiting te groeien de kop af. Sommige schrikken daar zo erg van dat ze gewoon staande sterven. Ik kan het ze niet kwalijk nemen, het is slecht leven in een vergiftigde aarde, zou ik zo denken, want echt bewijzen kan ik dat nog niet. De feodaal leeft als hij niet in het belastingparadijs aan de kust zit in en rond zijn plonsbad en met hem al zijn kinderen, kleinkinderen, verwanten en vrienden en vrienden van verwanten en vrienden van... en keuvelen, spreken, onderhandelen en juichen en lachen en brullen en tieren en huilen en krijsen en wenen en troosten tot de nacht of een stortbui hen uit de tuin verjaagt. Paren doen ze, voor zover ik weet, nooit in de tuin. Gelukkig moet de feodaal nog gaan werken en heeft hij een verblijf om aan de fiscus te ontsnappen en is hij verplicht daar regelmatig te zijn. Dan is het zo heerlijk in mijn wild paradijs waar stekebezen, rode kruisbes en zwarte en rode bessen, frambozen, wilde aardbeien, minuscuul klein onder de perelaars, de appelbomen en pruimelaars en notelaars hun oogst aanbieden aan vogels, aan gonzende en brommende insecten, toch aan een paar want de meeste zijn er niet meer. Vandaag is het een belangrijke dag, ik zal de enige kers die de gevleugelde vrienden hebben overgelaten delen met mijn vrouw. De vraag is smaakt een rode kers die nog niet helemaal rood is?
19-06-2013 om 00:00
geschreven door Walter
11-06-2013
kapitalistisch, destructief hedonisme...
Kapitalistisch, destructief hedonisme... Een samenvoegsel van termen die me de laatste tijd weer vaker spontaan opborrelen. Hoe zou dat nu ook weer komen? Heel eenvoudig, eerst het boek: Congo van zoals U weet, van Van Reybrouck en dan terug naar huis via onze gewone wegen, dus niet over de autostrades. Van rond punt naar rond punt, van lange barst door diepe put, zo heb je de tijd, zelfs met glaucoom en een cataract-oog, blikken te werpen op de rijkdom van Den Belg. Enkele vaststellingen: de gladgeschoren, misschien wel plastieken gazons moeten wijken voor brede opritten, de inheemse plant wordt als onkruid vervangen door de vreemde, dus allesbehalve inheemse, die zijn belangrijke rol speelde in ons plaatselijk biotoop. Plaats voor de auto, voor de gestaag groeiende massa vervuilende, persoonlijke vervoermiddelen, die al even permanente files veroorzaken, en tevens steeds grotere hoeveelheden stof, fijn, heel fijn, heel gevaarlijk en de beoordeling past zich wel aan aan de omstandigheden en de gewenste politiek, in de lucht, van iedereen,blaast en ze verpest. Heerlijk wonen ergens maar zeker niet in een geconcentreerde omgeving, liever zoveel mogelijk uitgespreid over het land. Dus altijd maar nieuwe verkavelingen, met nieuwe wegen, met minder open ruimte, minder natuur, minder rust, minder plaats voor de razendsnel uitstervende natuur, het kleine grut, dat wat vermorzeld wordt bij het uitgraven , het aanleggen en onder het rubber van de te vele banden. Meer en meer krijg je slechts een glimp van een privaat zwembad, vanuit de lucht moet het indrukwekkend zijn. Fris, zuiver drinkwater in een persoonlijke poel om in te plonsen met de familie of zelfs alleen. Drinkwater dat ergens gehaald wordt en elders in de wereld in flessen verkocht wordt omdat er daar geen bruikbaar water is. Eindeloze maïsvelden, ook hier, om te verbranden, niet om te eten... En waarom sleur ik mijn oud vehikel traag van rond punt tot rond punt, probeer zo zuinig mogelijk te rijden en mijn bijdrage in de afbraak te beperken, omdat ik de steeds meer verplichte autostrades schuw, ontvlucht. De idee dat ik mijn vrouw en hond bloot stel aan de permanente gevaren van veeltonners, die als bezeten just in time en nog iets sneller, producten om ter goedkoopst, om ter verst en met om ter groter winst over de stuk gereden betonplaten en asfaltstroken transporteren. Veeltonners die steeds vaker uit welke oorzaak ook op het einde van een file inbeuken en hun dodelijke rit nog een eindje voortzetten. Gruwelijk, die mensen worden verplicht om den brode, uur na uur hun en andermans leven op het spel te zetten. Want wie het kan betalen, eist , eist om het even wat, dat het onmiddellijk voor hem en haar ter beschikking staat. Wie geld heeft, kan eisen stellen, en die eisen moeten bediend worden, en snel een beetje, en het moet zo goedkoop mogelijk gebeuren, dat zo een onbreekbare kettingreactie in gang gezet wordt, beseft men niet, wil men niet beseffen, erger nog, het raakt ons niet en dat die kettingreactie onze bestaansbodem leegschraapt zoals de reusachtige visnetten getrokken door fabrieksboten, raakt ons, de kapitalistische, destructieve hedonist geen barst. Leve de vrije markt, het vrije ondernemerschap, het vrije initiatief. Het is zoals de nieuwe socialisten nu beweren, iedereen is gelijk, wij moeten allemaal dood, kapot, de ene van de dorst de andere stikt in zijn poel, bah. Maar geld voor de gemeenschap? Wat is dat? Gemeenschap , dat zijn die sukkels die moeten dokken, putten vullen en hun bek houden, ze mogen zelfs stemmen... "kapitalistisch, destructief hedonisme..."