Een sudoku.
'Sukkels doen kunstjes', zou ik een jaar geleden nog durven denken hebben. Dat was de tijd dat het begrip sudoku nog nergens betekenis had in mijn woordenschat.
Maar sudoku's zijn leep. Eerst dringen ze door tot bij de bomma, mijn vriendinnen en tenslotte werden ook mijn kinderen erdoor besmet, als ze eens gaan logeren bij de bomma, dat is.
Vorig weekend was het zover. Nietsvermoedend de Humo lezend, kom ik onverwacht achter de tv-programma's een chaossudoku tegen. En lonken naar mij, lonken! Stilletjes kijk ik naar moose die met zijn snufferd de krant doorsnuisterde.
"Ah", denk ik, "het komende uur liggen er alvast geen plannen in het verschiet, laat ik dit plechtige moment maar eens benutten om mijn eerste sudoku ooit tot een goed eind te brengen."
Ik besluit van een systeem te hanteren, alle getallen die in aanmerking komen te potloden en achteraf weerom te elimineren met de gom. Onmogelijk te mislukken!
Hill ziet waarmee ik bezig ben en wijst op de uitleg boven de rooster :
"Moeilijk, uitroepteken, en dat pak jij dan om te starten, argeloze beginneling."
Grenzeloos badend in een stevig zelfvertrouwen, spetter ik hem wuivend weg : "Leesduwgazet, onwetende!"
Geen uur later zit ik potvast, niet meer wetend welke verticale of horizontale ik reeds onder de loep genomen had.
"Humhum, moossie", zeem ik, "geef mij eens de sudoku uit de krant, die waar 'makkelijk' bovenstaat."
Hill is nog niet uitgelachen of ik heb in mijn nonchalance alweer een koppel fouten gemaakt die ik niet meer rechtgezet krijg. De krant beschrijft een boog en komt neer op de kat. Het beest snapt de heisa om negen cijfers ook langs geen kanten en schiet er vandoor.
In mijn hele leven is er mij nog nooit één sudoku opgevallen, maar net aan de ontbijttafel de volgende ochtend bots ik op de chaossudoku in de laatste Humo. De zon schijnt, het is zondag, er ligt een potlood in de buurt, de terrasstoelen zitten uitmuntend, de pyjama ook, dus stort ik mij als een bezetene op dat spel.
Hij : "Ohnee, ben je nu nog niet geleerd? We gingen de living verder schilderen."
(een kwartier later)
Hij : "Ook toch eens proberen, zo'n sudoku, dat kan toch niet moeilijk zijn?"
(tien minuten later)
Hij : "Wat een idioot spel! En saai! Saai! En stom! Ik stop ermee." (Lees : ik heb gegokt en kan niet meer verder.)
(Een half uur later)
Hij : "Aah, je hebt al vijf cijfers kunnen invullen, lief... ochoch, gelukkig ben je wel taalvaardig, trek het je niet aan."
(Nog een tijd later)
Hij : "Dat zelfvertrouwen van je toch, je glundert ervan... je wéét dat je gaat mislukken en toch blijf je erin geloven. Daarom zie ik je zo graag."
(De zon staat nu hoog aan de hemel)
Ik : "Klaar! En helemaal just!"
Hij : "Uh? Je hebt er maar een halve werkdag over gedaan, lief, flink!"
's Avonds merk ik dat de desbetreffende pagina uit de Humo verwijderd is.
"Gedver, het joch kon het niet verkroppen", peins ik, "hoe kinderachtig, bewijsmateriaal van mijn kunnen vernietigen."
Tot mijn zoon uit het kleinste kamertje komt : "Mama, wat is't? Zo fier dat je eens een sudoku kon oplossen dat hij op de magneetmuur moet plakken? Stoefer, met de 'moeilijk, uitroepteken' nog eens dik omcirkeld ook!"
04-04-2007, 00:00 geschreven door zapnimf 
|