Uitverkoren! Jaja, ikke.
Twee keer schriftelijk uitgenodigd voor dezelfde dag, één keer met dt-fout ("Gelieve u zondag 10 juni 2007 - blablabla - te begeven naar het hieronder aangewezen lokaal waar uw stembureau zich bevind." (!)) en dan nog een volgend schrijven :
"Mevrouw, Ik heb de eer u mede te delen dat u aangewezen bent om op zondag 10 juni 2007 om 8 uur stipt, de bediening waar te nemen van bijzitter. (...) Gelieve u op de gestelde dag ten laatste om 7.30 uur 's morgens, op dat bureau aan te melden."
Een gehoorzame burger als ikzelf vergeet dan fluks dat ze acht jaar geleden haar plicht scrupuloos verzuimde. Sterker nog, niet zonder leedvermaak, zwaaide ik naar mijn buurvrouw - toen ook met eer geïnviteerd - met een gynaecologenbriefje met daarin de conclusie dat het hoogzwangere lijf, dat toen voor de vierde keer extra last droeg en toebehoorde aan ene zapnimf, niet meer in staat was om een ganse dag arbeid te leveren, met name alle lelijke koppen uit haar buurt aan te vinken op een lijst vanop een harde stoel.
Dus toog ik fietsend door straten die ik nog nooit op een zondagmorgen zo vroeg heb mogen aanschouwen. Een leegte van vier kilometer. In het stembureau was het nauwelijks beter gesteld. Behalve de voorzitter, twee secretarissen en een handvol computers was er niks. Mevrouw de voorzitster was verheugd over mijn enthousiasme, dat er eigenlijk alleen maar in bestond dat ik op tijd verschenen was. Vier bijzitters had ze nodig, daarvoor waren vierentwintig lieden uit mijn buurt aangeschreven. En allen kenden ze de truken van de foor. De eerste tien moesten zonder uitzondering naar huwelijken, communiefeesten, reünies die niet verzet konden worden, de volgende drie moesten de cursus van hun blokkende kinderen mee instuderen, nog eentje - die ik per ongeluk ken - had slechts één vrij weekend in de maand en fluisterde me toe met een luchtje waar ik bijna van achterover sloeg dat hij een uur voordien nog in de kroeg zat. Er sijpelde nog wat morrend volk binnen en omdat acht uur naderde en de computers pas opgestart mochten worden als de zitploeg samengesteld was, werd ik mede aangeduid om mijn burgerplicht te vervullen. Dat creëer je dan als je kinderopvang hebt geregeld. Veel tijd bleef er echter niet over om mij te verbazen over mijn eigen naiviteit. Om vijf voor acht piepten nog een achttal zeer onschuldig kijkende gezichten vanachter de deur, waaronder ik drie naaste buren herkende. "O? Zijn we te laat? Dat is wel spijtig zeg. Schrijf je wel op dat we ons komen aanmelden zijn?"
Referentiestemmen werden genomen, ik kreeg de omvangrijke taak van het afstempelen en teruggeven van de kiesbiljetten en paspoorten, Joël, de jolige zaakvoerder van een immobiliënkantoor alhier, had de bak bier reeds ontdekt, Corinne valideerde de kaarten tegen honderd per uur, Martine, de voorzitster, las haar halve meter documenten er nog eens op na. Dit dagje stempelen zou me 22,50, zoveel broodjes als ik opkreeg, drie thermossen koffie, bier of frisdrank opleveren. Jeuj!
Zeshonderdzevenvijftig kiezers werden er verwacht. Allez, niet echt want in de wandelgangen werd gewag gemaakt van tien procent die met de oproepingsbrief hun hol zouden afkuisen ipv hem door mijn zorgvuldige handen te laten beroeren. De durvers!
De toevallige ploeg voor die dag had gelukkig het talent om zich te vermaken. Die twee secretarissen bleken van het leuk zwanzende soort, ook Joël steeg in grappigheid naarmate de bak bier slonk, Kris en Corinne bleven op de achtergrond, Martine kon ook wel met een kwinkslag weg en ik beperkte mij tot het onzichtbare mietjesschap.
"Als we aan 250 kiezers zitten, pakken we er nog ene hè mannen!"
"Nummer 369! We hebben net afgesproken dat nummer 369 een danske moet doen voor hij mag gaan stemmen."
Tegen een bekende met een been in het gips : "Gehandicapten dienen het laatste kot te nemen, daar staat een stoeltje."
Tegen (hopelijk) een andere bekende : "Het lokaal voor de lelijke mensen is hiernaast, vort."
We zagen ze passeren, de ouwe welgestelde ventjes met hun nauwelijks de wieg ontgroeide echtgenotes (en maar op die identiteitskaarten loeren hoeveel jaar die koppels verschilden), de mannen die hun kater nog niet te baas waren - vanaf twee uur 's namiddags. Iedereen wilde weten hoelang hun buren al op deze aardkloot rondhuppelden, we herkenden de ex-vrouw van Gert Verhulst, een oud-voetballer (al vond ik hem vooral een ouwe voetballer) de hooggehakte atv-omroepster. Eigenlijk herkende ik er niemand van, maar zo'n dagje zetelen is te vergelijken met een jaar lang 'Dag Allemaal' lezen, je bent meteen bij met alle onwetenswaardigheden.
Ergens tussen tien en elf viel de stroom uit.
Remi, onze gemeentelijke toezichter en koketterend homofiel, repte zich alsof er een muntstuk de doorgang (van buitenaf) naar zijn aars belemmerde, naar de paters, op wiens uitgestrekte domein ons armtierig lokaaltje in the middle of nowhere zich bevond, om zich ervan te vergewissen dat de elektriciteitspanne enkel plaatselijk was. Er kwam een extern persoon met kennis van zaken aan te pas. Twintig minuten later was een kwart van de plaatselijke bevolking samengedrumd voor onze deuren. Een nooit geziene verbroedering, met natuurlijk ook de gebruikelijke klaagzangen en vingers in onze richting alsof we persoonlijk onze aansteker onder de zekering hadden gehouden.
Het uur daarna was er eentje van het chaotische soort. Aan de ene kant van de tafel aanvaardden ze in een aanzienlijk hoger tempo de paspoorten dan de stemplichtigen hun bolletjes konden aanduiden. Die massa belandde vervolgens op mijn tafelblad en geloof me, u wil niet weten hoeveel grijze mannen er rondlopen met baarden, hoeveel mensen na de ingebruikneming van hun pas de haartooi helemaal switchen.
"Een bril is een bril en een baard is een baard hè", probeerde ik me er nog uit te knoeien nadat ik me al twee keer had vergist in gelijkaardige overtollige kinbegroeisels. Of er komt een vrouw uit het hokje en ik had nog enkel mannenfoto's in voorraad. Paniek! Tot ze de middelste aanwees.
Eén heertje weigerde een van de drie lege stemhokjes te betreden, zijn vrouw zat in het andere. "Ik wacht op de bril", verklaarde hij. Dan kwam de Nederlander, die zelf niet mocht stemmen, met een volmacht voor de stem van zijn vrouw. "Oeps", verkondigde de adjunct-secretaris even nadien, "die hadden we moeten stoppen, wegens niet wettelijk." We controleerden of de volmacht niet een zelfgeschreven kladje was op briefpapier van de gemeentelijke groendienst en schoven vervolgens alle schuld in de schoenen van de onoplettende gemeentelijke ambtenaren. Aan de deur stond er intussen een jongbejaarde meneer die een kwartier lang de hele kieslijst bestudeerde. En wij grinniken : "Daar, een late beslisser." Het volgende kwartier moesten we de meneer duidelijk maken dat hij geen oproepingsbrief had gekregen omdat hij niet gemachtigd was om federaal zijn stem uit te brengen omdat hij de Britse nationaliteit had. ("Jamaar, vorige keer mocht het wel!") Eentje bracht zijn kiesbrief van 2006 mee, kleine vergissing. Zesentwintig mensen lieten zich vertegenwoordigen bij volmacht, een twintigtal gaven hun ziektebriefje mee.
Tegen drie uur telden we 599 opgedaagden.
"Als we aan 600 zitten, drinken we er nog ene hè mannen!"
Maar die zeshonderste liet op zich wachten. Martine had haar stapel te verzegelen enveloppen al bovengehaald, toen om zes over drie er nog een jong paartje kwam aangehold. "We zaten in de file!" In hun kielzog schuifelde een protesterende Remi in zijn frappante stijl. Hij had nog lopen zoeken naar de sleutels van het lokaal. Zijn 'het is al voorbij drie uur' werd gesmoord door de joelende vreugde voor onze zeshonderste klant : "Proficiat, u heeft bij deze gewonnen... een gratis bezoek aan het immobiliënkantoor van Joël."
Volmachten, ziektebriefjes, overgebleven kaarten werden geteld, computers volgens het boekje afgesloten, alle paperassen in de juiste enveloppes gestoken. Iedere aanwezige moest zijn handtekening een keer of vijf krabbelen. Joël, die niet meer wachtte op de zeshonderdtweede kiezer dronk nog een pintje. De secretaris, die ook niet meer volstrekt nuchter te noemen was, wilde graag de boel verzegelen met het staafje was. Hij morste zijn druppels in een creatief patroon behalve op de sluiting. Vervolgens zagen we de briefomslag in de fik staan. Een andere nog heldere geest heeft hem geblust met de stempel. Remi zou de urne bewaken tot ze hem kwamen ophalen, Martine ging haar documenten afleveren in het administratief centrum en wij mochten naar huis, recht of in zigzag. Met in mijn fietsmandje vijftien overgebleven broodjes gepropt.
Zootje schorriemorrie, die zetelaars, maar niet van de onaardigste.
12-06-2007, 19:18 geschreven door zapnimf 
|