Ik : Zijn we hier nu weer?
Ik : Uhu, en we zijn zelfs een tikkeltje laat, we hadden er eigenlijk gisteren al moeten staan.
Ik : Je liegt, als we er gisteren hadden gestaan, dan waren we in een verhaalvorm gegoten.
Ik : Ook waar, dus laat ons even juichen! Wij als surrogaat doen het heus nog niet zo slecht!
Ik : Nope, het is fijn om ons te zijn! Zeker weten!
Ik : Ik beaam, ik beaam, maar was er ook een reden van onze te late komst?
Ik : Massa's redenen... dat mens waarin we huizen kreeg onverwacht bezoek en de combinatie bezoek en mens verliest steevast de tijd uit het oog.
Daarvoor werd ze opgeëist om elders op een invitatie in te gaan.
Sja en nog verder in de daggeschiedenis ging ze weeral haar aanhangsels rondrijden en nog eerder nam ze deel aan een experiment dat ze 'een eind weg maffen' noemen.
Ik : Ocharme, wat een vreselijk leven... ik heb daar eigenlijk nooit bij stilgestaan. Dat moet energie vreten.
Ik : Bof, de energie die ze gisteren vrij liet, toen ze met ook weeral met drievoudig onverwacht opgedokenen de hele buurt bij mekaar bulderde, die galmt nog steeds na in dit arme ikje. Dat ze daar wat van uit de lucht plukt!
Ik : Dat wijf van ons moet warempel een popi griet zijn, dat half Vlaanderen zijn weg naar huize zapnimf vindt.
Ik : Nee.
Ze zet lekkere koffie en vooral... ze kan ertegen dat alle meegebrachte koters haar kot afbreken.
Ik : Mohow, wil je nu zeggen dat er naast die volwassenen er ook nog grut de boel onveilig maakte?
Ik : Zeg alzheimertje... dit weekend alleen al telde ik er dertien verschillende en geen enkele die zijn schoenen veegde! De vuiljuinen!
Ik : Jah, de smeerpoetsen... de mat is dan ook eigenlijk wel al twee maand kwijt.
Ik : Neen gij, die ligt ergens in de hof te rotten. Van die keer dat haar eigen jong snowboardje wilden spelen van het hellinkje aan de vijver. De intentie was er wel, maar enkele brandnetels hebben toen vroegtijdig een eind gemaakt aan dat spel.
Ik : Dat zijn er dan nog maar vier, maar hoe heeft ze in godsnaam die dertien overleefd?
Ik : Euh... niet, ze is nog aan d'r laatste stuiptrekkingen bezig, maar vandaag of morgen valt die nimf gewoon dood. Vooral als ze gaat ontdekken dat ze na die drie logés van het voorbije weekend er morgen nog eentje krijgt.
Ik : Nou, die twee nichtjes en dat buurmeisje hebben zich volgens mij toch reuze vermaakt. Of ben ik nu mis?
Ik : Neuh... het blote kont moment zaterdagnacht daar hebben ze nog twee dagen lang lol mee gehad.
Ik : Blote kont... blote kont... help eens? Ik ben het weeral kwijt. Zijn ze Menck ergens tegen het vege lijf gelopen ofzo?
Ik : Groemble... jij bevindt je in het verschrompelde geheugencentrum van haar hersens ofzo?
Toen zij, die onze cognitieve distorsie zo'n mooi plaatsje geeft in haar weelderige grijze massa, de oudste en nicht één ging afhalen van dat fuifje?
Het zegt je niks?
Ewel... de opgehaalde braafjes en mama stapten de auto in en kregen als panorama een naakt achterwerk in hun gezicht geduwd dat bij een plassende meid hoorde die heel inventief haar behoefte tussen twee bestelwagens deed, maar even vergat dat geparkeerde auto's vlak achter haar wel eens bemand zouden kunnen worden op een voor haar beetje gênant tijdstip. Zelfs haar gat bloosde mee bij het aanhoren van het gegiechel.
Ik : Achja... ik herinner het me vaag.
Maar eigenlijk zit ik met een prangender vraag gekweld.
Ik : Jij die je vragen stelt? Wat een unicum! Voor de dag ermee.
Ik : We lullen nu al oeverloos deze pagina een poos voort, maar kunnen we ook een einde eraan breien?
Ik : Daar heb je een punt, ik, een groot gelijk punt.
Ik : Jij ook! We zouden er een punt achter kunnen zetten? Zo : .
Ik : Beetje fantasieloos, vind je ook niet?
Ik : Hmz... ja. Jammer.
Ik : Maar het blijft fijn om ons te zijn, ondanks alles.
Ik : Echt fijn om ons te zijn! Daar kunnen anderen een puntje aan zuigen!
Ik : Het allerfijnsterste zelfs!
Ik : Meer zelfs...
(Iemand pakt een hamer en doeft een ferme keer op ik)
Ik : Hela? Wat doe jij nu? Snoodaard!
(nog een doef)
...