Zelfs wie mijn perikelen maar met een half oog volgt, weet dat ik kamp met een onmiskenbare achterstand als ik een beoordeling moet ondergaan wat betreft mijn huishoudelijke vermogens. De tante Kaat prijs ontvangen is met zekerheid niet weggelegd voor mij (Koorddanseres in een roze maillot worden evenmin.)
Edoch, soms moet je tegen je natuur, ook al gaan je teennagels ervan splijten in de vorm van een spiraal, in dit segment toch eens actie ondernemen.
Bij de nieuwe kleurgeving van de woonkamer, probeerde ik uit gemakzucht eerst nog de spinnenwebben en bijbehorende spinachtigen te overschilderen, maar dat resulteerde niet meteen in het beoogde effect. Tjonge tjonge, zo'n ragebol, die ik nog ergens vanachter de wasmachine keuterde, is verdikkeme een handig ding. Nooit geweten.
Mijn ramen echter, vloekten nu hevig bij het vernieuwde interieur. De smurrie die erop plakte, was ondertussen ook al zo'n anderhalf jaar oud. Daar waar het nog prima paste bij het ziekenhuisgeel van voorheen, vond ik die waas erop toch wel een tikkel voorbijgestreefd. Dat werd dus poetsen.
Vroeger, toen ik mij nog kon beroepen op een bevalling op zeer regelmatige basis, kwam die ruitenkuisdrang vanzelf. Enkele weken voor ik alweer een mensuitdrijving zou plegen, kwam ik in zwang om met spons en zeemvel alle glas te bewerken.
Door het ontbreken van die impuls, de laatste situeerde zich omstreeks 1999, moest ik mijzelf waarlijk die trapladder opsleuren om dat karwei aan te vangen. Ik aanvaard gaarne uw compassie, dat in gulpen u zal ontsnappen, als ik verklap dat twee van onze vensters aan de zuidkant de vier meter overstijgen. Veel passieve zonnewarmte, tof hoor en knap, behalve dus bij een schoonmaak, dan maak ik liever gewag van termen als gruwel en horror.
Daar bibberde ik dan, eenzaam op het bovenste platform van een achttredentrapladder, die lekker meehelde met het aflopende terras, in de hand een net iets te korte stok met daarop op geïmproviseerde wijze een wisser gemonteerd. Doe mij maar eens na!
Mijn concentratie werd voortdurend onderbroken door gedachten als :
"Jee, als ik nu kantel, breekt mijn rug op de tuinbank."
Of
"Als ik een ferme zwier maak, beland ik in de bamboe, brrr prik prik, doorboor... mijn strottenhoofd ofzo."
Of
"Zou je het bloed nog uit de richel krijgen als ik er van drie meter negentig hoog met mijn hoofd op plets?"
Een mens denkt wat af in precaire omstandigheden.
Ook dat er genoeg glazenwassers in de gele gids staan, bijvoorbeeld.
En dat je wel echt een onbenul moet zijn om je architect destijds te dicteren dat je zeven ramen in je living wil.
De late namiddag brak aan en enkel het glas aan de oostkant moest nog een beurt krijgen. In de boekjes zien skimmia's er altijd uit als beheersbare kniehoge struikjes. Bij ons woekert die plant tegen het venster tot aan de oksels. Ik perste mijn krent tussen het gebladerde en herinnerde mij lijflijk prompt weer dat we ooit op dat stukje ook iets met venijnige doornen geplant hebben. Mijn lijstje van verfoeilijke dingen werd allengs uitgebreider, na raam, ladder, stekelplant en ouwe knar met zweethanden en onwelriekende adem die je komt halen om te dansen, voegde ik er ook nog slakken aan toe. Die beesten hadden in drommen een onderkomen gezocht in de hoeken van mijn venster. Mijn spons was ongenadig. Om de liquidatie wat extra kracht bij te zetten, vermoderniseerde ik een stukje rijm van Annie M.G. Schmidt uit volle borst :
Op het raam ging hij zich kwakken. Eigenzinnig! En niet bang. Zeiden alle and're slakken: Kijk, daar gaat hij met zijn Drang!
Na een poosje werd toen even dit berichtje doorgegeven: Buiten werd een moord gepleegd. Huisjesslak is opgeveegd.
En ik lachte eens vettig.
Uit wraak, uit onbeholpenheid of omdat hun sonarsysteem niet marcheerde, ik weet het niet, maar ieder van die weekdieren beschreef een boogje tussen hemel en aarde met eindbestemming mijn verfomfaaide -ik heb een hele dag op een bezwete kop mogen vertoeven- haardos. Het adagium : 'Een verblijfplaats is een verblijfplaats, zelfs al is het een wandelende nest.' is mij nauwelijks genegen en onder mijn eigen kreetjes als 'eikes en jakkes' schudde ik de beestenboel krachtig het universum in.
Beproevingen of niet, het resultaat was naar behoren. Bijgestaan door mijn trots beleefde ik doorheen het glas sinds lang de kleurschakeringen van moeder natuur, haar vage tinten van weleer getransformeerd tot contouren klaar, scherp en oogverblindend.
Op mijn fierheid staat geen maat. En ook geen tijdslimiet.
Tijdens het (nog maar eens) bewonderen van mijn glaspartijen zag ik daarstraks vanop het terras de twee jongsten binnen dingen naar mijn aandacht. Net iets te dicht bij de ruit naar mijn zin.
- "Pas op voor het venster... dat is gisteren gelapt! Achteruit!"
- "Wat zeg je mama?"
Waarop ze met hun hand achter hun oor een smeuïge afdruk op de raam pletten.
Aaaaaaaargh!
14-04-2007, 01:56 geschreven door zapnimf 
|