Deze groene griet herinnerde zich plots ergens diep in de nacht die volgde op de legendarische vorige dat er ook nog banale handelingen zoals vuilnis buitenzetten recht hebben op hun gang van zaken. Ze keek een keer naar haar wederhelft, waarvan reeds de twee helften weder in een diepronkende andere realiteit vertoefden. Ze pookte lieftallig zijn naakte lijf op enkele strategische plaatsen, klaar om van zijn ontsluimering gebruik te maken en als een volleerd toneelspeelster tussen de kusjes door te simuleren dat ze er eensklaps aan dacht dat de vuilniskar hun straat zou aandoen binnen enkele uren.
Echter, het zomeruur en een ellenlange geschiedenis van braaf en gestructureerd leven, dat het uitgelopen feestje nog niet verteerd had, had mijn geliefde zodanig platgeslagen, dat zelfs de boks, die de por vervangen had, geen enkele indruk maakte. Hij pflufte en gromde een keer en herviel in dommelpittendoezelarij.
Tegen mijn zin riep ik de woorden van een vriendin op :
"Wat ik wil, is liefde, de vuilnisbakken buitenzetten kan ik zelf ook wel."
Ik telde op mijn vingers hoeveel liefde ik de laatste dagen ontvangen had van mafkees en besloot dat mijn opoffering om de koude te trotseren ongeveer de balans in evenwicht bracht.
Slaapdronken trok ik de restafvalzak uit de keukenpoebèl mee, constateerde dat hij vooral verpakkingen van niet vettige aard bevatte, bibberde naar de hoge rolcontainer en - hier verfoei ik mijn milieuactivistenverleden - leegde de zak ipv hem ermee in te kieperen, (want ik vond hem herbruikbaar) in de groene container!
DE GROENE!
DE GROENE MILJAAR!
Die met weken etensresten, etensresten verworden tot prut, etensresten rot als snot erin!
Dat krel reikt hoger dan de navel en was niet eens voor de helft gevuld. Vloekend en spartelend hing ik ondersteboven te graaien naar alles wat plastiekerig voelde. Het duister was niet geneigd om mee te helpen. 'Een handje toesteken' kreeg ineens een heel andere dimensie, toen dat handje zeven scampi van 2001, recentelijk verwijderd uit de diepvries, beethad.
"Yuk" en "bweurk" gillen, bracht geen soelaas, niemand die me kwam redden uit de smurrie met zijn drabdampen.
Het enige lichtpuntje, daar met mijn kop in de afval, was dat ik dacht : "stof voor een blogstuk".
Magere troost.
Mijn misser heel vrouwelijk projecterende op Hill, kroop ik na mijn karwei als straf voortreffelijk stinkend dicht tegen hem aan.
Waarop hij 's ochtends Zappaiaans sprak : "There are two things that smell like fish... one of them is fish."
27-03-2007, 12:07 geschreven door zapnimf 
|