Quizzen is langs geen kanten aan mij besteed.
Onder-, boven-, of zijkanten... ik brei er kop noch staart aan.
Wat niet wegneemt dat ik, als ik er toch eens eentje onder ogen krijg, eentje dat 'De Pappenheimers heet bijvoorbeeld, het toch niet kan laten van de ons omringende lucht te bedoezelen met eerder uit die lucht gegrepen antwoorden dan dat ik er pal opzit. Allerminst spaar ik daarbij mijn decibels. Een ongeschreven wet in zapnimfland zegt dat gebrulde kennis, rappere kennis is.
Mijn andere rappe kennis, die in de zetel ergens dicht tegen mij aan gevlijd zit, vormt zijn antwoorden met een gedecideerde precisie.
Al goed, ik vind het fijn om een vrijer met een brede kennis te mogen beminnen, maar op competitieve momenten als deze is het niet minder dan ergerlijk :
ik : (formuleer een blunder van formaat die, als ik niet in die depressie der onkunde wil blijven steken, alweer uit het geheugen gewist is.)
hij : "Hahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahaha!" (met een blik van : wat ben je schattig als je dom doet.)
ik : (gepikeerd) "Wat "Hahahahahah"?"
ik : "Weet jij misschien alles, ja?"
hij : "Mmtututmmmzzzff." (= sussende geluidjes)
ik : "O o o, kijk eens aan... meneer de betweter... Wat is de hoofdstad van Mongolië? Huh? Huh?!"
hij : "Euh... even denken..."
ik : (Jubel jubel) "Dát weet je niet hein?"
hij : "Ik denk... Oelan Bator."
ik : "Hahahahahahaha, je houdt me voor de gek! Deze verzin je!"
De laptop wordt erbij gesleurd en ik lees op
Wikipedia allerlei nog niet verworven kennis over Mongolië, maar vooral dat hij gelijk heeft.
hij : "Mmtututmmmzzzff."
ik : (Doe een
Marty Feldman en draai mij braafjes en stil terug naar het televisiescherm.)
Wil alstublieft niemand het in zijn hoofd halen van ons een 'Trivial Pursuit' cadeau te doen?
Ik kan niet goed tegen mijn verlies.