Er was eens een flutdruif.
Dat is een andere naam voor een bijna prinses die het niet meer ziet zitten.
Je mocht ze ook wel zapnimf noemen.
Of nimf.
Of zap.
Die flutdruif was zo dom geweest om drie kinderen uit te nodigen op een vrijdag, terwijl haar eigen kinderen rond drie uur een weekje zouden verkassen naar hun vader.
Een vierde kwam uit zichzelf ergens opgepopt en bleef ook leuk spelen.
Verder had ze met een allerliefste vriendin... Dryade, maar daar mag je ook 'oogverblindende schoonheid met karakter' tegen zeggen (vandaag mag je vanalles tegen iedereen zeggen, het is immers vrijdag.), afgesproken. Die had wat in mekaar te knutselen ter bedanking van collega's.
"Ach, schat," had die overmoedige flutdruif eerder op de week aan de telefoon gekird, "kom alras af, voor zoiets draai ik mijn hand niet om. Dat varkentje wassen we in geen tijd. Als voorheense superkalligrafe, met uitgebreide kennis van creatief met papier en aanverwanten draaien we in no time iets met een stempel, een etiket en een kaartje aan een wijnflesje in mekaar. Op eigengeschilderd aquarelpapier komt dat nog beter uit."
Dryade, kwam, zag en ... baande zich een doorgang door de trits kinderen en diende flutdruif nog wakker te maken, zo op die vroege vrijdagochtend.
Deze laatste deed haar uiterste best om haar ochtendhumeur niet al te erg te laten opvallen.
Zelfs niet toen de flutsels zap allen op een verschillend vreemdsoortig tijdstip honger kregen en telkens apart eten in hun bek staken.
Zelfs niet toen ze merkte dat haar woonkamer, die vandaag ook aan de benaming 'puinhoop' voldeed, steeds meer de allures kreeg van een ware vuilnisbelt.
Zelfs niet toen de zoektocht achter de stempel paniek veroorzaakte bij ieder levend wezen in huis.
Al snel werd het duidelijk dat het te wassen varkentje met de lange snuit, er niet eentje was van 'en nu is het verhaaltje uit'. 't Was een kortverhaal met bijlagen. Uren zwoegden Dryade en flutdruif aan dat kleinnood.
Ondertussen naderde het vertrek van de druifjes.
Flutdruif kwetterde tussen alle decibels door over zwemzakken, boekentassen, loopgerei dat in orde moest geraken. Losslingerende kaften, rapporten en boeken werden gegeven aan kind in kwestie, dat het op haar beurt drie meter verder kwijtlegde op een kast. Niemand die aanstalten maakte om ook maar iets klaar te pakken.
Enfin, stel u een flutdruif voor die op was van de zenuwen.
Haar zenuwen waren op.
En op die ene overgeblevene werkten ze allen flink samen. Door niks te doen.
Het mondde uit in een fikse uitbrander.
Die uitbrander kreeg flutdruif dan dubbel en dik terug van haar teerbeminde ex-man, die haar graag een gebrek aan organisatietalent verweet. (Hij neemt de rol van boze stiefmoeder op zich in dit sprookje.)
Lieve Dryade troostte de arme flutdruif en samen legden ze de laatste hand aan de creaties die ondertussen uitgegroeid waren tot echte kunstwerkjes.
Flutdruif bleef uiteindelijk verweesd achter, keek nog eens naar haar living die eruitzag alsof er een tornado door geraasd was en besefte dat ze tevens haar inspiratie erin verloren was om een degelijk blogstukje te schrijven.
Toen kwam er een kuisploeg met een lange snuit...
Onee, dat was in een ander sprookje.
|