De mooiste gedichten uit de Nederlandse letterkunde verzameld en gekozen uit www.bloggen.be/thuishaven
Welkom in mijn thuishaven en geniet van deze gouden gedichten. Geen rijker kroon dan gedichten schoon. Mijn moedertaal is wonderzoet voor wie haar geen geweld aandoet. Elke vrijdag een gouden gedicht.
27-04-2015
Kussen.Alice Nahon
Kussen is een troon van morgenlicht,
waar men heersen leert en nederknielen,
kussen is een kostbaar evenwicht,
tussen mensenhart en mensenziele.
Kussen is een wonderlijk akkoord,
waarin de zielen in elkaar verglijen,
kussen is wel het goddelijkste woord,
dat uit mensenmonden kan gedijen.
Kussen is een zomer-avondgaard,
waar de vruchten tot verlangens rijpen,
kussen is een stonde dezer aard,
waar de mens de hemel leert begrijpen.
Kussen is het eerste tere spel,
waar we het grove leven mee begroeten,
kussen is het allerlaatste vaarwel
van de mensen als ze sterven moeten.
27-04-2015, 00:00
Geschreven door André
26-04-2015
Avondliedekens 3. Alice Nahon
Het is goed in het eigen hart te kijken,
nog even voor het slapen gaan,
of ik van dageraad tot avond,
geen enkel hart heb zeer gedaan.
Of ik geen ogen heb doen schreien,
geen weemoed op een wezen lei,
of ik aan liefdeloze mensen,
een woordeke van liefde zei.
En vind ik in het huis mijns harten,
dat ik één droefenis genas,
dat ik mijn armen heb gewonden,
rondom een hoofd dat eenzaam was.
Dan voel ik op mijn jonge lippen,
die goedheid lijk een avondzoen,
het is goed in het eigen hart te kijken,
en zo zijn ogen toe te doen.
26-04-2015, 00:00
Geschreven door André
25-04-2015
Avondliedekens 2. Alice Nahon
Daar ligt erbarmen in de avond,
en goedheid die geen grenzen weet,
wie 's avonds geeft zijn hart, zijn handen,
vergeet zo goed zijn eigen leed.
Daar ligt vergiffenis in de avond,
o gij, die ik 's morgens heb gehaat,
ik voel dat gij ter schemer-ure
weer schoon door mijn gedachten gaat.
En liefde ligt er in de avond,
zoveel, dat ik de wrede man,
die het schoonste van mijn dromen ontwijdde,
's avonds weer beminnen kan.
25-04-2015, 00:00
Geschreven door André
24-04-2015
Avondliedekens 1. Alice Nahon
's Avonds worden mijn gepeinzen
een hofke van geheimenis,
waar bloemen naar het westen wijzen,
waar iedere vogel slapen is.
's Avonds wordt de wereld kleener,
en dichter alle ver verleen,
die eenzaam zijn, worden alleener,
en die beminnen, meer bijeen.
's Avonds weegt er op mijn zwijgen,
die schone menselijke pijn,
de drang een innig woord te krijgen,
en zelf voor iemand lief te zijn.
24-04-2015, 00:00
Geschreven door André
23-04-2015
Mensenogen. Alice Nahon
Ik hou van ogen, door weemoed gewijd,
ik hou van ogen, die hebben geschreid,
die hunkerend uitzien van groot gemis,
of starlings staren van droefenis.
Ik hou van ogen die prachtig spontaan,
van grote smart naar geluk willen gaan,
en moe, van gemijmer in avondlijk land,
weer blikkeren als ruiten, waar zonlicht in brandt.
Maar goddelijke kijkers, die schreiens gereed,
schitteren en zingen hoog boven hun leed,
het zijn zij, die der zielen ellende bevroen,
die lachen, om de anderen geen zeer te doen.
23-04-2015, 00:00
Geschreven door André
22-04-2015
Mijn kleine goede daad. Alice Nahon
Mijn kleine, simpel-goede daad,
wat hebt ge vaak een winterziel,
met lenteblaren begroend,
en vaak een groot verlies vergoed,
en menig over-trots gemoed,
stil met zichzelf verzoend.
Gij hebt, o kleine wonderheid,
zo dikwijls wat gescheiden was,
weer innig saamgehecht,
en menig mond, belust op haat,
en menig streng en stuur gelaat,
in milder plooi gelegd.
Mijn kleine, simpel-goede daad,
voor mij, die in mijn broos bestaan,
geen grotere dromen mag,
wees gij voortaan mijn grote taak,
mijn stille vreugd, mijn enige wraak,
mijn doel van iedere dag.
22-04-2015, 00:00
Geschreven door André
21-04-2015
Reinhilde sliep. Alice Nahon
Haar ogen gingen langzaam toe,
het was of een blad van een bloemeke viel,
op beide de vensterkens, blauw en subtiel,
van haar ziel.
Haar hoofd lag als een eglantier,
in goudige schaduw van kroezelkens blond,
en rede voor woordekens, die ze niet vond,
zo was haar mond.
Daar hing een anemoon van het veld,
met zilveren speld op haar kledeke vast,
schoon roerde haar adem die teer-lichte last,
van broos albast.
Een vaag vermoeden van geluk,
heel lichtekens over haar mondeke liep,
wellicht om een stem die "lieveke" riep,
Reinhilde sliep.
21-04-2015, 00:00
Geschreven door André
20-04-2015
Miserie mensen. Alice Nahon
Ik heb u lief, miserie-mensen,
die geen genoden werd,
van 's levens blij festijn,
die te onverschillig zijt,
om iemand kwaad te wensen,
te bitter, om nog goed te doen.
Gij zijt een godslamp van de kerk,
in wier karmijnen hert,
wat olie wordt gedaan,
te luttel, om in vlammen op te vlerken,
te veel, om er van dood te gaan.
Ik heb u lief, mijn schamele armen,
ik weet u schijnbaar blij
tussen de mensen gaan,
te fier, om gierige gunst van menselijk erbarmen,
te zwak, om heel allen te staan.
Toch zal uw trots mij nooit bezeren,
ik, die van dichtbij,
uw bleke wezens ken,
ik, die uit iedere dag,
uit ieder uur moet leren,
dat ik er een van de uwen ben.
20-04-2015, 00:00
Geschreven door André
19-04-2015
Godslampje. Alice Nahon
In de zaal, zwart en dood,
waakt een lichtje mystisch rood,
het lichtje van de Heer.
Zacht vonkelend, vroeg en laat,
het is of het altijd sterven gaat,
het lichtje van de Heer.
Toch het sterft niet, het vonkt maar voort,
het weet van mij zo menig woord,
het lichtje van de Heer.
Het is of het immer op mij wacht,
het is of het weet mijn diepste gedacht,
het lichtje van de Heer.
Het is geen lachje, het is geen snik,
het is zo heel alleen als ik,
het lichtje van de Heer.
Vind ik nergens troost voor mij,
och, ik droom zo geerne bij,
het lichtje van de Heer.
19-04-2015, 09:09
Geschreven door André
18-04-2015
Krysanten. Alice Nahon
Krysanten, donzig-warm gebloemt,
dat door de kou komt kijken,
ik heb u vaak met redenen genoemd,
de bloemen van de rijken.
Ik zag uw koppen het allermeest,
in prachtige vazen pralen,
ter stede, bij stemmig winterfeest,
in mooi-verlichte zalen.
Maar toch, ik vond u wel een keer,
een schamel hofken warmen,
of voor een houten Lieve Heer,
in Huizekens van de armen.
O, zeg me, waar ge thuis behoort,
daar zie ik u het liefste toeven,
als allerlaatste liefdewoord,
op arm en rijke groeven.
18-04-2015, 00:00
Geschreven door André
17-04-2015
Mist. Alice Nahon
Deze dag is lijk een moede man,
die langs een straat grijs en stil,
zijn droefenis niet kroppen kan,
maar toch niet schreien wil.
Over de mulle wegen zweeft,
een waas van onverschilligheid,
vrouw die zich zonder liefde geeft,
en heengaat zonder spijt.
Daar zeeft wat zonne-lichternis,
door het miezerig mistgordijn,
een ziel die niet zo triestig is,
maar toch niet blij kan zijn.
Ik ben bang dat ik eens zelve word,
gelijk deze overtrokken dag,
een kind dat nimmer tegenmort,
maar nooit meer zingen mag.
17-04-2015, 00:00
Geschreven door André
16-04-2015
Aan het verre dorpken. Alice Nahon
Waar de hei te bloeien staat,
speelde ik eens als kind,
ik lachte en zong er vroeg en laat,
stoeide er met de wind,
och, ik wist geen leed, geen zucht,
vlocht maar erica's,
boven mij hing heel de lucht,
vol lobelia's.
Waar de hei te bloeien staat,
knielde ik, liefste mijn,
's avonds in mijn nachtgewaad,
voor mijn beddekijn,
ik bad dat ge mij lieven mocht,
jongen van mijn ziel,
want mijn ziel de uwe zocht,
wijl er de avond viel.
Waar de hei te bloeien staat,
ik wist geen woorden toen,
bloeide er op mijn jong gelaat,
de eerste liefdezoen,
zachtjes over het dorpekijn,
zong wat avondwind,
"gauw zult ge vergeten zijn,
blond idylle-kind".
Waar de hei te bloeien staat,
slapen liefde en wee,
het lied dat door de bloemkens gaat,
zingt mijn ziele mee,
het leven lokt en lieft en lacht,
"kom, mijn weg is breed",
heidebloemekens zingen zacht,
"kind, vergeet, vergeet".
16-04-2015, 00:00
Geschreven door André
15-04-2015
Haar laatste vroegmis. Alice Nahon
Langs de besneeuwde dennenlaan,
zie het gebogen oudje gaan,
het knikt en sjokt en frazelt stil,
in de kap van haar mantil:
"het is hoog tijd, het is al geluid,
overal de lampen uit."
"Ik kom te laat, de eerste keer
van heel mijn leven", zegt ze ontrust,
en telkens heeft ze als boete weer
haar paternosterkruis gekust.
De mis is uit. Een zwarte rij
van vrouwkens,oud en stram als zij,
het lijkt een bedevaart iedere dag,
haar troost, het is dat ze sterven mag.
15-04-2015, 00:00
Geschreven door André
14-04-2015
De kinderen van de Soetewey
Ze trekken naar school om halfacht,
het dorpje ligt ver van het gehucht,
om het even, of liefelijk het zonnetje lacht,
voor wind, noch voor regen beducht.
Met blauw-baaien rokskens,
de blinkende blokskens,
van 's zaterdags vers gevernist.
Zo trekken ze zwijgend,
de kopkens nijgend,
door regen, door sneeuw, of door mist.
Dan spreken die boerengespeelkens geen woord,
de groteren trekken de kleineren voort,
klikkerdeklakker, zo kloefen de rijen,
op blokskens voorbij langs de grauwe kasseien.
Op grootmoeders neusdoek, met kopspeld gehecht
en kleurig met bloemen bestikt,
de strogele haren, heel stevig gevlecht,
met vuurrode lintjes gestrikt.
Bolrode gezichtjes,
en ogen als lichtjes,
de handekens fris en gezond.
Hoe lief en hoe gekjes,
die boerene bekjes,
met koffierandekens mond.
Zo stappen ze fier als waren ze rijk,
hun neusdoekje sleept met de tippen door het slijk,