Fietsknooppunten: 154 -155 -156
-132 -133 -127 -54 -57 -58 -549 -118 -115 -116 -117 -128 -139 -136 -152 -154 =
44,2 km.
Parkeren: Kerkhofplein Borgloon.
Vrijdag
19 april 2019. Witte donderdag. De dag waarop het laatste avondmaal van
Christus met zijn apostelen wordt herdacht. Om 08:45u wijst de temperatuur al
17°C aan en de lucht is Hemelsblauw. Wij rijden voor een pittige fietstocht
naar de Limburg. In het voorjaar kleuren miljoenen bloesems het glooiende
decor. Er zijn van die dingen die een mens zo blij kan maken als bloemen die de
lente vrolijk komen bezoeken. Het is een spektakel dat slechts van korte duur
is, maar dat maakt het alleen maar specialer. De fruitbomen bloeien maar een
week of twee. Geen wonder dat het momenteel druk is in de omgeving van
Borgloon. Het gezellige stadje Borgloon was ooit een versterkte burcht van
waaruit de graven van Loon over hun graafschap regeerden. Toen de Franse
revolutie een einde maakte aan het Ancien Régime werden alle privileges en
titels van steden afgeschaft. Borgloon verloor zijn stadstitel. Op 19 juli 1985
zorgde een Koninklijk Besluit er echter voor dat Borgloon zijn titel van stad
terugkreeg.
Het
centrum van de stad Borgloon is een blauwe zone maar er is aan de bloesemtoerist
gedacht. Vlak voor de dorpskern verwijzen borden naar vier of vijf
verschillende locaties waar we langdurig kunnen parkeren. We rijden ze één voor
één af omdat ze allemaal propvol staan. Het is duidelijk dat op zonnige mooie
dagen zoals vandaag het Hageland overrompeld wordt door een mega toerisme voor
de bloesems, fruitveilingen, wijndomeinen en andere fruitige locaties die hun
deuren openzetten voor een sappige rondleiding.
Uiteindelijk belanden we naast de begraafplaats van Borgloon waar nog
enkele plaatsen vrij zijn. Tussen de autos is het erg smal. Ik moet ons Rina
eerst laten uitstappen voor ik mooi schuin tussen twee autos kan staan en zelf
op een bijna normale manier kan uitstappen. Maar bon, er is geen alternatief. De
temperatuur is intussen opgeklommen tot 20°C als we met de fiets vertrekken. De
kerktoren steekt af en toe boven de daken van de huizen uit en is een baken om
ons de weg te wijzen naar het rusthuis in de Graethempoort (straat). Ons
vertrekpunt bij knooppunt 154. Het begijnhof van Borgloon ontstond rondom de
kapel van het Johannietershospitaal te Graethem, bij de stadspoort. Deze Graethemkapel
is de begraafplaats van Lodewijk I (+1171), graaf van Loon en zijn vrouw Agnes.
De graftombe bleef bewaard tot 1860. Bij opgravingen werden de skeletten van
Lodewijk I en zijn vrouw Agnes teruggevonden. In 1174 schenkt de weduwe het
hospitaal aan de abdij van Villers. Enige tijd later vestigen er zich begijnen
rond het hospitaal zodat rond 1258 er definitief een begijnhof komt. In 1654
worden de negen begijnhuizen door Lorreinse troepen platgebrand bij het beleg
van de stad. Rond 1714 is het hospitaal zodanig vervallen dat het wordt heropgebouwd aan de overzijde van de
straat. In 1802 wordt het begijnhof een bejaardentehuis en twaalf jaar later
wordt de kapel opengesteld voor de publieke eredienst. In 1911 wordt bij het
ouderlingenhuis een nieuwe kapel gebouwd. Van het begijnhof rest enkel nog de
kapel die deel uitmaakt van het hospitaal van het OCMW. De kapel fungeert thans
als tentoonstellingsruimte. We houden de kapellen rechts van ons en volgen ons
knooppunt.
Op
de Markt werd het stadhuis gebouwd in 1680 met zuilengang. Een prachtig gebouw
dat getuigd van een boeiend verleden. De eerste vermelding dateert echter van
1358 en was waarschijnlijk van de graven van Loon toen zij in Borgloon
resideerden. Hier is de Dienst voor Toerisme ondergebracht. Moest de
gerestaureerde schandpaal kunnen praten zouden we vele verhalen horen die onze
haren ten berge deed rijzen. In de Papenstraat rijden we tot bij de parochiekerk
Sint Odolphus en kloostergang. De oorspronkelijke kerk dateerde waarschijnlijk
van 1047 en verving een ouder gebouw. Aan de kerk is duidelijk te zien dat ze
in verschillende fasen gebouwd werd. Momenteel staat de kerk weer in de
steigers. De glas-in-loodramen werden zorgvuldig verwijderd om gerestaureerd te
worden en de opening werd tijdelijk dicht getimmerd met houten panelen. Achter
de kerk werd de pastorie in 1824 op de plaats van een thans verdwenen
kanunnikenhuis gebouwd.
Het
kanunnikenhuis aan Speelhof 9 is een prachtig herenhuis uit de tweede helft van
de zeventiende eeuw met een ellenlange geschiedenis. Het is nog altijd mooi
onderhouden. Over het herenhuis werd het oorlogsmonument geplaatst tijdens het
interbellum ter nagedachtenis van de gesneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Na
WOII werd een extra gedenksteen bij geplaatst ter ere aan
oorlogsslachtoffers van WOII.
We
houden rechts in de Tongersesteenweg tot aan de kapel van Sint Rochus die
dringend moet gerestaureerd worden. Rochus van Montpellier is een Franse
heilige die zijn vermogen schonk aan de armen en te voet vertrok naar Rome in
1317. Sint Rochus is de patroon tegen pest en besmettelijke ziekten. Naast de
kapel werd een zitbank geplaatst waar we graag gebruik van maken om onze
meegebrachte picknick te verorberen. Door de strakke wind blijven we niet te
lang zitten. We nemen de volgende straat rechtsaf in de Grootloonstraat. We dwarsen
de Sint-Truidersteenweg (N79). We blijven de Grootloonstraat volgen maar slaan
onmiddellijk rechtsaf en nemen de oude kasseiweg. Het wordt puffen en blazen en
vooral trappen. Weer ondervinden we dat onze conditie heel zwak is. Wij zijn
rasechte plattelands rotten. Bovenaan rijden we terug op een betonbaan
vergezelt van bloesemplantages. Aan de driesprong linksaf.
Spijtig
dat het niet meer wordt aangegeven. Aan de volgende splitsing weer rechts en dan
wandelen we door de grote drukte met de fiets aan de hand tot aan het
fantastische doorkijkkerkje van de Nederlandse kunstenaar Gijs Van Vaerenbergh.
Reading Between the Lines is een kunstwerk van 2011 en bestaat uit 100 op
elkaar gestapelde lagen verroeste Cortenstaalplaat in de vorm van een authentiek
kerkje. Binnenin zien we een prachtig lijnenspel. Buiten versmelt het kerkje
helemaal met het landschap. Bij valavond moet het uitzicht nog mooier zijn als
de zon tussen de luikjes lichtspelletjes speelt op het beton. Mensen blijven
met hun kinderen massaal rond het kunstkerkje hangen. Ze kunnen hier vrij
rondlopen, spelen en genieten van een mooi vergezicht. Een jongen van een jaar
of tien laat net een drone op. Er is echter te veel wind op dit punt en vaak
stort het kleine ding neer in het gras.
We
rijden terug naar de Grootloonstraat en slaan rechtsaf om knooppunt 155 te
volgen. Even verder heeft een goede ziel een oude antieke fiets langs de weg
tentoongesteld. Het ijzeren geval heeft een groot wiel vooraan en een klein
wiel achteraan. Het levert een mooie foto op. We fietsen verderop door een holle
weg tussen enorm veel groen waar we even verlost zijn van de wind die we
blijkbaar altijd op kop hebben. We genieten tussendoor toch van de landelijke
stilte die enkel onderbroken wordt door de natuurlijke geluiden van de
omgeving. Soms fietsen we te snel over de slingerende smalle wegen. (Bergaf
toch!) We hebben namelijk nog heel wat kilometers voor de boeg.
Vanaf
Groot-Loon passeren we regelmatig fruitplantages met een zee van bloesems. Rij
aan rij pronken hele takken en kruinen met hun roze appelbloesems. Zover het
oog reikt. Op de Loonderweg worden we massaal omringd door de natuur. Hier komt
een mens tot zichzelf. We doen inspiratie op en blijven op dokters voorschrift
in beweging terwijl we onze longen vol zuurstof fietsen. We houden halt voor
een foto van een nieuw indrukwekkend aangelegde fruitplantage. Hectaren groot. De
bebouwing neemt toe, we naderen Bommershoven, vlak voor knooppunt 156.
Bommershoven is een deelgemeente van Borgloon en ligt in droog-Haspengouw op
een hoogte tot 110 meter. In de Alfonsstraat werd het kasteel van Bommers-hoven
gebouwd in 1761 op de plaats van een vroegere pachthoeve en brouwerij. Het
gebouw heeft niet echt het uitzicht van een kasteel en lijkt meer op een groot
herenhuis. Een 100 meter verder staat de Sint-Alfonskerk die werd opgetrokken tussen
1841 en 1844 op de funderingen van een oude Sint-Annakapel.
Eens
uit het centrum fietsen we weer door een streek voor genieters. Een pittoresk
landschap met een mix van akkers, weiden en uitbundig veel groen. Het is
aangenaam om onder de stralende lentezon door dit mooie landschap te fietsen.
Het is volop genieten. De maretakken zijn blijkbaar voorbehouden voor deze
streek. Het is een bezienswaardigheid op zichzelf. In een bocht staat een
oeroude kapel te verkommeren, omringd door onbebouwde akkers met aan de overzijde
een appelplantage. De houten deur van de kapel heeft een houten afrastering met
kleine mazen. We zien geen beelden binnenin de kapel en volgens mij is de kapel
ten dode opgeschreven. In Terhove (straat) botsen we als het ware op Kasteel
Terhove aan de rand van de Mombeek. Oorspronkelijk lag hier een Romeinse
villa. In de Middeleeuwen was hier een proosdij van de Abdij van Corbie
gevestigd. We kunnen even genieten van het prachtige domein. De Mombeek stroomt
links van ons, maar door het rijkelijke groen is dat niet te zien. Ze ontspringt
in Widooie en stroomt na ongeveer 23 kilometer in de Herk rivier. De landbouw
lijkt nog niet echt gestart. De akkers zijn netjes omgeploegd en in voren
getrokken. Voor enig groen dat boven staat is het nog te vroeg. Vanaf maart
werden de asperges al geplant en met aarde afgedekt. De rest van de akkers
wachten tot na de ijsheiligen om beplant te worden.
Op
de Kasteelweg genieten we van prachtige vergezichten aan onze rechterzijde. Ons
pad slingert zich tussen de enorme hectaren landbouwgronden. Links groeit een
kleine haag van enkele kilometers lang. Een smal asfalt pad ertussen leidt naar
het kasteel van Widooie dat omgeven is door een prachtig domein. In 1559 werd
het kasteel door abt Karel I van Bourbon in erfpacht gegeven aan Godfried van
Bocholt. In 1588 is het kasteel eigendom van de patriciërsfamilie Vaes.
Momenteel is het kasteel in het bezit van de familie van Ridder Norbert de
Schaetzen. Hij erfde het kasteel van zijn vader en heeft het park en de arboretum
uitgebouwd tot wat het vandaag geworden is. Een uitzonderlijk park in privé
bezit. Het is uitsluitend toegankelijk voor evenementen. We naderen weer een
fruitplantage. De weidse velden en onbewerkte bruine akkers wisselen af met
prachtige vierkanthoeven die al of niet mooi gerestaureerd zijn. Verderop in de
Bielenstraat bevinden we ons even in Vechmaal. Een dorp van Heers
We
komen niet door het centrum maar slaan linksaf aan knooppunt 133. We rijden op
het grondgebied van Tongeren. Aan het landschap valt dat niet op. Weer een stuk
holle weg. In de Kerstboomstraat vinden we weer een fruitplantage met perenbloesem.
Na de Romeinse Kassei (N69) fietsen we in de Tapstraat en rijden we even het
kleine dorpje Lauw binnen, een deelgemeente van Tongeren. We rijden echter niet
door het centrum. In de Ormelingerstraat steken we de taalgrens over. Aan de
straatnaam is het nog niet te zien. Ten einde de straat moeten we rechtsaf en
eerst dan verandert elk woord en elke zin in het Frans. We rijden op de Hesbeinsstraat
op het grondgebied van Luik in het Waals Gewest. Het Waals Gewest omvat de 5 Franstalige
provincies met name Henegouwen (Hainaut), Waals-Brabant (Brabant Wallon), Namen
(Namur), Luik (Liège) en Luxemburg (Luxembourg). De route leidt ons over de
Jeker. De rivier die nabij Borgworm ontspringt en door een groot gedeelte van
Haspengouw stroomt vloeit bij de Nederlandse stad Maastricht in de Maas. We
fietsen op een smal betonnen pad tussen landbouwgrond. Heel in de verte zien we
een kerktoren.
In
de Rue Arbre Saint-Pierre is de prachtig onderhouden kapel opgedragen aan
St-Pierre. Even voor knooppunt 57 fietsen we door het landbouwdorpje Thys, een
dorp van de gemeente Crisnée. De Sint-Pieterskerk, rechts van ons, werd op het
hoogste punt gebouwd.
Tussen
knooppunt 57 en 58 we fietsen door het centrum van Crisnée. Het dorp ligt vlak
aan de taalgrens en had in 1334 zelfs een Nederlandse naam: Gherstenhoven. We
zien de Sint-Mauritiuskerk met begraafplaats op het hoogste punt van de
omgeving. We dwarsen daarna de N614.
Bij
knooppunt 58 bevinden we ons in Odeur of in het Nederlands Elderen met
prachtige vrijstaande woningen. Zo te zien is er nog een zekere welstand in ons
land. We fietsen voorbij de Sint-Severinuskerk en het kasteel van Odeur. We
slaan linksaf om op, bij wijze van spreken, de taalgrens te fietsen. Links ligt
Vlaanderen en rechts is Wallonië.
Bij
knooppunt 549 vatten we een tocht aan van 3,3 km. We bevinden ons eerst in
Herstappe. In de Kerkstraat werd, hoe kan het ook anders, de
Sint-Jan-de-Doperkerk gebouwd met hoge westtoren en achtzijdige naaldspits. De
oorspronkelijke kerk van 1711 was in zon slechte staat dat men in 1858 besloot
om deze te slopen. In 1869 wordt begonnen aan de huidige kerk. De Luykerweg is
weer een holle weg. We fietsen verderop weer tussen hectaren akkers. Opvallend
is dat het landschap hier niet verstoord wordt door windturbines en
elektriciteitspylonen. Het kan hier evengoed 1919 of 1819 zijn, honderd of
tweehonderd jaar geleden. Terug door een holle weg. We houden halt bij een
picknicktafel. Een smal pad leid naar het Heilige Huisje van Rutten. Een
kapel, te midden van de velden op een heuvel op het hoogste punt nabij
Herstappe. De heuvel biedt een mooi uitgezicht over het voormalige slagveld van
Haspengouw. De kapel, omgeven door de bekende lindebomen, werd gebouwd in de
vijftiende eeuw ter nagedachtenis aan de veldslag bij Othée, die plaatsvond op
23 september 1408. Tijdens deze veldslag sneuvelden duizenden Luikse
opstandelingen, die hier in de vallei van de Ezelsbeek door het Bourgondisch
leger van Jan zonder Vrees werden verslagen. De kapel werd vaak bezocht door
bedevaarders om bescherming tegen de ziektes van hun vee af te dwingen. In de
verte zien we de kerk van Rutten en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek van Tongeren.
Bij
de eerste straat links moeten we afslaan en rijden naast de Ezelsbeek. De
gronden bij de beek worden voornamelijk gebruikt als hooi- of weiland. Door
haar lemige bodem is de grond geschikt voor akkerbouw. Teneinde rechtsaf zien
we reeds de kerktoren van Rutten. We
komen echter niet door het centrum. Rechtsaf aan knooppunt 118. We houden halt
aan het beeldje van de De zaaier, geschonken door de Landelijke Gilde van
Rutten in 1994.
In
de Motstraat, tegenover de Sint-Evermaruszaal staat de Sint-Evermaruskapel.
Deze kapel is het middelpunt van een volksverering van Sint-Evermaar,
pelgrim-martelaar, die volgens de legende door Hacco, heer van Herstappe werd
vermoord. In de kapelweide werd rond 968 het graf van Evermarus gevonden door
de plaatselijke pastoor. Hij zou op die plaats een houten kapel hebben laten
bouwen. Abt Wedericus van Burtscheid bouwde rond 1048-1075 op het graf een
grotere kapel. Deze kapel dateert van 1784 en werd door kanunnik Hardy gebouwd
op de plaats van de vroegere kapel. Binnenin zien we een schilderij op doek met
de voorstelling van de marteldood van Sint-Evermarus. De Hagelindeweg brengt
ons bij knooppunt 115 met haar sterk uit te kluiten kapel. Linksaf in de
Boudewijnstraat. Na de picknicktafel rijden we weer over de Ezelsbeek. Nog meer
fruitplantages met wit-roze bloesems. Rechts van ons ligt Tongeren waar we weer
niet door het centrum rijden maar wel een spectaculaire foto kunnen nemen van
de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Op het kruispunt Hossenstraat/Sint Rochusstraat
staat de Sint Hubertuskapel van de twaalfde eeuw. De kapel is omgeven door een
groen grasperk met op het voormalige kerkhof enkele oude grafkruisen die
dateren van het eind van de zestiende en begin zeventiende eeuw. Deze plek was
een bedevaartsoord tegen hondsdolheid en tandpijn. Na de Sint-Hubertuskapel
komen we in Offelken. Een gehucht van Tongeren dat slechts 275 inwoners telt. Langs
de oever van de Jeker werd een hippodroom aangelegd. Een van de weinige renbanen
waar nog drafwedstrijden worden gehouden. Wat verder nodigt een zonnig terras
ons uit om het innerlijke van de mens te versterken.
Na
knooppunt 116 dwarsen we de Oude Jeker. In de Linderstraat werd een beeld
geplaatst van de Heilige Maternus, langs de Jeker. Aangeroepen als
beschermheilige tegen koorts en infectieziektes. We dwarsen nogmaals de
Romeinse Kassei (N69). Voor knooppunt 128 zien we het Provinciaal Instituut
voor Biotechnisch Onderwijs. Bij knooppunt 128 linksaf en rijden we Piringen
binnen. Een kleine deelgemeente van Tongeren. Na de wit geschilderde kapel die
gebouwd werd voor de Heilige Maria rijden we door de Tomstraat waar de opvallende
Sint-Gertrudiskerk werd opgetrokken met massieve westertoren in silex. Het
schip werd in 1819 gesloopt nadat deze in de achttiende eeuw bouwvallig was
verklaart. Het vernieuwde gedeelte werd opgetrokken in baksteen en dateert van
1940. Voor de kerk rechtsaf. Vlakbij Beringen staan we voor de Mariakapel die
afgesloten is. Door het glasraam in de deur lukt het om een foto te maken van
het interieur. We houden de kapel links van ons als we verder rijden. Terug
door een holle weg. Eens uit het centrum van Piringen worden we weer verwent door
al het groen. We rijden op de Weg Gors-Opleeuw met rechts statige loofbomen
en links hectaren landbouwgrond. Het is klimmen en dalen terwijl we genieten
van de prachtige vergezichten. Ons pad is smal maar hier rijden amper autos. We
dwarsen de Marmolbeek nadat we de oude spoorweg onderdoor zijn gereden die
geheel in baksteen werd gebouwd. We naderen weer een bos en ik vraag me af of
al die groene bomen een kasteel met grote tuin of park moet afschermen? Aan
knooppunt 136 dwarsen we de Sint Annabeek en slaan linksaf om langs de Sint-Annabeek
verder te rijden en bevinden ons in de Vallei van de Sint-Annabeek. Een klein
gebied dat slechts een oppervlakte heeft van minder dan 10 hectare. Het is een
lappendeken van wilgenstruwelen, rietveldjes en dottergraslanden. In de
boomkruinen merken we de maretak op. Meer dan één zelfs. De Sint-Annabeek
ontspringt ten oosten van Borgloon en mondt uit in de Mombeek te Gors-Opleeuw. We
rijden over de N76 en laten het centrum van Kerniel rechts liggen. Een
voormalige landbouwgemeente die geleidelijk aan zijn bedrijvigheid verschoof
naar de fruitteelt. Langs de Steenweg op Borgloon bereiken we 152. We zijn
terug in Borgloon. Onze fietsenteller staat op 50 km als we terug bij onze auto
staan die trouw op ons gewacht heeft.








|