Parkeren: hoek
Spoorwegstraat/Kuiermanstraat bij knooppunt 28.
Fietsknooppunten:
28 -30 -31 -32 -33 -43 -38 -39 -40 -41 -56 -60 -70 -26 -27 -28 = 33,7 km.
Woensdag
15 mei 2019. Buiten schijnt de zon, de temperatuur duidt 15°C aan en het is nog
maar net 08:45u. Vanmiddag wordt het beslist warmer maar er staat een strakke wind
van minstens drie beaufort. Hij waait vanuit het oosten, wat sowieso rond deze
tijd van het jaar wat frisser aanvoelt. Na dit weerpraatje vindt ik mezelf een
doorwinterde weerprofeet. Een feit is: voor een T-shirt met spaghettibandjes is
het nog een paar weken te vroeg. De ijsheiligen zijn nog maar net het land uit.
We gaan in ieder geval een fietstocht maken. Onze parking ligt vlakbij de
spoorlijn Mechelen-Dendermonde die aangelegd werden in 1837 en doorheen het
centrum rijdt van Kapelle-op-den-Bos dat volgens de inwoners van de gemeente nog
steeds Kapelle genoemd wordt. We bevinden ons in de provincie Vlaams Brabant,
in de streek van de Brabantse Kouters. De gemeente bestaat ongeveer een kleine
800 jaar maar ze was toen niet meer dan een klein kapelletje in de bossen van
Brabant. De legende vertelt dat een verdwaald edelman in de dertiende eeuw, uit
dank voor zijn redding, een kapel liet bouwen. In 1564 werd deze vervangen door
de huidige Sint-Niklaaskerk. De kerk werd tijdens de Eerste Wereldoorlog
platgebrand en kreeg na de heropbouw een kroon als toren. Een unicum in België.
We
fietsen zuidwaarts langs de Eternietfabriek dat lange tijd gebruik maakte van
asbest, waardoor er veel asbestvervuiling was in Kapelle o/d Bos. De laatste
jaren wordt werk gemaakt van de sanering van onder andere de asbeststorten en
een beek. Er zijn jaarlijks nog slachtoffers ten gevolge van asbestkanker.
Velen durfden echter niet te protesteren omdat de fabriek voor werkgelegenheid
zorgt. Aan onze rechterzijde staan uitsluitend prachtige vrijstaande woningen
met hier en daar een mobilhome op de inrit. Er is duidelijk nog een zekere
welstand onder de mensen van Kapelle. Aan het eerstvolgende kruispunt slaan
we linksaf in de Huttekenstraat die overgaat in de Vaartdijk. Na het bordje
einde centrum zien we links van ons enkele magazijnen van de Eternietfabriek.
Na de bocht fietsen we tot knooppunt 33 langs het Zeekanaal Brussel-Schelde dat
in 1997 is ontstaan door het doortrekken naar de Schelde van het Zeekanaal
Brussel-Rupel. Het zeekanaal Brussel-Schelde behoort tot de oudste kanalen van
ons land en moest oorspronkelijk de stad Brussel verbinden met Antwerpen en de
zee. Het kanaal werd mettertijd steeds verder aangepast en uitgebreid. In 1997
werd de zeesluis in Wintam in gebruik genomen, waarmee het kanaal een
rechtstreekse verbinding kreeg met de Schelde en van toen af ook zeekanaal
Brussel-Schelde genoemd werd.
Aan
de overzijde van het recyclagepark werden in 2001 drie windturbines gebouwd.
Een van deze windmolens werd in 2015 getroffen door een blikseminslag en verder
werd afgebroken. In oktober 2018 werden ook de overige twee windturbines verwijderd.
Verderop bevinden we ons op het grondgebied van Humbeek, een deelgemeente van
Grimbergen. We moeten de Buisbeek of Driesbosbeek over en fietsen vlak naast
het s Gravenbos. Een van de grootste en oudste bossen in de omgeving. Het is
grotendeels privédomein maar de wandelpaden zijn toegankelijk. Bij de eerste
picknicktafel houden we onze eerste stop om even te genieten van een warm kopje
koffie. In de verte zien we de eerste betonnen constructie van de ophaalbrug
over het kanaal.
Bij
knooppunt 31 bevindt zich de Lourdesgrot die in het begin van het jaar 1950
werd gebouwd en deze keer is Bernadette ook van de partij. Het plan om deze
grot te bouwen kwam er op initiatief van 12 kajotters van Humbeek na hun
bedevaart naar Lourdes in 1952. De grot werd op 15 augustus 1954 door
monseigneur Cardijn, stichter van Katholieke Arbeidersjongeren, plechtig
ingewijd. Ieder jaar heeft op deze datum een misviering plaats, speciaal voor
bejaarden, zieken en mindervaliden. Dagelijks komen hier ook troostzoekenden om
te bidden. Achteraan de grot bevindt zich de Calvarie met Christus aan het
kruis tussen Maria en Johannes. Verder werd een circuit aangelegd met de
veertien staties waarbij Jezus vanuit het paleis van Pilatus vertrekt naar de
heuvel Golgotha tot aan zijn graf. Op de achtergrond werd een decor aangebracht
van imitatierotsen, afgeknotte zuilen en ruïnes uit de Grieks-Romeinse tijd dat
dateert van 1958. Alles is gewoon prachtig onderhouden.
Even
verder, net voor het centrumbord van Humbeek leidt een donkere dreef met een
ongeveer 500 m bospad naar het domein van het s Gravenkasteel. Dat het donker
is komt door het dichte bladerdek van de vele statige bomen langs de dreef die
geen spatje zonlicht doorlaten. Verderop is een brede toegangspoort die verhinderd
verder te rijden. Alleen als je van plan bent brandhout te kopen mag je verder.
We nemen vanaf hier enkele fotos van het imposante kasteel. Al is de afstand
eigenlijk te groot voor een optimale foto. Het s Graven-kasteel is een
waterkasteel dat ook Lundenkasteel wordt genoemd, naar de naam van de vroegere
eigenaars. De oudste delen dateren van
de vijftiende en zestiende eeuw. Het kasteel werd in de zeventiende eeuw
hersteld na zware schade door oorlogsperikelen. In de negentiende eeuw werd het
dan weer sterk uitgebreid. We fietsen terug en vervolgen onze weg langs het
kanaal. Aan de tweede ophaalbrug is knooppunt 33. Hier moeten we rechtsaf in de
Vaartstraat.
De
Oyenbrugstraat is volledig aangelegd met kasseien en dat was geen lachertje. We
proberen zoveel mogelijk naast de weg te rijden, maar zelfs dat is geen optie. Het
lijkt alsof elke honderd meter wel kilometers zijn. We krijgen er schele hoofdpijn
van en als we denken dat het voorbij is, kondigt zich weer een kasseistrook
aan. Ons geduld wordt danig op de proef gesteld maar de verlossing is nabij. Na
volledig door elkaar geschud te zijn kunnen we terug genieten van uitbundig
veel groen en horen we opnieuw de vogeltjes fluiten. Als bloemenliefhebbers
kijken we uit naar bijzondere plantensoorten die naast ons in de bermen
groeien. Die vreselijke kasseistrook heeft ook zijn voordelen. We stoppen bij
de MOT-molen voor een sanitaire stop. Dat hebben we dubbel en dik verdiend. We
bevinden ons bij de Tommenmolen, een watermolen op de Maalbeek. De gevelsteen
onder het brugje vermeld het jaartal: 1547. Het molenaarshuis werd vergroot
Anno 1852. De molen bleef in werking tot in de jaren 1960. Aan de
eerstvolgende zitbank houden we onze picknick. Het is al na twaalf uur. We
moeten voorbij een poel, omringd door struiken en bomen. We zouden er zowaar
voorbij gefietst zijn maar er klinkt een concert van kikkers. Ze zijn niet te
spotten. We moeten de Maalbeek over. Daar lonkt een weide met gele bloemen en
dat trekt onze aandacht. In een scherpe bocht houden we halt bij De
Liermolen. Deze molen dankt zijn naam aan het geslacht De Lire, één van de
vele eigenaars uit het rijke verleden van deze graanwatermolen. De eerste
vermelding dateert van 1341 toen de abdij de molen kocht. De huidige gebouwen
dateren uit de zeventiende en achttiende eeuw. De molen bleef actief tot begin
der jaren zeventig van vorige eeuw. Daarna werd de molen, in opdracht van de
gemeente, gerestaureerd. In de oude molenschuur is een tentoonstellingsruimte
ondergebracht over het MOT. Het molengebouw is nu een gezellige taveerne
geworden. Momenteel is het haar sluitingsdag. Het water heeft een groot verval.
De vele knotwilgen langs de Maalbeek moeten hoognodig gesnoeid worden. De
takken steken al meer dan drie meter de lucht in en op deze manier heeft de
wind er vat op. De oude wilden buigt zich met de wind mee. hoe lang duurt het
nog voor hij omligt? Er worden blijkbaar geen manden meer gevlochten.
Bij
knooppunt 38 staan we in het centrum van Grimbergen. De indrukwekkende abdijkerk
lonkt ons en we wijken even een paar honderd meter af langs knooppunt 76. De
kerk maakt deel uit van de Norbertijnerabdij maar doet ook dienst als
parochiekerk. Ze bezit een koepel van 45 meter en een toren van 58 meter hoog.
De toren bevat een beiaard met 48 klokken. In 1999 werd de kerk de eretitel van
basiliek verleend. We kunnen ook binnenin een kijkje nemen. Het altaar dateert
van 1732. Er bevinden zich verschillende relikwieën. Ze zijn ingewerkt in de
altaren of in de zijdeuren van de altaren. Een koorgestoelte met vele heiligen
en zaligen van de Norbertijnenorde.
We
verlaten al vlug het centrum van Grimbergen langs de s Gravenmolenstraat. Hier
vinden we nog de gesnoeide schilderachtige knotwilgen langs de Maalbeek. De
beek ontspringt op een hoogte van 61 meter in Relegem en mondt uit aan de
Verbrande Brug in het Zeekanaal Brussel-Schelde. Teneinde de straat werd de
kapel gebouwd in de schaduw van talrijke bomen. Aan knooppunt 39 bevindt zich een
brasserie te midden het groen van de Maalbeekvallei te Grimbergen. Een uniek
terras sinds 1993 dat zorgt voor een baken van rust en ontspanning. Ze heeft
vandaag haar wekelijkse sluitingsdag.
Vanop
de Roostbaan hebben we een mooi groen vergezicht met hier en daar een
gerestaureerde boerderij die ons herinnert aan de tijd dat het boerenleven het
karakter in de streek bepaalde. We horen duidelijk dat we het centrum van
Grimbergen achter ons hebben gelaten. We bevinden ons in een oase van stilte
dat slechts onderbroken wordt door de enige natuurlijke geluiden van
verschillende vogels. Een mens wordt van minder zelfs blijgezind. Maar even
verder neemt de bebouwing weer toe.
Eens
over de N277 bevinden we ons in het centrum van Meise. Een gemeente die rond
1900 nog een landelijk dorp was. De
voortuintjes van de mooie luxewoningen kleuren en geuren van talrijke
voorjaarsbloemen. De grootste bezienswaardigheid van Meise is echter het kasteel
van Bouchout, een voormalige burcht van het huis Arenberg, waarrond zich de
Plantentuin van Meise bevindt die opgericht werd tijdens de Franse periode. Het
domein is 92 ha groot en bezit naast een bibliotheek ook over 18.000 levende
planten. Vervolgens fietsen we door Bouchout, een deelgemeente van Wemmel. We
zien talrijke villas die meestal achter hoge hagen of ijzeren sierhekken
schuilgaan. Voorbij de begraafplaats van Meise moeten we rechtsaf door een
holle weg. Het is voor ons, plattelands toeristen, een steile klimming. Eens op
het hoogste punt hebben we een indrukwekkend uitzicht van 360°.
In
de J.B. Van Gyjsellaan werden mooie vrijstaande woningen opgetrokken waarvan de
meeste omringd zijn door een menshoge groene haag. In de Bosweg fietsen we over
de Amelvonnes-beek die dwars door de Plantentuin van Meise verder naar
Grimbergen stroomt, en ter hoogte van het Nekkerbos uitmondt in de Maalbeek.
Onze rit gaat verder door een bos. Het is privé eigendom en wordt omgeven door
groene afrastering. In het gehucht Amelgem moeten we rechtsaf en rijden door
Oppem, een klein dorp van Meise. We fietsen door een smalle holle weg. De hoge
wegkant is begroeid met bomen en struiken. De grond is bedekt met groene
bodembedekker. De echte wilde natuur zeg maar. Aan het kruispunt met de achthoekige
Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lorette is knooppunt 56. De kapel werd in 1851
opgericht door kardinaal Sterckx en zijn twee zussen die toen iets verderop
woonden.
Via
de Klepperstraat verlaten we Oppem en genieten meteen van een mooi vergezicht.
Een bont deken van landbouwgronden. In de verte doemt de kerktoren op van
Wolvertem. Maar het is nog een heel eind. We rijden er niet in rechte lijn naar
toe. Linksaf op de Groene Weg met haar recente vrijstaande woningen. Toch
prachtig dat de knooppunten ons langs de mooiste plekjes in de omgeving brengen!
Tussen de hectaren akkers en weiden liggen de bescheiden boerderijen en statige
landhuizen. We belanden in Wolvertem en houden even halt bij de Baggermolen
waarvan het rad jaren geleden al werd verwijderd. In de gevel werd een jaartal
bevestigd: 1748. De Baggermolen werd reeds vermeld in een telling van 1683,
maar hij moet veel ouder zijn. De watermolen was een Ban- of dwangmolen, waar
naburige boeren werden verplicht hun graan te laten malen.
We
dwarsen de Molenbeek en fietsen tot aan de N211. We moeten niet echt bij de
kerk zijn maar we zijn toch benieuwd of we er binnen kunnen. De
Sint-Laurentiuskerk werd op de oude motte gebouwd en heeft een westertoren uit
de dertiende eeuw. In de zuidelijke hoek werd een beeld van O.L. Vrouw op een
zuil geplaatst met het jaartal 1954. Rechts van de ingang staat het Heilig
Hartbeeld op een bakstenen sokkel. Binnen is er een prachtige doopvont uit de
twaalfde eeuw. Over de kerk werd het voormalige gemeentehuis gebouwd in 1875
dat diende tot 2008. In de hoek van de gevel herinnerd een oorlogsmonument van
blauwe hardsteen aan de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. De pastorie uit
1660 waar het OCMW is gevestigd.
We
rijden verder over de Stationsstraat en nemen de eerste straat links. We nemen
een foto van de levende wielerlegende Eddy Merckx. Het monument werd vlakbij
het administratief centrum van Wolvertem geplaatst. Het kunstwerk werd in
bijzijn van Eddy himself plechtig onthuld op 13 juni 2015. In de Van
Hoorickweg werd een klein infobord geplaatst, over de oude pastorie, gelegen
aan de overzijde van het kanaal. We lezen: Mej. Van Horick stelde in haar
testament Wolvertem aan als erfgenaam, op voorwaarde dat de gemeente met dit
geld een godshuis zou oprichten voor wezen, ouderlingen en gehandicapten die in
armoede leefden. Het geld werd gebruikt om deze oude pastorie te kopen. Vandaag
is het godshuis uitgegroeid tot een rustoord, serviceflats en dienstencentrum.
Vlak
voor knooppunt 70 fietsen we door de dreef die naar het kasteel Van Imde
leidt. Het kasteel dateert van de negentiende eeuw. De gesloten hoeve is deels
van de zeventiende en de achttiende eeuw. Het kasteel en de hoeve zijn gelegen
in een prachtig en uitgestrekt park met lange populieren dreven, weiden en
vijvers. Alle eigendom is privé.
Even
afwijken voor de Kapel Onze-Lieve-Vrouw der Kranken. De boskapel werd
herhaaldelijk hersteld en gerestaureerd tijdens de laatste eeuwen. De eerste
steenlegging van de kapel gebeurde in 1695 in opdracht van de toenmalige
barones van Imde. Dit gebeurde nadat door enkele gelovigen een beeldje van de
Heilige Maagd werd opgehangen aan een oude eik omstreeks 1658. De Mariadevotie
ontstond in de zeventiende eeuw naar aanleiding van de verschillende oorlogen
en pestepidemieën. De kapel groeide met de eeuwen omwille van de grote toeloop
van pelgrims.
Na
ons bezoek fietsen we weer verder naast een brede Molenbeek die kronkelend door
de natuur stroomt. Als we afdraaien in de Kerkhofstraat laten we de Molenbeek
achter ons. We volgen een smal asfaltpad tussen uitbundig veel groen op de
gronden van Londerzeel. Ook hier in de straat vinden we nog de bekende oude
knowilgen langs de grachten. Sinds onze laatste tocht in deze regio is hier
tamelijk veel bijgebouwd. Net voor het centrum van Londerzeel houden we halt
bij de Kalvariebergkapel. Een zandstenen kapel uit het begin van de zestiende
eeuw. Ze werd uitgebreid omstreeks 1800. Het interieur dateert van de
zeventiende en achttiende eeuw. In de gevel van de kapel werd een monument
bevestigd van het 426e Squadron Halifax III, een oorlogsvliegtuig
dat was opgestegen vanop de Britse basis te Linton-On-Ouse en hier in
Londerzeel neergestort op 13 mei 1944. Vier bemanningsleden overleefden de
crash. Vier anderen kwamen om het leven en werden in Evere begraven. De
gemeente Londerzeel behoort tot de streek Brabantse Kouters en bij de Groene
Gordel rond Brussel. We rijden niet echt
door de kern van Londerzeel. We dwarsen de A12 en fietsen even gelijk met de
A12 om na enkele meters rechts aan te houden in de Bergstraat tot aan de
spoorweg en knooppunt 26.
Tot
knooppunt 28 fietsen we naast het spoor dat ons terug bij de auto brengt in
Kapelle-op-den-Bos. Onze fietsenteller staat op 41 km. Na de fietsen opgeladen
te hebben rijden we naar rustoord Akapella in de Parallelweg 10. Voor de tweede
dit jaar gaan we op bezoek bij tante Maria die morgen 92 jaar wordt. Ze is
uiterst verast ons weer te zien. Een paar uur later moeten we helaas opnieuw
afscheid nemen maar beloven plechtig snel terug te komen. Dan gaan we beslist
een wandeling maken rond de vijver aan de achterzijde van het rustoord. Als het
weer het toelaat ten minste.






|