MOERASSPIREAxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tijdens de wandeling langs de IJse van Smeysberg naar Klein Waver werd onze neus gestreeld door een zoet amandel- en vanillegeur. De mooie moerasspirea is er de oorsprong van.
Deze plant die tot de familie van de rozen behoort groeit het liefst in vochtige bodem. Met een wortelstok en dunne vlezige wortels vindt hij daar zijn voedsel.
Op een roodachtige en holle stengel prijken de crèmekleurige trosjes van kleine bloempjes. Deze verspreiden de hele zomer de zoete geur.
De blaadjes gelijken op de olmblaadjes vandaar dat in de Latijnse naam ulmaria voorkomt.omdat de dunne wortels aan een dikkere wortelstok hangen is het eerste gedeelte fylum wat draad betekent en pendula wat hangen wil zeggen.
De zaden zijn kale, spiraalvormige gedraaide dopvruchtjes.
GEBRUIK
Bloemen voor boeketten. Geven ook aan smaak aan bier en wijn. Ook in jams en gestoofd fruit werden ze verwerkt. In de Scandinavische landen werd ze vroeger toegevoegd aan bier en mede.
Ze werden ook in de kasten gelegd om een geurtje aan het linnen te geven.
Ook werden ze, samen met het blad, in huis gestrooid voor de aangename geur. Bloemen worden gedroogd voor kruidenmengsels.
Bij het koken geven ze een groenachtige- gele verfstof
Het blad werd door de soep gedraaid. Kookt men blad en stengel dan verkrijgt men een blauwe verstof. De wortels zorgen voor een zwarte kleur.
Jonge scheuten werden als asperges gegeten en de wortelstok als schorseneren.
MEDICINAAL
In 1838 ontdekte men in deze plant het salicylzuur. Het basisproduct van de aspirine. Later zal men deze stof nog vinden in de wilg ( salix) en tenslotte zal men het synthetisch maken.
In de naam aspirine vindt men spirea terug.
VOLKSNAAM
Boksbaardkruid, geitenbaard, bloeiende olm, koningin der weiden ( komt van het Frans Reine des prés.)
Norbert Mosselmans
Bronnen en info
Courante veldbloemen CERA
Wilde planten Readers Digest
Het complete kruidenboek Uitgeverij Terra
|