Eindelijk is de zon van de partij. Het is zomer. Vandaag doen we onze wandeling van Smeysberg tot Klein Waver. Het is een niet te lang deeltje. Maar wie rondkijkt ontdekt wel heel wat moois.
Klaproos langs de IJse (Foto bron: internet)
Aan de Smeysbergbrug glinstert het tere, frêle zijderood van de klaproos. De gele wondklaver tussenschittert de vele soorten gras. De rode kaarsen van de kattenstaart staan fier rechtop om te zeggen: heb je mij gezien.
Plots springt het hemelsblauw van de reigersbek in het oog en daarboven wiegt een heel veld van wilgenroosjes.
De gewone berenklauw laat hier en daar zijn witte bloemschermen al zien. De paarse bloemen van de distel trekken heel wat insecten aan. Daartussen zie je dan het tere blauw van het ruwe klokje met daarnaast de diepgroene bladeren van de ruige weegbree met in het midden de wiegende lichtgekleurde aar.
Daar waar het vochtig is staat het riet in al zijn glorie.
Met zijn voeten in het water staat de reuzenbalsemien met zijn witte of paarsrode bloemen die net als middeleeuwse vrouwenkappen zijn. Het is de plant, die bij het aanraken van de rijpe zaaddozen, zijn zaden wegslingert. Je schrikt er echt van!
De Japanse duizendknoop komt elk jaar terug in de lente en verdwijnt in de winter. De holle stengels worden in bloemstukken gebruikt.
Reeds een hele tijd ben je je misschien aan het afvragen waar die heerlijke zoete geur vandaan komt. Het is de moerasspirea met zijn lieve zachte bloementros. Even wit, maar geen geur, is de witte klaver. Het gras dient als steun voor de wikke die haar blauwe bloemenaar toch boven alles wil uitsteken.In de buurt staat de ridderzuring al in zaad.De brandnetel vind je op heel je weg en in de wilg is de hop al aardig geklommen.
In de herfst wandelen we van Klein Waver tot de Wijsbrug.
Norbert Mosselmans
|