Het wilgenroosje
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op een braakliggende grond, een bouwruïne, een laar (openplaats in het bos), een kapvlakte, afgebrande terreinen, langs de spoorwegbermen
vind je het wilgenroosje rond deze tijd wiegend in de wind. Met haar frêle roze bloempjes schittert ze in de zon.
Het is een echte pioniersplant. Waar ze een opening vindt, schiet ze als paddestoelen uit de grond en in een mum van tijd is de hele ruimte ingenomen.
Zo was ze na de tweede wereldoorlog de eerste om zich te vestigen op de puinen van de gebombardeerde steden en met haar roze bloempjes weer nieuw leven in te blazen.
Vanwaar die snelle opmars? De plant zaait zich voort maar ook de wortelstok( heeft jaarringen kan 25 jaar oud worden) brengt nieuwe planten voort.
In de zomer en de herfst zijn het de langwerpige doosvruchten pluizige zaden( die vele jaren kiemkrachtig blijven) los die door de wind ver meegenomen worden. Eens ontkiemd op de nieuwe standplaats gaat de plant zich via zijn houtige wortelstok razendsnel uitbreiden. Ze kunnen zo dik staan dat andere planten geen kans krijgen. De bladeren lijken op die van de wilg. Vandaar de naam wilgenroosje. . Het blad gaf de naam: wilg en de kleur de naam: roos. Dus: wilgenroosje. De plant kan tot 150 cm hoog worden en bloeit van juni tot september. De ree is verzot op deze plant. Andere namen: bastaardwederik, dondertoren, kattenstaart( de echte is wel een andere plant), sint-antoniuslelie, vuurkruid. Gebruik: de pluizen van de zaden werden vroeger gebruikt als vulmateriaal of als bijmengsel bij wol of katoen. In de geneeskunde werd het niet veel gebruik. Al heeft het wilgenroosje adstringerende samentrekkende en verzachtende eigenschappen. Van de wortelstok trok men een thee tegen tongblaar (aften). De jonge scheuten werden rauw of gekookt gegeten. In Rusland vervangen gedroogde bladeren de thee.

de liefde tussen een elfje en een kabouter
In de zomer zijn vele vlakten en open plekken prachtig rozerood gekleurd door de bloemen van het wilgenroosje. Het ontstaan van het wilgenroosje is een romantisch verhaal, luister:
Lang, lang geleden leefde aan de rand van het bos, te midden van prachtige bloemen een elfenfamilie in een wilde rozenstruik. Op warme zomerdagen speelden de kleine elfjes in de koele schaduw van het bos, aan de rand van een meertje. Op een mooie dag speelde een elfje aan de voet van een oude grote wilg, toen ze blij verrast een klein kaboutertje naar beneden zag klimmen. Sinds die dag speelden het elfje en het kaboutertje op alle warme dagen samen in het koele bos. Toen zij groter groeiden werden ze verliefd op elkaar. Zij vertelden hun ouders dat ze samen wilden gaan wonen. De verbazing en ontzetting bij de wederzijdse ouders waren zo groot dat ze het hun kinderen verboden. Elfen en kabouters trouwen niet met elkaar! Elfen trouwen met elfen en kabouters met kabouters. Het bedroefde elfje en de verdrietige kabouter vroegen de elfenkoningin om raad en goedkeuring. Deze zei: "een kabouter en een elfje op één kussen, daar zit de duivel tussen". De kabouter ging terug naar zijn wilg en treurde wekenlang, waardoor zijn wilg in een treurwilg veranderde. Ook het elfje ging terug naar haar rozenstruik aan de rand van het bos en huilde dagenlang. De elfenkoningin kon deze droefenis niet aanzien en trok op een heldere herfstdag naar de kabouterkoning voor overleg. Gezamenlijk besloten zij in grote wijsheid dat de twee voor altijd samen mochten leven, maar niet in de gedaante van elf en kabouter maar in een nieuwe gedaante: in de vorm het Wilgenroosje. Dankbaar en gelukkig aanvaarden ze het voorstel. En zo leefden ze nog lang en gelukkig en kregen vele nakomelingen.
norbert mosselmans
Uit natuurverhalen els baars-.nl
INFO
WILDE BLOEMEN EN PLANTEN READERS DIGEST
FOTOS INTERNET
|