Keyhof is vandaag de dag een begrip geworden omdat het nauw verbonden is met de orde van de zusters Annonciaden. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Toen August-Jozef dOverschie, burgemeester van Neerijse, het kleine kasteel onderaan de hoeve voor zijn zoon liet bouwen, had hij nooit durven dromen dat de plek later één van de belangrijkste vestigingsplaatsen zou worden van de zusters Annonciaden. Zijn zoon ontnam zich het leven en in 1877 werd het goed aan het aartsbisdom geschonken. Kort daarna konden de eerste zusters er hun intrek in nemen om er de geest van Jeanne de Valois verder te doen leven. De opvoeding van kinderen en het verzorgen van zieken hadden ze zich tot doel gesteld. De rijkdom van deze grondgedachten kon vertaald worden in de rijk versierde kloosterkapel waar eclecticisme en Beuroner stijl de bezoeker aangenaam verrassen omdat men erin geslaagd is, en dit is uniek in België, de twee kunstvormen tot een harmonisch geheel te laten samenvloeien. Deze pathetische omgeving is vandaag nog het decor voor tientalle zusters die van een wel verdiende rust genieten.
Vanuit het zusterkerkhof gelegen in een schilderachtig dal bereiken we de hoeve.
De hoeve Ten Bosch is één van de oudste economische trekpleisters van Huldenberg. In de Middeleeuwen werd de plek op het bos gewonnen, vandaar de naam. Nu spreekt iedereen van Keyhof, wellicht wegens de grote aanwezigheid van keien in de ondergrond. De hoeve staat er nog en wordt sinds enkele jaren bewoond door een notarisfamilie die zich reeds voor de Franse revolutie in de streek gevestigd heeft.
We zetten onze wandeling verder over het middenrif van Huldenberg.
De niet zo lang geleden geasfalteerde Nijvelse baan verbond reeds in de Middeleeuwen de culturele kernen Leuven en Nijvel. Sierlijk loopt de oude weg door het hoogland, langs de velden en de weiden waar vandaag de luxepaarden grazen en door bosjes , overblijfselen van het vroeger uitgestrekte Carbonaria Sylva.
De holle wegen maken deel uit van het Brabants landschap. Zij zijn het resultaat van de jarenlange wisselwerking mens-natuur. Zij brengen ons boven de valleien en laten ons toe hogerop te klimmen, naar points de vue toe waar een adembenemend panorama ons de kans geeft eventjes tot rust te komen: Brabant ligt aan onze voeten.
Onderaan in de vallei verschijnt een sierlijke witte hoeve: Het Withof.
Een gebetoneerde holle weg leidt ons naar een uitgestrekte vlakte waar de landbouw eeuwenlang hoogtij gevierd heeft.
Getuige hiervan zijn de drie vierkantige hoeves die mooi op een lijn deel uitmaken van het heuvelachtig landschap. Minnemour, Withof, Monmax, het zijn namen als uit een sprookje gegrepen en het sprookje is zeer oud. Het elitair karakter van de toenmalige eigenaar komt tot uiting in het torentje boven de ingang dat een duiventil herbergde. Celongaet was toen de naam. Dit adelijke bezit druisde in tegen de economische exploitatie van het complex. De authentieke binnenkoer laat ons een 18e eeuws woonhuis met Spaanse baksteen bewonderen. Maar wat het meest tot de verleiding spreekt is het gotisch gebinte van de grote hooischuur: een technisch hoogstandje dat voortvloeit uit lang vervlogen tijden waar kathedralen de horizon van onze landschappen versierden.
Toen men in de Middeleeuwen deze plek uitkoos, wist men dat de hoeves uitstekend zouden liggen. Een areaal dat alle onderdelen van de landbouwexploitatie combineert : in de laagvlakte, dichtbij de stroom, uitgestrekt weiland waar het vee aan zijn trekken kon komen ; naar de heuvels toe, de teelten van graangewassen die een rijkere ondergrond vergen.
Het gehucht Wolfshagen gelegen in de diepe vallei dankt zijn oorsprong aan de aanwezigheid van water voorkomend uit talrijke beken. Dus zoek in de naam geen wolven of andere wilde dieren, Wolfshagen komt gewoon van een inmiddels verdwenen beek.
Jean-Pierre Van Binnebeek
Wandeling van 17 juni 2007, een organisatie van het Davidsfonds.
|