De Sint-Antoniuskerk van Loonbeek
De
Sint-Antoniuskerk van Loonbeek (eigen foto)
Loonbeek wordt voor het eerst vermeld in 1177 als Lunebeke. De naam komt van het Keltisch Lauhon = bossen en Baki=beek, dus beek in de bossen.
Sinds 1044
stond er een kapelletje van St Antonius Abt.
De plaats waar die kapel stond is geweten : ze bevond zich waar nu de
sacristie van de kerk is.
De eerste
bewoners zijn in Loonbeek rond 1245, na ontbossingen, aangekomen. In de
archieven wordt melding gemaakt van een overeenkomst tussen pachters die zich
in Loonbeek vestigden en de abdij van Park. We kennen ook de namen van de pachters :
Michael de Monte, Godfried Rophus en zijn zuster, Franco, Hendrik, Johannes en
Steneldis. Dit is een mooi voorbeeld van
het prille begin van een gemeenschap dat later zal uitgroeien tot een
dorp. Telkens duiken er nieuwe gronden en novale tienden op. Dit zijn
heffingen veelal met kerkelijk karakter op de oogsten van nieuw gewonnen
landerijen. Maar er bestond in die tijd
geen parochie en geen kerk, alleen een
kapelletje; de gelovigen waren ofwel afhankelijk van Huldenberg ofwel van
Neerijse.
De huidige
kerk is er pas in 1450 gekomen. Ze werd
opgetrokken in gotische stijl. Toen waren er in Loonbeek 38 bewoonde haardsteden. In de jaren nadien daalde het aantal inwoners
: tussen 1480 en 1496 stonden er een twintigtal woningen.
In 1500
verwierf Jan vander Vorst de heerlijkheid Loonbeek die in het bezit was van
Wouter, de heer van Huldenberg. Jan
Vandervorst had als bijnaam Ghys en was rechtsgeleerde. De naam Margijsbos is wellicht afkomstig van
menier Ghijs zoals de mensen hem pleegden te noemen. Hij was rechtsgeleerde
en vanaf 1505 verkreeg hij de hoge justitie in Loonbeek, daardoor kon hij zware
lijf- en doodstraffen laten voltrekken. Hij stierf op 15 mei 1509 en werd in de
St.- Goedelekerk in Brussel begraven.
Andere leden
van de familie lieten zich later onder de Sint-Antoniuskerk begraven. De twee prachtigste grafstenen, die je in de streek
kan vinden, zijn van twee zonen, Jan (priester), Engelberg en diens echtgenote
Anna Ophem en ze zijn nog te zien in de muren van het koor. Ze zijn een bewijs
van de splendeur, de luister van de familie vander Vorst.
De kerk
bleef eigendom van de familie vander Vorst tot na hun vertrek op het einde van
de 18e eeuw. Ze fungeerde als
slotkapel. In 1763 brachten ze hun
wapenschild in het koor aan. Het is in
stuc verwerkt en in rococostijl.
Het koor met bovenaan het wapenschild van de familie vander
Vorst. (eigen foto)
De kerkelijke situatie van Loonbeek was een apart verhaal. In feite waren de parochianen aangewezen op
Neerijse of Huldenberg maar ter plaatse hadden de inwoners de kapelaan van de
familie vander Vorst. Die kapelaan had
een rente en hij moest iedere dag een mis lezen in de slotkapel. Hij was zelfstandig en onafhankelijk van
geestelijke oversten. Dit leidde vaak
tot ongenoegen van de pastoors van Neerijse maar ondanks alle betrachtingen van
deze laatsten bleef de situatie in Loonbeek onveranderlijk tot 1873.
De huidige tribune was de woning
van de kapelaan. In 1984 werd een
opening ontdekt en de aanwezigheid van restanten van een kleine open haard en
een schoorsteenmantel.
Zo zag de
kerk er voor 1945 uit. (foto KIK)
Inmiddels was graaf de Ribeaucourt eigenaar geworden van de
heerlijkheid. In dat jaar 1873 schonk hij
het kerkgebouw aan de gemeente die een aanvraag indiende om als zelfstandige
parochie erkend te worden (dus juist 150 jaar geleden). Op een vergadering op 10
december 1873 verzette de parochie Neerijse zich tegen deze aanvraag. Desondanks verscheen 1 jaar later, op 30
december 1874, het koninklijk besluit dat de zelfstandigheid bevestigde en de
eerste pastoor, eerwaarde heer Karel Van Gorp, werd benoemd in november 1875. Het geschil tussen Neerijse en Loonbeek bleef
nog een tijdje aanslepen. Maar op een buitengewone
zitting op 9 september 1877 besliste de kerkraad van Neerijse toch 12.000 fr.
te geven aan de kerk van Loonbeek op voorwaarde dat Loonbeek zou afzien van
alle eisen rond de eigendommen van de kerk van Neerijse. Dit werd door een
koninklijk besluit van 18 juli 1878 goedgekeurd.
De vierledige stalle die in het koor stond werd in 1873 beschreven
en dateerde uit de 16e eeuw.
De vroegere preekstoel (foto KIK)
Rond 1900 was de kerk te klein geworden. Pastoor Teodule Coven besliste ze groter te
maken. Ze kreeg twee traveeën bij aan de
westkant.
Deze foto toont
duidelijk aan dat de kerk met twee traveeën (die nog niet geschilderd zijn) vergroot
werd. (foto KIK)
Midden
januari wordt Sint-Antonius Abt gevierd. Zijn standbeeld dat in de kerk staat,
gaat terug tot de 17e eeuw.
Een reliek in een ostensorium van de 15e eeuw wordt vereerd
en tijdens de mis worden varkenskoppen voor het altaar gelegd. Daarna trekt iedereen naar zaal Vandervorst
en worden de koppen en bijkomende vleesstukken per opbod verkocht.
Inmiddels
is de parochie Loonbeek 150 jaar geworden, een reden om met vieringen uit te
pakken want in Loonbeek kon gefeest worden zoals het schilderij Kermis in
Loonbeek van Adrien Van de Putte het duidelijk bewijst.
Kermis in Loonbeek.- Adrien Van de Putte (1911-1994). © Vincent Everarts
7 pastoors in Loonbeek van 1875 tot het einde van de 20ste eeuw
NAAM PASTOOR PASTOORSCHAPastoors in Loonbeek van 1875 tot het einde van de 20ste
eeuw.
Naam pastoor Pastoorschap
Karel Van Gorp 24.11.1875 1895
Theodule Coven 25.1.1896 10.1928
Frans Josef Jennis 1928 1931
Adolf Sterckx 1931 1942
Frans Van Berkel 1942 1.7.1963
Prosper Truyts 1963 1997
Jaak Bertmans 1997 2019
Tekst Jean-Pierre Van Binnebeek
Bron
Eigen archief.
Loonbeek wordt parochie. Heemblad HK 1985. Ph.
Michiels
Loonbeekse pachters uit de eerste helft van de 13e
eeuw. Heemblad HK. 1995. Chris Morias.
Dank aan Guy Vande Putte voor het ter beschikkingstellen
van de foto van het schilderij van zijn vader.
|