(verz. Kasteel van
Huldenberg)
Maar zeer snel besefte hij dat hij met zijn tijd mee moest:
in 1811 liet hij het gebouw slopen en een voor die tijd moderne villa in empirestijl
optrekken. Het moest een maison de
plaisance zijn. Het werd alleen in de
zomer betrokken, eigenlijk was het een zomerverblijf. In de winter woonde hij in Brussel in de
Koningsstraat of vertoefde hij ook in Peutie. Op 13 februari 1848 brak een brand uit in de villa en ze werd gedeeltelijk
verwoest. Baron Theodoor liet ze dadelijk
heropbouwen.
Vanaf 1804 kwam er een nieuwe wind uit Parijs met de komst
van Napoleon. Theodoor greep zijn kans
en viel in de gunst van de nieuwe gezagsdragers. In 1807 tekende hij brieven en officiële
documenten onder Baron de Baudequin de Peuthy, maire. Dit was een totaal nieuw gegeven : het burgemeestersambt
werd in het leven geroepen. Hij zal de
functie tot 1854 uitoefenen, liefst 47 jaar, de langste periode in de
geschiedenis van de gemeente. Hij was
erin geslaagd de feodaliteit in een nieuw kleedje te steken. Opportunisme was
voor hem troef. Na 1815 onder het Nederlands bestuur kwam hij in de gunsten van
de Prins van Oranje. In 1825 werd hij
trouwens kamerheer van Willem I, koning der Nederlanden. In 1830 wist hij één van de 200 afgevaardigden
te worden van het Nationaal Congres van het nieuwe België en daarna werd hij
tot senator gekozen.
In 1803 kwam hij heel snel in contact met de plaatselijke
bevolking. Hij richtte de Societeyt van
de eendracht op die tot doel had menslievendheid en eendracht te
bevorderen. De kerkelijke diensten waren
prioritair. Hij was zeer katholiek en voerde het Sint-Niklaas-altaar in. De sint werd de schutsheilige van de
vereniging. Na deze moeilijke oorlogsjaren
gaf hij de nodige impuls aan andere verenigingen die sinds 1796 verbod hadden
gekregen om samen te komen. Zodoende kon de schuttersgilde waarvan hij
voorzitter werd, haar activiteiten weer opstarten en de hulde aan Sint-
Sebastiaan kon hervat worden. Ook opende
hij zijn villa in de winter voor de schoolkinderen die er les konden volgen.
Het kapelletje De
heilige familie.
Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Jozef en Jezus zijn de drie beelden
die in de kapel staan.
Maria heeft een rood kleed en een blauwe mantel. Ze houdt beide handen in gebedshouding.
Jozef heeft in zijn linker hand zijn klassiek attribuut, een
bloeiende staf met een witte lelie. Dit
verwijst naar het verhaal van het huwelijk van Maria. Om te weten met wie ze in het huwelijk moest
treden, liet de hogepriester alle kandidaten hun wandelstok in een bak met nat
zand steken. De stok van Jozef begon dadelijk te bloeien.
Opvallend is dat Jezus in zijn handen de werktuigen van het
lijden draagt: een doornenkroon, de spons, de speer, nagels en het kruis.
Boven op het dak bemerken we het kruis dat op een bol
staat. Deze bol is het symbool van de
aarde. Het werd reeds gebruikt door Keizer Karel. In een glasraam van de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal
knielt Keizer Karel voor het Heilig Sacrament; Karel de Grote houdt dit symbool
boven zijn hoofd; dit betekent dat het katholiek geloof over de hele wereld
aanwezig is en zal blijven bestaan. In
Huldenberg heeft baron Theodoor daarmee willen aantonen dat het katholiek
geloof oorlogen en pesterijen heeft overwonnen en dat hij die boodschap in
Huldenberg zal voortzetten.

Waarom heeft baron
Theodoor de Baudequin de Peuthy dit kapelletje laten bouwen ?
In 1818 was baron Theodoor 39 jaar. Op die leeftijd had hij alles wat een man van
zijn stand had kunnen bereiken. Hij was
de vaandeldrager van een familie die 400 jaar lang, generatie na generatie, de
hoogste functies uitgeoefend had. Zijn
droom, en tevens zijn plicht, bestond erin dit voort te zetten.
Maar
Maar het gezin de Baudequin de Peuthy de
Haultepenne was op dat ogenblik kinderloos. Op die leeftijd, als
onverbiddelijke gelovige richtte Theodoor zich tot God opdat zijn droom in
vervulling zou gaan. De Heilige Familie
was het perfecte thema om zijn wil waar te maken. Een vader, een moeder en een
zoon, voor hem het ideale gezin. Het was
de periode van de ex votos, de votieve schilderijen die gelovigen aanzetten om
hun wens, de genezing van een ziekte bijvoorbeeld, in vervulling te laten gaan. Hij schonk de
kerk van Huldenberg ook een mooi schilderij, De heilige familie en de kleine Johannes, van Robert Van Den Hoecke
(Antwerpen 30 november 1622 Bergues-St-Winoc 1668), hofschilder uit de 17e eeuw met wie
zijn voorouders wellicht in aanraking gekomen waren.
Het heeft niet mogen baten.
Het gezin bleef kinderloos. Baron
Theodoor overleed in 1863.
Epiloog
Zijn zuster Marie-Pulcherie is nog één jaar eigenares van de
bezittingen geweest.
Haar kinderen dachten ze te kunnen verkopen. Tevergeefs, ze
waren te omvangrijk en onbetaalbaar.
De derde dochter Astérie-Albertine kocht ze aan en verdeelde
ze in 5 loten. Zij koos voor lot C, dat
van het kasteel en de goederen in Huldenberg.
Haar dochter Marie-Thérèse was getrouwd met Thierry de Limburg
Stirum. Zo kon een nieuw verhaal
beginnen.
En ja, de kapel die staat nog overeind.
Jean-Pierre Van Binnebeek
27 mei 2018
Dank
aan J.-L. Leterme voor het herlezen van de tekst.
Bibliografie:
In en om het kasteel van Huldenberg. J. Vanhoren. 1983.
Fotos:
J.-P. Van Binnebeek
Postkaart:
J.-P. Van Binnebeek