Welgekomen en kom maar hier
Aan de weg van Hamme naar Huldenberg kwam maar
geen einde toen Zuster Rita met vier andere zusters op 17 augustus 1941
overgeplaatst werd (Het eigenlijke bestuur werd waargenomen op 9 juli 1941.). Het was voor de vijf jonge vrouwen een reis
in het onbekende want zij wisten niet goed wat hen te verwachten stond.
Toen in 1939 de Zusters Annonciaden Ganspoel
verlieten, werden zij vervangen door een aantal leken dat blijkbaar in de ogen
van Pater Agnello, die geen gemakkelijk persoon was, niet voldeden. Ganspoel
stond toen onder het bestuur van Loeuvre Nationale des Aveugles (ONA) uit
Brussel. Aan het hoofd van het instituut
stond de heer Max Dapper. Hij had té
kampen met ontzettend veel problemen. De
goede gang van zaken werd bemoeilijkt door te wisselvallig personeel. Het uitbreken van de oorlog veroorzaakte veel
schade. De geallieerde troepen dwongen
de inwoners te vluchten. Als Ganspoel
vrij kwam kon men de meeste kinderen terug opnemen; zij werden samen met het
personeel op een vrachtwagen teruggebracht maar alles (mondvoorraad, beddegoed,
kleren, didactisch materiaal
) was gestolen. Voor rantsoenering moest er
gebedeld worden.
Pater Agnello zag zijn levenswerk in mist
opgaan en deed een ultieme poging om wat hij een paar decennia voordien
opgericht had, te redden. De oorlog en
het gebrek aan financiële middelen boden hem weinig alternatieven. Hij ging dus aankloppen bij de Zusters van de
H. Vincentius a Paulo in Dendermonde met een bescheiden maar zeer concrete
vraag : hij vroeg een verpleegkundige, een onderwijzeres, iemand voor de
wasserij, een opvoedster en iemand voor de keuken. In die jaren waren de roepingen talrijk en de
congregatie was bereid om in te gaan op het verzoek van Pater Agnello.
Het blindeninstituut telde in die moeilijke
jaren 17 kinderen; sommigen waren normaal begaafd, anderen hadden een
meervoudige handicap. Ze waren Vlaams, Franstalig en ook kwamen sommige
kinderen uit Frankrijk.
Het onthaal in Ganspoel was hartelijk. De kinderen zongen bij de aankomst
Welgekomen en kom maar hier
Breng de naam van Jezus hier.
En de zusterkes die daar staan
Zouden nu mogen binnengaan.
En iedere zuster kreeg een dahlia. Dit was het
welkom.
ellendige en primitieve
infrastructuur
De vijf zusters konden dadelijk aan het werk.
Ze begonnen hun zending met een Primo-bewaarschool: zuster Léonce (Zuster Léonce, Clotilde DHooghe (14.4.1903 -28.3.1979) was dus de eerste directrice van het instituut van 1941 tot 1977.)
als directrice (zij was kleuterleidster en onderwijzeres, dit was een vereiste
om aan het hoofd te staan), zuster Livine stond in voor onderhoud en was, zuster Marcella voor de keuken, zuster Lucienne als opvoedster en zuster Rita als
verpleegster - zij was verpleegkundige van opleiding.
Het was een vreemde situatie voor de
zusters. Ze waren gewoon aan een
omgeving met een goede organisatie en kwamen nu terecht in een ellendige en
primitieve infrastructuur.
De zusters sliepen in een groot lokaal bij de
kinderen en ze moesten s nachts opstaan; enerzijds was er de zwakke gezondheid
van de kinderen die een constante begeleiding vereiste en anderzijds de
centrale verwarming die met cokes regelmatig gevoed moest worden en die s
nachts aangehouden moest worden.
en ze was haar plaats kwijt
In 1941 stond er op Ganspoel één gebouw, het
kasteeltje zoals het genoemd werd, waaraan ook een kleine dortoir aan
toegevoegd werd. Er was ook een mooie
kapel O.L.V. ter Blinden - aan verbonden.
Toen de zusters aankwamen werd het onderwijs gegeven door mevrouw de la
Classe (Deze onderwijzeres was Juffrouw Jeanne Van Pachtenbeke (°Lissewege,° 14 oktober 1885), woonachtig te Brussel, Gillonstraat 76),
zoals de kinderen haar noemden. Zij
heeft nog een tweetal jaar dienst gedaan en op een eerste september is zij
zonder verwittigen niet meer opgedaagd.
Zij werd stante pede vervangen door soeur Léonce
en ze was haar plaats kwijt, dat was in de tijd zo
De inspectie was er niet voor te vinden dat
de directrice van het instituut ook les gaf.
Men kon iemand aanwerven. Een
nieuwe zuster voor de kleuters, soeur Suzanne, maakte haar opwachting in
1943. Zij onderwees de kleuters het
brailleschrift. Tot aalmoezenier van de
inrichting werd Dom Emmanuel Vanosmael door Kardinaal Van Roey benoemd.
De gemeenschap nam in de daaropvolgende jaren snel toe. Zeer snel kwam
zuster Borgia om zuster Marcella te vervangen in de keuken (1943). Zuster
Léonce, de directrice, had snel ingezien dat deze functie essentieel was en
moest bekleed worden door iemand met opleiding en talent. Zuster Borgia
was de nicht van de zuster die in Dendermonde aan de oven stond. Zij was dus 'the right nun on the
right place'.
En anderen volgden : zuster Wivina, zuster Adrienne,
zuster Françoise, zuster Emilienne, zuster Laurentia, zuster Odrada
Ook
zuster Aldegonde die zeer jong was toen ze multiple sclerose kreeg. Zij
werd door zuster Rita verzorgd zoals het hoort, tussen het werk met de kinderen
door. De druk was zo toegenomen dat zij geen tijd meer had voor zich
zelf. "Ik was blij als het
retraite was, vertelt ze, dan kon ik
mijn brevier lezen".
Groei en
uitbreiding
De nieuwe aanpak door de zusters moet zeer
snel in goede aarde gevallen zijn. De
mond-aan-mond-reclame zorgde ervoor dat er alsmaar meer kinderen werden
ingeschreven. Vooral in de Vlaanderen
werd het instituut bekend. De oorsprong
van de zusters was daar niet vreemd aan.
Zo groeide hun aantal kinderen tot over de honderd in 1953 en bereikte
op 1 januari 1957 het getal van 123 (56 gezichtszwakke kinderen (20 jongens en 36 meisjes) + 67 blinde kinderen (38 jongens en 29 meisjes). Vanaf 1947 werd het reeds mogelijk de
gezichtszwakke kinderen van de blinden te scheiden en ze in afzonderlijke
lokalen op te leiden volgens hun eigen psychologische aanleg en mogelijkheden.
Hier moet onderstreept worden dat Ganspoel
altijd opengestaan heeft voor de opvang van kinderen met een meervoudige
handicap, wat niet altijd het geval was in andere inrichtingen.
De kinderen hadden vanzelfsprekend nog een
thuis en mochten om de veertien dagen naar huis. In de eerste jaren bleven ze tot hun Eerste
Communie in Ganspoel. Daarna werden ze
overgeplaatst naar Woluwe. Door toedoen
van zuster Léonce en haar connecties op het bisdom en op het ministerie van
onderwijs werd verkregen dat de kinderen tot hun 14 jaar in Ganspoel mochten
blijven. Het is daarbij niet gebleven :
door tussenkomst van de kardinaal werd een tijdje later toegestaan dat de
kinderen tot hun 21 jaar op het instituut in Ganspoel mochten blijven. Een aantal onder hen vond een job als
telefonist op de arbeidsmarkt, waarvoor zij tevens een opleiding telefonie
hadden gekregen.
Ook de zusters moesten zich aanpassen aan de
evolutie. Zij die instonden voor het
onderwijs werden ingeschreven in Duffel (De normaalschool voor bijzonder onderwijs)
(nadien in Brussel) voor bijlessen in begeleiding van gehandicapten. De cursussen die één namiddag per week
(woensdagnamiddag) in beslag namen, werden gegeven door een arts en een
oogarts. Ook de leken werden verplicht
zich bij te scholen.(Logopedie, muziekopvoeding, pedagogie en methodologie voor bijzonder onderwijs waren gevolgde cursussen. )
Op geneeskundig vlak nam zuster Rita iedere
gelegenheid te baat om haar reeds uitgebreide kennis bij te schaven. Ze schafte zich alles aan in verband met
oogziekten en geneeskunde en als verpleegkundige begeleidde ze de kinderen bij
de arts en de oogarts, wat haar ontzettend veel know-how opleverde.
Inmiddels had in 1950 het Nationaal Werk der
Blinden Ganspoel aan de congregatie verkocht.
Door het toenemend aantal leerlingen werd de bestaande infrastructuur
ontoereikend. Rond het kasteeltje was
weinig grond. De omheining die het goed
afbakende, stond relatief dichtbij het gebouw.
Er moest een middel gevonden worden om uit te breiden. De weide van Mevrouw Minet die aan de
bestaande gebouwen grensde werd door de congregatie aangekocht. Zo werd het in 1953 mogelijk de Bouw 53
recht te zetten; het was de congregatie die de middelen ter beschikking
stelde.
Later, in 1966-67, werd dan het instituut met
de klassen gebouwd en ook bekostigd door de congregatie van Dendermonde. Het is in die periode dat het aantal zusters
een hoogtepunt bereikte, nl. 14. Nooit
achteraf draaide Ganspoel met meer zusters.
In 1972 kon Home Zonnebloem gebouwd
worden. Het media-evenement Boomerang
gaf een financiële impuls aan het project.
Opnieuw werd een zuster aangesteld om het tehuis te leiden: zuster
Kostka die kort daarna door gezondheidsproblemen (een hartziekte) moest afhaken
en het beheer moest overlaten aan leken.
In het home verbleven vrouwen met een meervoudige handicap die ouder
waren dan 21 jaar.
In april 1977 vond de inhuldiging plaats van
de nieuwe internaatafdeling voor visueel gehandicapte meisjes die het secundair
onderwijs, de technische- of beroepsafdeling volgden en een afdeling voor een
groep visueel gehandicapten die het lager onderwijs volgden.
Dat is om op uw kast te zetten !!!
1973 werd gekenmerkt door een buitengewone
gebeurtenis : het bezoek van koningin Fabiola.
Via via kon geregeld worden dat de koningin op
bezoek zou komen. Zij had haar ja-woord gegeven en lang op voorhand werden de
voorbereidingen getroffen. De datum werd
vastgelegd op 23 februari 1973. Een
hoogdag voor het instituut maar vooral voor de zusters : het was enigszins de
beloning van een levenswerk, la cerise sur le gâteau.
Iedereen die bij de instelling betrokken was
kreeg een uitnodiging, ook hoge
prominenten werden uitgenodigd. Een
buitengewoon stipt na te leven programma werd samengesteld, het hele instituut
kreeg een flinke beurt en voor de dag zelf zou iedereen op zijn paasbest voor
een warm onthaal zorgen.
Twee kinderen stonden in voor de
verwelkoming. Een meisje dat een mondje
Spaans sprak zou de koningin in haar moedertaal aanspreken. Een jongen, André, zou bloemen afgeven.
- Mevrouw, dat is
voor u, zei hij. Fabiola nam de ruiker in ontvangst en antwoordde:
- Dat is lief, je moet dit schoon in de friste (op een koele plek)
zetten !.
André, die niet op zijn mondje gevallen was,
antwoordde daarop :
- Nee, nee, Mevrouw, dat is om op uw kast te zetten !!.
Het bezoek werd een succes. De koningin ging in het instituut overal rond
en interesseerde zich aan de individuele situatie van de verschillende
kinderen. Zo werd o.a. in de les van
soeur Françoise een cursus over de koninklijke familie in het braille
voorgelezen. Om 12.15 uur verliet zij, zoals gepland, Ganspoel want ze
moest bij haar man zijn.
Toevallig werd op die dag de nieuwe schoolbus
geleverd die het instituut gekocht had.
Het gerucht deed dan snel de ronde dat de Koningin naar Ganspoel
geweest was en dat ze een schoolbus als geschenk gegeven had.
BEZOEK
van Hare Majesteit
Koningin Fabiola
aan het Instituut voor
blinde en gezichtszwakke kinderen te GANSPOEL.
Huldenberg, 13 februari
1973
10.15 Aanvang van het bezoek
Bewaarschool 5
4e en 5e studiejaar 8
2e en 3e studiejaar 8
Brailleklas 8
10.45
Telefonie 10
Hier leert
iedereen werken 10
Dactylo 10
Klas der moderne
wiskunde 20
11.35
De Koningin wordt opnieuw
naar de ontvangstzaal geleid. Onderweg
zal het kinderkoor een paar liedjes ten gehore brengen.
11.50
In de ontvangstzaal wordt
de Koningin een verfrissing aangeboden.
12.05
Indien de tijd het toelaat
brengt de Koningin een kort bezoek aan de zeer zwaar gehandicapte blinden met
I.Q. minder dan 50.
12.15
Vertrek van de Koningin
|
De communisten zijn hier aangekomen !
In de tweede helft van de jaren 70 was
Ganspoel zodanig gegroeid dat een overschakeling van zusterbestuur naar
lekenbestuur onvermijdelijk geworden was. Het moment was gekomen om plaats te
ruimen voor een vernieuwde omkadering.
Enerzijds begonnen de zusters een dagje ouder te worden en de
vernieuwing liet het afweten, anderzijds deed meer en meer technisch gevormd
personeel zijn intrede in het Instituut.
In het zog van mevrouw Rentmeesters, de eerste orthopedagoge en latere
directeur, trok het instituut jong
opgeleide mensen aan zoals opvoed(st)ers.
Op een dag werd zuster Rita, die inmiddels
hoofd van de zustergemeenschap geworden was, ontboden op het bureau van de heer
Deseure, die in 1977 directeur geworden was in vervanging van zuster Léonce (Zuster Léonce ging met pensioen in 1977 en werd vervangen door de heer Deseure, administratief directeur en mevrouw Rentmeesters, pedagogische directeur op 1 mei 1977.). Hij liet duidelijk uitschijnen dat de
overschakeling een noodzaak was. Zuster
Rita die goed kon opschieten met het nieuw bestuur had duidelijk begrepen dat
de wind gedraaid was en dat de tijd van samenwerken gekomen was. Het was ook zo dat de zusters met de nieuwe
situatie niet gelukkig waren. Het is precies of de communisten hier
aangekomen zijn werd er gemopperd !
Zij spoorde de andere zusters aan om samen te werken en niet tegen te
werken want het instituut moest vooruit,
anders
zouden ze ergens anders naartoe moeten en Ganspoel zou opgedoekt worden,
Dat
wilden ze niet want ze waren zo gehecht aan hun levenswerk !
En de zusters hebben dan samengewerkt.
Wij
wisten niet hoe gelukkig wij waren in ons huis.
In 1988
werd door de congregatie beslist dat de zusters zich de kinderen 'niet meer moesten aantrekken'. De
congregatie had ervoor gezorgd dat speciaal voor hen een volledig nieuw en
modern huis gebouwd werd. Nu was het wel zo dat ze twee jaar voordien in
het bestaande gebouw aparte kamers gekregen hadden die voor die gelegenheid in
orde gebracht waren.
De verhuis naar het nieuwe gebouw viel dus niet in goede aarde. Ze
stonden er negatief tegenover : nog eens verhuizen
ver van de kinderen
juist
nieuwe kamers gekregen... Het nieuwe huis bestond uit 8 kamers, een
keukentje, een living, een ontvangstruimte en een kleine kapel. Het was
uitgerust met de modernste infrastructuur.
Met tegenzin werd er verhuisd maar kort daarna gaven de zusters toe : "Wij wisten niet hoe gelukkig wij
waren in ons huis". Na meer dan 45 jaar konden zij genieten van
een stukje privacy. Die hele tijd hadden zij 24 uur op 24 ingestaan voor
de kinderen, op bepaalde momenten in erbarmelijke omstandigheden, wat trouwens
weinigen wisten, zelfs hun eigen familie niet.
Zuster Rita blijft maar vertellen, met ingetogenheid, genegenheid maar ook met
veel trots en fierheid. De vraag die ik haar al een tijdje wou stellen,
kwam nu spontaan over mijn lippen : "Zuster, gebeurde het, in al die jaren
voor 1986, dat u een volledige nacht kon doorslapen ?"
Eventjes aarzelde ze om te antwoorden. Haar ogen ontweken de mijne... "Nee, dat bestond niet, was het eerlijk antwoord ; maar dadelijk
voegde zij er aan toe: Iedereen
heeft zijn taak gedaan. Ge moet niet denken dat ik het alleen gedaan heb
!"
Juni 2003.
Zeven zusters maken aanstalten tot een onomkeerbare terugreis. Voor zuster Rita en haar zes
levensgezellinnen is de tijd gekomen om dezelfde weg als in 1941 te nemen,
ditmaal niet meer in het onbekende want zij hebben mogen kiezen en hebben
gekozen. Zuster Archangèle en zuster
Leopolda opteren voor Dendermonde (Kerkstraat), zuster Agnes voor Hamme (De
Ring), de vier andere zusters Borgia, Mauritia, Amandine en Rita willen
terugkeren naar het huis in Zogge.
Met dit vertrek wordt een belangrijke
bladzijde van Ganspoel afgesloten. De
zusters van de H. Vincentius a Paulo hebben een doorslaggevende inbreng gehad
in het voortbestaan, de ontplooiing en de professionalisering van het werk van
Pater Agnello. Wij weten zeker dat zij
met een gerust gemoed op hun levenswerk zullen terugkijken.
Wij willen hierbij Zuster Rita, bijgestaan door de zustergemeenschap
in Zogge, bedanken voor het mooi onthaal en voor het interview dat ze ons
toestond in het kader van haar vertrek.
Van harte dank aan de algemene directeur van het Centrum Ganspoel,
mevrouw Rentmeesters, en aan mevrouw Vanhoren en mevrouw Vanderlinden, voor de
mogelijkheid die ons geboden werd dit artikel te schrijven en voor de
terbeschikkingstelling van het archief.
Bronnen:
Het archief van het Centrum in Ganspoel.
Zuster Rita: een leven in Ganspoel.
Personeelsblad Ganspoel. December 2003
Jean-Pierre Van Binnebeek