Velen onder ons zullen zich zeker al de vraag gesteld hebben: waar zit onze mus? De vogel die het meest met de mens verbonden is, zien we bijna niet meer. Sinds de mens zijn huis bouwt is de mus wat betreft zijn voedsel en onderdak van hem afhankelijk. Deze slimme vogel kan zich aanpassen aan grote veranderingen in zijn milieu. Het diertje is van boven bruingestreept en onderaan vuilwit. Het hoofdje is bedekt met een grijze pet. Dit maakt het onderscheid met de ringmus. Zij voeden zich met zaden van allerlei planten. Ze waren ook zeer verlekkerd op de paardenvijgen die indertijd in de straten lagen. Want in deze vijgen zaten nog heel wat voorverteerde haverkorrels. Van het voorjaar (april) tot de late zomer (augustus) worden drie tot vijf broedsels van drie tot vijf jongen grootgebracht. Daarvoor leggen ze grijswitte eitjes die bespat zijn met donkergrijze en grijsbruine spikkels. Het broeden duurt ongeveer veertien dagen en na twee weken vliegen de jongen reeds. Grote zangers zijn het niet. Eindeloos herhalen ze van op de dakrand, een hek of goot: tsjilp, tsjilp
Waar mensen samen zijn, huppen ze rond en pikken elk kruimeltje dat ze vinden gretig op. Soms maken ze er echt ruzie voor. De meest rappe pikt het dan en vliegt wat verder om het op te smullen. Wat ze ook graag doen is in de zomer een stofbad nemen. Maar ook samen een bad nemen in een waterplas is voor hen echt feest. We zien inderdaad minder mussen dan vroeger. Zij huisden onder dakpannen, richels van gebouwen of holten in muren. Door onze sterk geïsoleerde bouwtechniek blijft er voor hen niet veel plaats meer over. Ook de eksters zijn rovers en maken hun nesten in struiken leeg. Zijn er in je buurt nog mussen. Geniet er van. Geniet van hun spelen, van hun getsjilp. Het zijn geen kleurrijke vogels. Waarom dat is, lees je in het volgend verhaal.
Waarom het musje huppelt. Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom de mus zon onopvallend klein grijs vogeltje is? En waarom het beestje alleen maar met gestrekte pootjes kan huppelen? Vroeger was het een geliefd, kleurrijk en trippelend vogeltje. Hoe dat zo veranderd is? Dat vertelt deze legende over de kruisiging van Jezus. Ooit was het musje een vrolijke kleurrijke verschijning die leefde in Jeruzalem, dicht bij de mensen. De mensen werden blij van het kijken naar de groepjes bont gekleurde zingende mussen. Zon 2000 jaar geleden stond het volk samengepakt langs de wegen waar Jezus, met het kruis op zijn schouders, zwoegend de weg naar zijn terechtstelling liep. De doornenkroon pijnigde zijn hoofd en het bloed liep naar beneden. De roodborstjes en de boerenzwaluwen vlogen naar beneden en trokken zoveel mogelijk doornen uit het hoofd om de pijn te verzachten. Maar de mussen pikten die doornen van straat en zetten ze terug, diep in de huid van Jezus. De gelovigen langs de kant van de weg zagen ontzet dat die mussen terugvlogen naar hun dakgoten en Jezus ook nog van bovenaf bespotten met hun gesnater. Na de dood van Jezus zijn de mussen voor hun wandaden streng gestraft. De prachtige kleuren werden hen afgenomen; er restte hen slechts bruin en grijs. Hun prachtige liedjes werden beroofd van de mooie klanken en hun pootjes gespalkt, waardoor ze alleen nog hulpeloos kunnen huppelen. Gebleven is echter hun gezellige vrolijkheid. Maar de meeste mensen halen vandaag de dag hun neus op voor dat domme, lelijke vogeltje. Paarden en mussen waren steeds goede vriendjes. Lang geleden leerden we het volgende gedicht. Ook onze ouders leerden het!
Paardje uw krib is boordevol,xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
en mijn buik is leeg en hol.
Mag ik ook een hapje of twee,
he, jawel mus eet maar mee.
Pik maar toe zoveel je kunt,
t is u hartelijk gegund.
Mus was waarlijk in haar schik,
at zich t kleine buikje dik.
En bedankte voor t onthaal,
t vriendelijk paard wel duizend maal.
Paardje kan ik ook voor u iets doen,
want ik zie u hebt verdriet,
en het eten smaakt u niet.
Och, sprak t paard, er zitten wel
duizend vliegen op mijn vel.
t Is haast niet om uit te staan,
zoveel pijn doen zij mijn aan.
Ho! Sprak mus is t anders niet,
ik weet wel raad voor dit verdriet.
En toen vloog mus over t paard zijn kop,
en hapte al de kwade vliegen op.
norbert mosselmans 08/2008 INFO: Vogels: readers Digest www.natuurverhalen.nl fotos internet Gedicht: auteur onbekend
|