Verdwenen erfgoed
Het Hof ter Meeren of het Roodhof - deel 1
Op de plaats waar nu het rusthuis Ter Meeren staat, klopte gedurende eeuwen het hart van Neerijse. Hier stond het Roodhof, dat tussen haakjes nooit rood geweest is.
Vandaag heeft het een totaal nieuwe bestemming gekregen. Getuigen ervan de uitbreidingswerken aan het gebouw.

Het hof ter Meeren was gedurende eeuwen één van de belangrijkste hoeves in Neerijse. Het pachthof kon bogen op een zeer lang verleden.
Het hof bevond zich op een strategische plaats: het nam de heuvelrug in tussen de vallei van de Dijle en van de IJse. Economisch gezien was dit een uitstekende ligging. Toen men in de Middeleeuwen de plek uitkoos wist men dat de hoeve prima zou liggen: een areaal dat alle onderdelen van de landbouwexploitatie combineert: in de laagvlakte, dichtbij de stroom, uitgestrekt weiland waar het vee aan zijn trekken kon komen; naar de heuvels toe, de teelten van graangewassen die een rijkere ondergrond vergen. De aanwezigheid van bossen was tevens een opportuniteit om dit gebied als jachtzone uit te buiten.
Het woord Roodhof verwijst trouwens naar rooien, een gebied dus dat op de bossen gewonnen werd. In de 12de en 13de eeuw werd hier een belangrijk deel van het woud gerooid om de plaats te ruimen voor een aantal hoeves. De benaming Ter Meeren verwijst daarentegen naar de eerste eigenaars van het goed, de familie Van der Meeren die ook goederen in Sterrebeek, Wezembeek en Zaventem bezaten. Gedurende meer dan twee eeuwen hebben verschillende generaties het domein in hun bezit gehad.
- Ridder Jan van der Meeren (+ 1313) x Ida van den Berghe (+1339)
- Wouter van der Meeren x Elisabeth van heynebeke
- Hendrik van der Meeren x Maria Clutinc
- Hendrik van der Meeren (+1440)
- Hendrik (de Jonge) van der Meeren (neef van de vorige)
Tot de komst in Neerijse van de familie dOverschie stond het pachthof hoger in aanzien dan het hof Ter IJse dat achteraf het huidige kasteel van Neerijse werd.
In 1529 ging het eigendom door huwelijk over naar de familie Van der Noot.
- Antoon van der Noot x Isabella van der Meeren
- Peter van der Noot
Tijdens de 17e eeuw waren de bezittingen in handen van de familie Pontanus, nl. Lucia-Maria Pontanus.
Na een huwelijk met een lid van familie Deckher, de eigenaar van het naburige Hof ten Hoobergen, werden de twee landerijen samengevoegd. Deze hoeve werd gesloopt en een zoon, Jan Aurelius van Walhorn, alias Deckher, licentiaat in de rechten en schepen van de stad Brussel, werd eigenaar. In 1688 wordt hij dan ook in die hoedanigheid vermeld.
Een register van het Leenhof van Brabant beschrijft het hof als volgt: Seeker pachthoff metten huysinghen, schureren ende stallingen daer op staende gelegen binnen de parochie van Nederyssche gemeynelyck geheeten t hoff ter meren mette winnende landen daer aen gelegen mette heerelycke cheynsen manchapen warende ende andere syne toebehoorten
Hij ging in 1734 een langdurig proces aan met Charles Joseph dOverschie, daarna met Jean-Albert. Het geschil had betrekking in eerste instantie op het weiden van vee op de rechteroever van de IJse. Vervolgens werd het jachtrecht de inzet van het proces. Uit de rekeningen van de familie dOverschie blijkt namelijk dat zeer vaak toelagen verleend werden voor het doden van wild.
