DE VOSxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
de vos
een welp
Door het drukke verkeer vindt me dezer dagen veel verkeersslachtoffers onder de dieren. Een platgereden speldenkussen (de egel), kadavers met uitgestrekte poten (kikkers en padden), donzige lijken (poezen), rosse kadavers: de vos.
De vos behoort tot de hondachtige zoogdieren maar iedereen weet ook dat het een roofdier is.
Hij heeft een roodbruine vacht. De oren zijn aan de achterzijde zwart evenals de sokken: de onderbenen. Zijn grootste kenmerk is wel de witte staartpunt. De bovenlip en de bef (de borst) zijn ook wit. Op zijn wangen heeft hij aan elke kant een zwarte traandruppel.
Tijdens de paartijd heeft de moervos een roze glans over de vacht aan de onderzijde. De rekel (het mannetje) is over het algemeen groter.
Zijn oren staan rechtop. De meesten van ons kennen de dikke ruige staart. Hij meet, kop en romp, 58 tot 90cm. Daar komt nog eens een staart bij van 32 tot 48 cm. De schouderhoogte bedraagt 35 tot 45 cm. Zij gewicht ligt tussen de 6 tot 10kg.
Hij voedt zich met kleine en middelgrote prooien: kevers, muizen, andere knaagdieren, konijnen, hazen, vogels, eieren, regenwormen, egels en bessen. Maar ook aas, placenta en afval. Hij is een echte opruimer. Dagelijks moet hij ongeveer 500gr aan voedsel binnenkrijgen. De vos doodt meer dan hij nodig heeft. In een kippenhok richt hij een ware slachtpartij aan. Voedselresten worden begraven en later weer opgezocht. Hij is zeer succesvol in het terugvinden van deze plaatsen.
Omwille van zijn niets ontziende slachtpartijen wordt hij door de mens als een gevaarlijk iemand bestempeld.
Het is echter een beschermd dier!
De vos leeft samen in groepen van zes. Een dominante rekel en een dominante moervos die begeleidt worden door meerdere moervossen. Alle vrouwtjes in een groep zijn meestal aan elkaar verwant. Zijn er meerdere rekels dan worden deze uit de groep verjaagt, eens volwassen. Soms zijn er meerdere welpen dan mogen deze bij alle moervossen van de groep zogen.
Ze leven op een territorium van 100 tot 12 ha, afhankelijk van het voedselaanbod en de veilige nestplaatsen. Het territorium wordt door de moervossen afgebakend met urine. Dat ruikt ook de mens wel tijdens zijn wandeling.
Ze leven in een hol: een burcht. Het kan het verlaten hol zijn van een konijn of een das. Soms delen ze zelfs hun hol. Graven ze het zelf dan is het meestal in een zandige grond en het heeft meestal vier ingangen. Dus ook vier ontsnappingswegen.
Het nest wordt alleen gebruikt door de drachtige moervossen. Buiten het voortplantingsseizoen leeft de vos meestal op een beschutte plaats.
De paartijd duurt van december tot februari. Dan zijn de mannetjes vruchtbaar. In die tijd is het vrouwtje slechts drie weken loops. Na een dracht van 52-53 dagen worden 4 tot 5 jongen geboren. Soms meer: afhankelijk van het voedselaanbod. Soms minder: dan zijn er dikwijls meerdere vossengebieden in de streek
De welpen hebben een donkere fluwelen vacht. Ze zijn afhankelijk van de ouders gedurende ongeveer drie weken. Na ongeveer veertien dagen gaan de ogen open: eerst blauw later bruin. Neus en oren groeien snel en komt er een rossige glans over de pels. Ze eten dan hun eerst vast voedsel. Na acht weken hebben ze hun volledig melkgebit.
Na zes maanden zijn ze niet meer te herkennen van de ouder vossen. Ze zijn volwassen in de herfst en zijn geslachtsrijp na tien maanden.
Ze worden gemiddeld tien jaar oud. Maar de meesten halen dat niet: er wordt toch op gejaagd (niet in Vlaanderen wel in Wallonië, Nederland) en de vele verkeerslachtoffers.
De vos is wel drager van de vossenlintworm. Een gevaarlijke gast voor de mens. Pluk daarom nooit iets dan lager dan 1,5 meter staat. Raak ook nooit de uitwerpselen aan.
De vos wekt bewondering door zijn slimheid en is meestal vrolijk en zorgeloos.
Denk maar aan het middeleeuws verhaal van den vos Reynaerde (13de eeuw)
Ook het Ketje (Renaat Grassin) vertaalde de fabel van Jean de La Fontaine (die zich inspireerde op Aisopos) naar het Brussels.
LE CORBEAU ET LE RENARD
Maître corbeau sur un arbre perché
Tenait dans son bec nen ettekeis.
Maître Renard, dei da gerouke aa,
Kwam dorop afgeluupen en zaa:
oh, maître Corbeau!
Que tu es joli et beau !
Et quel plumage, nom de milliard
t Es persees de panasj van ne corbillard.
Et quelle couleur ! Olala,
Da kom zeikers ni van de Sarma! »
Je corbeau en attendant cela
Il en devint tout à fait gaga,
Et prenait pour cincères ces paroles.
On voyait son nez dee begost te krolle.
Ei moktegen em nen dikke nek
Comme il avait bouffé ne kilo spek !
Nen nek zoe dik, oh sacrebleu,
Que son col se fendait presque en deux.
Le renard en voyant ce bellekeskop
Gaf de corbeau nog e wat mier zakken op
Et disait: si ta voix ressemble à ton veston
Je voudrais bien entendre une audition.
Je suis certain, je ne dis pa ça pour rire,
Tu ferais mieux que Kiepura dan « Le pays du Sourire ».
Le corbeau ouvrait sin bec grand ouvert.
Ếvidemment son ettekeies tombait par terre.
Le renard sans hésiter pakten em in zan puutte
En sloog em in ien twie draa in zan kl
.
En disant: Apprenez, onnuzele snul,
Que les flatteurs sont juste bons vè uile smool te vulle.
Le corbeau disait, mais un peu tard :
« Naa eie ma ne mi vast, zenne kastaar.
Moral of zeideles:
As gaave keis wilt aave
Mooie a bakkes too aave.
norbert mosselmans 08/2011
INFO
Zoogdieren in Europa verschillende werken
Gedicht verzameld werk van Renaat Grassin
Fotos Internet
|