Verdwenen erfgoed Het 'Hospice' of het Godshuis - deel 1
Het grootste deel van de zuidelijke kant van de vroegere Kasteelstraat (de huidige de Peuthystraat) werd ingenomen door het Hospice. Het gebouw stond juist naast de watermolen, rechtover het pachthof Van Bruystegem. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
 Foto archief Keyhof- Het Hospice aan de Kasteelstraat.
Het Godshuis, een schenking
Het Godshuis, in de volksmond het Hospice genoemd, gaat terug tot een schenking van de familie de Baudequin de Peuthy waarbij volgens akte van 9 maart 1834 voor notaris Roberti te Leuven baron Theodoor de Baudequin de Peuthy een huis, hof en bijhorigheden aan het weldadigheidsbureel van Huldenberg legeert. Dit gebouw stond tussen de watermolen en het dorpsplein en was op het einde van de 18e eeuw, in het begin van de 19e eeuw gebouwd.
Bedoeling was onderdak aan 6 behoeftige vrouwen zonder inkomsten, geboren en wonend te Huldenberg, te verschaffen. Nadien kwamen er ook mannen.
Daarbij kwam er nog een jaarlijkse en eeuwigdurende en onafkoopbare rente van 2000 F aan de stichting, waarvan 1800 F moesten dienen voor onderhoud en voedsel van de ouderlingen.
Deze rente zou een aanvang nemen op de dag van het overlijden van de baron en werd gehypothekeerd op het hof ten Schonenberg.
Indien zijn erfgenamen een beroep zouden doen op wetschikkingen om deze rente af te kopen, zou de afstand moeten gebeuren voor een kapitaal van 50.000 F belegd op onroerende goederen en panden.
De oprichting van een katholieke school
Zijn wens was tevens dat er in Huldenberg katholiek onderwijs zou gegeven worden. Er bestond reeds een school voor het gemeentelijk onderwijs. Een vrije school zou zodoende de jeugd aan de schadelijke invloed van de goddeloosheid kunnen onttrekken. De baron keek duidelijk in de richting van Neerijse waar baron dOverschie een gelijkaardig project op touw had gezet en in 1862 een beroep deed op de Zusters van Liefde van de Heilige Vincentius a Paolo om het katholiek onderwijs te verzekeren.
Op aanraden van E.H. Van Lathem besliste hij rond dezelfde periode een vrije school naast het godshuis te laten oprichten. Hij zou het resultaat van zijn beslissing nooit zien want hij overleed te Brussel op 23 mei 1863.
We stellen inderdaad vast dat op de Popp-Kaart die rond 1860 getekend werd, het schoolgebouw nog niet voorkomt terwijl het godshuis duidelijk te zien is.
 Popp-kaart (rond 1860): op het leeg perceel (208d) zou iets later de school komen.
In deze periode bestuurden de zusters van Maria gekend als de zusters Maricollen van de Charles de Bériotstraat Leuven het godshuis en de vrije school. We hebben daaromtrent weinig informatie.
(wordt vervolgd)
Bronnen: In en om het kasteel van Huldenberg. J. Vanhoren
Archief Keyhof Parochiearchief Huldenberg
Dank aan Denise Van Deuren, Jaak Bertmans, Ghislaine Mercy en Miel Van Reusel voor de verstrekte info.
Tekst : Jean-Pierre Van Binnebeek
|