De kwalificaties zitten erop
Nu de eerste ronden, de kwalificaties, erop zitten, is het
tijd voor een klein verslagje, een terublik.
Een internationaal kampioenschap begint uiteraard niet op de
dag van het kampioenschap, maar al lang voordien, met de voorbereidingen. In
mijn geval werden die voorbereidingen verstoord door een aanslepende achillespeesblessure
die geregeld de kop opstak. Het begon in het najaar van 2011, waar de
basisuithouding niet kon getraind worden naar believen. Vanaf eind december kon
ik zorgeloos lopen en de voorbereiding kon beginnen, weliswaar met een
achterstand. Na enkele weken volgde
immers al de fysieke test, en dus moest ik al wat intervaltraining doen zonder
een degelijke basis, om probleemloos de fysieke test te halen. Dat lukte, maar
in de komende weken merkte ik dat de conditie niet was zoals andere jaren. Dan
sta je voor een probleem, je moet sneller gaan lopen (tempo + weerstand), maar
je basisconditie is er nog niet (meer uithouding, lang en traag). Daarenboven
komen er wedstrijden aan zoals de selecties voor het WK die je zowaar dwingen
om wat aan intensiever werk te doen. Het gevaar loert dan om de hoek, want een
onvoldoende basisconditie wil zeggen, een lichaam dat niet genoeg getraind is
voor het zwaardere werk. Blessuregevaar dus. Eind maart begon de achillespees
weer op te spelen. Doorgedreven trainen is dan vaak onmogelijk, al wil je toch
niet bij de pakken blijven zitten. Je zoekt manieren om je conditie op peil te
houden, wat kracht te trainen, wat interval in te voegen, en dat alles zonder
die pees al te veel te belasten. Rustdagen, bijvoorbeeld
maar ja, dan doe je
weer geen kilometers.
Daar kwam dan nog bij kijken, door wat troubles@work, dat ik
2x per week op en af naar Arlon kon gaan per trein met de nodige overuren en
vele uren op de trein. Opstaan om 4.40 was eerder regel dan uitzondering,
slaaptekort was mijn deel, net wat je kan missen als kiespijn tijdens een
trainingsperiode mét blessure.
De week voor de EOC, tijdens de opwarming van de Tiomila,
stak de pees weer de kop op. Daar sta je dan, in Zweden, met een Finse club die
je vlucht heeft betaald opdat je voor hen zou lopen, in een ploeg van 10 man.
Voor mezelf zou ik die Tiomila niet gelopen hebben,
sparen voor EOC. Helaas,
met een afgereisd team van 10 man denk je anders. Ik liep de wedstrijd, voelde
de hele tijd die pees (1hr50 lang) en de laatste week voor de EOC is die pijn
niet weggegaan. Eén lichtpunt, erger werd het ook niet.
Aangekomen op de EOC doe je de trainingen, als
terreinverkenning, maar ook daar voel je voortdurend die pees, vooral op
hellingen en oneffen ondergrond zoals stenen. Gen comfortabele situatie dus.
Helaas, een uitweg is er niet.
Op de middel, de eerste dag, voelde ik al snel dat de conditie
verre van wat ze zou moeten zijn is. Logisch, te weinig training, er zijn geen
geheimen. Op het vlakke eerste deel ging het nog behoorlijk, maar eens die klim
eraan kwam sloegen de benen direct vol. Hetzelfde gold voor de lang. Op de lang
loop ik trouwens, op 1 fout van 3 na, in een technisch stuk , een technisch
behoorlijke wedstrijd. Als je via GPS ziet wat andere lopers doen, daar zitten
een pak grotere kemels bij, van grote atleten. Helaas, als je conditie te zwak
is wordt een fout extra afgestraft.
De vraag die dan telt is, wat met de komende dagen en weken.
Er zijn die B-finales waar je voor een goed resultaat kan lopen, maar wat denkt
de pees daarvan? Zondag is het dan de aflossing, met direct na thuiskomst
dinsdag selectiewedstrijd voor de militaire ploeg, gevolgd door 3 dagen stage
met de militaire ploeg en op vrijdag de schiftingen voor het militair WK. OK,
ook op één been haal ik die finale, maar het zijn wel weer intensieve dagen.
Het vervelende is, met zon beginnende ontsteking, dat ze geen pijn doet en
misschien niet veel erger wordt als je ze wat vriendelijk behandelt, maar beter
wordt je conditie er niet van. Wil je intensiever trainen, dan volgt er
wellicht luid protest van die pees
|