Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.
Post van Postuertje
13-02-2010
Een groot kruis
Iedere moeder leert haar kind wel wat de gespreksonderwerpen zijn die je beter kan vermijden om een goed contact te bevorderen. Geen politiek en geen godsdienst. Dat zijn de taboe's. 'En sex kan je ook beter vermijden' voegde ons mama er steeds aan toe. Alhoewel ik niet denk dat ze het over het gespreksonderwerp had, dan wel over sex in het algemeen.
Braafjes volg ik de raad van de mama op en spreek, noch schrijf ik over politiek of godsdienst (en wees gerust mama, over sex zal ik het ook niet hebben). Toch ga ik nu eventjes grof doen een blogje over religie schrijven. Niet dat ik een kenner ben op dat vlak, alhoewel ik wel alle data van Joodse feestdagen vanbuiten ken. Wat mij betreft is godsdienst iets persoonlijks, zelf ben ik vooral goedgelovig. Toch kom je door te reizen in contact met verschillende religies, je kan er niet omheen, want of ze nu sterk of juist helemaal niet aanwezig zijn, ze kleuren de cultuur en maatschappij van een land. In Sydney bv is godsdienst niet belangrijk, daar geloven ze in Hungry Jack en Starbucks. Van godsdienst merk je weinig in het straatbeeld. In Thailand daarentegen is het straatbeeld bedolven onder de religie, nu ja Boeddhisme is nooit echt bescheiden geweest. In onze kamer deze keer geen bijbel, maar eenb cursus 'inleiding tot het Boeddhisme', een boek over meditatie en een gebedsboek. Enkel de instructie-DVD ontbreekt nog en je hebt een compleet 'doe-het-zelf-Boeddhisme-pakketje'. Wat die bijbel in de hotelkamers trouwens betreft... ieder westers hotel, van en luxe-resort tot een schamel 2-sterrenhotelletje heeft er eentje. Niet moeilijk dat het nog steeds het best verkopende boek is... of is dat Harry Potter tegenwoordig? Toch vind ik het opmerkelijk, want als je echt gelovig bent, en je wil je bijbel overal bij de hand, zorg je daar dan zelf niet voor? Of misschien willen de hotels gewoon wat lectuur aanbieden en is de bijbel het enigste boek dat niet telkens gestolen wordt.
Maar wat godsdienst betreft was NZ nog het meest bizar. Daar is religie een prive-instelling, een kerk moet dus geld opbrengen. Je betaald een soort lidgeld en in ruil daarvoor krijg je een godsdienst naar keuze. Een beetje zoals een fitnessabonnement, maar dan voor de geest ipv het lichaam. Kerken moeten dus zoveel mogelijk reclame maken om meer volgelingen te bereiken, en dat doen ze op allerlei manieren, van een groot reclamebord langs de weg tot een advertentie in een tijdschrift, overal vind je kerkreclame. Van het Salvation army, de church of the holy Christ, Children of Jezus, Scientology, enz... 'Join us' staat er in vette letter naast een prachtige foto van de desbetreffende kerk bij zonsondergang, of zonsopgang... Verder staat er een opsomming van alle troeven die deze kerk biedt. * Persoonlijke begeleiding mogelijk * Airconditioning tijdens dienst * Mooie binnentuin * Kruis van 5 meter hoog. Dat moeten nogal een macho-dominees zijn daar in NZ... zo stoefen met hun groot kruis! Maar ja, sex verkoopt, zelfs een godsdienst.
Onze maand in NZ zit erop, 4 weken van overweldigende natuur, prachtige landschappen en unieke locaties. Varen op een gletsjermeer, kajakken tussen de fjorden, zeeleeuwen in de vrije natuur van dichtbij bewonderen, een lammetje in mijn armen houden, een trektocht op het gletsjerijs, de rust van een verlaten baaitje opzoeken, paardrijden in een lagune, raften en zwemmen in een grot, vulkanen beklimmen, geisers ontwijken en een stad bewonderen vanop de . Check, check en check. Veel van de dingen die ik ooit in mijn leven eens wil doen of zien kan ik al van mijn lijstje schrappen. Tijd voor het volgende... een citytrip, naar zo een van die steden die ook mee op mijn lijstje staan... Sydney!
Ik hou wel van een citytrip, alhoewel ik altijd de neiging heb dezelfde steden, de steden waar ik mij een beetje thuisvoel, opnieuw te bezoeken. Sevilla is mooi en gezellig, London is spannend en plezant en Praag is gewoonweg prachtig! Vandaar dat ik daar ook al meermaals ben geweest. Een nieuwe stad bezorgd me telkens wat spanning, het duurt even eer je je weg kent en tot dan loop je soms een beetje verloren. Sydney leer je echter gemakkelijk kennen. Alhoewel het met haar 4 miljoen inwoners een echte grootstad is, is de sfeer vrij relaxt... een Manhattan op sletsen. De Australische dresscode volgend, slenterden we dus langs de verschillende wijken. De Rocks, met zijn zondagse vlooienmarkt, Darling Harbour met zijn vele terrasjes en restaurantjes en uiteraard Cirqular Quai, het hart van de stad, waar alle veerboten vertrekken en waar je zicht hebt op zowel het Opera House als de Harbour Bridge.
We namen de ferry richting Manly, een klein badstadje en surfersparadijs. En zo konden we meteen het Opera House en de skyline bewonderen vanop het water. Dat is namelijk ook 1 van de zaken op mijn lijstje; een mooie foto van mij met het Opera House. Ik heb het zekere voor het onzekere genomen en een foto langs alle kanten genomen. Vlak ervoor, vanop de brug, vanuit de botanische tuin en uiteraard ook vanuit de haven. En we waren niet alleen. Vanaf het Opera House in zicht kwam veerde iedereen op de ferry recht, met fototoestel in de aanslag, de Sydney skyline werd druk gefotografeerd, maar wat een prachtige skyline ook, met vele wolkenkrabbers, het bewijs van een levende, bruisende stad. Die skyline vind je terug op de vele postkaarten, in films en TV-series en op zowat alle mogelijke voorwerpen in de souvenirshops. Een skyline om fier op te zijn, samen met het Opera House en de Harbour Bridge. Hopelijk krijgen we in ons eigen badstadje Knokke-Heist binnenkort ook zo een wolkenkrabber om fier op te zijn. Als ze uitgediscussieerd zijn tenminste. Nochtans waren de inwoners van Sydney, die in de buurt van het Opera House woonden, ook eerst tegen de bouw ervan. Ze vonden het een gedrocht van een gebouw, net zoals de Parisiens tegen de Eifeltoren waren. Gek toch dat de appartementen naast deze gedrochten nu de exclusiefste, duurste en meest gewilde van de stad zijn...
Ik ben geen toerist, ik ben een reiziger, dat neem ik mezelf toch voor. Wat iedereen die ooit nog in de toerisme-industrie gewerkt heeft weet wel welke negatieve bijklank er aan dat woordje toerist hangt. 'Terroristen zijn het' luidt dan ook het al ietwat afgezaagde mopje onder de horeca-werknemers. Maar wat is dan juist het verschil tussen een toerist en een reiziger? Wel, een reiziger gaat op reis om nieuwe culturen en plaatsen te ontdekken, om levenservaring op te doen, zich te verrijken, avonturen te beleven. En reiziger reist om zichzelf te vinden. Een toerist verplaatst zich om te ontsnappen aan de dagelijkse sleur, om even niet na te moeten denken (wat ze dan ook niet doen), om geen verantwoordelijkheid te moeten dragen en zich ongestoord te kunnen misdragen op een plek waar toch niemand hem kent. Een toerist gaat dus op reis om zichzelf te verliezen.
Toch voelde ik me op een bepaald moment als een echte toerist. Zo een Amerikaan of een Duitser, je weet wel, die echte vuile, luide 'ga alsjeblieft terug naar huis'-toerist. En hoe dat dan kwam? Wel, als men je behandelt als een irritante toerist, voel je je ook zo. bussen in een tent gedropt, waar we mochten plaatsnemen op een tuinstoel aan een tafel met plastieken tafelkleed. Vervolgens was er een show van 30 min, waarin slechte acteurs (die overduidelijk niet allemaal Maori waren, er zat zelfs een Japanse tussen), een cultuur lieten zien die niet meer bestaat. 'Dit is ons dorp' klonk het. Nee, dit is jullie podium, dacht ik. De acteurs lachten met hun eigen optreden en vielen constant uit hun rol. Alsof ze wilden zeggen 'We zijn niet echt zo hoor'. En nog voor de avond ten einde was, toen we 40 min kregen om ons tegoed te doen aan het buffet, zagen we diezelfde Maori's die even daarvoor op het podium riepen 'Respecteer onze cultuur', nu al smsend, volledig ontschminkt en omgekleed wegglippen. Hoe kunnen we nu respect hebben voor hun cultuur als ze hem zelf niet respecteren? De busjes brachten iedereen vlug terug naar hun respectievelijke hotels (en ons naar onze camper) en je zag hen denken 'Oef, daar zijn we weer vanaf. Dat was gemakkelijk verdiend.'
Het kan nochtans ook anders, zoals we zo vaak mochten beleven. De dag ervoor waren we nog in Waikomo. De vele schapenweides doen niet vermoeden dat je hier best wel avontuurlijk kan zijn. Het spannende aan Waikomo zit hem kennelijk ondergronds, in de grotten. Vergeet de grotten van Han, waar je met tientallen tegelijk een klank- en lichtshow meemaakt in de grote zaal. Dit was serieus. We werden uitgedost in een wetsuit, helm met lamp en witte gummie-botjes. Langs een smalle opening daalden we af in de grotten. Hier geen grote zalen, maar smalle ruimte, al vlug zaten onze botjes vol met water. We moesten ons in allerlei posities wringen om toch maar door een doorgang te geraken, en soms was er geen andere oplossing dan kopje onder erdoor te gaan. We moesten zelfs een heel deel zwemmend afleggen, 30m diep was het daar, werd ons verteld. In Belgie zou men dit nooit toelaten omwille van de veiligheid, stel je maar eens een reddingsactie voor. Maar hier vind men dat je dit moet kunnen beleven, het is dan ook een echte belevenis. Dat is reizen, in een grot zwemmen met allemaal glimwormpjes om je heen, een beetje bang om toch dat adrenalinegevoel te hebben, maar vooral genietend omdat het zo uniek is!
Ha! een camper, het heerlijke buitenleven, een met de natuur, vrij om te kiezen waar je naartoe trekt op je avonturentocht... Zoiets gelijkaardigs stond er in onze brochure. Zorgvuldig bekeek ik of ik aan de verschillende criteria voldeed. Ik hou inderdaad van de natuur en het buitenleven bedacht ik me, ik heb zelfs een berglandschap als screensaver. En als er sprake is van avontuur ben ik er graag als eerste bij. Toch blijkt maar weer dat een brochure het net allemaal iets mooier kan voorstellen dan het werkelijk is.
Mijn eerste desillutie van het camperleven begon al bij de uitleg door de verhuurder. Hij opende namelijk een deurtje aan de buitenkant van de camper en zei: 'Dit is jullie toilet. Je hoeft deze doos er gewoon om de 2 dagen uit te nemen en te ledigen.' Ik lachte hardop, een man met gevoel voor humor! De man was echter bloedserieus... hij meende het! Oh help, ik had me toch iets anders voorgesteld toen men zei dat ik dicht bij de natuur zou zijn. Toen ik, bij het voorbereiden van onze reis, me het camperleven probeerde te visualiseren, had ik het beeld voor mij van mezelf, die rustig het eten maakt terwijl we door het adembenemende landschap rijden. Wat ik echter al geleerd heb tijdens het camperen is dat je tijdens het rijden best vooraan zit, met je gordel aan. Ik werd namelijk aangevallen door onze valiezen, die naar beneden kwamen getuimeld en me op een haar na misten. Levensgevaarlijk is dat, om in een camper te staan tijdens het rijden. Mijn angstuitroepen zorgden ervoor dat de echtgenoot al vlug stopte. De valiezen werden terug opgeborgen en we hernamen onze tocht, wat me brengt op het volgende punt dat ik geleerd heb tijdens het camperen... zorg dat alles vastzit! We hebben nogal veel kastjes, die je kan vastklikken. Excuseer... niet KAN vastklikken, maar MOET vastklikken. Er was namelijk 1 kastje niet op slot, waardoor het in de eerste bocht openschoot. De bokaal zoetzure saus die ik gekocht had vloog eruit en barstte tegen de 'badkamer'-deur alvorens het op de grond uiteenspatte. Nog steeds vind ik stukjes ananas terug, want een camper heeft veel verborgen hoekjes, nogal iets dat ik geleerd heb.
Onze eerste stop was in Tongariro, het landschap dat in LOTR het leven gaf aan Mordor. We waren na 3 weken het Nieuw-Zeelandse restauranteten al wel een beetje beu en ik verlangde naar een spaghetti, iets wat ik tot nu toe nog steeds niet op een menukaart heb zien staan. Een eerste voordeel aan de camper, je kan zelf iets te eten maken. Ik weet niet of het komt doordat het zolang geleden is, of doordat mijn geheim 'spaghettisaus-ingredient' in NZ gewoon beter is, maar het smaakte me ongelooflijk goed! Daar zaten we dan, met ons kampeertafeltje en onze pot spaghetti. Een met de natuur! Het zou ongeveer 12 uur duren alvorens ik me dit moment zou beklagen en de tijd zou willen terugdraaien. Moest dit mogelijk zijn, zou ik het liefst een bad in 'Mosquito-Repellant' genomen hebben, want ik sta vol met muggenbeten. Blijkbaar wou de natuur graag 1 zijn met mij. En als het jeukt... mag je vooral niet krabben!
Bekleed met een dikke laag verzachtende zalf begonnen we aan de Tongariro-Crossinb, een wandeling van 20 km doorheen het vulkanisch Mordor-landschap, met maar liefst 2 bergen te beklimmen. Dat alles met uizicht op Mount Doom. Hier geen bergriviertjes, alpenbloemetjes en vrolijk grasetende schaapjes, enkel zwavelbronnen en opgedroogde lavastromen. Alhoewel de vulkanen hier nog zeer levend zijn, voelt het landschap verwoestend en doods aan. De stilte die er heerste werd echter verbroken door een smsje. Het was de mama: 'Waar ben je? Is alles OK? Ik ben ongerust!' Waw, ik was onder de indruk, de mama voelt aan dat ik in Mordor ben. Ik wou haar graag geruststellen, maar helaas, geen GSM-bereik aan de voet van Mount Doom. Blijkbaar was ik niet de enige met dat probleem, heel de wandeling door zag ik anderen met de GSM in de lucht, op zoek naar eens streepje. Ik vroeg me eigenlijk af waarom men hier zonodig GSM nodig had. Ach ja... veel ongeruste mama's zeker?
Het eerste deel van onze vakantie, het deel in het Zuidereiland van NZ, zit erop. Vanaf nu trekken we door het Noordereiland, in een camper dan nog wel, dat wordt interessant... De gedachte om de camper gewoon als een mobiele dressing te gebruiken en toch maar in B&B's te verblijven is al in me opgekomen. Maar kom, ik ben een avontuurlijk type en ik zal het bewijzen!
Het noordereiland bereik je per ferry, de huurwagen moest dus achtergelaten worden. Daar stonden we plots, met al onze bagage. Ongelooflijk toch hoe de hoeveelheid bagage gedurende een reis kan groeien, herinneringen omgezet in souvenirs, een verrijking vermomd als ballast. In mijn geval een postuurtje, opgepikt in Queenstown; onbreekbare wijnglazen (ja, ik ken mezelf ), zodat ik thuis alle dagen carnaval kan vieren, en een notenkraker die eruitziet als een eekhoorn. Als je de noot in de mond legt, wordt hij gekraakt door aan zijn staart te trekken... Ik bedoel dit letterlijk!
De ferry was vol, vol met AC DC-fans, want blijkbaar is er een concert in Wellington. De meeste fans waren al lichtjes beschonken nog voor ze op de ferry kwamen. Een drukte van jewelste, het leek wel een wespennest, dus ik hield mijn postuurtje dicht bij mij. Eventjes ogen sluiten en relaxen dan maar, even wegdromen. In gedachten ben ik terug in het Ebel Tasman Park, waar we juist hadden verbleven. We deden daar de Coast Track, een wandeling langs de kust. Een prachtige kust met veel pittoreske, verlaten baaitjes en een uitgestrekt goudkleurig strand. De zee is hier op haar best, azuurblauw en met prachtige golven, waarin de pinguins een zwemwedstrijdje houden. Maar ook als ik mijn ogen terug open is er veel moois te zien, de ferry vaart door de Marlborough Sounds, de fjorden. Een prachtig uitzicht, wat waarschijnlijk nog mooier is op het dek dan vanuit het raam. Ik bracht dus een bezoekje aan het zonnedek, dat geplaveid lag met AC DC-fans, netjes uitgedost in zwarte t-shirt of schooluniform. Het was echter enorm winderig daar, en ik was in een vrolijke bui die ochtend, wat zich vertaald had in mijn felroze, losse rok. De wind zorgde voor een Marylin Monroe'tje, ontvangen op applaus door de AC DC-Crowd. Oeps... A whole lotta Rosie!
Kiwi's zijn goed voor de lever, zo werd me verteld. Men heeft het over het fruit, niet over de vogel en al zeker niet over de Nieuw-Zeelanders, die zichzelf ook Kiwi's noemen. Deze laatsten zijn eerder nefast voor de lever, zo heb ik al ondervonden.
NZ is een wijnland, nog een extra reden waarom het zo'n perfecte vakantiebestemming is, want ik hou wel van een rood wijntje nu en dan. Gisteren was het echter een beetje veel nu, en maar weinig dan. We verbleven in een B&B, gerund door een gezellig, lief en vooral genereus koppel. Genereus in hun wijn... Iedere avond verzorgen ze een heerlijke 'home-cooked meal' voor hun gasten, de gezellige sfeer en geanimeerde gesprekken kregen we er gratis bij. Iedere avond is het echter weer afwachten wie je tafelgenoten zijn, een beetje een blind date. De eerste avond bestond de groep uit een enthousiaste, jonge bende en was het ambiance volop. De uren vlogen voorbij, samen met de flessen wijn. Dat beloofde voor de volgende ochtend. Gelukkig stond onze gastvrouw 's ochtends al klaar met mijn tasje koffie. Ik had haar namelijk gewaarschuwd: 'I don't do mornings!'
We spendeerden onze dag op de Fox Glacier. Uitgedost als rasechte alpinisten - It's all in the outfit - beklommen we de gletsjer. Van een afstand ziet dat er vrij simpel en vlak uit, maar niets is minder waar. Het ijs zit vol gevaren en verandert iedere dag, ieder uur zelfs. Waar eerst een doorgang was, is er een moment later een grote kloof. Onze gids zorgde er echter voor dat ik het ijs als een echte diva kon betreden. Met haar ijsbijl beitelde ze treden in het ijs, enkel de rode loper mankeerde nog om elegant de ijstrap af te dalen. Het maakt je wel nederig... Dat meisje, even groot als ik, spendeert haar dagen al hakkend in het ijs. Loodzwaar moet dat zijn! Ik vond het al zo vermoeiend om de hele dag op het ijs te lopen.
Gelukkig werden we 's avonds verwelkomd met een aperitiefje in de B&B. We waren alweer nieuwschierig naar onze nieuwe tafelgenoten. Hmmm een japanse dominee en zijn vrouw. En die Japanners zijn toch zo stil he. Moeizame gesprekken en heel wat stiltes. Maar toen de dominee er een 'early night' van maakte begon de pret. Onze gastheer bood ons een glaasje wijn aan, 'on the house'. Dat 'glaasje' werden echter 'enkele flessen', en zo spendeerden we een gezellige avond op het terras met enkele rasechte Nieuw-Zeelanders. Nefast voor de lever, maar oh zo goed voor het hart. En de volgende morgen stond mijn tasje koffie klaar... samen met een kilo kiwi's.
Wie Lord of the Rings gezien heeft, kent NZ al wel een beetje, maar wie NZ gezien heeft, kent pas echt LOTR. Ik heb het niet over het verhaal zelf, maar over de vastberadenheid, de visie en de passie van Peter Jackson en zijn ontelbare crew om van de film echt een 'masterpiece' te maken.
Als echte toeristen deden we de LOTR-tour, niet om exact dezelfde plaatsen te zien, want dat kan ook helemaal niet, maar wel om een beetje te leren over de invloed die zo'n blockbuster-film op een daarvoor nog relatief onbekend land had. Zo bracht onze - bijzonder grappige - gids, die trouwens zowel Uruk-Ai als Ork was, ons naar Glenorchy. Een piepklein stadje met 126 inwoners en een minuscule bibliotheek, die iedere vrijdag tussen 16u en 17u geopend is. Glenorchy was voor LOTR vrijwel onbereikbaar, er werd pas een weg aangelegd in 1998, vlak voor het filmen begon. Vlak voor het inwonersaantal tijdelijk verdriedubbelde door de filmcrew. In dit bos vond Peter Jackson zijn ideale locatie voor het elfendorp. Er was slechts 1 probleem... in Tolkiens boek was er sprake van grote goudkleurige bladeren aan de bomen, en de beach-tree heeft piepkleine groene bladjes. Vandaar dat men dus honderden kilo's grote bladeren liet brengen vanuit andere Niew-Zeelandse bossen. Die werden dan een hele zomer met goudverf bespoten door de kinderen van Glenorchy, om ze vervolgens stuk per stuk aan de bomen te naaien. Uit respect voor de pure natuur werd er echter nooit meer dan 1 dag in hetzelfde stuk bos gefilmd, de cameramannen mochten hun camera ook niet neerzetten, maar moesten het gewicht op hun schouders dragen, zodat ze enkel maar hun eigen voetafdrukken nalieten. De gouden bladeren werden dus dag na dag verwijderd en 100m verder terug geplaatst. Dat is toewijding, passie voor je vak. Schitterend! Dat is 6 maanden voorbereiding voor 6 min op film...
Verder bezochten we ook de locatie waar Isengard gefilmd werd. Het 'Remarkables-gebergte' geeft met zijn donkere, grillige pieken de perfecte duistere sfeer neer die nodig was. Alleen spijtig dat er tussen die 2 pieken geen kleinere heuvel stond. Die vond hij echter wel links van de bergen, en met wat slim knip- en plakwerk werd die er nadien tussen gezet. Dat is oog voor detail, alles voor de perfectie. Die gedrevenheid bewonder ik echt wel, alhoewel ik het zelf niet kan opbrengen om 2 maanden te schrijven aan een blog van 2 min leestijd.
Het eindpunt van onze tocht bevond zich aan een rivier, en ik had ondertussen beter moeten weten, want waar water is, zijn zandvliegjes. De 'dienstmeiden van de godin van het kwaad', zoals men ze hier noemt. En dat zijn ze ook denk ik, want ze bijten, en ik had een kort shortje en een topje aan. Veel plaatsen dus waar men vrij toegang had. Ik boog me dus in alle richtingen om de zandvliegjes van me af te slaan. Alsof ik last had van spasmen. 'Als ik je zo zie, ben je klaar voor het zottenhuis' zei de gids me. Ja, ik zou me daar nog goed thuis voelen, daar in het zottenhuis. Toch was de meest 'evil-zandvlieg' een Australische denk ik. Ze vond het alleszins het comfortabelst 'Down Under'.
Nieuw-Zeeland is heel laid back, ontspannend om te wonen, men jaagt zich hier zelden op. Dat merk je zelfs aan de manier van lopen, iedereen slentert hier... op sletsen. En niet enkel de toeristen, maar ook de inwoners. Alhoewel het soms moeilijk is een echte 'geboren en getogen NZ' te vinden. Het is een jong land, met veel inwijkelingen, en heel veel backpackers die een jaar of twee al werkend het land verkennen. We worden zelden bediend door Kiwi's, dan wel door Engelsen, Ieren, Fransen en ook Duitsers. Die laatsten haal je er meteen uit... we kunnen dan ook hun accent niet verbergen. 'Vat do you vont to eat?' klinkt het, en vervolgens ' I'll be back.' wat eerder als een dreigement dan als een belofte klinkt als het uit zo'n 'Arnold Schwarzenegger-kloon' komt.
Voor kinderen moet het hier echter een paradijs zijn... hier kan je nog onbezorgd spelen, vrij en blij, zonder gevaren. Er zijn ook geen gevaren, geen criminaliteit, geen vandalisme en geen vervuiling. Enkel een gat in de ozonlaag, maar daar kunnen ze zelf niet aan doen. Alleen maar goed nieuws dus, en dat merk je ook aan de krantenkoppen. Gisteren werd de voorpagina gevuld door een grote foto van een hond die de verzorging van 5 verweesde kittens op zich had genomen... aandoenlijk. Vandaag stond Prins William, die hier een bezoekje brengt, vooraan, met een stralende glimlach en een kleine kiwi-vogel in zijn armen. 'Prins Charming' was de kop. Er was slechts melding van 1 strafbaar feit... iemand had de sausages van de bbq ter ere van de prins gestolen... de brutaliteit! En dan was er nog het probleem van de lading honing die vastzat aan de douane... sweet.
Toch zijn sommige zaken nergens beter dan thuis. Het eten bijvoorbeeld, je merkt duidelijk de Engelse invloed met hun toast, bacon en bonen in tomatensaus. Het lamsvlees is echter schitterend en echt waar ik eet ook graag eens lam, maar niet elke dag. Een spaghetti heb ik tot nu toe nog niet op de menu gevonden. Gisteren at ik mosselen met frietjes, maar de Nieuw-Zeelandse mossel is toch niet hetzelfde, veel groter en taaier. Ook de 'Seafood Platter' was niet zoals het moet. Ik had een echte Plateau de fruits de Mer verwacht, gelijk in de Wim's, maar kreeg in de plaats daarvan gefrituurde vis. Dus als je de volgende keer op een terrasje op de dijk een zeevruchtenschotel eet, geniet er dan dubbel van... laid back en besef hoe uniek het is!