Bellum ita suscipiatur, ut nihil aliud nisi pax quaesita videatur - De oorlog moet zo opgenomen worden, dat niets anders tenzij de vrede schijnt gezocht te worden. Hugo Peregrinus
19-07-2020
Op tocht
Beste Lezers,
Morgen ben ik riebedebie, voor vijf dagen naar Poupehan, Bouillon. Met de stapmaten gaan we elke dag een trippeke doen, de Jan heeft er al voor getekend. En die zien er mooi uit. We blijven wel dezelfde uitvalsbasis gebruiken, Camping Le Prahay. En bij elk trippeke past misschien ook een trippelke, ook dat ziet er goed uit.
Alleen jammer dat we niet met vijf zullen zijn.
Michel is vrijdag 10 juni met de fiets in aanrijding gekomen met een personen wagen. Het resultaat van de confrontatie is maandag vastgesteld: een gebroken kaakbeen ter hoogte van de neus, een gebroken kaakbeen ter hoogte van het oor en een gebroken rib. Als alles een beetje ontkleurd en ontzonken is kan men verder onderzoeken, hopelijk blijft het bij deze schade.
Michel, bij deze spoedig herstel. Het is dubbel jammer want je keek er zo naar uit!
Met Strava gaat het de goede kant uit. Gisterenmorgen nog een tochtje afgewerkt, gewoon omdat de benen jeukten. En omdat het prachtig weer was/is. Het doel van 100km voor de virtuele DDT zal vlug bereikt zijn. Wandel mee met de foto's hieronder.
Voor volgende week ziet het er ook goed uit, niet te warm en weinig kans op regen. Enkel naar het einde van de week toe kan er wel eens een bui vallen.
Straks nog een -kabas- vullen met het noodzakelijke. Kampeer gerief wordt hoofdzakelijk door de Jan en de Ronny voorzien. Ik zorg voor het avondmaal van morgen -bedankt Agnes en Jorg-. Uiteraard neem ik een aardappelschiller mee, het koken op zich laat ik aan de specialisten.
Blijf gezond en volg de regels, covid waart nog steeds rond.
Grtjs
Hugo Peregrinus
Noot: Als -wegspotter-, controleur van trage wegen, ben ik donderdag avond nog op pad geweest. Volgens de afsprakennota voor vrijwilligers zonder kostenvergoeding.
- Artikel 2, verbindt de vrijwilleger er zich toe om de bij beschrijving gekozen trage wegen, op het grondgebied van Temse, minimaal vier maal per jaar te controleren. De vrijwilliger gebruikt de hiervoor voorziene middelen, mobiele applicatie.
- Artikel 6, De gemeente geeft informatie aan de vrijwilliger en biedt vorming en begeleiding aan. Zo kan de vrijwilliger de taken goed uitvoeren.
Dat laatste was laatste tijd iets moeilijker. Vanaf juni liep de tweede periode van het jaar. Maar de kleurcode van vorige keuring stond nog steeds op de kaart. Groen betekend dat de weg ok is. Dus om de drie maand wordt de kleur van de wegen paars gemaakt, teken dat de controle kan beginnen. In juli bel ik al eens naar de contact persoon van de gemeente.
Oeps, en blabla, wordt werkt van gemaakt! Begin deze week werkte zelfs de app niet meer. Op woensdag mail ik alle geledingen -provincie, ontwerper en gemeente- dat er iets loos is. En geloof het of niet, op donderdag is heel het boeltje gereset. Van contentement, dat ik mijn job kan doen, ga is s'avonds al op stap.
Het lijstje verontschuldigingen is te lang om op te noemen, er staan wel redenen bij die in de privé anders worden opgelost: schop onder de kont! Maar dat mag niet meer zeker?
Vandaag is de challenge gestart, mijn eerste tocht zit erop. Strava, het appeke dat alles registreert, duid voor mij vandaag 136,36 km aan in een tijd van 5u11. Niet slecht zou ik zo zeggen, alleen, het klopt uiteraard niet. En zoals altijd met dergelijke appjes, het zal wel aan mij liggen.
Ik heb de afstand nog eens nagerekend met G oog le en kom uit op 30km, wat ook nog goed is! Wellicht heb ik bij het wisselen van mijl naar km, oftewel volgens Strava van Imperial naar Metrisch, een dikke 100 km gewonnen. We zien wel want ik weet nog niet of alles wel goed is geregistreerd.
Nog volgend bericht van de organisatie:
Marc Van Ranst peter van 100Km Covid Challenge
Sinds maart heeft het coronavirus iedereen in de ban. Ook voor ons als organisator van 100Km Dodentocht zorgde het virus voor een ommezwaai: geen 51ste editie met vertrek in Bornem. Wel een virtueel alternatief: 100Km Covid Challenge. Aan de meer dan 7 000 inschrijvingen merken we dat mensen tijdens deze periode nood hebben aan beweging. En dat stemt ook viroloog Marc Van Ranst gelukkig waardoor hij met plezier het peterschap van onze 100Km Covid Challenge opneemt, aldus Gunter Vergauwen, hoofdcoördinator 100Km Dodentocht.
Sinds 1 juni kan je inschrijven voor de 100Km Covid Challenge powered by Dodentocht. Een uitdaging waarbij je tussen 13 juli en 9 augustus minimum 100 kilometer wandelt, verdeelt over verschillende etappes of toch in één keer aflegt. Net als bij onze gewone 100Km Dodentocht zien we aan de inschrijvingen dat de 100Km Covid Challenge ook een internationaal karakter heeft. Ondertussen gaan er wandelaars uit 22 landen, waaronder Engeland, Denemarken, Canada, Amerika, Zuid-Afrika, de uitdaging al aan. Goed voor meer dan 35 verschillende nationaliteiten, geeft Gunter Vergauwen mee. De 100Km Covid Challenge maakt 100 kilometer wandelen toegankelijk voor iedereen. We merken dat we nu vooral vrouwelijke deelnemers hebben. Van de momenteel meer dan 7 000 deelnemers is bijna 60% vrouwelijk. Vooral bij veertigers blijkt wandelen enorm populair te zijn.
Peterschap en ambassadeurs
Dat blijven bewegen enorm belangrijk is, bewijzen ook de verschillende ambassadeurs en het peterschap van Marc Van Ranst. Met Kom 100 kilometer uit uw kot roept viroloog Van Ranst iedereen op om zich in te schrijven voor de 100Km Covid Challenge. Hij gaf alvast het goede voorbeeld en gaat ook mee de uitdaging aan.
Bij de Universiteit van Gent werken zowel prof. Jan Baetens van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen als prof. Maarten Vansteenkiste van de Faculteit Psychologie, bijgestaan door Joachim Waterschoot, Doctoraatstudent aan dezelfde vakgroep, vanuit hun eigen expertise mee aan het onderzoek van de Corona-crisis. Zij waren meteen enthousiast om de groep ambassadeurs van onze challenge te vervoegen.
Ook prof. Steven Van Gucht, hoofd van de Dienst Virale Ziekten bij Sciensano, en Karel Van Eetvelt, CEO van RSC Anderlecht, aanvaarden met plezier het ambassadeurschap.
Ik lees verder dat er op dit ogenblik zo'n 14.000 mensen zich hebben ingeschreven voor deze Challenge.
Opmerkelijk is dat hoofdzakelijk vrouwen zich melden voor de Covid Challenge, meer dan 60%. Het zijn vooral dertigers en veertigers die de uitdaging aangaan.
En net zoals voor de 'normale' DDT zijn er veel buitenlandse inschrijvingen: buiten de grote groep Belgen zijn Duitsers, Nederlanders, Engelsen, Noren, Luxemburgers, Amerikanen, Fransen, Zweden en Denen die de top 10 vervolledigen.
Dus vandaag een goede repititie voor volgende week. Dan zijn we met de stapmaten een vijftal dagen in Poupehan met elke dag een trippeke op het programma. Ik denk, als Strava goed optelt, het geen probleem mag zijn op aan mijne diplom te geraken.
Bij het lezen van Flash 2 vanhet BCG, uitgave april, mei, juni 2020 staat er onder de rubriek 'kenners aan het woord' een bijdrage over veilige afstand.
De coronamaatregelen, en vooral het afstand houden, zijn voor blinde personen extra moeilijk te volgen. Bordjes met richtlijnen en pijlen op de grond zijn voor hen niet zichtbaar en een blindegeleidehond kan zich onmogelijk aan de afstandsregels houden.
Een getuigenis:
Om de afstandsregels te handhaven, hangen nu overal affiches met instructies en pijlen wijzen de weg in winkel en op straat. 'Voor mij zijn die dingen niet van toepassing, want ik kan ze niet lezen of zien. Als ik ergens binnenkom, weet ik niet meer waar ik heen moet.'
'Ik volg altijd dezelfde routes. Die zijn allemaal veranderd, dus kan ik niets meer zelfstandig doen. Toen ik op controle moest in het ziekenhuis, was ik helemaal fout gelopen omdat ik langs de andere deur naar binnen moest.'
'Normaal kan ik rekenen op mijn geleidehond, maar ook voor hem is het niet makkelijk. Hij snapt de pijlen niet en volgt altijd het vaste traject dat hem is geleerd. Hij kan wel afwijken als ik het hem vraag, maar ik weet zelf niet waarheen.'
Als je een blinde persoon tegenkomt, is het belangrijk dat je niet te dicht komt, want ze zien zelf niet of ze zich houden aan de regels. Je kan best om ze heen lopen en ook zeker niet naar de hond komen. Als je ziet dat iemand hulp nodig heeft, kan je best voor die persoon lopen en blijven praten. Dan volgt deze persoon je op basis van het geluid.
Ik kon de titel "Als tweede" gebruiken maar dat klinkt niet zo goed in verband met deze bijdrage.
Poëzie is geen tweederangs kunst hé! Getuige hiervan de 5e editie van de Poëziebundel van Temse. De organisatie berust bij het Lokaal Bestuur Temse in samenwerking met het Davidsfonds Temse, Heemkundige kring Braem vzw, Amedee Verbruggenkring, Openbare Bibliotheek Temse en Cultuurdienst Temse.
Het thema dit jaar: Dichter bij de dijk.
Leuk bedacht, mijn gedacht.
Deze bundel verzameld alle ingestuurde werkjes van de Dichters (M/V). Een vijftiental zijn geselecteerd en zijn te zien/lezen langs de Poëzieroute. Die route loopt vanaf Elversele langs Durme en Schelde tot Rupelmonde. Bij die geselecteerde inzendingen is er ook eentje van Kozzen, zie ook rechterkolom van de blog, getiteld:
Heen en Weer
De veerman vecht met strakke riemen
tegen de stroom, tegen de tijd
verbijt een grijns van pijn
met riet tussen de tanden
vervloekt die eeuwigheid.
De overkant is net als hier
een oever aan het water
waar ook de waarheid onderweg
verdronken werd voor later.
Je kan de bundel afhalen op de Cultuurdienst, in de bibliotheek of in het Toeristisch Infokantoor.
En je vind er ook een gedicht in terug, "Zintuigen" van Agnes.
Wat eerst? De politiek? Weinig verheffend wat zich op dat toneel afspeelt. Wel is het spannend vermaak, verkiezingen of niet? Een echte cliffhanger, niet!
Minder plezant is dat veel mensen minder uitkering ontvangen omdat ze in het coronaverlof zijn gestapt.
Wat we zelf doen, doen we beter. De woorden van Gaston Geens, de eerste voorzitter van de Vlaamse executieve, zijn symbool gaan staan voor de zelfgenoegzaamheid of zelfs de arrogantie van Vlaanderen. Terwijl Geens juist wilde zeggen dat een autonoom Vlaanderen het aan zichzelf verplicht was het beter te doen dan België. We zullen moeten bewijzen dat we wat we zelf doen, ook beter doen, waren letterlijk zijn woorden.
En dat is tot nu toe niet het geval. Of dat jammer is laat ik in het midden. Wel is duidelijk dat nationalisme op geen enkele manier werkt. Kijk maar hoe het versnipperde beleid alles in de soep laat draaien en met ons geld morst. Die canon moet er voor mij zeker niet komen.
Vorige week eindelijk weer eens tot in Prosperpolder geraakt. Het mag weer! Alleen is het onmogelijk geworden om nog in het 'overstromingsgebied' rond te lopen. Het hekwerk is serieus aangepast en, wat ik begin 2020 nog vermoedde is nu werkelijkheid, de beveiliging is opgevoerd. Het was dus eind februari mijn laatste tochtje geweest langs de Hertog Prosperstraat, Carolusstraat, Hedwigestraat/Engelbertstraat, Lignestraat tot aan de Schaapskooi. Ook de terug weg over de Sieperda- en Scheldedijk tot den Ouden Doel behoren tot het verleden.
Fase 1, plaats maken voor getijde natuur door aanleg van de ringdijk rond Prosper Noord polder is afgewerkt. Nu is men bezig aan fase 2, het verder afbouwen van die ringdijk op Nederlands grondgebied ter afsluiting van de Hedwige Polder. Eens dat achter de rug kan men eindelijk de Scheldedijk afgraven zodat Scheldewater vrij in en uit kan stromen.
Over de Schelde gesproken, vorige woensdag reed ik over de kaai en zag een serieus bootje liggen. De Antonio lag te wachten voor de brug wegens hoogtij. Met zijn afmetingen van 110m lengte, 11.45m breedte en laadvermogen van 3332 ton is het geen alledaags zicht aan onze kaai. Een ander schip, de Lurona, voer uiterst voorzichtig onder de brug door, komende van Steendorp. Geladen met containers (max 90 TEU) voer dit schip van 1421 ton waarschijnlijk richting Frankrijk. Sinds 2016 kunnen schepen tot 4400 ton rechtstreeks van Gent naar Parijs varen. Dat tot dan voeren op de Noord-Franse rivieren en kanalen de bekende spitsen.
Hierover heb ik een heel interessant proefschrift gevonden: De Spits - Masterproef van Waander Devillé, academiejaar 2015-2016. Hieronder enkele stukjes uit het omvangrijke werk.
De binnenvaart
Vooreerst: een spits is een binnenschip. De binnenvaart behelst al het vaarverkeer op de binnenwateren. Dat zijn alle bevaarbare waterwegen binnen de kustlijn: rivieren en kanalen. West-Europa, en in het bijzonder Vlaanderen, bezit een dicht netwerk van binnenwateren. Binnenschepen waren doorgaans schepen met een platte bodem gezien de geringe diepte van de binnenwateren en met afmetingen aangepast aan de hindernissen onderweg: sluizen, bruggen, bochtige trajecten,
Tot voor 1850 bij de grote opgang van de spoorwegen was het transport over land nog steeds onaanzienlijk vergeleken met het vervoer over water. Zeker in tonkilometers en op lange afstanden was de binnenvaart een voor de hand liggende oplossing. Landbouwproducten, brandstoffen, bouwmaterialen en koopwaar allerhande werden al eeuwen via de (binnen-) waterwegen vervoerd.
Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw liet de concurrentie van de spoorwegen zich steeds beter voelen. Het nationale transportaandeel van de scheepvaart daalde van 50% in 1850 tot 20% in 1910. In een piekmoment in de eerste helft van de twintigste eeuw waren er nog tot 10.000 binnenschippers actief, waarvan 80% zelfstandigen. In de late jaren 30 van de twintigste eeuw kwam er bovendien steeds meer concurrentie van het wegverkeer. Op relatief korte tijd gaven 3000 schippers hun beroep op.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het voor schippers die voeren op spitsen en kempenaars stilaan moeilijker om werk te vinden. Schepen tot 1300 ton werden gaandeweg de nieuwe standaard. Maar ook het varen met grotere schepen was geen garantie op succes. Doorheen de jaren 60 ontstond een overcapaciteit in de binnenvloot en was werk vinden niet vanzelfsprekend.
Gepaard daarmee werd de binnenvaart van overheidswege besnoeid ten voordele van het trein- en wegtransport. Slooppremies werden
vanaf 1975 toegekend met als doel het uitdunnen en verjongen van de vloot.
Tussen 1890 en 1970 bleef de spits hoe dan ook het voornaamste type binnenschip in onze streken.
Historie van het schip
Al in de negentiende eeuw werden bepaalde schepen benoemd als spits, of pointu in het frans. Het ging in die tijd om een balkvormig houten binnenschip met een lengte van 20 tot 30m en een breedte van 3,5 à 5m. Het schip had een diepgang van 1,8m, en de tonnenmaat varieerde tussen de 100 en 200 ton. De rechte voor- en achtersteven waren vallend en de voorsteven enigszins spits van vorm, waar allicht ook de benaming van valt af te leiden. Van bovenbouw was geen sprake; de woning was in het achteronder.
Deze schepen werden gejaagd,of konden een eenvoudig zeil voeren.
In 1879 werd in Frankrijk een beslissing genomen die de standaardafmetingen bepaalden van de spits zoals we die vandaag nog kennen. Charles Freycinet, Frans minister van openbare werken, ijverde na zijn verkiezing voor een modernisering van de Franse spoor- en waterwegen. Door hem werden standaardafmetingen opgelegd voor de Franse kanaalsluizen: deze moesten minimum 40m lang en 5,20m breed zijn. De minimale waterdiepte bedroeg 2,20m. De maximale doorvaarhoogte was 3,50m. De spitsen en walenschepen gebouwd naar deze maat zijn 38,5m lang en 5,50m breed, met een leegvlot van 0,35m. Bij een inzinking van 1,80m kon tot 280 ton geladen worden, bij 2,10m diepgang tot 320 ton.
In het laatste kwart van de negentiende eeuw werd binnen de scheepsbouw geleidelijk overgeschakeld op het bouwen van ijzeren schepen. De keuze voor dit nieuwe materiaal was makkelijk gemaakt: de ijzeren schepen waren beter bestand tegen schokken (die de houten schepen soms fataal waren bij het laden en lossen), waren goedkoper in bouw en in onderhoud en duurzamer over de hele lijn.
Samen met het overschakelen op een nieuw materiaal werd ook gezocht naar nieuwe scheepsvormen. De vorm van de hedendaagse spits schijnt een synthese te zijn van de pointu (cfr. supra) en het stompe walenschip (cfr.
infra). Dat tweede schip werd al gebouwd naar de maten van de Franse sluizen. Om een maximaal laadvermogen te bereiken ten opzichte van de buitenafmetingen werd afstand gedaan van de spitse voorsteven, zodat het de vormen van het walenschip benaderde. De naam spits bleef evenwel behouden.
Andere benamingen voor de spits zijn: achtendertiger, péniche, péniche flamande,
Ook vandaag nog zorgen spitsen voor de verbinding met meer zuidelijke gedeeltes van Frankrijk. Gekeken naar de tonnenmaat maken de spitsen nog slechts een schamele 5% uit van de nationale vloot. Toch zijn nog één op vijf van de vaartuigen schepen met een tonnage tussen de 251 en 450 ton, oftewel de spitsenmaat.
Aan de afmetingen van de spits veranderde een hele eeuw lang niets, en ook de wijzigingen aan de vorm van de romp bleven al bij al beperkt. De meest opmerkelijke aanpassingen kwamen er met de overgang van sleep- naar
motorspitsen. Bij sleepspitsen was het achterschip vol en met een groot roer, en liep het boeisel ietwat puntig op. Het schip had weinig of geen opbouw. Met de opkomst van de motorschepen in de jaren 20 is veel geëxperimenteerd en gezocht naar de ideale vorm van het achterschip, om er zo efficiënt mogelijk de
machinekamer en de woning in onder te brengen zonder aan laadruimte in te boeten. De motorspitsen die in de jaren 40 de sleepvarianten verdrongen hadden veelal een geveegd achterschip.
Er zijn nog enkele typische varianten die opvallen of op bepaalde vlakken afwijken van de gewone Belgischebspits:
- De SARMA spits is een spits met een opvallend spitse kneep in de kont en een distinctief getrapte woning met opvallend kleine stuurhut dichtbij het hek. Het is een model gebouwd op scheepswerf De Wachter in Boom in de jaren 50 en 60. Dit spitsenmodel wordt zo genoemd naar de vroegere winkelketen SARMA, omdat er van dit spitsmodel zo massaal veel gebouwd zijn.
- De Samberspits is een Belgisch ijzeren binnenschip gebouwd om de Samber af te varen. Dit schip is ongeveer tien meter langer dan de gewone spits, maar even breed, perfect op de maat van de sluizen die vroeger op de Samber lagen. De kop is scherper en het achterschip is over het algemeen geveegd en met overhangend hek. Het schip laadt tot 420 à 470 ton.
- De maasspits meet een kleine 43 meter en kan tot 420 ton laden. Het voorschip is meer gestroomlijnd om eenvoudiger op stromend water gesleept te kunnen worden. Het schip heeft meer zeeg en het achterboeisel op de ronde kont loopt spits op. Het schip voer op de Belgische en de Franse Maas.
- De Strasbourg (of Straatsburger) spits is de spits zoals die vaak in Frankrijk werd gebouwd. Ze lijken op de Belgische spitsen, maar hebben opvallend minder zeeg. De woning ligt achter de stuurhut onder het achterdek, dat is opgeboeid en het schip zo een opvallend volle kont bezorgt. Men spreekt van een paviljoen (-roef).
Een groot deel van dit type spitsen werd gebouwd als herstelbetaling na de Tweede Wereldoorlog. Ze werden als sleepschip gebouwd opvallend genoeg gezien de uitfasering van de sleepspitsen, maar op een dergelijke wijze dat een motor makkelijk kon worden ingebouwd.
- Nog een herstelbetalingschip (WO I) is de Tamsa spits. Het schip werd gebouwd tussen 1929 en 1932. De voorsteven is iets spitser dan bij de Belgische spits, de achtersteven is opvallend geveegd. De woning ligt achter de stuurhut en er is een vrij grote en opvallend hoekige en weinig verzonken
paviljoenopbouw.
In de zelfde reeks waren er nog de P-boten of gros numéros. Deze schepen waren niet bepaald makkelijk te sturen, maar wel uiterst robuust. De scherpe voorsteven en de hoekige vormen maken het schip relatief makkelijk te onderscheiden van de meeste andere spitsen. De schepen werden zo genoemd omdat ze geleverd werden met een code beginnend met een P groot
op de romp geschilderd.
Spitsen zie ik nog voor me, zoals gisteren met de strakke westenwind met opkomend tij, die naar Antwerpen voeren terwijl het schuimende water over de boeg vloog.
Tussen haakjes, die Lurona is gebouwd in Polen op de Remontowa Stocznia Rceczna in 1995. Met een lengte van 85 m ook niks mis mee.
Gisteren een klein tochtje gemaakt met het shirt van de DDT 2020. Deze vindt, zoals geweten niet effectief plaats. Wel heb ik ingeschreven voor dit event, je moet tussen 15 juli en 9 augustus 2020 100 km op de teller hebben, een teller van Strava. Hoe dit allemaal werkt moet ik nog uitzoeken.
Bovendien ben ik ingeschreven voor de Bosland Trail op 25-26 september e.k. Deze 100 km lange tocht trekt door dichte bossen, witte zandduinen, heidegebieden in de buurt van Hechtel-Eksel. De start is vrijdag avond om 21u, net zoals in Bornem.
Heb ook gemerkt dat de plasticvanger een vleugel heeft verloren, ttz, hij hangt er maar wat bij. De sterke stroming is wat onderdschat en heeft de ketting of kabel gebroken. Ik hoop dat het niet geld voor de personages in het nieuwe album van Jommeke.
Jommeke op plasticjacht in Temse: 300ste album van Jef Nys stripheld speelt zich af in gemeente, en burgemeester krijgt rolletje in nieuw verhaal.
Om af te sluiten, gisteren nog eens kunnen kaarten. De tegenstand was taai, twee maal stonden Eddy en ikzelf dicht bij de nederlaag. Uiteindelijk werd het nog 4-0, goed geamuseerd. (aantal meten nog voor de tegenstander in elke boom: 9, 3, 14, 1)
Oef, eindelijk een beetje regen in onze regio. Ne mens is al content met enkele druppels. Ook hier weer is het in de wereld niet goed verdeeld. Alleen al in ons geliefde landje is er een onderscheid waar te nemen.
De jaarlijkse normalen van de neerslaghoeveelheid in België verdubbelen tussen de droogste en natste plaatsen: ze gaan van 740 mm/jaar in het noorden van Haspengouw tot meer dan 1400 mm/jaar op de Hoge Venen. Het gemiddelde voor België bedraagt 925 mm/jaar. Deze normalen zijn relatief uniform in Laag- en Midden-België terwijl het verloop zeer groot kan zijn in Hoog-België. Lokaal worden de grootste hoeveelheden waargenomen op de Hoge Venen, in de streek van Libramont-Carlsbourg-Bouillon en, in mindere mate, op de Baraque de Fraiture.
Algemeen gezien worden de normalen voor de neerslaghoeveelheid beïnvloed door het reliëf. Langs de ene kant kennen de hoogstgelegen sites gemiddeld gezien grotere neerslaghoeveelheden dan de lager gelegen gebieden, maar langs de andere kant speelt de oriëntatie van de hellingen tegenover de overheersende regen brengende winden (ZW) ook een rol.
Hoe dan ook, het is dringend nodig voor iedereen en alles.
Net zo is het nodig om het zorgpersoneel eindelijk te betalen zoals het hoort. Ondanks de witte lakens, de beren, het applaus en de lofzangen lijken de beleidsmakers al te zijn vergeten dat de crisis vooral daar is bestreden. (om niet te zeggen ondanks de risicos, de onderbezetting en de immense verantwoordelijkheid)
Of het nu 300 of 1000 bonus is dat alweer in het rond wordt gestrooid, het is niet correct. Niet dat ik iets heb tegen dit extraatje dat naar de zorgsector gaat. Het is een doekje voor het bloeden.
Zolang diezelfde beleidsmakers denken dat klinieken en zorginstellingen fabriekjes zijn loopt het slecht af. Als er niks gedaan wordt aan het statuut van deze mensen, en de daarbij horende correcte verloning, evolueren we binnen ons België en Vlaanderen naar een betalend systeem. Wie het zich kan veroorloven zal nog goede medische verzorging kunnen genieten. Al de rest, de grote meerderheid van de bevolking, zal moeten afwachten waar er in de openbare verzorgingsinstellingen nog plaats en goed medisch personeel is.
Alvast één bedrijfstak wrijft zich in de pollekes, de verzekeringen.
De raad van bestuur van Op Stoapel is vanmorgen samengekomen om voor het eerst sinds het begin van de crisis te vergaderen. De vorige poging, via video conference, is niet geheel goed verlopen. De ene had geen beeld ofwel geen geluid, sommigen beiden. Dat is dus niet makkelijk praten.
Deze morgen zijn we dus samen gekomen in het Scheldepark. Ondanks de af en toe donkere wolken was de vergadering nuttig en constructief. Een foto werd gemaakt met respect voor de nodige veiligheidsregels.
Een aantal activiteiten van OS zijn uiteraard geschrapt, anderen lopen nog maar met de nodige voorzichtigheid qua uitvoering.
Wel kan ik meedelen dat het leden tal op dit ogenblik 222 is. Mooi getal niet!
Het boek (Made in Belgium by Boelwerf) is heel goed verkocht. Er liggen nog een 75-tal exemplaren (van de 800) te wachten op een koper.
Net zoals vorig jaar zal OS op 2 november e.k. een herdenking organiseren voor de overleden Boelarbeiders.
Enkele druppels beëindigden de vergadering. En dat zijn de druppels regen die ik in de aanhef van dit artikel bedoelde.
Grtjs
Hugo Peregrinus
Foto's: Veilige vergadering, Neerslag ongelijk, wat moet het zijn in Afrika!
Noot: Met de titel bedoel ik dat mensen met een immense taak niet naar behoren worden verloond. Alsof onze economie kan draaien zonder een goed functionerende zorg. (ik zeg niks over de snuffelaars)
Ik heb geen intentie meer om aan te monsteren. Deze week heb ik vier dagen de moeite niet gedaan om me te scheren. En vandaag begon het te jeuken. Dus onmiddellijk het mes erin.
Daar er nog steeds geen idee in mijn hoofd zat voor een blog bijdrage besloot ik meester Google te raadplegen, of die ook iets had te vertellen over scheren.
En of er wat te raadplegen valt. Tussen de massa reclame voor scheerartikelen vind je hier en daar ook al eens iets over het scheren zelf.
Doorheen de geschiedenis van de mensheid hebben baarden verschillende functies gehad. Toen de aarde een kouder klimaat kende dan nu was lichaams- en gezichtsbeharing bedoeld om extra warmte te bieden. Een baard kwam ook wat gewelddadiger over en kon ook ingezet worden om lokale stammen te intimideren. Tegenwoordig worden baarden gegroeid als status symbool, fashion statement en om mannelijkheid uit te stralen.
Mannen uit de oudheid groeiden dus baarden vanwege de warmte, een bepaalde intimidatie-factor en bescherming. Het beschermde hun mond tegen vuil en in sommige delen van de wereld tegen de felle zon, toen de huid van de mens minder goed bestand was tegen uv-straling. Het groeien van gezichtsbeharing zorgt voor een optisch sterkere kaaklijn, wat weer zorgt voor een afschrikkende blik.
Mannen met een baardje, daar houden vrouwen wel van. Een recent onderzoek laat zien dat vrouwen mannen met baarden aantrekkelijker vinden dan mannen zonder baard. Daarnaast zouden vrouwen liever hun leven willen delen met een baardenmans.
Bij het onderzoek deden 8,520 vrouwen mee die tussen de 18 en 100 waren. Aan hen werd gevraagd om verschillende foto's van mannen te beoordelen. De vrouwen kregen telkens dezelfde man op foto's te zien, het enige verschil was zijn baardgroei.
De eerste foto was de man gladgeschoren, op een andere had-ie lichte stoppels, daarna met zware stoppels en vervolgens met een volle baard.
De vrouwen werden gevraagd om de foto's te beoordelen op aantrekkelijkheid, mannelijkheid en geschiktheid voor een relatie.
Vrouwen zouden mannen met 'zware' stoppels het aantrekkelijkst vinden, met op de tweede plek 'lichte stoppels'. Maar de vrouwen vonden dat deze mannen vooral geschikt waren voor een one-night-stand of een korte relatie.
Mannen met gladgeschoren gezichten werden het minst aantrekkelijk gevonden.
De mannen met een volle baard werden gezien als de beste partner. Deze kwamen eruit als meest ideaal om het huwelijksbootje in te stappen. Mannen met baarden worden onbewust beschouwt als aantrekkelijker, volwassener, agressiever en sterker. Evolutionair gezien is dit belangrijk voor vrouwen, aangezien dominante mannen meer kans hadden om vijanden te verslaan en voedsel binnen te halen.
Met een volle baard maak je dus de meeste kans om een langdurige relatie te vinden. Als je daar niet op zoek naar bent, neem dan een stoppelbaardje. Met de hevige stoppel ga je scoren!
Agnes was blij na de scheer-beurt.
In Spanje heb ik me laten scheren door een zwarte barbier. Niet zoals in de beroemde opera in Sevilla maar wel in Guernica. Ik spreek geen barbiers Spaans en de brave man zijn Engels was miniemer dan miniem, dus enkel yes en no. Met gebaren kan je in dergelijk etablisement wel verder. Toen hij me dus had ingezeept en zijn mes- nam deed ik teken dat hij moest opletten. Ik hield een vinger uitgestrekt onder het kleed omhoog. Hij begreep het en we schoten allebei in de lach. Maar mijn kinnebakkes was wel bijzonder glad.
Hierbij de tekst van het bekende zeemansliedje.
In het eerste couplet wordt gesproken over "te kaap'ren" varen, waarmee de kaapvaart of commissievaart wordt bedoeld.
Het tweede couplet gaat over het eten van ranzig geworden tweebak, dat wil zeggen: scheepsbeschuit. Het vierde couplet verwijst naar de walvisvaart.
Al die willen te kaap'ren varen Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjores en Corneel Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, zij varen mee
Al die ranzige tweebak lusten
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, zij varen mee
Al die deftige pijpkens smoren
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, zij varen mee
Al die met ons de walrus kelen
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, zij varen mee
Al die de dood en de duivel niet duchten
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden
Jan, Pier, Tjores en Corneel
Die hebben baarden, zij varen mee
Met enige verbeelding kan je nog velerlei coupletten bij verzinnen.
Al die willen de was ophangen ... zij hangen mee.
Al die willen de vaten leegdrinken ... zij drinken mee.
Het blauw fabriekje blijft nog altijd goed draaien. Wellicht valt deze week het doek over de regering met volmachten. Het is tijd dat er weer enige controle komt op het in wilde weg rond strooien van belastingsgeld.
Je kan natuurlijk wel stellen dat dit altijd al zo is geweest. Alleen, met volmachten is het makkelijker te doen, de verantwoording is er niet meer.
Ja, de drogredenen, dat het is om de economie te steunen kan je ook anders zien. Als de overheid nu eens meer de plaatselijke bedrijven zou helpen met, en ik citeer, correct geprijsde opdrachten met redelijke termijnen en met minder haakjes en ogen, het zou al een start kunnen zijn. Na enkele jaren weet iedereen dat er bij een overheidsofferte minder kan worden gesjoemeld.
Maar dat is wellicht dagdromen.
Een dagmerrie is, de aanwezigheid van een minister van Mobiliteit op de persvlucht van ASL FLY EXECUTIVE op uitnodiging van de CEO van de luchthavens Antwerpen en Oostende Marcel Buelens en de Limburgse luchtvaartondernemer Philippe Bodson. Bij mijn weten zal de modale burger geen gebruik maken van deze opportuniteit. Het is dan nog meer een dagmerrie dat de regionale luchthavens kunnen genieten van steunmaatregelen, geput uit het Vlaams noodfonds!
Visie zonder actie is een dagdroom.
Actie zonder visie is een nachtmerrie!
Deze en vorige week zijn we met enkele stapmaten op weg geweest. Beide keren hebben we ons beperkt tot de Kruibeekse Polder. Dit om de verplaatsingen te beperken, dus niet met de trein laat staan met het vl.... tuig.
Als titel boven deze bijdrage wou ik zetten: De Kroon (niet) Ontbloten. Voor goed voelende Vlamingen wordt dit dan Colloque singulier.
Het colloque singulier is de zwijgplicht die van kracht is nadat men door de Koning der Belgen in audiëntie is ontvangen. Dit geldt niet alleen voor politici en ministers van Staat, maar voor iedere burger die ontvangen wordt in audiëntie door de vorst of vorstin. Het colloque singulier is een grondwettelijke gewoonte.
Volgens de Belgische wetten zijn de Belgische Federale ministers verantwoordelijk voor de daden en uitspraken van de Koning der Belgen. Deze verantwoordelijkheid is absoluut, omdat de Koning onschendbaar is als staatshoofd. De koning kan dus nooit zijn eigen mening geven zonder de expliciete goedkeuring van een Minister. Hij moet immers volstrekt neutraal zijn en ook daarnaar handelen en mag, in het kader van de continuïteit van de monarchie, niet het voorwerp zijn van politieke discussie.
Om zijn grondwettelijke rol te laten spelen, kan de koning echter wel in audiënties zijn mening geven. Ook de personen die door de Vorst worden ontvangen hebben het recht vrijuit te spreken. Om deze vrijheid te kunnen garanderen moet alles wat er dan besproken wordt strikt tussen beiden gehouden worden. Indien er toch iets lekt, zal dit nooit door de Koning zelf zijn. In de media zegt men dan dat "de Kroon ontbloot is".
Het geheimhouden van de inhoud van de audiënties is cruciaal tijdens regeringsvormingen. De meeste politici houden zich ook strikt aan deze regel en zullen nooit een uitspraak doen over de inhoud van het gesprek of de mening van de Koning. Indien er toch een mededeling is, dan zal dit altijd met goedkeuring zijn van een minister.
Indien een politicus toch lekt naar de pers, wordt dit meestal streng afgekeurd.
Het afkondigen van audiënties beslist het hof naar eigen inzicht. De persoon zelf kan de vorst verzoeken om de audiëntie niet publiek te maken, het hof respecteert dan ook dit verzoek. Door bepaalde personen (al dan niet) in audiëntie te ontvangen kan de vorst een boodschap de wereld insturen. Wat Boudewijn heeft gedaan via premier Martens in de abortus kwestie.
Zo kom ik in het heden terecht.
Premier Sophie Wilmès (MR) neemt genoegen met de excuses van prins Joachim. Case closed.
Ik denk daar het mijne van, waarschijnlijk heeft ze andere katten te geselen. Oei, verkeerde woordkeuze. Hoe heet die minister van Buitenlandse Zaken ook alweer? Wel, die kan het gaan uitleggen in Peru en vooral ook in Spanje.
Gewoonterecht is recht dat gebaseerd is op gewoonten. Een belangrijk kenmerk van gewoonterecht is dat het van generatie op generatie mondeling wordt doorgegeven. Daarom wordt gewoonterecht ook wel ongeschreven recht en costumier recht genoemd.
Aangezien gewoonterecht ontstaat vanuit de samenleving is het de tegenhanger van wettenrecht, dat door de wetgever aan de samenleving wordt opgelegd. Het gewoonterecht is eeuwenlang de dominante rechtsbron geweest in West-Europa, maar is vrijwel geheel verdrongen door het wettenrecht.
Daar wou ik toe komen. Gewoonte om de goddelijken van Saksen-Coburg en Gotha of
de Borbón boven de wet te stellen. Ook die Spaanse godjes zijn niet echt volksmensen te noemen. Al die namen die eindigen op de Borbón zijn ook maar rijk geworden door te stelen, al dat goud is wel afkomstig van América del Sur - del Norte. De onzen hebben het te danken aan Leo II, en een beetje van Willem I met zijn Generale Maatschappij. Gelukkig is er nog Tommelein om hen recht te houden.
Allemaal die godjes zijn enorm verstandig. Prins Joachim heeft zelfs een Harvard-diploma. Terwijl hij de coronaregels niet geblokt krijgt. Toegegeven, echt simpel en duidelijk is het allemaal niet. Maar toch krijgen ze het niet in hun kop. Dank zij de brave burgers en hun belastingen doen dat soort lui nog altijd alsof het manna uit de lucht valt. Dankzij die God die ze in beide families o zo trouw zijn. Je zou voor minder.
Ik noem het gewoon arrogantie!
Gelukkig ben ik nog nooit uitgenodigd om Monseigneur of Sire te moeten zeggen. Want dan zou ik nu moeten zwijgen. Dat zou pas onderwerping zijn.
Beste Lezers, over die halfgod uit Amerika kan ik zeggen dat hij volger is van den dienen uit Oostende. Dit verschil, de Oostendenaar wil zijn beelden behouden omdat het wegnemen van een historisch standbeeld het racisme in onze maatschappij niet weg neemt. Den twitteraar wil de standbeelden in het Zuiden behouden omdat ze er mooi staan!
Voilà, zand erover voor deze week.
Groetjes
Hugo Peregrinus
Foto reeksen: De natuur op zijn mooist; Nieuwe maand, Pinksteren Weg-om; Op stap in de Polder, met de stapmaten!
Bij dit prachtige weer ben ik met het stalen ros doorheen een deeltje van Rivierenland gereden. Hier en daar is het wel eens minder 'natuurlijk'. Aan de andere kant denk je dan ook aan de velen die hier een dagtaak hebben. En in deze tijden is dat, heel zeker, ook niet onbelangrijk.
In de Mercator stede zijn ingrijpende urbanisatie werken aan de gang, slopen!
Op de overzet in Hemiksem was een ieder, bedienaars en gebruikers, voorzien van een maskertje.
Bij Op Stoapel zijn we, zoals te zien, ook conform de regels uitgerust om terug te vergaderen. Ook al zal dat gebeuren via Zoom. Zekerheid voor alles, een devies van de scheepsbouw!
En om de woensdag af te sluiten is het BBQ vuurke voor de eerste keer dit jaar opgestookt.
Morgen doe ik nog een tochtje met de voeten, ook dat moet onderhouden worden.
Wegom in afstand is maar om aan te duiden dat het toerke vandaag precies even lang is als de Weg-om (23km).
Ik was zinnens die Weg-om nogmaals te lopen maar ik ga dat beperken tot éénmaal per maand. Deze afstand is perfect wat training betreft. Vandaag heb ik er wel een tweetal uurtjes meer over gedaan.
Het begon al met de stand van de zon en de lichte bewolking. Mijn gemeente fotograveren nam al vlug een halfuurtje in beslag. Niet dat ik een goede fotograaf ben maar het lichtspel geeft toch altijd een ander zicht. Vandaar dat ik regelmatig op dezelfde plaats een shoot probeer. Ook het tijdstip is van enige importantie.
Dus voor mij, s'morgens vroeg of s'avonds bij ondergaande zon (op een koude dag), neem ik het liefst foto's voor de sfeer.
Via de (zoveel als mogelijk) trage wegen boven Tielrode naar Heimolen en vandaar verder tot Waasmunster. Omgekeerd zijn er meer trage wegen langs de polders.
Vandaag gezien dat men in het Klein Broek de laatste molshopen aan het opruimen is. En dat de Durme weeral een groot deel van zijn buffer capaciteit verloren is. Niettemin, bij hoog water is het nog altijd een mooi zicht.
Het fascinerende aan het regelmatig lopen van eenzelfde traject is dat je de natuur goed kan zien evolueren. De opeenvolging van de seizoenen en het daarbij horende zicht wijzigen steeds.
Gisteren was het de laatste avond dat we, met enkele buren, stipt op 20u buiten kwamen om te applaudisseren. Vanaf de woensdag volgend op 13 maart, ingang van de corona maatregelen, hebben we zonder onderbreking met applaus, fluitjes, pollepels en pannen of houten lepels en plankjes onze solidariteit betuigd met de verzorgende medemens.
Is de crisis nu voorbij? Nee, helemaal niet! Wel zie je de laatste week het verkeer flink toenemen, de lucht wordt terug meer en meer ontsiert door witte slierten en er komen meer mensen op straat. De ziekenhuizen liggen niet meer vol, het gewone leventje neemt terug een aanvang. Bijna wou ik schrijven “het normale” leven. Wellicht zal dat normale leven er in de toekomst toch enigszins anders uitzien.
Bij deze wil ik nogmaals hulde brengen aan ALLE verzorgenden, alle mensen die ervoor hebben gezorgd dat, ondanks het geklungel van de overheid, de maatschappij is blijven draaien en waarvoor vele mensen een ‘Dank U wel’ verdienen.
(Ik vermoed echter dat er binnen enkele jaren Hooggeplaatste Luitjes tot bij de Koning zullen mogen komen om een medaille opgespeld te krijgen)
Suikerfeest wordt vandaag gevierd.
Het Arabische ied-oel-fitr betekent "feestdag ter gelegenheid van het breken (van het vasten)". Ied of eid betekent in het Arabisch feest. Het woord is afgeleid van aud (terugkeren). Fitr (ontbijten) en iftar staan in relatie tot het verbreken van het vasten. Hieraan zou id-oel-fitr te herleiden zijn. In de volksmond wordt dit feest ook wel vaak het Suikerfeest genoemd, al geeft deze benaming geen juiste betekenis aan de religieuze beleving van Ied al-Fitr.
De naam Suikerfeest is afkomstig uit de Marokkaanse en Turkse gemeenschap omdat er veel zoete spijzen worden genuttigd. In het Turks wordt hierom ook vaak de benaming ªeker Bayramı gebruikt, maar soms ook de benaming Ramadanfeest (Ramazan Bayramı), omdat de term Suikerfeest te veel de nadruk zou leggen op de zoete spijzen die tijdens het feest veel gegeten worden.
Arabische moslims gebruiken de term Klein Feest (Ied el-Seghir, عيد الصغير) voor het feest in relatie met het Offerfeest dat ook wel het Grote Feest wordt genoemd. In Indonesië (en voormalig Nederlands-Indië) hanteert men de term Lebaran.
De term Suikerfeest is in zowel België als Nederland de meest gehanteerde benaming voor het feest aan het einde van de ramadanperiode.
Viering : De eerste ochtend van Ied-al-Fitr bezoeken mannen en vrouwen de moskee voor het gezamenlijke speciale gebed voor deze feestdag. De gelovigen dienen eerst de verplichte zakat (aalmoes) te hebben voldaan. De hoogte van deze zakat is de prijs van een maaltijd.
De rest van de dag gaat men zo mogelijk bij familie op bezoek.
Ter gelegenheid van de Ied-al-Fitr worden er feestelijke gerechten en (zoete) lekkernijen zoals lokum gegeten en geeft men elkaar en de armen cadeautjes. Veel vrouwen versieren hun handen met henna. Zowel de mannen als de vrouwen trekken meestal nieuwe kleren aan en het huis wordt extra netjes gemaakt voor deze feestdag.
Daarna gaan de mensen naar de ontmoetingsplaats, een moskee of een zaal, en in warme landen een stuk open terrein, om daar naar de preek van de imam te luisteren, waarmee de Ramadan echt afgesloten wordt. Ook de vrouwen en kinderen zijn daarbij meestal aanwezig, zoals de profeet heeft aanbevolen. Dan omhelzen de mensen elkaar, en vergeven zij elkaar eventuele fouten uit het afgelopen jaar. Ze wensen elkaar een gezegend feest.
Het feest duurt vaak meerdere dagen.
De Profeet zei in bij zijn aankomst in Medina:
“Allah heeft jullie hiervoor twee betere dagen gegeven (als feestdagen): de dag van Al-Fitr en de dag van Al-Adha.”.
Minder bedeelden krijgen vaak voedsel en soms kleding van de rijkere, ook is het een plicht om voor de armen te zorgen. Ook betalen ze het hele jaar door armenbelasting. Dat geld wordt dan uitgedeeld aan de armen.
Ook in Dendermonde was het vandaag feest, maar het Ros bleef op stal.
Het Ros Beiaard van Dendermonde is een folkloristisch paard, dat zijn oorsprong vindt in de sage van de Vier Heemskinderen. Het is de hoofdfiguur in een tienjaarlijkse, middeleeuwse ommegang. Het Ros Beiaard van Dendermonde staat sinds 2005 op de Lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid van de Unesco.
Dit is de sage zoals ze in de Dendermondse overlevering bestaat.
Aymon, heer van Dendermonde, leefde jarenlang in ruzie met Karel de Grote. Er kwam pas verzoening toen heer Aymon huwde met Adelheid, een nicht van Karel De Grote. Het echtpaar zette vier kloeke zonen op de wereld: Ritsaert, Writsaert, Adelaert en Reinout. Hun vader sloeg hen tot ridder en gaf ze elk een paard. Reinout was evenwel zo sterk dat hij zijn rijdier met één vuistslag velde. Een tweede paard werd hem aangeboden, maar reeds bij de eerste rit brak hij het de lenden. Omdat een ridder toch een paard moest hebben, bracht heer Aymon zijn zoon naar een burcht waarin het door iedereen gevreesde Ros Beiaard zat opgesloten. Na een heroïsch gevecht wist Reinout het dier aan zijn wil te onderwerpen.
Tijdens een hoog oplopende discussie aan het hof van Karel de Grote onthoofdde Reinout met één slag van zijn zwaard Karels zoon Lodewijk. De Vier Heemskinderen (verbastering van Aymonskinderen), gezeten op Beiaard, sloegen op de vlucht. Vanuit hun sterke burcht verdedigden de vier ridders zich tegen de steeds aanvallende legerbenden van Karel de Grote. De vier broers zagen echter de ongelijke strijd in en Beiaard bracht hen terug naar het ouderlijk verblijf in Dendermonde. Ze troffen er hun rouwende moeder aan. Heer Aymon was namelijk in de handen van Karel de Grote gevallen. Karel wilde enkel vrede sluiten als het duivelse Ros Beiaard aan hem werd uitgeleverd. Reinout weigerde op dit voorstel in te gaan. Uiteindelijk zwichtte hij onder de smeekbede van zijn moeder.
Het Ros werd naar de Dendermonding (Schelde) gebracht, kreeg een aantal zware molenstenen rond de nek en werd in het water gestort. Het Ros verbrijzelde tot tweemaal toe de stenen en zwom hinnikend naar de oever waar Reinout stond. Het tragische schouwspel werd hem te machtig en hij wendde het hoofd af. Het Ros Beiaard dat voor een derde keer boven water kwam, dacht dat zijn meester hem verloochende en verdronk.
Het Ros Beiaard, de drie gildereuzen en het folkloristisch patrimonium vinden hun oorsprong in de religieuze processies die in de Middeleeuwen door de straten van Dendermonde trokken. Sinds de 15e eeuw werden aan deze processies steeds meer wereldse elementen toegevoegd, waaronder reuzenfiguren. Doorheen de tijd groeide het Ros Beiaard uit tot de hoofdrolspeler van zijn eigen ommegang. Elke 10 jaar wordt het Ros Beiaard uit Dendermonde onder massale belangstelling door de stad gedragen.
Het Ros Beiaard wordt voorafgegaan door een middeleeuwse ommegang met honderden figuranten, acrobaten en praalwagens dat ook de sage van Ros Beiaard verteld.
Het Ros Beiaard is het onovertroffen symbool van Dendermonde en de trots van elke Dendermondenaar. Wanneer er zich een ommegang aankondigt stijgt de spanning en nervositeit in de stad en leeft elke inwoner in extase naar de ommegang van het Ros Beiaard toe. Met vele nevenactiviteiten wordt er dan ook maandenlang uitgekeken naar de dag van de ommegang.
Het zien voorbijkomen van het Ros Beiaard doet veel Dendermondenaars een traantje wegpinken, wat door buitenstaanders vaak op hoongelach onthaal wordt. Doch wordt het opzwepende, bijna bovenzinnelijke effect van die passage van het Paard vaak onderschat. Daarnaast speelt de duurtijd van 10 jaar tussen twee ommegangen ook op de emotionele snaar van de inwoners, op 10 jaar verandert er immers heel wat in een mensenleven. Vooral op latere leeftijd komt het besef dat het misschien de laatste keer is dat er samen met de ouders naar de ommegang gekeken wordt, dat mensen er zelf voor de de eerste keer met eigen kinderen naar kijken of beseffen oudere mensen dat het misschien de laatste keer is dat ze hun Paard hebben kunnen aanschouwen. Zo vormt het Ros Beiaard ook een, emotionele geladen, baken in de tijd.
Van op de grond tot het hoogste gedeelte van het hoofd meet het Ros Beiaard 4,85 meter. Rekent men daar nog de sierpluim bij, dan bereikt het een hoogte van 5,8 meter. Van de neus tot de staart is het Ros 5,2 meter lang. De breedte bedraagt precies 2 meter. De kop van het Ros Beiaard is van eikenhout, 120 centimeter lang, van oor tot bovenlip, en zijdelings 50 centimeter breed, van oog naar keel. De kop is hol en bestaat vooral uit twee wangen die door zwaluwstaarten verbonden zijn op schedel en bovenkaakbeen. Het paard weegt 800 kg, zonder Heemskinderen.
Het houten geraamte bevat drie ruimtes en biedt plaats voor 12 dragers of Pijnders die binnenin worden aangevoerd door hun ploegleider.
Het zadelkleed is bordeauxkleurig en aan de boorden voorzien van een fijne goud- en zilverdraad. Hierboven ligt een purperen dekkleed waarop men de wapens van de stad en van de gilden kan terugvinden. Tijdens de ommegang wordt het hoofd versierd met een sierpluim bestaande uit struisvogelveren in de stadskleuren van de stad.
Volgens sommigen werd het hoofd gebeeldhouwd in 1754, andere bronnen verklaren dat het in de 15e eeuw werd vervaardigd.
De Dendermondse traditie wil dat het nog steeds dezelfde kop is, die eens werd gebeiteld door Lieven Van de Velde. Die Dendermondse kunstenaar bracht veel van zijn tijd door in herbergen en was verslaafd aan alcohol en verwaarloosde zijn gezin. Toen zijn geld opraakte, smeedde hij plannen om een jonge man te overvallen en zijn geld te roven. Helaas bleek hij het verkeerde slachtoffer te hebben uitgekozen en werd hij opgesloten en veroordeeld tot de strop.
Ondertussen werd het nieuws bekendgemaakt dat het Ros Beiaard opnieuw zijn ronde zou maken in de stad van Dendermonde. Er was echter een probleem: de kop van het beroemde Ros Beiaard was door houtwormen herleid tot brandhout. Er bleek maar één kunstenaar in de stad te zijn die op een korte tijd een nieuwe kop kon beitelen, met name Van de Velde. In ruil voor zijn vrijlating zou hij de nieuwe kop vervaardigen, waarna Van de Velde, nog steeds volgens de overlevering, nog een voorbeeldig leven leidde.
Volgens sommige versies van het verhaal heeft men de ogen van de kunstenaar uitgestoken om te vermijden dat hij een tweede dergelijk kunstwerk zou maken.
Geheel volgens de sage nemen bij elke ommegang vier jeugdige broers uit Dendermonde, de Vier Heemskinderen, op het Paard plaats, getooid in volledige ridderuitrusting. Hun fysieke prestatie is al even bewonderenswaardig als die van de Pijnders (dragers), gezien hun positie op de brede rug van het paard en de duurtijd van de ommegang.
Bij de tienjaarlijkse ommegang heeft de keuze van de Vier Heemskinderen (Aymons kinderen) heel wat voeten in de aarde.
De selectiecriteria zijn niet min:
• Het moeten vier opeenvolgende broers zijn, zonder meisje ertussen.
• Ze moeten in Dendermonde geboren zijn.
• De ouders en de grootouders moeten in Dendermonde geboren zijn.
• Ze moeten tussen de 7 en 21 jaar zijn op de dag van de ommegang.
• Woonachtig in Dendermonde of een deelgemeente.
De Heemskinderen wacht tijdens de ommegang een zware taak. Zij moeten op de zeer brede rug van het paard plaatsnemen gedurende enkele uren. Dit geeft een grote belasting voor de beenspieren, het bekken, de liezen en de onderrug. De Heemskinderen worden, gedurende enkele maanden, voorafgaand aan de ommegang begeleid door een kinesist om hun spieren en pezen te rekken tot een zo groot mogelijke spreidstand.
Het pijndersambacht, ontstaan in de 14e eeuw, had het monopolie over lossen en laden van schepen en kelderen van wijn en bier. Vandaag zijn de Pijnders de exclusieve dragers van het Ros Beiaard in de Ommegangen. De leden zijn verenigd in de gilde der Vrije Pijnders en kent zo'n 60-tal leden waaruit drie groepen van twaalf dragers en enkele reservedragers geselecteerd worden.
De zware taak om het Ros Beiaard door de stad te dragen is niet te onderschatten waardoor de Pijnders een cruciale rol hebben. Zij hebben niet alleen de verantwoordelijkheid over de veiligheid van het Ros en de Vier Heemskinderen, maar de bewegingen van het Paard moeten ook gesynchroniseerd gebeuren met de regie-aanwijzingen. Tempo en aangepaste snelheid zijn van hoofdbelang en worden voor elke ommegang ingestudeerd. Zo wordt elke ploeg van dragers langs buiten aangevoerd door de gildedeken en van binnenuit door een ploegleider die de cadans bepaalt en het bevel geeft om te steigeren, te groeten of te wijken.
Voor elke ommegang wordt er maandenlang geoefend aan de kazerne, waar het Paard zijn rustplaats heeft. Het dragen van het Paard is fysiek zeer zwaar daar elke Pijnder meer dan 85 kg moet torsen. Daarbij komend dat de verschillende manoeuvres, zoals het steigeren van het Paard en het lopen over een niet altijd even stabiele ondergrond, er voor zorgt dat de lasten niet altijd gelijk verdeeld zijn. Zo moeten bij het steigeren de Pijnders vooraan in het Paard heffen terwijl de achterste dragers door de knieën gaan.
Naast de effectieve dragers en reserverdagers zijn er ook Pijnders die een andere functie vervullen tijdens de tocht die het Ros maakt:
- De vier schragendragers zetten bij elk oponthoud van het Ros de schragen neer waarop het Ros rust.
- De twee ladderdragers zorgen dat de ladder wordt meegedragen waarmee de Vier Heemskinderen het Ros op- en afstijgen.
- De twee zuipdragers hebben de belangrijke taak om de dragers van het Ros Beiaard onderweg te voorzien van drank.
De sage wordt verhaald in de stadshymne van Dendermonde. De hymne maakt ook een allusie op de rivaliteit met buurstad Aalst, die het Dendermondse paard zou benijden.
De rivaliteit tussen Aalst en Dendermonde is vermoedelijk ontstaan rond 1195. De heer van Dendermonde zou té hoge tolrechten op de Dendervaart hebben gevraagd aan de Aalstenaars.
Wanneer de Aalstenaars hiervoor een klacht indienden bij de Graaf van Vlaanderen en in hun gelijk werden gesteld kwam het tot een hele reeks plagerijen, spotliedjes en spotnamen tussen de twee steden.
Logischer wijze is ook het Dendermondse Ros Beiaard een doorn in het oog van de Aalstenaars. Ze vinden het nogal een pathetisch schouwspel dat er zoveel ophef wordt gemaakt over een Paard dat één keer om de zoveel tijd op "basketsloefen" rondjes maakt en daarbij heel wat volk tot tranen toe beweegt.
Als ludiek antwoord rijdt er ieder jaar met carnaval het Ros Balatum door de straten van Aalst en is het een traditie geworden om - vooral tijdens de Aalsterse carnavalsperiode of in aanloop van de Ros Beiaardommegang - de spot te drijven met het Ros Beiaard, tot grote verontwaardiging van de Dendermondenaars.
De lijst met daden binnen deze "vete" is behoorlijk lang waarbij het (proberen) ontvoeren van elkaars stadsprominenten en burgemeesters geen uitzondering was, evenals beide steden regelmatig elkaars paard hebben proberen stelen.
De "rivaliteit" tussen deze twee Dendersteden wordt tot de dag van vandaag aan beide zijden levendig gehouden, al moet gezegd dat het eerder om vriendschappelijke plagerijen en humorvolle acties gaat.
Deze morgen een kort toerke gemaakt doorheen de velden tot Tielrode en langs de binnendijk terug. Ook weer even in mijn (jeugd) kapelleke binnen geweest. Wat me daar opvalt is dat er sinds corona meer noveen kaarsen branden.
In die kapel eens goed gekeken naar de glasramen en de vele heilige beelden die er staan opgesteld. Ik was alleen op dat moment en kon niemand storen om enkele foto's te maken. Hieronder enige info van al die Heiligen!
De H. Barbara is een christelijke heilige en martelares. Zij is een van de veertien Noodhelpers. Er is vrij weinig met zekerheid gekend over de heilige Barbara. Ook het jaar van haar dood is onzeker.
De heilige Agnes stierf als dertienjarige martelares voor het christelijk geloof. Agnes werd als dertienjarige aan heidense goden gewijd en was het slachtoffer van verkrachting. Toen zij naar de tempel van Minerva werd gebracht, maakte zij een kruisteken en weigerde zich tegen God te keren.
St Cecilia is een Romeinse martelares en heilige in de Katholieke Kerk. De gedenkdag van de heilige is 22 november. Volgens de legende kwam ze uit een Romeinse voorname familie, gens Caecilia. Ze zou zeer jong zijn gedwongen te huwen met iemand uit een andere Romeinse adellijke familie.
St Eligius is de beschermheilige voor goud-, zilver- en hoefsmeden, slotenmakers, metaalbewerkers, muntmeesters en muntenverzamelaars, graveurs, horlogemakers, lampenmakers, elektriciens, informatici, korfvlechters, zadelmakers, koetsenbouwers, koetsiers, garagehouders, paardenhandelaren, dierenartsen, boeren, boerenknechten, pachters en mijnwerkers. (wat een job!)
St Antonius van Padua is de beschermheilige voor Franciscanen, verloren voorwerpen, (alleenstaande) vrouwen en kinderen, armen, bakkers, mijnwerkers, het huwelijk, reizigers, pelgrims en verliefden
Patroon tegen schipbreuk, de pest en koorts
Er is nog een tweede Antonius. Ik vermoed dat het de eerste is welke is afgebeeld in de kapel, maar voor de volledigheid geef ik nog even de andere mee. Ook al omdat het wederom een duizendpoot moet zijn geweest.
St Antonius van Egypte is de beschermheilige voor Wevers, slagers, suikerbakkers, mandenmakers, begrafenisondernemers, zakkendragers, zwijnenhoeders, varkens en huisdieren
Tegen de pest, ziekten, vuur en veeziekten.
St Gerardus Majella is de patroonheilige van kleermakers, portiers en zwangere vrouwen.
St Christoffel of Christoforus is een heilige in de rooms-katholieke kerk en de oosters-orthodoxe kerken. Christoffel geldt als een belangrijke heilige die in vele landen en perioden vereerd werd en wordt.
In 1969 is hij echter door het Vaticaan afgevoerd van de Heiligenkalender. Pech dus!
Met de Noodhelpers wordt binnen de Katholieke Kerk een groep van veertien heiligen bedoeld die behalve individueel ook als groep worden vereerd en aangeroepen. Ze staan ook bekend onder de naam Veertien Heilige Helpers. Zij worden helpers genoemd omdat zij in het bijzonder zouden helpen bij allerhande ziektes en aandoeningen. De groep Nothelfer verschijnt voor het eerst in de 14e eeuw in het Duitse Rijnland. Vermoedelijk ontstond daar het gebruik om deze heiligen gezamenlijk te vereren als gevolg van een pestepidemie. Centraal in de groep staan drie vrouwelijke martelaressen, over wie in Duitsland het volgende rijmpje bestaat:
Sankt Margaretha mit dem Wurm,
Sankt Barbara mit dem Turm,
Sankt Katharina mit dem Radl,
das sind die heiligen drei Madl
(vertaling: Sint-Margaretha met de draak, Sint-Barbara met de toren, Sint-Catharina met het wiel, dat zijn de drie heilige maagden)
De veertien heiligen zijn:
- Achatius, martelaar, aangeroepen tegen hoofdpijn
- Barbara, maagd en martelares, aangeroepen tegen koorts
- Blasius, bisschop en martelaar, aangeroepen tegen keelpijn
- Catharina, maagd en martelares, aangeroepen tegen de pest
- Christoffel, martelaar, aangeroepen tegen de pest
- Cyriacus, diaken en martelaar, aangeroepen tegen bekoringen op het sterfbed
- Dionysius, bisschop en martelaar, aangeroepen tegen hoofdpijn
- Egidius, kluizenaar en abt, aangeroepen tegen plagen
- Erasmus van Formiae, bisschop en martelaar, aangeroepen tegen maag- en darmklachten, ook bekend als Sint-Elmo
- Eustachius, martelaar, aangeroepen tegen familiale meningsverschillen
- Joris, soldaat martelaar, aangeroepen tegen ziekten van huisdieren
- Margaretha, maagd en martelares, aangeroepen bij zwangerschap
- Pantaleon, bisschop en martelaar, patroonheilige van artsen
De laatste twee weken kijk ik niet meer naar de TV nieuws uitzendingen. En dat is geen vorm van struisvogel politiek. Ik ben die BV's, die toch ook maar een gewone mening hebben, beu gehoord. En dan vooral die .... kiekens.
Bij het naar de radio luisteren krijg je ook (te) regelmatig een update (!) en herhaling van het nieuws van de dag. Veel variatie zit daar meestal niet op. Corona is wel uiterst belangrijk, te veel is wel degelijk te veel. Ook belangrijk nieuws is het overlijden van de King en Queen van Rock-'n-Roll, Richard Wayne Penniman.
De Gazet en zijn titels.
Vandaag weer op de eerste pagina van Het Nieuwsblad: Voetbalbond gebruikt cororna-geld UEFA voor eigen kantoren. Aandacht getrokken, op naar pagina 1 van de sportkatern. Blijkt, volgens de KBVB zegsman, dat een deel van de 4.3 miljoen euro eigenlijk geen corona steun is van de UEFA en dat het geld al toegezegd was voor de crisis. Dat de UEFA geld doneert aan de (voetbal) sportbonden is op zich al een vraagteken waard. Nog straffer is het dat ze dit corona steun noemen terwijl er jaarlijks een som geld aan de bonden wordt gegeven. Vanwaar afkomstig?
Dat de Bobo's, meestal al goed verdienende sujetten, er dan nog voor kiezen om hun burelen en feestzalen fraai uit te rusten laat vooral zien hoe wereldvreemd deze ... (geen woorden meer voor) zijn.
Terwijl vele kleine clubs met moeite het hoofd boven water houden, niet te versmaden "bondstaksen" moeten betalen (om die .... te laten freten en zuipen), houden die ... absoluut geen rekening met hun onderdanen. Ze schieten als het ware in hun eigen voeten. Tenzij:
Tenzij de staat, onze politiekers dus, hun ogen blijven sluiten (of mee profiteren) voor de middelvinger die zelfde .... opsteken richting maatschappij. Het is juist deze maatschappij die deze dikke nekken voetballerij onrechtmatig ondersteunt.
Dik betaalde voetballers krijgen steun via:
- bijna geen afhoudingen van hun riant loon
- dat ze ook mee profiteren van de sociale voorzieningen
- genieten van economische werkloosheidssteun
- de rekening betaald van de politiediensten bij matchen
- bij veel kleine clubs draait de gemeente of stad op voor het onderhoud van de pleinen. Die pleinen moeten dat nog uit kunstgras zijn gelegd, verwarmd en voorzien van een sproei installatie. Toppunt van middelvinger is dan nog dat er enkel mannekes met studs mogen over lopen, betaald hé!
- witwassen van geld
- en dan is er nog zoiets als het BAS? Het wat? Ja wat is dat eigenlijk, weer zo'n schimmige constructie om wat recht is krom te krijgen, of is het omgekeerd?
Afijn, is er nu geen enkele politieke partij die hier eens een partij standpunt van kan maken bij de volgende verkiezingen. Of zitten de huidige partijen vol met club voorzitters en dik betaalde advocaten die de vele processen en procedure's van die KBVB arrangeren.
Niet van dezelfde orde van grote, wat Money betreft, wel wat machts misbruik betreft, volgende artikel. Die vindt je in de krant terug op pagina 16, het is dan ook geen groot nieuws: Amper 5 jaar aan de macht, maar wel 3.5 miljart verduisterd.
Het huidige regime (dat ook niet koosjer is natuurlijk) tracht dit geld terug te vorderen. Het duurt al vele jaren en vele procedure slagen maar die belastings paradijzen laten dit niet zo maar gebeuren. Arm Afrika? De VN schat dat Nigeria, het betreffende land, tussen 1960 en 1999 zo'n 355 miljard verloren heeft door corruptie.
Geen vragen meer!
Jammer van corona maar ik ben goed in stap vorm. De weg-om is in vier uurtjes gelopen. Niet dat het moet in die tijd, het gaat gewoon goed. Als ik volgende week had kunnen vertrekken op pelgrimage zouden die 30km per dag maar een kwestie van enkele dagen zijn geweest. Volgend jaar? Inderdaad een groot vraagteken. Toch blijven we oefenen.
Koud deze morgen, toch redelijk weer.
Mocht de krant alleen maar bestaan uit die artikels gewijd aan de BV's en andere noodzakelijkheden, het abonement was al lang opgezegd! Gelukkig zijn er nog mensen met gezond verstand die goed en degelijk kunnen schrijven. (en nee, ik ben dat niet! dat schrijven natuurlijk)
Dat heb je als je graag naar de radio luistert. Zoals op zondagmorgen 10u, de Pré Historie. En beginnen met Fats gevolgd door den Elvis, het kan slechter zijn!
Alle stokjes op een hoop:
Beste Lezers,
Deze week te voet naar het Rode Kruis centrum in S/N gestapt om Plasma te geven. Waarom de bus nemen als het zo mooi weer is, lekker fris in de morgen, weinig verkeer. (Wel heb ik gezien dat de laatste twee weken het vracht- én personen verkeer op de E17 terug flink toeneemt.)
En het was een beetje een wandeling door memory lane. Vermits ik in mijn jeugd lid was van St-Paulus scouts te Sint-Niklaas vertrok ik elke zondag rond 13u30 met de fiets richting Passtraat. De weg die ik toen dikwijls fietste heb ik nu te voet afgelegd. En dan begin je in het geheugen te zoeken van waar stond wat, hoe is het veranderd.
In de Schoenstraat is een oude boerderij afgebroken (waar ik nog op de hooizolder heb gespeeld), in de plaats staat een villa. Het zwembad wordt nu aangelegd. Ter hoogte van de snelweg en watertoren was vroeger een spooroverweg, enkel voor voetgangers en landbouw voertuigen. Nu is de draad op een strategische plaats open gemaakt.
In de Passtraat, iets na de kleine Heimelinkstraat, stond een kapel alwaar ons lokaal gevestigd was. Als ik eraan denk hoe in die oude ruimte en het naastgelegen (krot) woninkske welpen, jong- en verkenners vergaderden, zou dat heden ten dage nog kunnen/mogen!
Even iets anders doen, asperges kuisen.
De lekkernij is ondertussen al verorberd, à la flamande.
In de Pas(straat) was ik gebleven.
Medio de jaren 60 herinner ik me nog een paaskamp. Dit vond plaats op Puytvoet en het materiaal werd door onszelf ter plaatse gebracht. En de patrouille leiders en hulp PLs moesten dat maar doen. Geautomatiseerd vervoer was nog niet aan de orde, de pierewiet was ons hulpmiddel. Met een tent, die nauwelijks met vier jonge gasten te tillen was, een goed gevulde patrouille koffer met potten en pannen, haringen, touwen, hamer en bijlen wasmiddel.. blinkmiddel.. werd de stootkar met veel jong geweld geduwd, getrokken en gesleurd van de Pas via de Raap, Grote en Kleine Breedstraat, Hertenstraat, Puytvoetstraat en vooral den Puytvoetwegel (zand) naar Puytvoet.
Daar het geheel te veel gewicht en volume had werden we verplicht om de tocht tweemaal te doen. De les die hierbij geleerd werd was dat je steeds drinken mee moet nemen. Doordat het een zeer warme verhuis dag was bleken de kelen na de eerste tocht bij terugkeer een flinke slok water te kunnen gebruiken. (nooit meer vergeten)
Eens alle materiaal ter plekke kon begonnen worden aan het opstellen van de tenten, het sjorren van de keuken en patrouillehoek. Ook hier deed de pierewiet zijn dienst om het sjorhout aan te brengen.
Het moet niet gezegd dat je savonds niet gewiegd moest worden en dat je geen last had van muggen tijdens de nacht.
Op zondag werd na het middag eten het kamp beëindigd en begonnen de werkzaamheden in omgekeerde richting.
Ik heb op G Maps eens gemeten naar de afstand van P naar P (Pas-Puytvoet of omgekeerd) en die bedraagt 3.7km. Of dat vandaag nog kan, jonge gasten (11-14 jaar) die met een stootkar door de stad trekken.
Na het aftappen van voldoende witte bloedcellen vervolgde ik mijn tocht. Eerst doorheen de stad langs de Priesteragewijk, die ik nog heb weten opbouwen (flarden). Een tante heeft nog in het Shell tankstation gewoond toen de grote baan nog doorheen de stad liep. Vele rustpunten en winkels zijn verdwenen, straten zijn er bijgekomen of eenrichting geworden, vele gebouwen zijn vernieuwd of verdwenen.
De kasseien van een stuk van de Hoogkamerstraat zijn gebleven. Het fietspad van toen lijkt me veel smaller. In de winter was ik dikwijls dankbaar met de weinige straat verlichting. Het zwakke schijnsel was dikwijls voldoende om het fietspad nog te kunnen zien liggen. Op de hoek van de Houten Schoen met de Eigenlostraat kwam het bijna tot een botsing met een andere fietser. Ik reed toen met mijn vaders oude fiets waarvan ik het stuur naar beneden had gezet, precies een oude koersfiets!
Grtjs en hou het gezond.
Fotos: MAAT (Masker Atelier August Wauterstraat Temse), verdwenen rustpunten, kasseien.
Dat heb je als je graag naar de radio luisterd. Zoals op zondagmorgen 10u, de Pré Historie. En beginnen met Fats gevolgd door den Elvis, het kan slechter zijn!
Alle stokjes op een hoop:
Beste Lezers,
Deze week te voet naar het Rode Kruis centrum in S/N gestapt om Plasma te geven. Waarom de bus nemen als het zo mooi weer is, lekker fris in de morgen, weinig verkeer. (Wel heb ik gezien dat de laatste twee weken het vracht- én personen verkeer op de E17 terug flink toeneemt.)
En het was een beetje een wandeling door memory lane. Vermits ik in mijn jeugd lid was van St-Paulus scouts te Sint-Niklaas vertrok ik elke zondag rond 13u30 met de fiets richting Passtraat. De weg die ik toen dikwijls fietste heb ik nu te voet afgelegd. En dan begin je in het geheugen te zoeken van waar stond wat, hoe is het veranderd.
In de Schoenstraat is een oude boerderij afgebroken, in de plaats staat een villa. Het zwembad wordt nu aangelegd. Ter hoogte van de snelweg en watertoren was vroeger een spoor overweg, enkel voor voetgangers en landbouw voertuigen. Nu is de draad op een strategische plaats open gemaakt. In de Passtraat stond een kapel alwaar ons lokaal gevestigd was. Als ik eraan denk hoe in oude ruimte en het naastgelegen (krot) woninkske welpen, jong- en verkenners vergaderden, zou dat heden ten dage nog kunnen/mogen!
Even iets anders doen, asperges kuisen.
De lekkernij is ondertussen al verorberd à la flamande.