Bellum ita suscipiatur, ut nihil aliud nisi pax quaesita videatur - De oorlog moet zo opgenomen worden, dat niets anders tenzij de vrede schijnt gezocht te worden. Hugo Peregrinus
14-06-2020
Hoe blauw?
Beste Lezers,
Het blauw fabriekje blijft nog altijd goed draaien. Wellicht valt deze week het doek over de regering met volmachten. Het is tijd dat er weer enige controle komt op het in wilde weg rond strooien van belastingsgeld.
Je kan natuurlijk wel stellen dat dit altijd al zo is geweest. Alleen, met volmachten is het makkelijker te doen, de verantwoording is er niet meer.
Ja, de drogredenen, dat het is om de economie te steunen kan je ook anders zien. Als de overheid nu eens meer de plaatselijke bedrijven zou helpen met, en ik citeer, correct geprijsde opdrachten met redelijke termijnen en met minder haakjes en ogen, het zou al een start kunnen zijn. Na enkele jaren weet iedereen dat er bij een overheidsofferte minder kan worden gesjoemeld.
Maar dat is wellicht dagdromen.
Een dagmerrie is, de aanwezigheid van een minister van Mobiliteit op de persvlucht van ASL FLY EXECUTIVE op uitnodiging van de CEO van de luchthavens Antwerpen en Oostende Marcel Buelens en de Limburgse luchtvaartondernemer Philippe Bodson. Bij mijn weten zal de modale burger geen gebruik maken van deze opportuniteit. Het is dan nog meer een dagmerrie dat de regionale luchthavens kunnen genieten van steunmaatregelen, geput uit het Vlaams noodfonds!
Visie zonder actie is een dagdroom.
Actie zonder visie is een nachtmerrie!
Deze en vorige week zijn we met enkele stapmaten op weg geweest. Beide keren hebben we ons beperkt tot de Kruibeekse Polder. Dit om de verplaatsingen te beperken, dus niet met de trein laat staan met het vl.... tuig.
Als titel boven deze bijdrage wou ik zetten: De Kroon (niet) Ontbloten. Voor goed voelende Vlamingen wordt dit dan Colloque singulier.
Het colloque singulier is de zwijgplicht die van kracht is nadat men door de Koning der Belgen in audiëntie is ontvangen. Dit geldt niet alleen voor politici en ministers van Staat, maar voor iedere burger die ontvangen wordt in audiëntie door de vorst of vorstin. Het colloque singulier is een grondwettelijke gewoonte.
Volgens de Belgische wetten zijn de Belgische Federale ministers verantwoordelijk voor de daden en uitspraken van de Koning der Belgen. Deze verantwoordelijkheid is absoluut, omdat de Koning onschendbaar is als staatshoofd. De koning kan dus nooit zijn eigen mening geven zonder de expliciete goedkeuring van een Minister. Hij moet immers volstrekt neutraal zijn en ook daarnaar handelen en mag, in het kader van de continuïteit van de monarchie, niet het voorwerp zijn van politieke discussie.
Om zijn grondwettelijke rol te laten spelen, kan de koning echter wel in audiënties zijn mening geven. Ook de personen die door de Vorst worden ontvangen hebben het recht vrijuit te spreken. Om deze vrijheid te kunnen garanderen moet alles wat er dan besproken wordt strikt tussen beiden gehouden worden. Indien er toch iets lekt, zal dit nooit door de Koning zelf zijn. In de media zegt men dan dat "de Kroon ontbloot is".
Het geheimhouden van de inhoud van de audiënties is cruciaal tijdens regeringsvormingen. De meeste politici houden zich ook strikt aan deze regel en zullen nooit een uitspraak doen over de inhoud van het gesprek of de mening van de Koning. Indien er toch een mededeling is, dan zal dit altijd met goedkeuring zijn van een minister.
Indien een politicus toch lekt naar de pers, wordt dit meestal streng afgekeurd.
Het afkondigen van audiënties beslist het hof naar eigen inzicht. De persoon zelf kan de vorst verzoeken om de audiëntie niet publiek te maken, het hof respecteert dan ook dit verzoek. Door bepaalde personen (al dan niet) in audiëntie te ontvangen kan de vorst een boodschap de wereld insturen. Wat Boudewijn heeft gedaan via premier Martens in de abortus kwestie.
Zo kom ik in het heden terecht.
Premier Sophie Wilmès (MR) neemt genoegen met de excuses van prins Joachim. Case closed.
Ik denk daar het mijne van, waarschijnlijk heeft ze andere katten te geselen. Oei, verkeerde woordkeuze. Hoe heet die minister van Buitenlandse Zaken ook alweer? Wel, die kan het gaan uitleggen in Peru en vooral ook in Spanje.
Gewoonterecht is recht dat gebaseerd is op gewoonten. Een belangrijk kenmerk van gewoonterecht is dat het van generatie op generatie mondeling wordt doorgegeven. Daarom wordt gewoonterecht ook wel ongeschreven recht en costumier recht genoemd.
Aangezien gewoonterecht ontstaat vanuit de samenleving is het de tegenhanger van wettenrecht, dat door de wetgever aan de samenleving wordt opgelegd. Het gewoonterecht is eeuwenlang de dominante rechtsbron geweest in West-Europa, maar is vrijwel geheel verdrongen door het wettenrecht.
Daar wou ik toe komen. Gewoonte om de goddelijken van Saksen-Coburg en Gotha of
de Borbón boven de wet te stellen. Ook die Spaanse godjes zijn niet echt volksmensen te noemen. Al die namen die eindigen op de Borbón zijn ook maar rijk geworden door te stelen, al dat goud is wel afkomstig van América del Sur - del Norte. De onzen hebben het te danken aan Leo II, en een beetje van Willem I met zijn Generale Maatschappij. Gelukkig is er nog Tommelein om hen recht te houden.
Allemaal die godjes zijn enorm verstandig. Prins Joachim heeft zelfs een Harvard-diploma. Terwijl hij de coronaregels niet geblokt krijgt. Toegegeven, echt simpel en duidelijk is het allemaal niet. Maar toch krijgen ze het niet in hun kop. Dank zij de brave burgers en hun belastingen doen dat soort lui nog altijd alsof het manna uit de lucht valt. Dankzij die God die ze in beide families o zo trouw zijn. Je zou voor minder.
Ik noem het gewoon arrogantie!
Gelukkig ben ik nog nooit uitgenodigd om Monseigneur of Sire te moeten zeggen. Want dan zou ik nu moeten zwijgen. Dat zou pas onderwerping zijn.
Beste Lezers, over die halfgod uit Amerika kan ik zeggen dat hij volger is van den dienen uit Oostende. Dit verschil, de Oostendenaar wil zijn beelden behouden omdat het wegnemen van een historisch standbeeld het racisme in onze maatschappij niet weg neemt. Den twitteraar wil de standbeelden in het Zuiden behouden omdat ze er mooi staan!
Voilà, zand erover voor deze week.
Groetjes
Hugo Peregrinus
Foto reeksen: De natuur op zijn mooist; Nieuwe maand, Pinksteren Weg-om; Op stap in de Polder, met de stapmaten!
Bij dit prachtige weer ben ik met het stalen ros doorheen een deeltje van Rivierenland gereden. Hier en daar is het wel eens minder 'natuurlijk'. Aan de andere kant denk je dan ook aan de velen die hier een dagtaak hebben. En in deze tijden is dat, heel zeker, ook niet onbelangrijk.
In de Mercator stede zijn ingrijpende urbanisatie werken aan de gang, slopen!
Op de overzet in Hemiksem was een ieder, bedienaars en gebruikers, voorzien van een maskertje.
Bij Op Stoapel zijn we, zoals te zien, ook conform de regels uitgerust om terug te vergaderen. Ook al zal dat gebeuren via Zoom. Zekerheid voor alles, een devies van de scheepsbouw!
En om de woensdag af te sluiten is het BBQ vuurke voor de eerste keer dit jaar opgestookt.
Morgen doe ik nog een tochtje met de voeten, ook dat moet onderhouden worden.
Wegom in afstand is maar om aan te duiden dat het toerke vandaag precies even lang is als de Weg-om (23km).
Ik was zinnens die Weg-om nogmaals te lopen maar ik ga dat beperken tot éénmaal per maand. Deze afstand is perfect wat training betreft. Vandaag heb ik er wel een tweetal uurtjes meer over gedaan.
Het begon al met de stand van de zon en de lichte bewolking. Mijn gemeente fotograveren nam al vlug een halfuurtje in beslag. Niet dat ik een goede fotograaf ben maar het lichtspel geeft toch altijd een ander zicht. Vandaar dat ik regelmatig op dezelfde plaats een shoot probeer. Ook het tijdstip is van enige importantie.
Dus voor mij, s'morgens vroeg of s'avonds bij ondergaande zon (op een koude dag), neem ik het liefst foto's voor de sfeer.
Via de (zoveel als mogelijk) trage wegen boven Tielrode naar Heimolen en vandaar verder tot Waasmunster. Omgekeerd zijn er meer trage wegen langs de polders.
Vandaag gezien dat men in het Klein Broek de laatste molshopen aan het opruimen is. En dat de Durme weeral een groot deel van zijn buffer capaciteit verloren is. Niettemin, bij hoog water is het nog altijd een mooi zicht.
Het fascinerende aan het regelmatig lopen van eenzelfde traject is dat je de natuur goed kan zien evolueren. De opeenvolging van de seizoenen en het daarbij horende zicht wijzigen steeds.
Gisteren was het de laatste avond dat we, met enkele buren, stipt op 20u buiten kwamen om te applaudisseren. Vanaf de woensdag volgend op 13 maart, ingang van de corona maatregelen, hebben we zonder onderbreking met applaus, fluitjes, pollepels en pannen of houten lepels en plankjes onze solidariteit betuigd met de verzorgende medemens.
Is de crisis nu voorbij? Nee, helemaal niet! Wel zie je de laatste week het verkeer flink toenemen, de lucht wordt terug meer en meer ontsiert door witte slierten en er komen meer mensen op straat. De ziekenhuizen liggen niet meer vol, het gewone leventje neemt terug een aanvang. Bijna wou ik schrijven “het normale” leven. Wellicht zal dat normale leven er in de toekomst toch enigszins anders uitzien.
Bij deze wil ik nogmaals hulde brengen aan ALLE verzorgenden, alle mensen die ervoor hebben gezorgd dat, ondanks het geklungel van de overheid, de maatschappij is blijven draaien en waarvoor vele mensen een ‘Dank U wel’ verdienen.
(Ik vermoed echter dat er binnen enkele jaren Hooggeplaatste Luitjes tot bij de Koning zullen mogen komen om een medaille opgespeld te krijgen)
Suikerfeest wordt vandaag gevierd.
Het Arabische ied-oel-fitr betekent "feestdag ter gelegenheid van het breken (van het vasten)". Ied of eid betekent in het Arabisch feest. Het woord is afgeleid van aud (terugkeren). Fitr (ontbijten) en iftar staan in relatie tot het verbreken van het vasten. Hieraan zou id-oel-fitr te herleiden zijn. In de volksmond wordt dit feest ook wel vaak het Suikerfeest genoemd, al geeft deze benaming geen juiste betekenis aan de religieuze beleving van Ied al-Fitr.
De naam Suikerfeest is afkomstig uit de Marokkaanse en Turkse gemeenschap omdat er veel zoete spijzen worden genuttigd. In het Turks wordt hierom ook vaak de benaming ªeker Bayramı gebruikt, maar soms ook de benaming Ramadanfeest (Ramazan Bayramı), omdat de term Suikerfeest te veel de nadruk zou leggen op de zoete spijzen die tijdens het feest veel gegeten worden.
Arabische moslims gebruiken de term Klein Feest (Ied el-Seghir, عيد الصغير) voor het feest in relatie met het Offerfeest dat ook wel het Grote Feest wordt genoemd. In Indonesië (en voormalig Nederlands-Indië) hanteert men de term Lebaran.
De term Suikerfeest is in zowel België als Nederland de meest gehanteerde benaming voor het feest aan het einde van de ramadanperiode.
Viering : De eerste ochtend van Ied-al-Fitr bezoeken mannen en vrouwen de moskee voor het gezamenlijke speciale gebed voor deze feestdag. De gelovigen dienen eerst de verplichte zakat (aalmoes) te hebben voldaan. De hoogte van deze zakat is de prijs van een maaltijd.
De rest van de dag gaat men zo mogelijk bij familie op bezoek.
Ter gelegenheid van de Ied-al-Fitr worden er feestelijke gerechten en (zoete) lekkernijen zoals lokum gegeten en geeft men elkaar en de armen cadeautjes. Veel vrouwen versieren hun handen met henna. Zowel de mannen als de vrouwen trekken meestal nieuwe kleren aan en het huis wordt extra netjes gemaakt voor deze feestdag.
Daarna gaan de mensen naar de ontmoetingsplaats, een moskee of een zaal, en in warme landen een stuk open terrein, om daar naar de preek van de imam te luisteren, waarmee de Ramadan echt afgesloten wordt. Ook de vrouwen en kinderen zijn daarbij meestal aanwezig, zoals de profeet heeft aanbevolen. Dan omhelzen de mensen elkaar, en vergeven zij elkaar eventuele fouten uit het afgelopen jaar. Ze wensen elkaar een gezegend feest.
Het feest duurt vaak meerdere dagen.
De Profeet zei in bij zijn aankomst in Medina:
“Allah heeft jullie hiervoor twee betere dagen gegeven (als feestdagen): de dag van Al-Fitr en de dag van Al-Adha.”.
Minder bedeelden krijgen vaak voedsel en soms kleding van de rijkere, ook is het een plicht om voor de armen te zorgen. Ook betalen ze het hele jaar door armenbelasting. Dat geld wordt dan uitgedeeld aan de armen.
Ook in Dendermonde was het vandaag feest, maar het Ros bleef op stal.
Het Ros Beiaard van Dendermonde is een folkloristisch paard, dat zijn oorsprong vindt in de sage van de Vier Heemskinderen. Het is de hoofdfiguur in een tienjaarlijkse, middeleeuwse ommegang. Het Ros Beiaard van Dendermonde staat sinds 2005 op de Lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid van de Unesco.
Dit is de sage zoals ze in de Dendermondse overlevering bestaat.
Aymon, heer van Dendermonde, leefde jarenlang in ruzie met Karel de Grote. Er kwam pas verzoening toen heer Aymon huwde met Adelheid, een nicht van Karel De Grote. Het echtpaar zette vier kloeke zonen op de wereld: Ritsaert, Writsaert, Adelaert en Reinout. Hun vader sloeg hen tot ridder en gaf ze elk een paard. Reinout was evenwel zo sterk dat hij zijn rijdier met één vuistslag velde. Een tweede paard werd hem aangeboden, maar reeds bij de eerste rit brak hij het de lenden. Omdat een ridder toch een paard moest hebben, bracht heer Aymon zijn zoon naar een burcht waarin het door iedereen gevreesde Ros Beiaard zat opgesloten. Na een heroïsch gevecht wist Reinout het dier aan zijn wil te onderwerpen.
Tijdens een hoog oplopende discussie aan het hof van Karel de Grote onthoofdde Reinout met één slag van zijn zwaard Karels zoon Lodewijk. De Vier Heemskinderen (verbastering van Aymonskinderen), gezeten op Beiaard, sloegen op de vlucht. Vanuit hun sterke burcht verdedigden de vier ridders zich tegen de steeds aanvallende legerbenden van Karel de Grote. De vier broers zagen echter de ongelijke strijd in en Beiaard bracht hen terug naar het ouderlijk verblijf in Dendermonde. Ze troffen er hun rouwende moeder aan. Heer Aymon was namelijk in de handen van Karel de Grote gevallen. Karel wilde enkel vrede sluiten als het duivelse Ros Beiaard aan hem werd uitgeleverd. Reinout weigerde op dit voorstel in te gaan. Uiteindelijk zwichtte hij onder de smeekbede van zijn moeder.
Het Ros werd naar de Dendermonding (Schelde) gebracht, kreeg een aantal zware molenstenen rond de nek en werd in het water gestort. Het Ros verbrijzelde tot tweemaal toe de stenen en zwom hinnikend naar de oever waar Reinout stond. Het tragische schouwspel werd hem te machtig en hij wendde het hoofd af. Het Ros Beiaard dat voor een derde keer boven water kwam, dacht dat zijn meester hem verloochende en verdronk.
Het Ros Beiaard, de drie gildereuzen en het folkloristisch patrimonium vinden hun oorsprong in de religieuze processies die in de Middeleeuwen door de straten van Dendermonde trokken. Sinds de 15e eeuw werden aan deze processies steeds meer wereldse elementen toegevoegd, waaronder reuzenfiguren. Doorheen de tijd groeide het Ros Beiaard uit tot de hoofdrolspeler van zijn eigen ommegang. Elke 10 jaar wordt het Ros Beiaard uit Dendermonde onder massale belangstelling door de stad gedragen.
Het Ros Beiaard wordt voorafgegaan door een middeleeuwse ommegang met honderden figuranten, acrobaten en praalwagens dat ook de sage van Ros Beiaard verteld.
Het Ros Beiaard is het onovertroffen symbool van Dendermonde en de trots van elke Dendermondenaar. Wanneer er zich een ommegang aankondigt stijgt de spanning en nervositeit in de stad en leeft elke inwoner in extase naar de ommegang van het Ros Beiaard toe. Met vele nevenactiviteiten wordt er dan ook maandenlang uitgekeken naar de dag van de ommegang.
Het zien voorbijkomen van het Ros Beiaard doet veel Dendermondenaars een traantje wegpinken, wat door buitenstaanders vaak op hoongelach onthaal wordt. Doch wordt het opzwepende, bijna bovenzinnelijke effect van die passage van het Paard vaak onderschat. Daarnaast speelt de duurtijd van 10 jaar tussen twee ommegangen ook op de emotionele snaar van de inwoners, op 10 jaar verandert er immers heel wat in een mensenleven. Vooral op latere leeftijd komt het besef dat het misschien de laatste keer is dat er samen met de ouders naar de ommegang gekeken wordt, dat mensen er zelf voor de de eerste keer met eigen kinderen naar kijken of beseffen oudere mensen dat het misschien de laatste keer is dat ze hun Paard hebben kunnen aanschouwen. Zo vormt het Ros Beiaard ook een, emotionele geladen, baken in de tijd.
Van op de grond tot het hoogste gedeelte van het hoofd meet het Ros Beiaard 4,85 meter. Rekent men daar nog de sierpluim bij, dan bereikt het een hoogte van 5,8 meter. Van de neus tot de staart is het Ros 5,2 meter lang. De breedte bedraagt precies 2 meter. De kop van het Ros Beiaard is van eikenhout, 120 centimeter lang, van oor tot bovenlip, en zijdelings 50 centimeter breed, van oog naar keel. De kop is hol en bestaat vooral uit twee wangen die door zwaluwstaarten verbonden zijn op schedel en bovenkaakbeen. Het paard weegt 800 kg, zonder Heemskinderen.
Het houten geraamte bevat drie ruimtes en biedt plaats voor 12 dragers of Pijnders die binnenin worden aangevoerd door hun ploegleider.
Het zadelkleed is bordeauxkleurig en aan de boorden voorzien van een fijne goud- en zilverdraad. Hierboven ligt een purperen dekkleed waarop men de wapens van de stad en van de gilden kan terugvinden. Tijdens de ommegang wordt het hoofd versierd met een sierpluim bestaande uit struisvogelveren in de stadskleuren van de stad.
Volgens sommigen werd het hoofd gebeeldhouwd in 1754, andere bronnen verklaren dat het in de 15e eeuw werd vervaardigd.
De Dendermondse traditie wil dat het nog steeds dezelfde kop is, die eens werd gebeiteld door Lieven Van de Velde. Die Dendermondse kunstenaar bracht veel van zijn tijd door in herbergen en was verslaafd aan alcohol en verwaarloosde zijn gezin. Toen zijn geld opraakte, smeedde hij plannen om een jonge man te overvallen en zijn geld te roven. Helaas bleek hij het verkeerde slachtoffer te hebben uitgekozen en werd hij opgesloten en veroordeeld tot de strop.
Ondertussen werd het nieuws bekendgemaakt dat het Ros Beiaard opnieuw zijn ronde zou maken in de stad van Dendermonde. Er was echter een probleem: de kop van het beroemde Ros Beiaard was door houtwormen herleid tot brandhout. Er bleek maar één kunstenaar in de stad te zijn die op een korte tijd een nieuwe kop kon beitelen, met name Van de Velde. In ruil voor zijn vrijlating zou hij de nieuwe kop vervaardigen, waarna Van de Velde, nog steeds volgens de overlevering, nog een voorbeeldig leven leidde.
Volgens sommige versies van het verhaal heeft men de ogen van de kunstenaar uitgestoken om te vermijden dat hij een tweede dergelijk kunstwerk zou maken.
Geheel volgens de sage nemen bij elke ommegang vier jeugdige broers uit Dendermonde, de Vier Heemskinderen, op het Paard plaats, getooid in volledige ridderuitrusting. Hun fysieke prestatie is al even bewonderenswaardig als die van de Pijnders (dragers), gezien hun positie op de brede rug van het paard en de duurtijd van de ommegang.
Bij de tienjaarlijkse ommegang heeft de keuze van de Vier Heemskinderen (Aymons kinderen) heel wat voeten in de aarde.
De selectiecriteria zijn niet min:
• Het moeten vier opeenvolgende broers zijn, zonder meisje ertussen.
• Ze moeten in Dendermonde geboren zijn.
• De ouders en de grootouders moeten in Dendermonde geboren zijn.
• Ze moeten tussen de 7 en 21 jaar zijn op de dag van de ommegang.
• Woonachtig in Dendermonde of een deelgemeente.
De Heemskinderen wacht tijdens de ommegang een zware taak. Zij moeten op de zeer brede rug van het paard plaatsnemen gedurende enkele uren. Dit geeft een grote belasting voor de beenspieren, het bekken, de liezen en de onderrug. De Heemskinderen worden, gedurende enkele maanden, voorafgaand aan de ommegang begeleid door een kinesist om hun spieren en pezen te rekken tot een zo groot mogelijke spreidstand.
Het pijndersambacht, ontstaan in de 14e eeuw, had het monopolie over lossen en laden van schepen en kelderen van wijn en bier. Vandaag zijn de Pijnders de exclusieve dragers van het Ros Beiaard in de Ommegangen. De leden zijn verenigd in de gilde der Vrije Pijnders en kent zo'n 60-tal leden waaruit drie groepen van twaalf dragers en enkele reservedragers geselecteerd worden.
De zware taak om het Ros Beiaard door de stad te dragen is niet te onderschatten waardoor de Pijnders een cruciale rol hebben. Zij hebben niet alleen de verantwoordelijkheid over de veiligheid van het Ros en de Vier Heemskinderen, maar de bewegingen van het Paard moeten ook gesynchroniseerd gebeuren met de regie-aanwijzingen. Tempo en aangepaste snelheid zijn van hoofdbelang en worden voor elke ommegang ingestudeerd. Zo wordt elke ploeg van dragers langs buiten aangevoerd door de gildedeken en van binnenuit door een ploegleider die de cadans bepaalt en het bevel geeft om te steigeren, te groeten of te wijken.
Voor elke ommegang wordt er maandenlang geoefend aan de kazerne, waar het Paard zijn rustplaats heeft. Het dragen van het Paard is fysiek zeer zwaar daar elke Pijnder meer dan 85 kg moet torsen. Daarbij komend dat de verschillende manoeuvres, zoals het steigeren van het Paard en het lopen over een niet altijd even stabiele ondergrond, er voor zorgt dat de lasten niet altijd gelijk verdeeld zijn. Zo moeten bij het steigeren de Pijnders vooraan in het Paard heffen terwijl de achterste dragers door de knieën gaan.
Naast de effectieve dragers en reserverdagers zijn er ook Pijnders die een andere functie vervullen tijdens de tocht die het Ros maakt:
- De vier schragendragers zetten bij elk oponthoud van het Ros de schragen neer waarop het Ros rust.
- De twee ladderdragers zorgen dat de ladder wordt meegedragen waarmee de Vier Heemskinderen het Ros op- en afstijgen.
- De twee zuipdragers hebben de belangrijke taak om de dragers van het Ros Beiaard onderweg te voorzien van drank.
De sage wordt verhaald in de stadshymne van Dendermonde. De hymne maakt ook een allusie op de rivaliteit met buurstad Aalst, die het Dendermondse paard zou benijden.
De rivaliteit tussen Aalst en Dendermonde is vermoedelijk ontstaan rond 1195. De heer van Dendermonde zou té hoge tolrechten op de Dendervaart hebben gevraagd aan de Aalstenaars.
Wanneer de Aalstenaars hiervoor een klacht indienden bij de Graaf van Vlaanderen en in hun gelijk werden gesteld kwam het tot een hele reeks plagerijen, spotliedjes en spotnamen tussen de twee steden.
Logischer wijze is ook het Dendermondse Ros Beiaard een doorn in het oog van de Aalstenaars. Ze vinden het nogal een pathetisch schouwspel dat er zoveel ophef wordt gemaakt over een Paard dat één keer om de zoveel tijd op "basketsloefen" rondjes maakt en daarbij heel wat volk tot tranen toe beweegt.
Als ludiek antwoord rijdt er ieder jaar met carnaval het Ros Balatum door de straten van Aalst en is het een traditie geworden om - vooral tijdens de Aalsterse carnavalsperiode of in aanloop van de Ros Beiaardommegang - de spot te drijven met het Ros Beiaard, tot grote verontwaardiging van de Dendermondenaars.
De lijst met daden binnen deze "vete" is behoorlijk lang waarbij het (proberen) ontvoeren van elkaars stadsprominenten en burgemeesters geen uitzondering was, evenals beide steden regelmatig elkaars paard hebben proberen stelen.
De "rivaliteit" tussen deze twee Dendersteden wordt tot de dag van vandaag aan beide zijden levendig gehouden, al moet gezegd dat het eerder om vriendschappelijke plagerijen en humorvolle acties gaat.
Deze morgen een kort toerke gemaakt doorheen de velden tot Tielrode en langs de binnendijk terug. Ook weer even in mijn (jeugd) kapelleke binnen geweest. Wat me daar opvalt is dat er sinds corona meer noveen kaarsen branden.
In die kapel eens goed gekeken naar de glasramen en de vele heilige beelden die er staan opgesteld. Ik was alleen op dat moment en kon niemand storen om enkele foto's te maken. Hieronder enige info van al die Heiligen!
De H. Barbara is een christelijke heilige en martelares. Zij is een van de veertien Noodhelpers. Er is vrij weinig met zekerheid gekend over de heilige Barbara. Ook het jaar van haar dood is onzeker.
De heilige Agnes stierf als dertienjarige martelares voor het christelijk geloof. Agnes werd als dertienjarige aan heidense goden gewijd en was het slachtoffer van verkrachting. Toen zij naar de tempel van Minerva werd gebracht, maakte zij een kruisteken en weigerde zich tegen God te keren.
St Cecilia is een Romeinse martelares en heilige in de Katholieke Kerk. De gedenkdag van de heilige is 22 november. Volgens de legende kwam ze uit een Romeinse voorname familie, gens Caecilia. Ze zou zeer jong zijn gedwongen te huwen met iemand uit een andere Romeinse adellijke familie.
St Eligius is de beschermheilige voor goud-, zilver- en hoefsmeden, slotenmakers, metaalbewerkers, muntmeesters en muntenverzamelaars, graveurs, horlogemakers, lampenmakers, elektriciens, informatici, korfvlechters, zadelmakers, koetsenbouwers, koetsiers, garagehouders, paardenhandelaren, dierenartsen, boeren, boerenknechten, pachters en mijnwerkers. (wat een job!)
St Antonius van Padua is de beschermheilige voor Franciscanen, verloren voorwerpen, (alleenstaande) vrouwen en kinderen, armen, bakkers, mijnwerkers, het huwelijk, reizigers, pelgrims en verliefden
Patroon tegen schipbreuk, de pest en koorts
Er is nog een tweede Antonius. Ik vermoed dat het de eerste is welke is afgebeeld in de kapel, maar voor de volledigheid geef ik nog even de andere mee. Ook al omdat het wederom een duizendpoot moet zijn geweest.
St Antonius van Egypte is de beschermheilige voor Wevers, slagers, suikerbakkers, mandenmakers, begrafenisondernemers, zakkendragers, zwijnenhoeders, varkens en huisdieren
Tegen de pest, ziekten, vuur en veeziekten.
St Gerardus Majella is de patroonheilige van kleermakers, portiers en zwangere vrouwen.
St Christoffel of Christoforus is een heilige in de rooms-katholieke kerk en de oosters-orthodoxe kerken. Christoffel geldt als een belangrijke heilige die in vele landen en perioden vereerd werd en wordt.
In 1969 is hij echter door het Vaticaan afgevoerd van de Heiligenkalender. Pech dus!
Met de Noodhelpers wordt binnen de Katholieke Kerk een groep van veertien heiligen bedoeld die behalve individueel ook als groep worden vereerd en aangeroepen. Ze staan ook bekend onder de naam Veertien Heilige Helpers. Zij worden helpers genoemd omdat zij in het bijzonder zouden helpen bij allerhande ziektes en aandoeningen. De groep Nothelfer verschijnt voor het eerst in de 14e eeuw in het Duitse Rijnland. Vermoedelijk ontstond daar het gebruik om deze heiligen gezamenlijk te vereren als gevolg van een pestepidemie. Centraal in de groep staan drie vrouwelijke martelaressen, over wie in Duitsland het volgende rijmpje bestaat:
Sankt Margaretha mit dem Wurm,
Sankt Barbara mit dem Turm,
Sankt Katharina mit dem Radl,
das sind die heiligen drei Madl
(vertaling: Sint-Margaretha met de draak, Sint-Barbara met de toren, Sint-Catharina met het wiel, dat zijn de drie heilige maagden)
De veertien heiligen zijn:
- Achatius, martelaar, aangeroepen tegen hoofdpijn
- Barbara, maagd en martelares, aangeroepen tegen koorts
- Blasius, bisschop en martelaar, aangeroepen tegen keelpijn
- Catharina, maagd en martelares, aangeroepen tegen de pest
- Christoffel, martelaar, aangeroepen tegen de pest
- Cyriacus, diaken en martelaar, aangeroepen tegen bekoringen op het sterfbed
- Dionysius, bisschop en martelaar, aangeroepen tegen hoofdpijn
- Egidius, kluizenaar en abt, aangeroepen tegen plagen
- Erasmus van Formiae, bisschop en martelaar, aangeroepen tegen maag- en darmklachten, ook bekend als Sint-Elmo
- Eustachius, martelaar, aangeroepen tegen familiale meningsverschillen
- Joris, soldaat martelaar, aangeroepen tegen ziekten van huisdieren
- Margaretha, maagd en martelares, aangeroepen bij zwangerschap
- Pantaleon, bisschop en martelaar, patroonheilige van artsen
De laatste twee weken kijk ik niet meer naar de TV nieuws uitzendingen. En dat is geen vorm van struisvogel politiek. Ik ben die BV's, die toch ook maar een gewone mening hebben, beu gehoord. En dan vooral die .... kiekens.
Bij het naar de radio luisteren krijg je ook (te) regelmatig een update (!) en herhaling van het nieuws van de dag. Veel variatie zit daar meestal niet op. Corona is wel uiterst belangrijk, te veel is wel degelijk te veel. Ook belangrijk nieuws is het overlijden van de King en Queen van Rock-'n-Roll, Richard Wayne Penniman.
De Gazet en zijn titels.
Vandaag weer op de eerste pagina van Het Nieuwsblad: Voetbalbond gebruikt cororna-geld UEFA voor eigen kantoren. Aandacht getrokken, op naar pagina 1 van de sportkatern. Blijkt, volgens de KBVB zegsman, dat een deel van de 4.3 miljoen euro eigenlijk geen corona steun is van de UEFA en dat het geld al toegezegd was voor de crisis. Dat de UEFA geld doneert aan de (voetbal) sportbonden is op zich al een vraagteken waard. Nog straffer is het dat ze dit corona steun noemen terwijl er jaarlijks een som geld aan de bonden wordt gegeven. Vanwaar afkomstig?
Dat de Bobo's, meestal al goed verdienende sujetten, er dan nog voor kiezen om hun burelen en feestzalen fraai uit te rusten laat vooral zien hoe wereldvreemd deze ... (geen woorden meer voor) zijn.
Terwijl vele kleine clubs met moeite het hoofd boven water houden, niet te versmaden "bondstaksen" moeten betalen (om die .... te laten freten en zuipen), houden die ... absoluut geen rekening met hun onderdanen. Ze schieten als het ware in hun eigen voeten. Tenzij:
Tenzij de staat, onze politiekers dus, hun ogen blijven sluiten (of mee profiteren) voor de middelvinger die zelfde .... opsteken richting maatschappij. Het is juist deze maatschappij die deze dikke nekken voetballerij onrechtmatig ondersteunt.
Dik betaalde voetballers krijgen steun via:
- bijna geen afhoudingen van hun riant loon
- dat ze ook mee profiteren van de sociale voorzieningen
- genieten van economische werkloosheidssteun
- de rekening betaald van de politiediensten bij matchen
- bij veel kleine clubs draait de gemeente of stad op voor het onderhoud van de pleinen. Die pleinen moeten dat nog uit kunstgras zijn gelegd, verwarmd en voorzien van een sproei installatie. Toppunt van middelvinger is dan nog dat er enkel mannekes met studs mogen over lopen, betaald hé!
- witwassen van geld
- en dan is er nog zoiets als het BAS? Het wat? Ja wat is dat eigenlijk, weer zo'n schimmige constructie om wat recht is krom te krijgen, of is het omgekeerd?
Afijn, is er nu geen enkele politieke partij die hier eens een partij standpunt van kan maken bij de volgende verkiezingen. Of zitten de huidige partijen vol met club voorzitters en dik betaalde advocaten die de vele processen en procedure's van die KBVB arrangeren.
Niet van dezelfde orde van grote, wat Money betreft, wel wat machts misbruik betreft, volgende artikel. Die vindt je in de krant terug op pagina 16, het is dan ook geen groot nieuws: Amper 5 jaar aan de macht, maar wel 3.5 miljart verduisterd.
Het huidige regime (dat ook niet koosjer is natuurlijk) tracht dit geld terug te vorderen. Het duurt al vele jaren en vele procedure slagen maar die belastings paradijzen laten dit niet zo maar gebeuren. Arm Afrika? De VN schat dat Nigeria, het betreffende land, tussen 1960 en 1999 zo'n 355 miljard verloren heeft door corruptie.
Geen vragen meer!
Jammer van corona maar ik ben goed in stap vorm. De weg-om is in vier uurtjes gelopen. Niet dat het moet in die tijd, het gaat gewoon goed. Als ik volgende week had kunnen vertrekken op pelgrimage zouden die 30km per dag maar een kwestie van enkele dagen zijn geweest. Volgend jaar? Inderdaad een groot vraagteken. Toch blijven we oefenen.
Koud deze morgen, toch redelijk weer.
Mocht de krant alleen maar bestaan uit die artikels gewijd aan de BV's en andere noodzakelijkheden, het abonement was al lang opgezegd! Gelukkig zijn er nog mensen met gezond verstand die goed en degelijk kunnen schrijven. (en nee, ik ben dat niet! dat schrijven natuurlijk)
Dat heb je als je graag naar de radio luistert. Zoals op zondagmorgen 10u, de Pré Historie. En beginnen met Fats gevolgd door den Elvis, het kan slechter zijn!
Alle stokjes op een hoop:
Beste Lezers,
Deze week te voet naar het Rode Kruis centrum in S/N gestapt om Plasma te geven. Waarom de bus nemen als het zo mooi weer is, lekker fris in de morgen, weinig verkeer. (Wel heb ik gezien dat de laatste twee weken het vracht- én personen verkeer op de E17 terug flink toeneemt.)
En het was een beetje een wandeling door memory lane. Vermits ik in mijn jeugd lid was van St-Paulus scouts te Sint-Niklaas vertrok ik elke zondag rond 13u30 met de fiets richting Passtraat. De weg die ik toen dikwijls fietste heb ik nu te voet afgelegd. En dan begin je in het geheugen te zoeken van waar stond wat, hoe is het veranderd.
In de Schoenstraat is een oude boerderij afgebroken (waar ik nog op de hooizolder heb gespeeld), in de plaats staat een villa. Het zwembad wordt nu aangelegd. Ter hoogte van de snelweg en watertoren was vroeger een spooroverweg, enkel voor voetgangers en landbouw voertuigen. Nu is de draad op een strategische plaats open gemaakt.
In de Passtraat, iets na de kleine Heimelinkstraat, stond een kapel alwaar ons lokaal gevestigd was. Als ik eraan denk hoe in die oude ruimte en het naastgelegen (krot) woninkske welpen, jong- en verkenners vergaderden, zou dat heden ten dage nog kunnen/mogen!
Even iets anders doen, asperges kuisen.
De lekkernij is ondertussen al verorberd, à la flamande.
In de Pas(straat) was ik gebleven.
Medio de jaren 60 herinner ik me nog een paaskamp. Dit vond plaats op Puytvoet en het materiaal werd door onszelf ter plaatse gebracht. En de patrouille leiders en hulp PLs moesten dat maar doen. Geautomatiseerd vervoer was nog niet aan de orde, de pierewiet was ons hulpmiddel. Met een tent, die nauwelijks met vier jonge gasten te tillen was, een goed gevulde patrouille koffer met potten en pannen, haringen, touwen, hamer en bijlen wasmiddel.. blinkmiddel.. werd de stootkar met veel jong geweld geduwd, getrokken en gesleurd van de Pas via de Raap, Grote en Kleine Breedstraat, Hertenstraat, Puytvoetstraat en vooral den Puytvoetwegel (zand) naar Puytvoet.
Daar het geheel te veel gewicht en volume had werden we verplicht om de tocht tweemaal te doen. De les die hierbij geleerd werd was dat je steeds drinken mee moet nemen. Doordat het een zeer warme verhuis dag was bleken de kelen na de eerste tocht bij terugkeer een flinke slok water te kunnen gebruiken. (nooit meer vergeten)
Eens alle materiaal ter plekke kon begonnen worden aan het opstellen van de tenten, het sjorren van de keuken en patrouillehoek. Ook hier deed de pierewiet zijn dienst om het sjorhout aan te brengen.
Het moet niet gezegd dat je savonds niet gewiegd moest worden en dat je geen last had van muggen tijdens de nacht.
Op zondag werd na het middag eten het kamp beëindigd en begonnen de werkzaamheden in omgekeerde richting.
Ik heb op G Maps eens gemeten naar de afstand van P naar P (Pas-Puytvoet of omgekeerd) en die bedraagt 3.7km. Of dat vandaag nog kan, jonge gasten (11-14 jaar) die met een stootkar door de stad trekken.
Na het aftappen van voldoende witte bloedcellen vervolgde ik mijn tocht. Eerst doorheen de stad langs de Priesteragewijk, die ik nog heb weten opbouwen (flarden). Een tante heeft nog in het Shell tankstation gewoond toen de grote baan nog doorheen de stad liep. Vele rustpunten en winkels zijn verdwenen, straten zijn er bijgekomen of eenrichting geworden, vele gebouwen zijn vernieuwd of verdwenen.
De kasseien van een stuk van de Hoogkamerstraat zijn gebleven. Het fietspad van toen lijkt me veel smaller. In de winter was ik dikwijls dankbaar met de weinige straat verlichting. Het zwakke schijnsel was dikwijls voldoende om het fietspad nog te kunnen zien liggen. Op de hoek van de Houten Schoen met de Eigenlostraat kwam het bijna tot een botsing met een andere fietser. Ik reed toen met mijn vaders oude fiets waarvan ik het stuur naar beneden had gezet, precies een oude koersfiets!
Grtjs en hou het gezond.
Fotos: MAAT (Masker Atelier August Wauterstraat Temse), verdwenen rustpunten, kasseien.
Dat heb je als je graag naar de radio luisterd. Zoals op zondagmorgen 10u, de Pré Historie. En beginnen met Fats gevolgd door den Elvis, het kan slechter zijn!
Alle stokjes op een hoop:
Beste Lezers,
Deze week te voet naar het Rode Kruis centrum in S/N gestapt om Plasma te geven. Waarom de bus nemen als het zo mooi weer is, lekker fris in de morgen, weinig verkeer. (Wel heb ik gezien dat de laatste twee weken het vracht- én personen verkeer op de E17 terug flink toeneemt.)
En het was een beetje een wandeling door memory lane. Vermits ik in mijn jeugd lid was van St-Paulus scouts te Sint-Niklaas vertrok ik elke zondag rond 13u30 met de fiets richting Passtraat. De weg die ik toen dikwijls fietste heb ik nu te voet afgelegd. En dan begin je in het geheugen te zoeken van waar stond wat, hoe is het veranderd.
In de Schoenstraat is een oude boerderij afgebroken, in de plaats staat een villa. Het zwembad wordt nu aangelegd. Ter hoogte van de snelweg en watertoren was vroeger een spoor overweg, enkel voor voetgangers en landbouw voertuigen. Nu is de draad op een strategische plaats open gemaakt. In de Passtraat stond een kapel alwaar ons lokaal gevestigd was. Als ik eraan denk hoe in oude ruimte en het naastgelegen (krot) woninkske welpen, jong- en verkenners vergaderden, zou dat heden ten dage nog kunnen/mogen!
Even iets anders doen, asperges kuisen.
De lekkernij is ondertussen al verorberd à la flamande.
Voor mij maakt deze crisis enkele zaken heel duidelijk: ons Belgisch samenlevingsmodel is onwerkbaar. Niet dat er iets mis is met onderhandelen om alzo tot een besluitvorming te komen. Alleen, wie heeft nog zeggenschap over wat? Hoeveel advies organen, overlegcomitées, management groepen, experten, task forces moeten overeenkomen met evenzovele nationale raden, interministeriële conferenties, ministerraden, superkernen, federaal coördinatiecomitee en al hun onder verdelingen.
En ineens smijten alle regeringen met geld alsof het niks is. Is dat omdat voor al die vergaderingen de excellenties een premie opstrijken? en alzo de 'gewone' burger ook iets toegeworpen krijgen.
In een land dat, zonder corona crisis al op zijn financieel tandvlees zit, is over de verdeling van die premies en tegemoet komingen zelfs totaal geen overleg!
Maar over dit alles lig ik niet meer wakker. Te veel nieuws, zowel goed als slecht, te veel raadgevingen, zowel goed als slecht: het maakt dat een mens totaal niet meer geloofd van wat wie dan ook nog komt te vertellen.
Tenzij die persoon uit het Kremlin komt.
"Ik denk dat hier een groot leiderschap uit spreekt", ja, dat komt uit de mond van de kleine Trump.
Er is inderdaad niet van te verschieten dat ook in ons landeke sommigen grootheidswaanzin krijgen. Zie overleg orgaan en adviesraad met experten.
Het is treurig vast te stellen dat zelfs in deze tijden, dat mensen applaudiseren om 08u voor diegenen die werkelijk iets betekenen, de politiekers niks anders kunnen dan voortdoen wat ze best kunnen: eigen belang eerst (en zakken..) en overheidsgeld spenderen aan het onderuithalen van de tegenstander.
Echt leiderschap moet zichzelf niet in de verf zetten. Meer nog, als je moet zeggen dat je goed bezig bent, is het eigenlijk al verloren. (zo denk ik er samen met mevr Van Impe ook over)
Grtjs en hou het gezond.
Hugo Peregrinus
Foto:s.
- Link met voorbeeld van hoe een hydrant te beveiligen op een werf op de Zaat.
- Link met krantenartikel over hoe leerkrachten meehelpen aan de maatschappij
- Link naar een aantal moppen ontvangen via Whatsapp.
Nota:
- Bij die mensen die er echt iets toedoen reken ik ook onze politie diensten. Chapeau!
- Geen Dodentocht dit jaar, het zal moeilijk zijn om aan 30 deelnames te komen. Niet getreurd, het is altijd nog iets om naar te streven! en te blijven goan!
- 20 jaar is het geleden dat Robert Mosuse is gestorven. Destijds zijn aangrijpend laatste intervieuw gelezen in den Humo, nu nog tranen in de ogen bij een terugblik van zijn broer Ronny en Bart Peeters.
Wat het artikel van gisteren, aangaande Roger Casement, aangaat vermeld ik MI5 tussen haakjes.
Die benaming is in die periode wellicht nog niet correct. De spionage dienst bestond al lang. Vooral in het woelige Ierland, met zijn vele opstanden, krioelde het van de spionnen. Georganiseerde spionage, gestructureerd van uit London, neemt een aanvang in 1909.
Of Roger Casement al of niet homosexueel was doet eigenlijk niks terzake. Men wou hem absoluut ter dood brengen, ondanks wereldwijde protesten tegen zijn terechtstelling. Levenslang had ook gekund. Wellicht heeft men (SSB) zijn dagboek (Black Diaries) misbruikt en lichtjes gewijzigd of op zijn minst anders geïnterpreteerd zodat de publieke opinie 'nen vuile homo' (indertijd verboden bij wet!) liever dood dan levend wou.
Ik geef hieronder een kort (dankzij Wiki) overzicht van de Security Service
MI5.
Opgericht 1909 als Secret Service Bureau
De Security Service, beter bekend als MI5 (Military Intelligence, Section 5), is de veiligheidsdienst van het Verenigd Koninkrijk.
Het hoofdkantoor van MI5 bevindt zich in het Thames House in Millbank te Londen. Eerder was de dienst gevestigd in Gower Street (1976-1995), Leconfield House, Curzon Street (1945-1976) en Cromwell Road (193?-1937).
De dienst heeft als taak de Britse parlementaire democratie te beschermen, maar ook de Britse economische belangen veilig te stellen. Voorts is MI5 verantwoordelijk voor de bestrijding van zware criminaliteit, zoals militant separatisme, terrorisme en spionage, binnen de grenzen van het Verenigd Koninkrijk.
MI5 houdt zich dus voornamelijk met interne veiligheid bezig, terwijl MI6 voor de externe veiligheid is bedoeld.
Ierland is de enige uitzondering op de regel, omdat het de enige staat is die aan de grenzen van het moederland ligt.
In navolging van de Amerikaanse geheime dienst CIA en de FBI heeft ook MI5 een webformulier
geïntroduceerd dat het publiek kan gebruiken om tips door te geven wanneer men op de hoogte is van terroristische activiteiten. MI5 is eveneens bekend onder de naam BOX, omdat het officiële oorlogsadres postbus 500 was. Het huidige adres is PO Box 3255, Londen SW1P 1AE.
Niet alleen MI5 en MI6 waren actief. Er zijn nog meer zogenaamde MI-secties geweest, die gedurende verschillende decennia vanaf de Eerste Wereldoorlog actief waren maar nu zijn opgeheven. Deze zijn tegenwoordig veelal ondergebracht bij MI5 en MI6 of het GCHQ.
De volgende MI-secties zijn bekend:
MI1 (Directoraat van de Militaire Inlichtingendienst, waaronder het kraken van codes in de Eerste Wereldoorlog)
MI2 (inlichtingen afkomstig uit de Sovjet-Unie en Scandinavië)
MI3 (inlichtingen afkomstig uit Duitsland en Oost-Europa)
MI4 (luchtverkenning tijdens de Tweede Wereldoorlog, ook wel de map support unit genoemd)
MI6 (ook bekend als Secret Intelligence Service)
MI7 (militaire propaganda en censuurmaatregelen tijdens de Tweede Wereldoorlog)
MI8 (onderschepping en interpretatie van communicatie)
MI9 (geheime opdrachten en exfiltratie van geallieerde krijgsgevangenen uit bezet Duits gebied in de Tweede Wereldoorlog)
MI10 (wapens en technische analyse)
MI11 (Field Security Police)
MI12 (communismebestrijding)
MI14 (Duitse specialisten)
MI17 (secretariaat van de MI-afdelingen)
MI18 (debriefing van geallieerde krijgsgevangenen)
MI R (verantwoordelijk voor de oprichting van de geheime Home Guard Auxiliary Units). Later ging MI-R op in SOE.
Op dit moment worden de meeste inlichtingen verzameld door de Defence Intelligence Staff, een onderdeel van het Britse ministerie van Defensie met ondersteuning van de SIS (MI6) en GCHQ (Government Communications Headquarters), samen met de geallieerde inlichtingendiensten.
Lijst van hoofden van MI5
1909–1940: Vernon Kell
1940–1941: A.W.A. Harker
1941–1946: David Petrie
1946–1953: Percy Sillitoe
1953–1956: Dick White
1956–1965: Roger Hollis
1965–1972: Martin Furnival Jones
1972–1979: Michael Hanley
1979–1981: Howard Smith
1981–1985: John Jones
1985–1988: Anthony Duff
1988–1992: Patrick Walker
1992–1996: Stella Rimington
1996–2002: Stephen Lander
2002–21 april 2007: Eliza Manningham-Buller
sinds 21 april 2007: Jonathan Evans
Grtjs
Hugo Peregrinus
Foto: Het huidige MI5-gebouw in het Thames House in Londen
Twee artikels in de weekend krant (Het Nieuwsblad) trokken speciaal mijn aandacht.
De corornacrisis is er geen van, daarover is het laatste woord nog niet geschreven. De 'afrekening' hiervan zal pas veel later worden opgemaakt. Dat woord 'entre parenthèses' mag je in velerlei betekennisen interpreteren.
Deze (semi franse) zin slaat niet alleen om het financiële, onze houding in velerlei omstandigheden wel.
Een eerste artikel dat mijn bijzondere aandacht trok betrof de hoofdredactrice van voormelde krant. In de bijdrage vertelt ze haar verhaal. Een verhaal van hoe ze haar leven met kanker ervaren heeft, wat ze ervan geleerd heeft en hoe het is om terug te keren te midden van de coronacrisis.
Tijdens haar strijd tegen kanker schreef ze twaalf nieuwsbrieven om vrienden, collega's en supporters op de hoogte te houden. Al die brieven staan nu afgedrukt bij het verhaal. (met mooie tekeningen erbij)
Het is een mooi en aangrijpend relaas.
In deze tijden wil ik volgende zin van Mevrouw Van Impe wel herhalen:
"Het is niet gek dat er vaak strijdmetaforen gebruikt worden. Je voert een gevecht, je wint of verliest van kanker, je moet moedig zijn en sterk. De waarheid is dat ik niet gevochten heb. Dat hebben mijn dokters en verplegers gedaan."
Een tweede artikel gaat over het geslacht Van Saksen-Coburg. De ondertitel luid: Van rovende ridders tot jetsetprinsessen.
En dan blijft natuurlijk de vraag, hoe legitiem zijn zo'n koningshuizen nu eigenlijk?
Van de roofridder Diederik I vanWettin, vriend van Luther Johan Frederik I Van Saksen, de vorstenkweker Frans van Saksen-Coburg-Saalfeld, de grootvorstin in de vaas Juliana van Saksen-Coburg-Saalfeld, de totebel Louise van België, de amateur-conductuer Koning Ferdinand I van Bulgarije, de sjoemelprins in ballingschap Victor Emanuelvan Savoye, de koningin voor-een-maand Marie-José van België en we eindigen met de vrome kroonprins Boudewijn van België.
Die laatste was de toekomstige koning der Belgen, ook al was hij geen zoon van Leopold II. Het verhaal gaat als volgt: Leopold II verloor zijn zoon en bombardeerde daarom de oudste zoon van zijn broer Filips. Echter, deze Boudewijn overleed op 22 jarige leeftijd. De reden van zijn overleden luid officieel longontsteking, opgelopen toen hij bij het ziektebed van zijn zus Henriëtta bleef zitten en bidden voor haar genezing. Volgens kranten uit die tijd echter had de jonge prins een duel uitgevochten met een liefdesrivaal, met degen of pistool. Hij bloedde dood in het park bij kasteel Bovelingen in Limburg. (het ging om de vrouw van een graaf!)
De levensverhalen van alle hiervoor opgesomde personen zijn op zijn minst een beetje buiten het normale te situeren.
Dit kan zeker ook van II geschreven worden. Leopold II was de stichter, eigenaar en soeverein van de Onafhankelijke Congostaat, zijn privé-project. Dit werd hem toegezegd door de Koloniale Conferentie van Berlijn. Hij slaagt erin om, onder het mom van civilisatie, massa's mensen te onderdrukken, met behulp van malafide bedrijven en regeringen. Onderdrukken is een schromelijk understatement!
Voorbeeld:
Nadat de koningin in 1902 overleden was, kreeg Leopolds minnares Blanche Delacroix, barones de Vaughan (1883-1948), een vaste residentie in Laken, in de Villa Vanderborght en ook een in Oostende.
Blanche Delacroix schonk de oude vorst twee buitenechtelijke zoons:
Lucien Philippe Marie Antoine Durrieux (19061984)
Philippe Henri Marie François Durrieux (19071914)
Toen Blanche zwanger was van haar tweede zoon, liepen er geruchten, dat niet Leopold, maar haar vroegere minnaar Durrieux - waarmee ze na de dood van Leopold huwde - de vader was. Durrieux dook in die tijd ook te pas en te onpas op in Brussel. Haar tweede zoon werd geboren met atrofie aan de linkerhand; juist die handicap was voor Leopold het bewijs dat hij de vader is. Vijanden van de koning spotten dat het jongetje "een stompje heeft zoals de negers bij wie Leopold een hand heeft laten afhakken".
De koning was dolgelukkig en bedroefd tegelijk; na drie dochters en een voortijdig gestorven zoon had hij ineens twee zonen, maar deze waren uitgesloten van de Belgische troon. De koning bedacht ze met titres de courtoisie (zonder decreet of erkenning) van hertog van Tervuren en graaf van Ravenstein. Ze kregen samen met hun moeder een groot deel van de erfenis, in tegenstelling tot zijn dochters. Leopold trouwde vijf dagen voor zijn dood met Blanche in een religieuze ceremonie, die geen enkele validiteit had onder de Belgische wet. Na haar tweede huwelijk kregen de jongens de naam Durrieux.
Waarom dit allemaal? Wel, op het ogenblik ben ik een boek aan het lezen van Mario Vargas Llosa. Deze peruviaan ontving de Nobelprijs literatuur 2010, toevallig ook het jaar van de uitgave van "De Droom van de Ier".
Dit boek, "El Sueño del Celta", handeld over het leven van Roger Casement. En die man is niet alleen verbonden met Ierland maar ook met Engelend, WOI, de Ierse Vrijheidsstrijd maar bovenal met de strijd tegen slavernij en uitbuiting van volken.
Als je het leven van Leopold II overloopt, hoe hij Congo Vrijstaat in zijn bezit krijgt, kom je automatisch ook terecht bij de vreselijke methoden die gebruikt werden om rubber (en andere kostbaarheden) bijna gratis naar Engeland te versjacheren. Dit zwarte goud heeft de Saksen-Coburgs geen windeieren gelegd.
Roger David Casement, (Iers: Ruairí Mac Easmainn, Sandycove, 1 september 1864 Londen, 3 augustus 1916) was een Iers dichter, patriot, revolutionair en nationalist. Van beroep was hij Brits diplomaat. Hij is bekend geworden wegens zijn activiteiten tegen de misbruiken in het toenmalige koloniale systeem in Afrika en Peru. Casement werd ter dood veroordeeld voor landverraad, spionage en collaboratie met het Duitse Rijk en werd op 3 augustus 1916 opgehangen. Casement werd geboren in Dublin uit een protestantse familie. Zijn vader was kapitein Roger Casement van het Regiment der Light Dragoons. Zijn grootvader was een scheepsmagnaat uit Belfast, Hugh Casement. Zijn vader diende in Afghanistan in 1842. Zijn beide ouders stierven voordat Roger zijn tienerjaren bereikt had. Hij werd verder opgevoed door verwanten.
Casement werd voor het eerst naar Afrika gezonden in 1883 toen hij net 19 was. Hij werkte in de Kongo-vrijstaat voor verschillende commerciële bedrijven, alsook voor de Association Internationale Africaine van koning Leopold II. In Congo ontmoette hij Henry Morton Stanley en Joseph Conrad, die toen nog geen schrijver was, maar een zeeman. Met Stanley had hij discussies over de noodzaak van lijfstraffen. De Chicote, genoemd naar de 'uitvinder' de Belg Chicot van de Force Publique, was een zweep gemaakt van keiharde nijlpaardenhuid die diepe groeven achterliet. Bovenal was dit marteltuig zeer handig en licht om dragen, je voelde het bijna niet!
In 1892 verliet Casement Congo en werkte voor het Colonial Office in Nigeria. In 1895 werd hij consul te Lourenço Marques (nu Maputo).
In 1900 kwam hij opnieuw in Congo (Matadi) en richtte er de eerste Britse consulaire post op. Hij meldde de mishandelingen van de Congolezen en de catastrofale gevolgen van het Leopoldische systeem van dwangarbeid aan het Foreign Office. In 1903 nam het Britse Lagerhuis een resolutie aan over Congo, daartoe aangespoord door humanitaire activisten. Casement kreeg de opdracht een onderzoek in te stellen.
In 1904 was zijn Congo Report klaar. Het veroorzaakte een groot schandaal, ondanks pogingen van de Britse regering om het geheim te houden. Kort voor het beëindigen van zijn rapport ontmoette Casement Edmund Dene Morel die een campagne voerde in de Britse pers tegen de Congolese vrijstaat en de misbruiken ervan. Ze raakten goed bevriend en Casement stimuleerde Morel om de Congo Reform Association op te richten.
In 1905 werd hij geridderd, of om precies te zijn: toegelaten tot de Order of St Michael and St George voor zijn consulair werk en het aantonen van de wreedheden gepleegd door de Kongo-Vrijstaat in Congo. In 1911 werd hij geridderd voor zijn regeringsrapport over de uitroeiing van de Amazone-indianen van Putumayo in Peru.
Roger Casement schreef ook gedichten, die echter pas na zijn overlijden werden gepubliceerd.
In 1906 werd Casement als consul uitgezonden naar Para en promoveerde later tot consul-generaal in Rio de Janeiro. Ook in Brazilië was er veel mishandeling en uitbuiting van de plaatselijke bevolking. Hij nam deel als consulair vertegenwoordiger aan een commissie die de moorddadige rubberslavernij door de Britse Peruvian Amazon Company onderzocht. Deze keer was de misdadiger geen koning maar een zekere Julio Arana en zijn broer.
Hij richtte de Anti Slavery Society op en vocht verder tegen de slavernij. De indianenmoordenaars werden aangepakt in Peru, maar de belangrijkste doorbraak voor de Amazone-indianen was toch wel de ontwikkeling van de teelt van rubber in Maleisië.
In 1912 verliet Casement de koloniale dienst, en het jaar daarna werd hij lid van de Irish Volunteers. Hij werd goed bevriend met de leider van deze paramilitaire organisatie, Eoin MacNeill, en na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog voer hij via Amerika naar Duitsland om te trachten militaire en financiële steun te werven, maar ook probeerde hij zonder veel succes vrijwilligers te vinden in het krijgsgevangenenkamp van Limburg an der Lahn voor een gewapende opstand tegen de Engelse overheersing van Ierland.
Evenals de andere leden van de Irish Volunteers werd hij pas heel laat op de hoogte gebracht dat een opstand gepland werd tegen de Engelsen, de Paasopstand van 1916. De Duitsers, die sceptisch waren over Casement, stuurden een vrachtschip, de Libau vermomd als een Noors schip, de Aud Norge, naar Ierland. Het had 20.000 Duitse geweren en 10 machinegeweren aan boord, een fractie van wat Casement had gevraagd. Kort na het vertrek van de Libau verliet Casement Duitsland met een onderzeeër, die hem afzette op Banna Strand in County Kerry. Casement was ervan overtuigd dat de Paasopstand met zo weinig wapens als hij had meegekregen, tot mislukken gedoemd was, en wilde MacNeill ervan overtuigen de opstand uit te stellen.
De Britten hadden zijn communicatie met de Duitsers echter onderschept en Casement werd gevangen genomen bij het dorp Ardfert. De wapens hebben de opstandelingen nimmer bereikt, want de Libau werd door de Engelsen aangehouden, en om de geweren niet in hun handen te laten vallen, werd het schip door de Duitse kapitein tot zinken gebracht.
Het proces tegen Casement, wegens hoogverraad, sabotage en spionage, trok bijzonder veel publiciteit. Aan veel beroemde personen werd gevraagd zich voor Casement in te zetten. Onder degenen die hem steunden waren George Bernard Shaw en Arthur Conan Doyle, die een boek had geschreven over de Congo-kwestie, The Crime of the Congo. Ook figureert Casement onder de naam Sir John Roxton in Doyle's bekende boek The Lost World (1912).
Een belangrijke rol in de stemmingmakerij door de Engelsen tegen Casement, die mede door zijn werk in de koloniën als een grote held gold, speelde de openbaarmaking van The Black Diaries, geheime dagboeken van Casement waaruit bleek dat hij homoseksueel was en met veel jonge mannen seks had gehad op zijn reizen - dat was een misdaad in die dagen.
Er is veel over gestreden of de dagboeken mogelijk een vervalsing zijn (MI5). Ook tegenwoordig wordt er nog wel aan de echtheid getwijfeld.
Casement werd echter veroordeeld tot de doodstraf, en na een mislukt beroep tegen zijn doodvonnis werd hij opgehangen in Pentonville Prison in Londen door John Ellis, op de leeftijd van 51 jaar, en daar in ongebluste kalk begraven, zoals de gewoonte was. In 1965 werd zijn stoffelijk overschot echter alsnog naar Ierland gebracht en kreeg hij een staatsbegrafenis. Hij werd bijgezet op het ereveld op de begraafplaats van Glasnevin in Dublin, in aanwezigheid van president Éamon de Valera.
En dus komt in dit boek van Vargas Llosa alles bijeen: mijn interesse in Ierland, de Paasopstand, WO I en Congo.
Gisteren in het radio programma van G De Pré, van het gelijknamige De Pré Historie, ging het over de jaren 63, 73, 83 en 93. Op 5 april 1993 ging Boelwerf Vlaanderen van start. (Inderdaad, al 27 jaar geleden)
En natuurlijk dienen dan intervieuws te worden gegeven door de hoofdactoren van het failliet en de heropstart van den Boel.
Dat de nationale sector in zwaar water was terecht gekomen wist iedereen, tenminste als je een beetje van de wereld economie op de hoogte was.
Maar blijkbaar waren er nog een aantal miljoenen te verdelen. De Gucht heeft er zijn carriére mee gemaakt, om dit aan te klagen wel te verstaan. (de overtreders kwamen er met heel lichte straffen vanaf!)
In ieder geval, volgens de aangespoelde vakbondsecretaris was 5 april 1993 het bewijs dat solidariteit geen ijdel woord was in Vlaanderen. En ik geef weer:
"Dat de vastberadenheid en het doorzettingsvermogen én het geloof in de toekomst van de scheepsbouw geen ijdele woorden zijn. Vandaag gaan er een 600 tal aan de slag, binnen hier en twee weken zijn dat er 1300."
Volgens diezelfde aangespoelde was dit het bewijs van "Waar een wil is is een weg!"
Tarara!
Ik werd door sommigen, ook leiding gevenden, met de nek bekeken omdat ik niet meer terug wou komen. Als zelfs een arbeiderke, want dat was ik in hun ogen, deze luchtbel kon doorprikken, waarom dan de heren politiekers niet? Want ja, niet alle vakbondssecretarissen of afgevaardigden waren pro de arbeider!
Na het tweede, definitieve, faillisement een jaartje later kwam ik diezelfde aangespoelde tegen op de werf. Hij stuurde me, op zeemanswijze zeg maar, weg opdat ik niet zou zien wat er allemaal werd verzameld om.......
Ik ben lid van Op Stoapel en vorig jaar bestond de erfgoed vereniging 10 jaar. Dat mocht en kon gevierd. Het faillisement 25 (27) jaar geleden ligt nog altijd zwaar.
In bijlage een volgende reeks foto's van venster ramen of andere gevel openingen waar een teken solidariteit hangt of staat voor alle diensten die in huidige moeilijke omstandigheden onze wereld draaiende houden.
Sterkte en kracht voor al deze personen toegewenst.
Volgens mij hebben die bobo's van allerlei, vooral voetbal, bonden geen vrienden. Dat hun bankrekeningen wel goed gespekt zullen zijn daar twijfel ik niet aan. Ook al zijn er al enkele van hun voetstuk getuimeld, de boetes zijn belachelijk, (Blatter 50.000 Zwitserse frank en Platini 80.000 francs CHF! peanuts).
En dat zijn dan diegenen die men heeft opgeofferd omdat men die beu was.
'Ubi amici, ibidem opes' zal wel niet voor die bobo's gelden.
Enfin, het is te zot voor woorden. Alsof voetballers geen mensen zijn. Die internationale organisaties, privaat dan nog wel, denken enkel aan centen. Supporters zijn dan ook maar vee. Centen afgeven, pinten drinken en vooral zwijgen.
Genoeg daarover, het is weerzinwekkend!
De Lente zet zich nu volop door met de stijgende temperaturen. Ik hoop alleen dat het niet zorgt voor een stijging van de temperatuur bij de mensen. Geniet van de natuur maar blijf waakzaam wat betreft de veiligheidsmaatregelen.
Morgen in alle vroegte zal ik een toerke maken en daarna genieten in de tuin. Nee, een BBQ is nog niet gepland, Mei is niet zo ver meer af.
Een voorzitter naar mijn hart. Ik geef hierbij een korte versie van een artikel uit de krant (van morgen).
Voorzitter City Pirates Antwerpen pleit voor herziening amateurvoetbal: Ze verdienen drie keer zoveel als zorgpersoneel Komaan zeg!
Sport is maar bijzaak op dit moment, maar het slagveld dat er in het amateurvoetbal zit aan te komen, valt niet te onderschatten. Clubs die leven van een eenzame geldschieter of enkele sponsors - en niet van tv-gelden of voorzitters die een vaste stek hebben in de top honderd van de rijkste Belgen - gaan het zeer zwaar te verduren krijgen.
Michel Pradolini (58), voorzitter van het net naar tweede amateurklasse gepromoveerde City Pirates Antwerpen en sinds december ook lid van de algemene vergadering van de Belgische voetbalbond, pleit ervoor om eens heel goed na te denken over de toekomst van het amateurvoetbal. Laten we van deze crisis gebruikmaken om het voetbal terug aan het volk te geven, zegt hij.
Er zijn meer dan één miljoen technisch werklozen, duizenden bedrijven en zelfstandigen zien het water tot aan de lippen stijgen. En niemand weet hoe we deze crisis zullen doorkomen of moeten overbruggen, zegt Michel Pradolini. En toch doen verschillende amateurclubs verder alsof er niets aan de hand is. Op dit moment onderhandelen ze over premies en dure contracten. Iedere vorm van realisme ontbreekt dan toch! Er gaat veel te veel geld om in de lagere reeksen. Amateurvoetballers die het dubbele of zelfs het driedubbele verdienen van wat ons zorgpersoneel iedere maand op de bankrekening krijgt... Komaan, zeg! Als mens heb ik daar een probleem mee. Dat is niet waar voetbal voor staat.
Voetbal is een volkssport. Wel, laten we van deze crisis gebruikmaken om ze terug aan het volk te geven. Dit circus moet stoppen.
Pradolini pleit er daarom voor om, zoals er bijvoorbeeld licentievoorwaarden worden opgelegd vanuit Voetbal Vlaanderen, te werken met een verplicht aantal jeugdspelers in de kern. Verplicht clubs om zeven of acht jeugdspelers in de ploeg te hebben, anders mag je bijvoorbeeld niet meer promoveren. We moeten terug naar de roots, en dat is onze jeugd.
Als er vanuit de overheid steun zou komen voor voetbalclubs, dan wil Pradolini dat die gegeven wordt aan ploegen uit de allerlaagste regionen van het provinciale voetbal. Clubs waar ze geen overdreven salarissen of premies betalen. Je kan toch niet verwachten dat, nu zowat iedere zelfstandige het moeilijk heeft, we geld gaan geven aan voetbalclubs die buitensporige bedragen betalen aan hun spelers? Het is een artificieel wereldje geworden, waar clubs zonder aanhang geld uit ramen en deuren blijven smijten.
Nu meer dan ooit zullen we moeten investeren in de jeugdwerking. Het zal na deze crisis niet anders gaan. Dat is nu eenmaal de realiteit die op ons afkomt. Ook bij ons werd er nog veel te weinig met de eigen jeugd gespeeld, omdat andere clubs die bedragen maar blijven bieden en je natuurlijk ook competitief wil zijn.
Ik durf onze sponsors op dit moment niet eens te vragen of ze ook volgend seizoen wat van hun zuurverdiende centen aan de club willen geven, zegt Pradolini. Niemand kan op dit moment financiële beloftes maken. Dat zou pure kafka zijn.
Voor Pradolini en City Pirates ligt op dit moment de focus dan ook niet op de A-kern. Zij hebben 1.200 jeugdspelertjes, vaak uit moeilijke wijken en gezinnen, die zo goed als hun volledige aandacht verdienen. Als onze eerste ploeg volgend seizoen meteen weer degradeert naar de derde amateurklasse, dan is dat maar zo. Daar gaat niemand van dood. Als we ons budget niet rond krijgen, dan zullen we wat we wel nog hebben blijven investeren in onze jeugdwerking. Hoe kunnen we nu lidgeld gaan vragen aan gezinnen die het al vóór de crisis moeilijk hadden? Een eerste ploeg is heel leuk, het zorgt voor prestige en in tijden van hoogconjunctuur mag je daar zeker wat geld in steken, maar nu primeren de jongeren.
En City Pirates laat hen ook nu niet in de steek. We hebben computers uitgedeeld aan jeugdspelers die er thuis geen hebben voor hun schoolwerk, zegt Pradolini. Via sociale media houden we contact en proberen we hen aan te manen de richtlijnen goed op te volgen. Onze sociale werkers gaan rond in de probleemwijken waar ze het mogelijk niet zo nauw nemen met de opgelegde regels. Onze prioriteiten liggen momenteel niet bij de eerste ploeg. En dat zou op meer plekken zo moeten zijn.
Hoop op betere tijden, ook voor de volks sporten, o.a. koersen rond de kerktoren!
grtjs
Hugo Peregrinus
Heeft onderstaande nog iets met sport te maken?
In een brief aan de Pro League stelt een rechtenhouder de zaken op scherp: geen voetbal meer dit seizoen betekent een terugvordering van tv-gelden. De rechtenhouders zijn op dit moment Telenet, Proximus en VOO. Die laatste twee willen geen commentaar kwijt, terwijl Telenet zijn opties aan het bekijken is. Dit is voer voor juristen.
De Pro League schermt met een verzekering die de laatste schijf van de tv-gelden voor dit seizoen, zon 20 miljoen euro, garandeert. Dit geldt evenwel alleen in het geval van absolute overmacht: als er, in dezen door het coronavirus, geen enkele mogelijkheid is om nog wedstrijden te spelen. ????????