Zalm met komkommer in dillesaus
1 komkommer Olijfolie 3-4 zalmmoten, afhankelijk van de grootte 3 eetlepels droge witte wijn 6 eetlepels room Verse dille Zout
Was de komkommer terdege en droog hem af. Snijd de komkommer in reepjes van 0,5 cm dik en 4-5 cm lang. Haal de naalden van de takjes dille en hak ze grof. Zorg dat je 3-4 eetlepels dille hebt. (Dille heeft een geprononceerde smaak : proef even van de verse dille en pas de hoeveelheid aan, aan je eigen smaak.) Snijd de moten zalm in blokjes van 1-1,5 cm. Verhit de olijfolie in een pan met hoge randen ; dit is omdat er duchtig moet geroerd worden. Bak de komkommerreepjes al roerend op een hoog vuur gedurende 1 minuut. Doe er de kubusjes zalm bij. Roer ze goed om tot ze aan alle kanten gekleurd zijn, maar nog niet doorbakken. Giet de witte wijn en de room in de pan. Roer goed. Laat even meewarmen. Strooi de grof gehakte dillenaalden over het gerecht en roer om. Breng meteen op smaak met wat zout en serveer. Geef er een zeer smeuïge aardappelpuree bij of lintvormige pasta zoals fettucine of tagliatelle. (Tagliatelle zijn zon 2 mm breder dan fettucine. Toen Lucrezia Borgia huwde met Alfonso dEste, inspireerde heur haar de dienstdoende kok tot de creatie van tagliatelle ; heb medelijden met haar kapper !)
Waarschijnlijk komt de komkommer uit Indië. Reeds 3000 jaar wordt de plant geteeld in het westen van Azië. De Summerische legende van Gilgamesj vermeld het eten van komkommer. In de bijbel wordt hij genoemd in Numeri 11.5. Via antieke Grieken en Romeinen kwam hij naar Europa. Colombus bracht de komkommer in 1494 naar Haïti en in 1536 merkte de Franse ontdekkingsreiziger Jacques Cartier de kokommmerteelt op, op de plaats waar nu Montreal ligt : door hun contact met de Spanjaarden hadden de vermeende Indiërs de plant leren cultiveren en inpassen in hun voedingsgewoonten ; de Mandan en de Irokezen waren succesvolle komkommerkwekers. Heden ten dage is de komkommer wereldwijd verspreid.
Johan,
|