|
|
Aan de AFDELINGEN
|
|
Brussel, 11 september 2014
|
Ref.
|
4/142/035 - MD/JDW/AJ/jm
Handel
|
Betreft:
|
Zondagsopeningen Kortrijk
|
|
|
|
Waarde kameraden,
In onderstaande
nota willen wij jullie een korte stand van zaken meegeven in het dossier van de
zondagsopeningen in Kortrijk. Dat dossier werd op 10 september gepleit voor de
Raad van State.
In de pers was op
11 september te lezen dat het stadsbestuur van Kortrijk uit voorzorg en in
afwachting van een uitspraak van de Raad van State de geplande koopzondagen
voor oktober en november alvast zou schrappen (Nieuwsblad van 11 september
2014).
1.
Antecedenten
De stad Kortrijk kreeg eerder dit jaar de
erkenning van de Minister van Werk
(Monica De Coninck) van Kortrijk als toeristisch centrum, een voorwaarde
om in het stadscentrum koopzondagen te kunnen organiseren.
BBTK, samen met LBC, lieten het daar niet bij
en wij gingen in beroep om deze erkenning te laten intrekken omdat deze met
zich meebrengen dat de winkels in een deel van deze gemeente op zondag geopend
mogen worden en personeel te werk kunnen stellen. We stelden een procedure tot
vernietiging en schorsing in van de ministeriële besluiten houdende deze
erkenning bij de Raad van State.
Uit het dossier bleek immers dat minstens twee
voorwaarden - de impact van de toeristen op de omzet van de kleinhandel tijdens
het hoogseizoen en het minimum aantal overnachtingen - door de Stad Kortrijk
niet werden aangetoond.
Daarnaast konden ook vraagtekens worden
gesteld bij het voldoen aan de andere voorwaarden; er worden gegevens verstrekt
die niet of nauwelijks verifieerbaar zijn.
2.
Het beroep tot schorsing
bij de Raad van State
Het beroep tot schorsing bij de Raad van State
werd op de zitting van 10 september gepleit.
Beide partijen gaven hun argumenten.
Onze vakbondsargumenten worden gesteund door
het advies van de eerste auditeur van de Raad van State die ook in zijn
pleidooi gisteren niet van zijn argumenten afweek.
Hij is niet overtuigd door de argumenten van
de Minister van Werk/stad Kortrijk en pleitte in het voordeel van een
schorsing.
We lijsten een aantal van zijn voornaamste
argumenten op die hij aanvoeerde tegen de stad Kortrijk:
·
er zijn onvoldoende gegevens m.b.t. omzet van
kleinhandel in hoogseizoen;
·
men kan onvoldoende aantonen dat er tijdens
het hoogseizoen een stijging is in de inkomsten/omzet kleinhandelszaken als
gevolg van toerisme;
·
het begrip hoogseizoen uit de wetgeving
slaat maar op een deel van het jaar en moet restrictief geïnterpreteerd worden
want de wettelijke bescherming van de zondagsrust in de arbeidswet is de regel.
Uitzonderingen op die zondagsrust moeten dan ook uitzondering blijven en niet
breed opgevat worden;
·
dat het maar over 4 bijkomende dagen zou
kunnen gaan, is geen overtuigend argument want de erkenning geeft steeds de
mogelijkheid om van de toegestane uitzonderingen op de zondagsrust gebruik te
maken en dat volstaat voor de auditeur;
·
.
Geven we nog mee dat in de procedure voor de
Raad van State, het advies van de auditeur in bijna alle gevallen gevolgd
wordt.
3. En wat verder?
De zaak is nu in beraad bij de Raad van State en
er volgt een uitspraak tot schorsing of niet. Er werd geen specifieke datum
vastgelegd maar uitspraak moet volgen binnen de maand.
Indien de vordering in het schorsingsarrest
wordt afgewezen, kunnen we de voortzetting
van de procedure aanvragen om de procedure voor de behandeling van het beroep
tot nietigverklaring in gang te zetten.
Dat moet binnen de dertig dagen nadat de
schorsing wordt afgewezen. De zaak zal dan zowat een jaar later voorkomen om
gepleit te worden.
Met kameraadschappelijke groeten,
J. De Weghe M.
Delmée
Federaal secretaris Ondervoorzitter
|