Als slechtziende krijg je veel te maken met onbegrip, omdat slechtziendheid de moeilijkste vorm is. Als je blind bent zie je helemaal niets, maar slechtziendheid bestaat in verschillende vormen. Dit maakt dat je vaak onbegrepen wordt, want anderen kunnen zich geen beeld vormen van wat je ziet.
Ik ben geboren met een hoge myopie = hoge bijziendheid. Toen ik 17 was werd er mij ook verteld dat ik schemer- en nachtblind ben en dat ik een toenemend kokerzicht heb.
- schemer- en nachtblind: het niet kunnen zien in het schemer en donker. Dus overdag zie je, maar s nachts ben je blind.
- toenemend kokerzicht: het wegvallen van het zijzicht. Ook tunnelzicht genoemd.
Dus ik beschik wel over enige levenservaring en ik kan u vertellen dat je heel wat tegen komt. Ik kan ondertussen wel boeken schrijven over mijn ervaringen, maar ik zal het toch maar beperken tot de problemen die het meeste terug komen.

Over het algemeen is het voor mij moeilijk om kleine lettertjes te lezen zoals bv. kranten, boeken, brieven,
. Gelukkig bestaan er wel een heel aantal middelen op de markt die deze problemen min of meer kunnen oplossen. Zoals gesproken boeken en kranten.
In de keuken is het moeilijk om groenten heel fijn te snijden, maar de dikte van de groenten verandert gelukkig niets aan de smaak van het eten. Ik zal ook steeds langer in de keuken vertoeven ten opzichte van iemand anders, omdat ik trager ben in mijn handelingen. Ik vind dit zeker geen belemmering vermits ik graag kook.
In verkeerssituaties heb ik het vooral moeilijk met dieptezicht. Ik zie namelijk alles scherp op een afstand van ongeveer 3 meter. Dit is vaak lastig met de straat over te steken of met het fietsen. Ook ben ik niet goed in oriëntatie. Dit komt doordat landkaarten te klein zijn en ik erkenpunten niet goed zie.
Op school heb ik altijd gewerkt met vergrotingen. Leerkrachten moesten vaak teksten of toetsen laten vergroten. Natuurlijk gebeurde het nog al eens dat ze dit vergaten. Het laatste jaar van het secundair onderwijs moest ik immers van de oogarts met een laptop naar school. Dat jaar ben ik begonnen met enkele vakken digitaal te volgen. Dit was een hele ommekeer in mijn leven. Mijn wereld die was open gegaan.
In het secundair had ik veel te maken met onbegrip van de klas uit. Want leerkrachten moeten iets meer tijd in je steken en je krijgt meteen het oordeel dat leerkrachten je voorttrekken en dat je het lievelingetje bent.
 
De stap naar de hoge school was enorm. Hoe moest ik mijn weg daar leren kennen? Gelukkig kreeg ik een individuele rondleiding door de school. Nadien kon ik rekenen op medestudenten die me meenamen naar een lokaal of docenten die me kwamen halen in de centrale hal.
De stap was wel enorm maar ik kreeg minder te maken met onbegrip. Het is natuurlijk niet makkelijk voor studenten en zeker voor docenten om hun volledig aan te passen aan mijn noden zoals groot genoeg schrijven op bord. Maar ik vind het al belangrijk genoeg dat ze me accepteren zoals ik ben als persoon. En dat ze me niet zien als die met die visuele handicap die lastig komt doen.
Docenten proberen me verder te helpen door hun cursus digitaal te geven en PowerPoint presentaties op mijn laptop te zetten. Medestudenten helpen me dan weer verder door voor te lezen wat er op het bord geschreven staat indien dit te klein is. of eventueel dingen voorlezen uit een boek.
|