Woensdag
13 februari 2019. Een zonnige droge dag waarop we kunnen genieten van een aangename
temperatuur tot 10°C. We besluiten om tante Maria in haar home te bezoeken.
Mijn meter, die ondertussen al lang de negentig is gepasseerd, woont al enkele
jaren in rustoord Battenbroek te Walem, een woonzorgcentrum voor 88 residenten.
Het is een rustgevende omgeving waar de oudere mens echt tot rust kan komen in
een familiale sfeer. Vlakbij het rustoord bevindt zich de Spildoornvijver of de
put van Walem. Een oude zandwinningsput die uitgegraven werd op het einde van
de jaren zestig van vorige eeuw voor de aanleg van de E-19. Het domein is 25 ha
groot waarvan 16 ha water oppervlakte. De ideale leefomgeving voor de snoek,
baars en karper. De oevers zijn bedekt met veel riet en hier en daar een
loofboom. Enkele struiken hebben al katjes. Een andere struik kleurt al geel.
De lente lijkt dichtbij. Aan de overzijde, tussen de struiken zien we nog net
de kerktoren van Walem. Na onze wandeling rijden we tot bij het rustoord waar
men ons vertelt dat tante Maria verleden week verhuist is naar een rustoord in
Kapelle-op-den-Bos. Het personeel was zo vriendelijk om het adres mee te geven.
Lucy, onze GPS, bracht ons een half uur later tot bij het woonzorgcentrum
Akapella. In juli 1997 opende Akapella zijn deuren in de Parallelweg. Een
prachtig gebouw dat enkele jaren geleden nog grondig werd gerenoveerd en
uitgebreid. Tante was blij om ons te zien en we gingen in het cafetaria iets
drinken terwijl we elkaar bijpraten. Om eerlijk te zijn, tante Maria praat en
wij luisteren. Tot de volgende keer tante!
Zondag 3 februari 2019. Het is nog fris. In tal
van steden en gemeenten heeft het aan de grond nog lichtjes gevroren. Hier en
daar is het wegdek nog nat en ontstaan er ijsplekken. De zon schijnt aan een
stralende blauwe hemel bij een temperatuur van 5°C. We gaan onze tweede
winteruitstap maken van het nieuwe jaar. Gewoon er even tussenuit. In beweging
blijven zegt de dokter vaak en dat gaan we doen. Het is ongeveer elf uur als we
aan de Lindekensbaan de parking opdraaien van het Provinciaal Groendomein
Kesselse Heide. Dit natuurgebied van 43 hectare werd tot eind jaren zeventig
van vorige eeuw nog gebruikt als oefenterrein voor het Belgische leger. In 1978
kocht de provincie Antwerpen het aan. Sindsdien wordt het hele gebied beheerd
met inzet van een vijftigtal Kempische heideschapen zodat de ongewenste grassen
op een natuurlijke manier verwijderd worden. In het natuurreservaat zijn een
aantal beweg-wijzerde wandelroutes uitgezet. De heide staat nu niet in bloei
maar we zien een kleurrijke afwisseling van struikheidevlakten en poeltjes,
naald- en loofbossen. Aan de zandvlakte staan picknicktafels waar we van ons
zelf meegebracht hapje en een warm drankje kunnen genieten. Als de wolken voor
de zon schuiven voelen we de koude noorderwind. Tijd voor een warme chocomelk
of kopje hete koffie. We moeten beslist nog eens terug komen als de heide
bloeit.
Maandag
21 januari 2019. Een helder blauwe lucht nodigt uit om een wandeling in de
natuur te maken. Een wollen jas en sjaal zijn geen overbodige luxe artikelen.
Afgelopen nacht vroor het nog tot -7°C. Vanmiddag doet de zon alle moeite van
de wereld om het kwik boven het vriespunt te duwen. Volgens de weergoden op TV
gaat dat lukken tot +2°C. Voor morgenbeloofd men sneeuwbuien doorheen Vlaanderen. We gaan het vandaag niet te
ver zoeken. Het park van Ekeren is aangelegd in Engelse landschapstijl en heeft
zelfs in de winter, zoals vandaag, zijn charme. Doordat de bomen kaal zijn
kunnen we beter de verschillende vogelsoorten spotten. Ons Rina slaagt er zelfs
in om een eekhoorn te fotograferen. De halsbandparkiet is zelfs hier niet meer
weg te denken. Deze papegaaiachtige vogel uit het tropisch Afrika blijkt hier
goed te aarden. Ze hebben zich ondertussen vermenigvuldigd tot vele
tienduizenden exemplaren en zich als exoot hier gevestigd. We wandelen rond de
vijver van het kasteel waarop enkele eenden staan te zonnen op een dun laagje
ijs. Het lijkt alsof de mees en het roodborstje op ons wachten om
gefotografeerd te worden. Tijdens de lente lukt dat niet meer. Aan het
zandstenen beeld van de Romeins godin Flora voelen we onze tenen tintelen.
Zelfs met de handen diep in de jaszakken voelen we dat onze wollen handschoenen
de bijtende koude niet tegenhoud. Met rode wangen en een frisse neus keren we
terug naar huis om bij de centrale verwarming te genieten van een tas heerlijke
warme chocomelk. Met een koekje erbij maken we plannen voor onze volgende
winterwandeling.