|
Zuiderzee-eilandenroute
fietsknooppunten:
47-85-39-68-02-36-89-53-77-16-01-11-56-94-26-10-52-98-37-75-47 Afstand: 45
kilometer.
Woensdag 29
april 2015. We rijden vanaf camping Het Bospad, met de auto, naar Schokland. Schokland,
eiland op het droge, biedt een unieke combinatie van cultuurhistorie en natuur.
Dit voormalige eiland staat symbool voor de strijd van Nederland tegen het
water. Op de parking van Museum Schokland Middelbuurt 3, is plaats genoeg.
Vanaf hier vertrekt onze fietsroute. Het is nog te vroeg voor een museumbezoek,
maar volgens de info ervaar je ter
plaatse, hoe het leven vroeger was en wat het nu is. Al in de prehistorie
werden de eerste bewoners er door het water verdreven. Later vochten de
middeleeuwse boeren en de vissers vanaf hun terpen tegen de stormvloeden en
overstromingen.
Ons bomma neemt
fotos van drie soorten, kolossale, massieve rotsblokken die werden geschonken
door de Noorse gemeente Ringerike in 1980, ter bevestiging van de
vriendschapsbanden. Een oude unieke verweerde boot rust op stelten. Een trapje
onderaan nodigt uit om door een opening in de romp naar binnen te kijken. Omringd
door het geluid van de golven, de roepende meeuwen en de geur van oud hout en
teer vaar je terug naar een stukje verleden. We vertrekken via een smal
fietspad naast het museum richting knppnt 47. Er staat weer een strakke wind,
maar het zonnetje doet haar best. Het waait altijd op Schokland, waardoor het
altijd doet denken aan een eiland. Het is een bijzonder gebied: vrijwel
zesduizend jaar onafgebroken bewoond en nu een eiland op het droge. De oudste
sporen van de mens zijn ca. 10.000 jaar oud. Op het eiland woonden ongeveer 650
bewoners op drie terpen, genaamd Emmeloord, Middelbuurt en Zuidert. Toen er in
1859 geen bestaansmogelijkheden meer waren, werd het eiland permanent ontruimd
door Willem III. De strijd tegen het water was verloren. Door inpoldering in
1942 kwam het eiland op het droge te liggen. In 1984 ontdekten archeologen
menselijke voetafdrukken van de prehistorische mens van ruim 4.000 jaar oud.
De weerman
voorspeldde gisteren dat het voor de middag droog zal blijven. In de late
namiddag kans op een bui. Het weer wordt in ieder geval beter dan gisteren. De temperatuur:
12°C, maar de gevoelstemperatuur ligt een paar graden lager.
Langs ons
pad staan verschillende infoborden waar we beknopt kunnen lezen wat er op
Schokland gebeurde tijdens de voorbije eeuwen. Eén kilometer verder staat links
van ons, op een heuvel, een geschilderd klein houten huisje. Oorspronkelijk
bestond het kleine dorpje hier uit zestien houten huisjes. Door de vele
overstromingen was het leven er onmogelijk geworden. Dit houten gebouwtje werd
op de terp nagebouwd. Door de strakke wind laten we de fietsen niet graag
alleen achter. Als ze omvallen is er beslist schade. Eerst gaat bomma een
kijkje nemen. Daarna is het mijn beurt terwijl moeder de vrouw de fietsen een
beetje ondersteunt. De deur staat open en de ramen hebben plexiglas, in plaats
van gewoon glas. Er is geen interieur. In het huisje wonen enkel en alleen
zwaluwen. Tegen de houten wanden zijn infoborden aangebracht. Een paar meter
voor de houten barak staat de in 2003 gerestaureerde waterput.
De omgeving beneden
de terp is vlak. Braakliggende grond is begroeit met paarden- en boterbloemen.
Hier waait en duwt de wind constant tegen de bomen. Het verwonderd mij dat er
nog bomen zijn met rechte stammen. Onze volgende halte wordt gehouden bij de
kerkruïne van Ens. Hier stond in de veertiende eeuw al een kerkje. In 1717 was
de toenmalige kerk dusdanig in verval geraakt dat hij buiten gebruik werd
gesteld en tijdens een hevige storm in 1825 goeddeels werd verwoest. De ruïne
bleef tot de ontruiming van het eiland in 1859 in gebruik als begraafplaats. Pas
in de eerste helft van de 19de eeuw werd het inmiddels vervallen gebouw met de
grond gelijk gemaakt. Toen in 1859 alle Schokkers het eiland voor altijd
moesten verlaten, bleven de doden eenzaam achter in hun graven. Wat verder
vinden we de resten van een ronde vuurtoren. Reeds in 1618 werd op dit punt
voor het eerst een vuurbaak ingericht. In 1635 werd dan een vierkante, 7 meter
hoge, brandaris gebouwd. Een stormvloed, in 1825, verwoeste met zijn drie
meter hoge golven 26 huizen en de vuurtoren. Een nieuwe vuurtoren werd gebouwd.
Ditmaal een ronde, maar nog steeds werd licht gegeven door met kolen te stoken
tot in 1845. Dan nam de petroleumlamp en vervolgens de gaslamp het werk over. In
1944 werd de vuurtoren weggehaald.
Dan zijn we
bij knppnt 47. De picknicktafels hebben een mooie tekening bovenaan. Een kaart
van Schonkland met de bezienswaardigheden. Op de achtergrond, tussen de bomen,
kleurt de poldergrond rood en roze. Een tulpenveld dat we straks beter zullen
zien. Linksaf op de Palenweg met wind op kop. We stoppen om enkele fotos van
tulpenvelden te nemen. Hectaren groot. Links rijdt een tractor over een
landerij. Machinaal maakt hij kleine maar enorme lange heuveltjes. We zijn er
nog niet uit of er asperge of aardappelen onder de aarde zitten. De tractor laat
een grote stofwolk achter zich.
We dwarsen
de Ramsweg en nemen het fietspad naar boven op de dijk. We blijven niet boven op
de dijk fietsen. Een betonbaantje brengt ons naar beneden, zodat we vlak naast
het water gaan fietsen. Links van ons bevindt zich het Ramsdiep dat ontstaan is
bij de aanleg van de Noordoostpolder. Ontelbare watervogels cirkelen boven ons
hoofd. Ze proberen tegen de wind over het water te vliegen. Het blijft bij een
poging. Alleen de meeuw heeft geen enkel probleem met de wind. Hij komt en
vliegt waar hij wil. Zelfs met onze elektrische fietsen halen we net geen
snelheid van 14 km p/u. Af en toe nemen we een extra ondersteuning.
Na 11 km
fietsen rijden we onder de A6 door en maken een grote bocht zodat we de wind in
de rug krijgen. Niemand die klaagt overigens. Nu halen we bijna een super
snelheid van 16 km p/u. Hier schakelen we onze ondersteuning uit. Zo sparen we
wat energie. We zullen ze nog nodig hebben. Momenteel volgen we knppnt 2 over
de Zuidermeerdijk. Bij Schokkerhaven houden we even halt om langs de jachthaven
te slenteren. Rechts van onze wandelrichting staan enkele vrijstaande en
luxueuze woningen, met uitzicht op de haven en Ramsdiep. De wind heeft vrij
spel op het Marina Schokkerstrand.
Rechts van
ons, aan de andere zijde van de hoge dijk zijn werklui bezig met het bouwen van
windturbines. Ze zijn sterk aanwezig in het landschap en hoe groter de
windmolen, hoe verder ze uit elkaar staan. Drie cilinders staan al recht zonder
hun wieken. Af en toe moeten we over een dierenrooster. De dijken worden
begraasd door schapen. Witte en bruine. Enkele lammeren volgen hun moeder. Het
fietspad is bezaaid met de uitwerpselen van de dieren. In de verte ligt Urk. De
lucht boven de stad is grauw en grijs. Hopelijk houden we het droog.
Om 13:00 uur
bevinden we ons in de jachthaven van Urk. Voor de inpoldering waren Schokland
en Urk twee eilanden in de Zuiderzee. Schokland is Unesco-Werelderfgoed en Urk is
een levendig en karakteristiek vissersdorp. Op de hoek met de Klifweg, staat
het sculptuur van de ijsvlot of ijsvlet. Een ijsvlet is een speciale boot die
100 jaar dienst heeft gedaan. Het kunstwerk werd op 21 april 1994 onthuld. Het
is een eerbetoon aan de bemanningen van deze vlet, die in de dagen dat Urk een
eiland was en in strenge winters, als Urk was geïsoleerd door ijsgang op de
Zuiderzee, de verbinding onderhielden met de vaste wal Kampen en het eiland
Schokland. Op de Dormakade pronkt het monument van de Orka. De naam van het
voormalige eiland Urk wordt op historische kaarten aangeduid als Orc.
Hierdoor gaat men ervan uit dat de naam Urk is afgeleid van de naam Orc. In
1968 is ter ere van het 1.000-jarig bestaan van Urk, een model gemaakt van een
Orca. Deze Orca was na enkele jaren aan vervanging toe , en een nieuw model van
kunststof werd gemaakt. Maar ook deze Orca was gedoemd te verdwijnen. Door een
omgewaaide boom en een hierop volgende brand werd het kunstwerk nogmaals
verwoest. Dit model, op ware grootte, werd onthuld op 18 mei 2013. Het bezit
een fontein, maar spuit niet voor het moment. Tientallen zeilmasten steken
boven de kade uit. De touwen kletteren tegen de houten palen. De nationale
vlaggen staan strak door de wind. We vinden een windvrije plaats bij de
Havenpoort om te picknicken.
We zwerven
vervolgens door de pittoreske oude dorpskern met kleine smalle huisjes in een
doolhof van steegjes. In wijk 2 vinden we het geboortehuis van Appie Baantjer,
gebouwd in 1867. Albert (Appie) Cornelis Baantjer werd hier in september 1923
geboren en was de geestelijke vader van Jurrian de Cock (met c-o-c-k), de
hoofdpersoon in de politieromans van Baantjer. De plaatselijke bevolking weet
niet waar deze woning zich bevindt. Het plaatselijk VVV kantoor weet het wel. Ernaast
bevindt zich het museum Het Oude Raadhuis. Het museum is gevestigd in het
voormalige raadhuis, dat van 1905 tot 1988 dienst heeft gedaan als gemeentelijk
bestuurlijk centrum. In 1988 werd een nieuw gemeentehuis gebouwd en na een
grondige verbouwing kon het oude complex in gebruik worden genomen als museum.
In 1996 werd de visserswoning ernaast aangekocht en gerestaureerd. Deze woning
werd voorzien van een authentiek interieur, zodat een goed beeld verkregen
wordt van een visserswoning uit vroeger dagen. In het museum komt men alles te
weten over Urk in het verleden en heden. De vroegere klederdracht,
scheepsmodellen, visserijmethoden, schilderijen en fotos.
Op het
Wilhelminaplein, in Wijk 3, staat de Bethelkerk. Een gereformeerde kerk met een
enorm groot rond mozaïek in de voorgevel. Op 2 september 1851 werd hier de
eerste kerk gebouwd. Dit gebouw werd echter in 1885 afgebroken en de eerste
steen van het huidige gebouw werd gelegd op 27 april 1885 door de plaatselijke
predikant van de gemeente. Bij enkele
gerenoveerde huisjes staat een oorlogsgedenkteken Ter herinnering Tijdens de
razzia op 18 november 1944 werden meer dan tachtig plaatsgenoten opgepakt en
vanaf deze plek (voorheen de Wilhelminaschool) weggevoerd. Zij mochten na de
oorlog allen behouden terugkeren. Het monument werd onthuld op 15 april 2005. Daarna
houden we halt bij de ronde vuurtoren in de Vuurtorenlaan. Al in de 17de-eeuw
werd op deze plaats een kolenvuur ontstoken ter beveiliging van de vitale
scheepvaartwegen naar Amsterdam en het achterland. In 1699 werd het
verlichtingssysteem uitgebreid met vuurtorens te Marken, Enkhuizen en IJdoorn.
Voor de vuren moesten de schepen op de Zuiderzee jaarlijks belasting betalen,
ten bewijze waarvan ze een bakenloodje ontvingen met een afbeelding van de
Suyderzeese Vuur Bakens en het jaartal. Ontvanger van de vuurgelden was de stad
Amsterdam. In die functie droeg zij de verantwoording voor het toezicht op de
kustverlichting langs de Noordzee en de Hollandse kust van de Zuiderzee (Urk
hoorde toen bij Holland). In 1809 werd het vuurbaken van Urk voorzien van een
olielamp. Deze 18,5 hoge toren werd gebouwd in 1844. Bij de vuurtoren, ongeveer
70m uit de kust, zien we een enorme zwerfsteen met zeewier bedekte rug. Deze
kei werd in de ijstijd uit Scandinavië naar hier gevoerd. De legende vertelt
althans dat de Urker babys uit deze kei komen. Met een bootje moest de
aanstaande vader naar de steen roeien om daar zijn pasgeborene in ontvangst te
nemen. De inwoners noemden de kei: Ommelebommelestien.
Een groot
anker trekt onze aandacht. Een infobord vermeld: Op 14 maart 1959 werd dit
enorme anker 40 mijl NW van IJmuiden opgevist. De bemanning van de UK 11,
schipper H. Brands Rzn, werd hierbij geassisteerd door de bemanning van de UK
66. De schacht van het anker is 5m lang, terwijl de armen met opgewelfde
driehoekige vloeien samen 3m breed zijn. De ankerstok was altijd van eikenhout
en bestond meestal uit twee delen. Deze is nieuw. Op het kruis (waar de armen
en de schacht elkaar ontmoeten) zijn de cijfers 1512 ingeslagen. Of dit een
jaartal is kan niet met zekerheid worden gezegd. Een registratie- of serienummer
lijkt zeer onwaarschijnlijk. Het type komt overeen met bekende 17de-eeuwse en
oudere voorbeelden. Ankers met dergelijke afmetingen kwamen zeker voor rond
1500, toen er reeds sprake was van grote drie- en zelfs viermasten.
We houden
het water links van ons en vinden zo het oudste gebouw van Urk. In het jaar
1711 stortte het dak van de eerste kerk op deze plaats in, hetgeen betekende
dat de toenmalige eilanders genoegen moesten nemen met een tijdelijke noodkerk.
De huidige kerk, 1786 met kerkhof erom heen, is het oudste bedehuis van Urk. Omdat
Urk van 1660-1792 tot Amsterdam behoorde, heeft het kerkje boven de ingang een
gedenksteen met het wapen van Amsterdam. In 1989 werd het Kerkje aan de Zee
grondig gerestaureerd. Het kerkje wordt uitsluitend gebruikt voor trouw- en
rouwdiensten. Achteraan bevindt zich het monument van de Tweede Wereldoorlog.
Op de zerk staan de 13 namen van omgekomen Urkers. Onderaan is een zwarte band
met de namen van omgekomen Joden uit Urk. In de smalle zijstraat,
Monumentenlaan staat het vissersmonument dat op 11 mei 1968 onthuld werd door
de toenmalige koningin Juliana. Op de hoge sokkel staat een vissersvrouw die
achterom kijkt over zee. Rondom haar bevinden 34 marmeren platen met 368 namen
van vissers die hun leven verloren op zee.
Langs de
Pyramideweg verlaten we het centrum. De wind doet minder haar best en zwakt een
beetje af. We volgen knppnt 53. Op de Vormtweg is rechts van ons het Urkelbos
met vakantiepark t Urkelbos. Hier willen
we iets drinken. Bij de receptie zit een jonge vrouw die ons vertelt dat er op
de camping niets open is. Eerst om 16:00 uur vertelt ze. Het is net na drie
en we gaan niet wachten. Verder dan maar. Voorbij de sportvelden rijden we door
het Urkelbos. We rijden door een gemengd loofbos, afgewisseld met donker
naaldhoutbos en natuurrijke open plekken waar wandelaars en fietsers kunnen
genieten. 6,8 km tot knppnt 10. Altijd rechtdoor over een eentonige baan. Bij
de boerderijwinkel Rennes staat de koffie klaar. De boerderij staat bekend om zijn
streekproducten. We zijn de enige bezoekers en kunnen plaats nemen waar we
willen. Na een warme kop koffie/thee met gebak kunnen we er weer tegen aan.
We worden
verwelkomt in Nagele door een liggende stenen leeuw. Nagele is een dorpje in de
Noordoostpolder met uitsluitend platte daken. Zelfs de voormalige
rooms-katholieke kerk heeft platte daken. Het is gerenoveerd tot een museum. Linksaf
op de Akkerstraat. 4,2 km tot knppnt 37. Rechtsaf op de Oud Emmeloorderweg. Nu
is het niet ver meer. Ook aan deze straat komt precies geen eind. Dan rijden we
terug door het Schokkerbos met enkele infopanelen. Om 17:30 uur zijn we terug
bij onze auto. Nog 15 minuten rijden tot bij onze caravan. Tot schrijfs. Tekst:
Luc Verschooten. Fotos: Rina Meurs.




|