Ik
kijk er al naar uit om de volgende pas over de Andes over te steken.
Vijfendertig kilometer gruisweg in het eerste deel kunnen de pret
niet drukken. Deze grensovergang gaat door een grote vallei waarbij
we de hoogste top van Zuid-Amerika passeren. Links van ons stroomt
weer rood water, de bergflanken schitteren door hun subtiele kleuren.
We zien nog eens vrachtwagens maar ze zijn er niet in grote getale.
De 'puente del Inca' is een natuurlijke brug met spectaculaire
kleuren. De ruïnes eronder verknoeien de boel wel, het waren vroeger
baden. Een beetje verder ligt het park “Aconcagua”. We hebben
gelukkig tijd voor een kleine wandeling zodat we de hoogste berg
helemaal kunnen zien. De lucht is blauw, goed voor diegenen die de
top proberen te bereiken. Die doen er twaalf dagen over. Het is
vooral de hoogte die de klimmers parten speelt. De prijs is ook
aanzienlijk om te mogen afzien op deze kanjer. Na de tunnel komt de
grenspost. We klaren de grensovergang in een half uur, ons record. In
het skihotel Portillo eten we een sandwich met zicht op het bergmeer.
Daarna gaan we voorzichtig naar beneden langs een spaghettisliert met
25 haarspeldbochten. De Chileense afdaling is wel indrukwekkend maar
minder mooi dan de Argentijnse kant. De B&B waar we nu logeren is
geweldig. Dit was 200 jaar geleden het douanekantoor. Ik denk niet
dat ze toen het stenen zwembadje al hadden dat wordt gevoed door een
kanaaltje met bergwater. We genieten na in de tuin met hortensia's en
fruitbomen en zicht op een heuvel met cactussen. Volgens de eigenaar
is onze grenspassage uitzonderlijk snel geweest. Geluk? Of misschien
zien we er al uit als ervaren reizigers.








|