Zoeken in blog

Foto
Categorieën
  • AFGHANISTAN (9)
  • AFRIKA (17)
  • ARABISCHE WERELD (30)
  • Articles en français (10)
  • China (55)
  • columns (14)
  • In English (10)
  • Iran (14)
  • OOST-AZIE (10)
  • PROJECTEN (0)
  • Rusland (13)
  • ZUID-AZIE (13)
  • ZUIDOOST-AZIE (7)
  • Inhoud blog
  • CHINA/ hoe de deugd werd vermoord
  • Marokko/ In de kerker van de koning
  • Gestrand in Oostende
  • 'Hij was weg, plots en voorgoed'
  • Wanneer moeders heksen en vampieren op de wereld zetten
  • Oostende, waar illegalen thuis zijn
  • 't Stad is niet van Assaad
  • Marokko/België De angst is naar hier geëxporteerd
  • BAHREIN /Jaffar al Hasabi: 'Martelen, daarin is het regime erg inventief'
  • IRAK-Regisseur Mohamed al-Daradji over de waanzin van filmen in Bagdad: van Al Qaida en bombardementen tot honderden massagraven
  • Migratie - Minderjarig en moederziel alleen in België
  • QATAR - de slaven van koning voetbal
  • CHINA - Frank Dikötter over de Grote Sprong Voorwaarts
  • NOORD-KOREA - Bovenaanzicht van de hel
  • CHINA- Ai Weiwei, de man die overal mee wegkwam
  • IVOORKUST- Alassane Ouattara, de superloodgieter
  • TUNESIE - columniste Naziha Réjiba over de Arabische Lente
  • IRAN - interview met Kader Abdolah
  • IRAK - Schrijfster Haifa Zangana: ‘Irakezen kwamen verenigd en vreedzaam op straat’
  • ARABISCHE WERELD - wat schrijfster Hanaan-as-Shaikj in 2004 over de toestand vertelde
  • Waarom het misging in de Arabische wereld
  • CHINA - Vluchtmisdrijf door zoon hoge functionaris zet land in rep en roer
  • EGYPTE
  • TUNESIE - Facebook heeft het land gered
  • TUNESIE -een gigantisch probleem van jeugdwerkloosheid
    Archief per maand
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 08-2008
  • 03-2008
  • 01-2008
  • 03-2007
  • 01-2007
  • 10-2006
  • 06-2003
  • 02-2003
  • 09-2002
  • 07-2002
  • 06-2002
  • 12-1998
  • 10-1998
  • 09-1998
  • 04-1998
    Catherine Vuylsteke
    Stories that remain too often untold/ Histoires oubliées
    10-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FaCING BRUSSELS -gereduceerd Brussel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hij rekent in van-deur-tot-deur, van aan de zijne, in een deelgemeente van Gent, tot aan die van het kantoor in het hart van Brussel. Honderd-en-vijf minuten. Een dagelijkse eeuwigheid, enkel. Met de bus tot aan het station, de trein naar Gent-Sint-Pieters, sporen naar Brussel en dan per metro of te voet door de straten van de stad.

    Het zijn niet de aangenaamste trottoirs, noch de mooiste huizen die hij ziet. Eerder een vermoeide stationswijk, gehavend door de haast van de vele reizigers en bovenal door de megalomane kantoorblokken die onlangs in een ijzeren logica van goede bereikbaarheid werden neergepoot.

    Tweehonderd-en-tien verloren minuten, dagelijks tweeënhalve voetbalmatchen. Ach, het valt wel mee, zegt hij, hij is het na negentien jaar wel gewend. Alleen fenomenale vertragingen en gebrekkige communicatie daarover brengen hem nog uit evenwicht. Dan zucht en foetert hij en hij weet dat zijn lotgenoten hetzelfde doen. De trein is altijd een beetje reizen, schampert er eentje, waarop de anderen gniffelen.

    Op die momenten van malheur stelt hij zich de snelwegen voor. Hij ziet duizenden mannen en vrouwen in al dan niet luxueuze gevangenissen op wielen. Ze winden zich op, ze eten uit hun neus maar ze komen geen meter vooruit en kunnen geen kant op.

    Terwijl de door fermettes en lint-bebouwde wegen onteerde landschappen aan het treinraam voorbij glijden, prijst hij zich gelukkig. Hij heeft de tijd om rustig de krant te lezen, om uit te zoeken wat er straks op de buis is of om even in te dommelen. Soms vangt hij een bekende in zijn wagon, een man of vrouw die anders misschien niet spontaan met hem over het weer, het werk of de kinderen zou kletsen maar die zich daar nu toe verplicht voelt.

    Van deur tot deur. Hij zou de zijne nabij Gent niet willen ruilen voor een in de hoofdstad van Europa. Voor geen goud van de wereld. Nooit zal hij van Brussel houden, het is hem in zijn halve leven niet gelukt. En hoe zou hij. Zijn Brussel is een samengevat oord: rondzwervend vuil, agressieve automobilisten, testosteron-jongeren. Bedelaars ook, die hem een sigaret proberen af te pietsen zo gauw hij het station uitloopt en naar zijn aansteker zoekt. Hij weigert, zij vloeken, een haast dagelijks ritueel. Hij haalt zijn schouders op. Brussel is geen plek om te blijven, straks zit hij weer op de trein.

    Zijn Brussel bestaat alleen op werkdagen. Het heeft geen nachten, geen stilstaan of genieten. Het is gereduceerd tot stations die een Europese metropool onwaardig zijn en tot deprimerende metrohaltes waar de geur van Luikse wafels zich vermengt met die van oude urine. Vraag hem welk hoofdstedelijk park hij het mooist vindt, en hij kijkt je onwezenlijk aan. Of neem het sprookjesachtige Chinees Paviljoen, de broeierige Orangerie van de Kruidtuin, het wereldberoemde meubilair van het Hortahuis, het fabuleuze uitzicht vanaf het dak van het Muziekinstrumentenmuseum, de panoramische publiekslift die van het Justitiepaleis neerdaalt op de Marollenwijk. Op de kaart in zijn hoofd komen ze niet voor. Dagelijks komt hij naar Brussel maar hij komt er nooit aan. Hij denkt in van-deur-tot-deur maar de deur naar zijn hart blijft immer op slot.

    10-06-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:columns
    09-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FACING BRUSSELS -Bij en weg, niet bij te houden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het rode en het groene mannetje. Ze obsederen hem, toch als zij niet thuis is. Naar de winkel gaat ze, retour vier mannetjes ver. Naar de bank. Twee maar. Naar hun vriendin, wel tien. Hij tuurt door het venster naar de wachtenden aan de bushalte. Zijn gerimpelde handen trillen. In gedachten is hij bij haar en bij de onvoorspelbaarheid van het mannetje: snel groen, nog gauwer rood.

    Ik zie haar aan de overkant van de straat. Ze kijkt op en aarzelt. Even gaat haar wandelstok de lucht in, ze schuifelt het asfalt op. Twee stapjes wit, twee niet. Geconcentreerd kijkt ze naar de grond en zwoegt voort. Ze heeft niet in de gaten dat het mannetje op rood is gesprongen tot ze wordt opgeschrikt door een naderende discotheek op wielen.

    De mannetjes zijn de bazen van de zebra's. Die had je vroeger niet in Brussel. Er waren véél ratten, een decent aantal katten en honden, een hamster hier of daar en een enkele goudvis die de tocht van de kermis naar huis had overleefd. Maar geen zebra's.

    Ach, het geldt voor zoveel dingen. Voor metrolijnen, wolkenkrabbers, verkeersagressie, mp3-spelers, niet-Europese talen en mensen, nachtwinkels, internet-café's, interimbureaus en strijkcentrales. Er is zoveel bij, het is niet bij te houden. En nog meer is weg.

    Het Brussel van haar jeugd werd dat van Europa. Onteigend. Er kwamen gaten in de stad, bouwputten waarin huizen en levens verdwenen. Met wat er voor in de plaats kwam, kan ze niet veel.

    Vroeger is weg, opgeborgen, ongrijpbaar. Er gaan geen mannetjes of zebra's naartoe. Zo is het en niet anders, eerst gaan de levens haperen, daarna zelfs de herinneringen.

    Ze mogen niet klagen, ze houdt het hem altijd weer voor. Maar het helpt niet. Bij en weg zijn een schier onmogelijke onderhandeling geworden. In zijn gestaag krimpende wereld is er geen centimeter vrij. Voor nieuwe woorden en dingen evenmin als voor de namen van oude fenomenen en liefdes. Alles wordt kleiner, zijn gestalte evengoed als zijn toekomst. Tussen de tafel, de sofa en het bed laveert hij, zijn levensdiameter gereduceerd tot enige vierkante meter.

    Alleen op zaterdag- en woensdagmiddag gaan ze samen de deur uit. Dan belt de taxichauffeur stipt om half een aan en vertrekken ze naar Chez Madeleine. Naar vroeger is dat, en naar bekende rituelen.

    Bij het binnenkomen kussen ze de vaste gasten één voor één. Nog voor ze hun ereronde hebben beëindigd, staan de witte martini's en zijn favoriete aperitief-koekjes op tafel. Vervolgens komen de dagschotels, de glazen witte wijn, twee elk, en tot slot koffie met gebak. Op woensdag spelen ze met oude vrienden een partijtje kaart, op zaterdag danst zij met mannen die beter te been zijn dan haar echtgenoot.

    Om een uur of vijf brengt de taxi het aangeschoten paar naar huis. We kunnen er weer tegen, zegt ze als afscheid tegen de chauffeur, die haar man voorzichtig uit de auto helpt.

    Ze mogen niet klagen. Op de Madeleine-dagen helemaal niet en tijdens de rest van de week evenmin. Ze zegt het vaker dan hij wil, ze wil dingen die hij niet kan. Over zijn heup en zijn geheugen dramt hij nogal door, over de mannetjes, de hoge euro-prijs van de dingen en de groeiende onveiligheid op straat.

    Het wordt niet meer beter. Soms lijkt het of de scheurkalender van zijn leven bij de laatste rafelige blaadjes is aanbeland maar dat de aan hem verknochte eigenaar die nog even laat hangen. Hoelang nog?

    Alles gaat voorbij, ze zegt het zuchtend. Bij en weg. Maar ze zijn gelukkig met elke dag die ze nog krijgen. Die met martini en die zonder. Die met elkaar.   

    09-06-2010 om 10:04 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:columns
    06-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FACING BRUSSELS - Van vochtvlekken, dromen en gods wi
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een doos om in te wonen of een tijdelijk bed bij het Leger des Heils als presentje van de Kerstman, ik lees dat het voor haast 2.000 mensen in Brussel geldt, en voor een onbekend aantal honden, die standaard werken als hun slecht betaalde bodyguards.

    Welke levenswegen leiden naar de braakliggende terreinen in het hart van de stad, naar de portieken van verlaten gebouwen of de achterafjes van metrohallen en treinstations waar karton-bewoners samenhokken? Sluipwegen en eenrichtingsstraten, als je het mij vraagt, stille drama's ook, en gebroken veerkracht. Een eenduidige verklaring is er niet. De verhalen meanderen van erfelijke armoede over een gebrek aan papieren en rechten naar deze of gene onomkoombare verslaving.

    2.000 levens in dozen, en een veelvoud daarvan in krotten waar grof geld voor wordt betaald. Met lekkende daken, vochtvlekken die zich laten lezen als een meteorologisch overzicht van de voorbije weken en gaskachels die wachten op hun ultieme moment van trieste media-faam. De buren zijn er om te verwensen, de huisbazen horen minstens thuis in het voorgeborchte van de hel. Omnipresent zijn ze als er schulden geïnd kunnen worden en ronduit onvindbaar in barre tijden van kou of ongemak.

    100.000 arbeidsgerechtigde inwoners van de hoofdstad van Europa vinden geen job en meer dat één kind op vier groeit op met ouders die niet mogen thuiskomen van hun werk. Ze hebben geen maandagblues maar ook de weekend-euforie wordt hen onthouden. Naar motorolie ruiken ze niet, naar bleekwater of opgedroogd zweet evenmin. De garages, kuisfirma's of kantoren die ze zich herinneren uit de carrières van hun immer zwoegende ouders, zijn niet meer dan wrang-zoete schimmen uit de levens van anderen.


     Wat betekent het als vader en moeder geen job hebben om over te klagen of te pochen. Wat zijn ze en waarmee moeten ze zich tooien voor de kroost? Ik wil worden zoals jij, mama, zegt de negenjarige waarmee ik mijn avonden slijt, onschuldig en nonchalant. Of nee, ik heb een beter idee, iets waar jij wellicht nog niet aan had gedacht. Ik word iets wat in jouw twintigste eeuw nog niet bestond, wat denk je?

    Een dak, een job, een droom. Ik lees over mensen met meer kinderen dan vingers aan hun ene hand, en met een toekomstperspectief dat al even onduidelijk is als de weerman op slechte dagen. Ze spreken over Gods wil en het lot, over jaren van wachten op een sociale woning en over integratie als een cadeau waarmee alleen anderen worden bedacht. De verslaggever noteert hun relaas al even ijverig als stilzwijgend. Hij/zij stelt zich de smeuïge citaten voor waarmee het krantenartikel morgen zal worden opgeleukt en geeft er verder geen ene moer om.

    Dozen, daken, meisjes en jongens ook, die nergens om hebben gevraagd. Het fatalisme van vochtige muren en kansen als kermistrofees waar anderen schijnbaar steevast mee gaan lopen. Boos maken ze me soms, verdrietig meestal. Ik hoor andermaal de eigen negenjarige. Hij beweert plechtig dat hij de almachtige is, minstens keizer van zijn knuffels en heerser over deze kamer. Onwilligekeurig moet ik denken aan het hoestsiroop-jongetje aan de ingang van de supermarkt, meegetroond door een moeder die beter zou moeten weten maar die wedt dat zielige kinderogen portemonnees weten op te wrikken. Waaruit zou zijn rijk bestaan? Dat van nu en dat van morgen?  

    06-06-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:columns
    05-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FACING BRUSSELS - Stille heroïek
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bevende handen, levervlekken en eelt. En daarboven: schriele schouders, een gekrompen gestalte. Maar achter die fragiele façade gaat stille heroiëk schuil. Luister naar de verhalen. Ze komen uit de duistere krochten van kinderarbeid en slapen op lege magen. Niet klagen, niet vragen, volhouden. Of ze wortelen in de ijzeren tang van een dictatuur. Niet spreken, niet geloven, verbijten.


     Het duurde tot er een kans kwam. Een weg naar buiten, een weg naar hier. En vaak geen weg meer terug. Heel lang toch. Tot de leiders niet meer leefden, tot de armoede bedwongen was of tot alleen het graf nog wachtte.

    De enen kwamen in de jaren vijftig naar Brussel, de anderen een decennium later, de laatsten pas gisteren. Met alleen de kleren die ze aanhadden en de dromen in hun hoofd. Op goed geluk, op sandalen.

    De kans was een brief van een neef, over formidale lonen en gezochte arbeidskrachten, in tijden dat de vooruitgang nog niet stuk leek te kunnen en papieren geen punt waren. Soms was ze niet meer dan een gefluisterd gerucht, een huis dat in het dorp verrees met centen van overzee. Hij moet het daar toch goed hebben, anders kon hij nooit zo'n kast laten neerpoten... De kans van een ander wordt die van henzelf. Niet waagt niet wint.

    Een enkele keer is het de staat die kansen geeft en die officieel uitnodigt. Die hervestigt. Met kamplevens en gestrande politieke vluchtelingen is dat, na jaren van oorlog en van wachten. Een gegeven nieuw leven.

    Voor de kinderen vooral, voor de volgende generatie. De huidige is verscheurd. Ze heeft de vorige moeten achterlaten. Zie ik je ooit terug, lieve moeder? Komen ze jou halen als ze mij niet vinden? Zal het geld dat ik opstuur mijn afwezigheid vergoeden?

    Verpletterende keuzes, lange schaduwen van gisteren over de jaren die komen. Ik kon je niet meenemen, kan je mij vergeven? Schuld, spijt, verdriet. Er was maar één kans. Mijn kans.

    Niet klagen, niet spreken, stille heroïek achter een fragiel geworden façade.

    Een haast onhoorbare zucht. En dan dankbaarheid jegens het nieuwe vaderland. Voor het onderwijs dat deze mannen en vrouwen in hun geboorteland vaak moesten ontberen maar dat ze hun kinderen hier kunnen bieden. Voor de woonsten ook, die ze met hun noeste arbeid en sobere levensstijl wisten te verwerven. En voor de vrijheid en veiligheid van de democratische rechtsstaat.

    Ben ik van hier of van ginder? 'Vleugels of wortels. Ach, ik weet het niet. Mijn land is een lappendeken van herinneringen, woorden en gedachten. Mijn land zit in mijn hoofd'.


    05-06-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:columns
    04-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FACING BRUSSELS - Fastfood voor de verbeelding
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    'Heb je alles? De bus wacht.' De Chinese vrouw loopt kordaat op haar transpirerende echtgenoot af. Ze bevrijdt hem van de pas aangeschafte koopwaar, waarna ze zich samen achter de groep aan haasten die op tiendaagse reis door Europa is. Dinsdag, dit moet wel Brussel zijn.

    Ze weten wat ze moeten hebben, in de Chinese reisgids stond dat de zoete geur van chocolade elke straat van de stad vult. 'Winkel na winkel', zo ging het verder, 'verkoopt deze legendarische lekkernij en niet zelden betreft het ware kunstwerken. Het populairst zijn de pralines, die zonder uitzondering met de hand zijn gemaakt'. Jaarlijks wordt er 172.000 ton chocolade geproduceerd in België, weet de gids, 'en zelfs in het kleinste dorp zal u een chocoladewinkel aantreffen die de meest luxeuze pralines aanbiedt'.

    Chinezen zijn debutanten als het over toerisme gaat: dertig jaar lang gingen ze nergens heen en het duurde tot aan het begin van de eenentwintigste eeuw vooraleer ze vlot Schengen-visa konden krijgen. Gehinderd door de Chinese Muur van de taal reizen ze nu in groep, als een vermoeide stoet die zich van het ene wereldwonder naar het andere begeeft. Eifeltoren na Eifeltoren. Gedachteloos, kiekjes en koopjes, dag in dag uit. Wat, waar, hoeveel, het staat allemaal heel nadrukkelijk in de gids.

    Of niet. Wordt verteld dat het Manneke Julien heet, dat hij bijna vierhonderd jaar oud is en oorspronkelijk een wijn schenkende rariteit was op de feestdis van de koning? Weten ze dat hij in de Stoofstraat een dubbelganger heeft achtergelaten, terwijl het echte Manneke beschut in een Brussels museum staat? Wekt Julien associaties op aan het bombardement van Lodewijk XIV dat in 1695 een kwart van de stad in de as legde? Hij protesteerde toen hoogst persoonlijk en deed dingen die standbeelden doorgaans nalaten. Brieven schrijven bijvoorbeeld, zij dat ze niet veel uithaalden.

    Ach, de toeristen zijn niet gekomen om te weten of te ontdekken. Vakantie heet deze vermoeiende onderneming. Ze hebben genoeg aan Brussel als hoofdstad van Julien en van chocolade. Doe er het Atomium nog bij en de obligate busrit door bepaalde wijken en de dag is om.

    Een hapklare brok, fastfood voor de verbeelding. En misschien niet eens. Om sociaal prestige gaat het, om het bewijs van een erg verre reis en dus van rijkdom.


     Ik moet onwillekeurig denken aan de bemiddelde ondernemer waarmee ik enige tijd geleden een coupé deelde in een Chinese nachttrein richting Shanghai. Brussel? Het gezicht van de man lichtte op. Zeker, hij was er geweest, met vrouw, kind en vijftig andere groepsleden. Dat het regende, herinnerde hij zich, dat het eten ondermaats was en de koffie duur. Hij lachte. 'Het trottoir zat onder de hondenpoep', ging hij verder. 'Ach, China is beter. Maar leg dat aan mijn vrouw uit'.  

    04-06-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:columns
    03-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Honda-staking eindigt met loonsopslag
    De staking bij Honda die op 17 mei begon in het Cantonese Foshan, lijkt op het eerste gezicht weinig op andere arbeidsconflicten in de Parelrivierdelta, China’s economische powerhouse. Vooreerst bleken de nationale media verslag te kunnen uitbrengen van de evolutie van het conflict en bovendien trad de politie niet op tegen de 1.900 stakers. Die hadden naar eigen zeggen nochtans een eigen onafhankelijke vakbond opgericht, wat niet is toegelaten. 
    Die ogenschijnlijke passiviteit kon in elk geval niet worden verklaard vanuit het geringe belang of de beperkte schaal van het conflict. Sterker nog, de staking in Foshan is het grootste en langst durende arbeidsconflict in een buitenlands bedrijf in China. En de impact ervan voor Honda was gigantisch. De Japanse autoconstructeur, die zijn jaarlijkse productie tegen midden 2012 hoopt op te trekken naar 830.000 (vracht)auto’s van 630.000 nu, zag zijn vier andere Chinese vestigingen binnen de week in de problemen komen. Op 24 mei werden de twee assemblagebedrijven elders in de provincie Guangdong technisch werkloos en twee dagen later gingen ook de twee overige Hond­afabrieken dicht bij gebrek aan motoronderdelen en versnellingsbakken uit Foshan. 
    De staking was anders, maar toch ook weer niet. De ijverige Chinese journalisten die berichtten over de 1.900 werknemers die hun loon van zo’n 150 euro wilden zien stijgen naar 220 euro omdat ze anders niets kunnen sparen, werden na een paar dagen namelijk verrast door functionarissen van het Publiciteits­departement, zoals Propaganda zich nu noemt. Met de nadrukkelijke boodschap dat er geen artikels meer mochten verschijnen. 
    Bovendien werden de zogenaamde stakingsleiders, waaronder ene Tan Guocheng, meteen ontslagen. Een van de eisen van de stakers was nochtans dat het neerleggen van het werk geen gevolgen voor de betrokkenen zou hebben. 
    Eveneens business as usual was het feit dat de All China Federation of Trade Unions – de enige toegelaten bond – zich niet aan de kant van de werknemers schaarde, maar zogenaamd bemiddelde tussen de overheid, het management en de stakers. 
    Ook de bewering van ontslagen werknemer Tan dat de stakers onder druk zijn gezet om de voorgestelde loonsverhoging van 24 procent te accepteren, kadert geheel in de manier waarop arbeidsconflicten in China doorgaans worden geregeld. 

    Welvaartskloof

    En toch. Dat er geen politiemacht op de stakers is afgestuurd, is minstens opmerkelijk. Het valt natuurlijk af te wachten in welke mate er nog represailles zullen komen voor de zogenaamde ‘ringleaders’, een manoeuvre waarmee vaak wordt gewacht tot de aandacht voor de zaak is weggeëbd. 
    Het officiële stilzwijgen valt volgens waarnemers te verklaren vanuit de economische en politieke plannen van de machthebbers in Peking. Enerzijds is er een al jaren groeiend besef dat de kloof tussen stad en platteland, tussen de lonen van de opgeleide stedelingen en die van de rurale migranten zoals deze arbeiders, een bron is van grote sociale onvrede. En dus een bedreiging is voor de socio-politieke stabiliteit en maatschappelijke harmonie waarop de Communistische Partij in haar retoriek altijd weer de nadruk legt. Met andere woorden: als de rurale migranten meer verdienen, desnoods door die loonsverhoging via een staking af te dwingen, dan is dat geen slechte zaak voor de overheid. Een loonsverhoging binnen de perken weliswaar: China wil immers aantrekkelijk blijven voor buitenlandse investeerders en lage loonkost is in die argumentatie een grote troef. 
    Een andere reden voor niet-optreden moet worden gezocht in het besef onder de leiders dat de binnenlandse consumptie moet worden aangezwengeld als China zijn groei wil bestendigen. En ook daarin staan hogere lonen absoluut centraal. 
    En ook onder de arbeiders is er iets veranderd. Het ondertussen 31 jaar geleden ingevoerde éénkindbeleid heeft ervoor gezorgd dat het aantal 20- tot 39-jarigen (de grootste groep in de arbeidsbevolking) in het voorbije decennium met een vijfde is gedaald. Het bijna oneindige reservoir aan goedkope arbeidskrachten is dus flink geslonken, wat betekent dat de arbeiders in een betere onderhandelingspositie zitten. 

    Meer bewust van rechten

    Bovendien zijn ze zich veel beter bewust van hun rechten dan vroeger, wat te maken heeft met de al jaren oude arbeidsstrijd, maar evenzeer met de invoering van de Arbeidscontractwet begin 2008. Die houdt onder meer in dat werknemers nu makkelijker naar arbitragecomités en rechtbanken kunnen stappen. Bovendien ging de invoering van de wet gepaard met grootschalige voorlichtingscampagnes. 
    De staking zou best een domino-effect kunnen hebben in de vele andere bedrijven in de regio. Vooral, ze komen een luttele week na de media-aandacht, ook in China, voor de ondertussen 10 zelfmoorden bij Foxconn. Deze elektronicagigant gaf zijn 800.000 werknemers nu 30 procent loonsverhoging. Die meerkost zal worden doorgerekend aan de klanten, zoals Apple en HP. En dus eventueel ook aan de westerse consument.

    03-06-2010 om 16:53 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FACING BRUSSELS - Ça va, ça vien
    Le petit bonhomme rouge et le petit bonhomme vert. Ils le hantent, même quand elle n'est pas à la maison. Elle va faire les courses et, sur le chemin du retour : quatre bonshommes. À la banque ; deux bonshommes. Chez une amie ; dix bonshommes. Par la fenêtre, il scrute les personnes qui attendent à l'arrêt de bus. Ses mains ridées tremblent. Il pense à elle et à ce petit bonhomme totalement imprévisible : passage éclair au vert et retour aussi sec au rouge.
    Je l'aperçois de l'autre côté de la rue. Elle ouvre l'œil, elle hésite. Elle lève sa canne, elle s'aventure sur l'asphalte. Deux pas sur le blanc, deux pas sur le noir. Elle fixe attentivement le sol et poursuit tant bien que mal. Elle ne remarque pas que le petit bonhomme est passé au rouge. Jusqu'à ce qu'une véritable discothèque sur roues lui flanque une frousse bleue.
    Les bonshommes règnent sur les passages zébrés. Drôles de zèbres ! Avant, des zèbres, il n'y en avait pas à Bruxelles. Il y avait des colonies de rats, des chiens et des chats en quantité raisonnable, un hamster par-ci par-là et quelques poissons rouges qui avaient survécu au trajet entre la fête foraine et la maison. Mais pas de zèbres.
    Après tout, cela vaut pour tout. Les lignes de métro, les gratte-ciel, l'agressivité au volant, les lecteurs MP3, les langues et les citoyens non européens, les night shops, les cybercafés, les agences d'intérim et les centrales de repassage. Il y a tellement de nouvelles choses, on ne les compte plus. Et il y en a encore plus qui disparaissent.
    La Bruxelles de sa jeunesse est devenue celle de l'Europe. Dépossédée. Des trous sont apparus en ville, des tranchées où les maisons et les vies ont disparu. Et à la place ? Rien de bien intéressant.
    Invisible et insaisissable, le passé a disparu. Aucun bonhomme ni aucun passage zébré n'y mène. C'est comme ça. Les vies chancellent, puis c'est au tour des souvenirs.
    Ils n'ont pas à se plaindre, elle le lui rappelle plus souvent qu'à son tour. Mais rien n'y fait. Ça va, ça vient. C'est non négociable. Dans son monde qui devient toujours plus petit, il n'y a pas un centimètre de libre. Pas plus pour les nouveaux mots et les nouvelles choses que pour les noms de phénomènes et d'amours d'autrefois. Tout rétrécit : sa taille comme son avenir. Il titube entre la table, le canapé et le lit. Sa vie se résume à quelques mètres carrés.
    Ils ne sortent que le samedi et le mercredi midi. Le chauffeur de taxi klaxonne à midi et demi pile et ils partent Chez Madeleine. Retour en arrière, retour aux rituels familiers.
    En entrant, ils embrassent les habitués un à un. Avant même la fin de leur tour d'honneur, les Martini blancs et les biscuits apéritif préférés de Monsieur sont déjà sur la table. S'ensuivent les plats du jour, les verres de vin blanc (deux chacun) et, pour finir, le café et ses mignardises. Le mercredi, ils tapent la carte avec des amis de longue date. Le samedi, elle danse avec des hommes plus alertes que son époux.
    Vers trois ou quatre heures, c'est un couple un peu pompette que le taxi ramène chez lui. "On est encore bien conservés pour notre âge", lance-t-elle au chauffeur tandis qu'il aide son époux à sortir de la voiture.
    Ils n'ont pas à se plaindre. Certainement pas les jours où ils vont chez Madeleine. Et pas plus le reste de la semaine. Elle le répète trop souvent à son goût, elle veut des choses qu'il ne peut plus lui donner. Il radote sur sa hanche et sa mémoire qui flanchent, sur les petits bonshommes, sur les prix élevés en euros, sur l'insécurité croissante dans les rues.
    Et ça ne s'arrangera plus. Parfois, on dirait que le calendrier de sa vie en est arrivé à ses dernières feuilles, mais que son propriétaire s'évertue à le laisser au mur. Pour combien de temps encore ?
    "Tout passe", soupire-t-elle. Ça va, ça vient. Mais ils profitent de chaque jour que Dieu leur donne. Les jours avec et sans Martini. Les jours où ils sont ensemble.

    03-06-2010 om 15:49 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:Articles en français
    02-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FACING BRUSSELS - Bobo Brussels
    Klik op de afbeelding om de link te volgen While the last rays of sun filter through to the square below and the market stalls pack up their unsold wares, well-to-do ladies and gents drink Italian bubbles on the pavement. They debate the best address for sushi and enthusiastically discuss the stock sale of this, that or the other fashion designer. A little further, their fellow citizens sit with laptops open. They are looking after themselves with organic apple juice while they update their Facebook pages. Welcome to Bobo Brussels, the city of bourgeois bohemians.
    Linguistically and territorially, the Bobos are divided into Dansaert Flemish and Chatelain Frenchspeakers, named after the streets where their lifestyles can be deduced from the contents of the shop windows and their prices. They are usually hard-and-fast career makers but consider themselves fundamentally alternative, green and independent. Their children have read the Little Prince by the time they’re six and they are proud of the fact they pay lots in tax, sings the French singer-songwriter Renaud with some degree of sarcasm.
    Sounds reasonable. But what I find most conspicuous is that these men and women have chosen Brussels. Carrying a degree like a free pass to another life, free of compromise, they still embraced the city, warts and all. They applauded its diversity and caressed its scars, somewhat naïve in their conviction that the love and care of deliberate civility could cure this place of all its ailments. The reality is somewhat less conducive. After small successes follow unfortunate regressions and above all, often sur place. Giving up, however, is not an option. In the meantime, they have seen their children born here, and hence also their own fate bound to that of the city.
    The Bobos persist, despite regularly banging their heads against Brussels. They see the city in their own terms: as an opportunity, a bubble of oxygen, an escape. A city of freedom too, that belongs to no one, property of neither lion nor rooster.
    These men and women found Brussels and invented her anew. As a bobbing island of youth, fantasy and diversity, in a tired nation that, on its one hundred and eightieth birthday, doubts its own right to exist. However, beyond the country, the city or its history, they also reinvented themselves here in versions that become more and more grotesque as the evening progresses and the empty wine bottles stack up.
    Some fled the whip of regional unemployment and collective depression. Others ran from the suffocation of introverted, suburban small mindedness. They have jettisoned yesterday and acquired now and later, without so much as looking over their shoulder. With great tolerance, fed by their studies, foreign friends and regular travel abroad.
    The city feels like a heavy burden at times but theirs is more resilient than others. Bobo Brussels is full of potential. It is a light version of the metropolis, one which most resembles the image depicted by the glossies, travel guides and in-flight magazines. Washed, shaven and dressed up. People explore in Mini Coopers, dine in newly opened restaurants and reside in more or less renovated merchants’ houses that were bought years ago for peanuts. It is fantastic but somehow photoshopped and reconstructed. And yet still real.

    02-06-2010 om 15:26 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:In English
    01-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FACING BRUSSELS - Sterke benen die de weelde kunnen dragen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zo ongeveer op het moment dat haar dunne streep felrode lipstick zichtbaar wordt, kondigt haar naderende komst zich aan met een walm van parfum. Noem het haar pantser tegen een ongenadige wereld.

    De negentig nadert ze, zo reken ik uit, al lijken haar vestimentaire keuzes de vergankelijkheid eerder te ontkennen. Spillige benen steken in dure fantasiekousen en kokette maar enigszins versleten schoenen. Daarboven draagt ze klassieke rokken, witte bloezen met een opstaand kraagje, jassen uit betere tijden en oude juwelen.

    Zonder hoed komt dit wandelende anachronisme het huis niet uit en om de haverklap controleert ze discreet of de veren en andere ornamenten niet uit balans zijn geraakt.

    Met een zuinig mondje zegt ze dat ze Brusselse is. Geworden althans. Ze zucht. Haar hart, geschiedenis en halve fortuin zijn achtergebleven in het Sint-Petersburg van bijna een eeuw geleden. Met een geborduurde zakdoek dept ze vaag haar ogen, er zich vervolgens in een spiegeltje van vergewissend dat de make-up geen schade heeft opgelopen.

    Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen, zo wil het spreekwoord. Nog krachtiger, me dunkt, zij die haar teloorgang kunnen aanschouwen. Het verhaal van de Russische meandert langs het weggemaaide rijk van de tsaren en het blauwe bloed dat rijkelijk rood stroomde, naar een Brusselse biotoop van elegante etablissementen en uitgekiende arrangementen.

    Het is nooit meer goed gekomen, klinkt het in duur frans, al brengt ze veel tijd door in de patisserieën van de Zavel en in de restaurants rond de Louizalaan. Voor regenachtige dagen bestelt ze telefonisch delicatessen en wijn bij supermarkt 'Chez Rob'. Bij tijd en wijlen geniet ze in het Théâtre Royal du Parc van Franse repertoire-stukken uit de 17de of 18de eeuw. En als het weer meezit, kiest ze verse boeketten in een zaak op het Kasteleinsplein. Maar gravin is ze alleen nog in haar eigen hoofd en in de weerspiegeling van de etalages in de buurt van de Naamsestraat, waar ze af en toe gaat winkelen.


     Ze schudt het hoofd. Voor mensen van standing zijn het barre tijden, zij kan het weten. Het is een lastige klus om de restanten van fortuin slim te beheren en wie zegt dat de huidige crisis de laatste is? Het valt niet mee om de maatschappij steeds welgemanierd tegemoet te treden en tegelijk de vrienden te onderscheiden van de talrijke opportunisten. Hebzucht, oplichterij en afgunst regeren. De oude gravin poneert het zacht maar beslist. Ze vertrouwt me toe dat sommige kennissen hun identiteitskaart thuis achterlaten als ze naar een feestje gaan, terwijl anderen zelfs vertrekken zonder bankkaart of geld. Kwestie van misbruik te vermijden, zie je. Een mens moet voortdurend op zijn hoede zijn.

    Al is de strijd verloren. De nobele vrouw behoort tot een uitstervende soort, met frêle schouders en een nog fragieler ego. Ze kraken onder het voortmalen van de geschiedenis meer nog dan onder het gewicht van een stamboom waaraan alleen zijzelf distinctie ontlenen. Het zijn sterke benen. Spillebenen in fantasiekousen. Die de weelde kunnen dragen. Al valt dat niet mee.  

    01-06-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:columns


    Extraits à lire / uittreksels/ selected articles
    Foto

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 15/12-21/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 16/10-22/10 2006
  • 02/06-08/06 2003
  • 27/01-02/02 2003
  • 09/09-15/09 2002
  • 08/07-14/07 2002
  • 10/06-16/06 2002
  • 30/11-06/12 1998
  • 12/10-18/10 1998
  • 05/10-11/10 1998
  • 07/09-13/09 1998
  • 20/04-26/04 1998

    Categorieën
  • AFGHANISTAN (9)
  • AFRIKA (17)
  • ARABISCHE WERELD (30)
  • Articles en français (10)
  • China (55)
  • columns (14)
  • In English (10)
  • Iran (14)
  • OOST-AZIE (10)
  • PROJECTEN (0)
  • Rusland (13)
  • ZUID-AZIE (13)
  • ZUIDOOST-AZIE (7)

  • Inhoud blog
  • CHINA/ hoe de deugd werd vermoord
  • Marokko/ In de kerker van de koning
  • Gestrand in Oostende
  • 'Hij was weg, plots en voorgoed'
  • Wanneer moeders heksen en vampieren op de wereld zetten
  • Oostende, waar illegalen thuis zijn
  • 't Stad is niet van Assaad
  • Marokko/België De angst is naar hier geëxporteerd
  • BAHREIN /Jaffar al Hasabi: 'Martelen, daarin is het regime erg inventief'
  • IRAK-Regisseur Mohamed al-Daradji over de waanzin van filmen in Bagdad: van Al Qaida en bombardementen tot honderden massagraven
  • Migratie - Minderjarig en moederziel alleen in België
  • QATAR - de slaven van koning voetbal
  • CHINA - Frank Dikötter over de Grote Sprong Voorwaarts
  • NOORD-KOREA - Bovenaanzicht van de hel
  • CHINA- Ai Weiwei, de man die overal mee wegkwam
  • IVOORKUST- Alassane Ouattara, de superloodgieter
  • TUNESIE - columniste Naziha Réjiba over de Arabische Lente
  • IRAN - interview met Kader Abdolah
  • IRAK - Schrijfster Haifa Zangana: ‘Irakezen kwamen verenigd en vreedzaam op straat’
  • ARABISCHE WERELD - wat schrijfster Hanaan-as-Shaikj in 2004 over de toestand vertelde
  • Waarom het misging in de Arabische wereld
  • CHINA - Vluchtmisdrijf door zoon hoge functionaris zet land in rep en roer
  • EGYPTE
  • TUNESIE - Facebook heeft het land gered
  • TUNESIE -een gigantisch probleem van jeugdwerkloosheid
  • Vluchtelingen - gestrand in het bitterkoude Calais
  • CHINA - Ikea en McDonald's mikken op de panda
  • CHINA - Nobelprijs voor een lege stoel
  • CHINA - Liu Xiaobo, gevangen in een kooi van woorden
  • Internationale migratie - gestrand aan de oevers van de zee van Marmara
  • Joao da Silva - De Bang Bang Club
  • NIGERIA - sloppenbewoners moeten wijken voor verfraaiing van tuinstad Port Harcourt
  • INDIA -malafide microkredieten drijven boeren tot zelfmoord
  • DUITSLAND - 'Multiculturele maatschappij is mislukt'
  • IMAM èn homo zijn: het kan
  • CHINA- de Nobelprijs voor Liu Xiaobo
  • CHINA- het belang van de Nobelprijs voor Liu Xiaobo
  • AFGHANISTAN- stemmen in tijden van oorlog(3)
  • AFGHANISTAN - stemmen in tijden van oorlog(2)
  • AFGHANISTAN - stemmen in tijden van oorlog

    Blog als favoriet !

    Reactions/suggestions/e-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Startpagina !

    Zoeken in blog


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs